25th HOUR (Spike Lee) (USA, 2002)
(134)
In 25th Hour vertelt Spike Lee het op een roman van David Benioff gebaseerde verhaal van Monty Brogan, een dertiger van Ierse origine in New York die veroordeeld is tot zeven jaar cel omwille van het dealen van drugs. De film toont de laatste 24 vrije uren van Monty, vrije uren die hij besteedt aan het afscheid nemen van zijn vriendin, zijn vader, zijn twee beste vrienden en zijn hond en aan het bezorgd zijn om wat er in de gevangenis met hem zal gebeuren (verkrachting). Op het einde rijdt pa Brogan zijn zoon naar de gevangenis en stelt hem voor om weg te vluchten naar een andere staat. Volgt dan in woorden en beelden een soort visioen (het 25ste uur) van hoe het verder zou kunnen gaan met Montys leven. Monty slaat het voorstel echter af.
Op het einde van dat visioen zegt pa dat de oudgeworden Monty en zijn vrouw tegen hun kinderen zouden kunnen zeggen: This life came so close to never happening (het zijn tevens de laatste woorden van de film). Het gaat hierbij dus over dat gedroomde goede leven van Monty na een eventuele vlucht, maar het geldt ook voor het leven van Monty tot dan toe: alles had namelijk anders kunnen zijn, Monty had ook voor het goede kunnen kiezen. Dat Monty niet écht een slechterik is, wordt al duidelijk uit de sequens waarmee de film begint (nog vóor de begingeneriek): Monty, op weg om drugs te dealen, helpt namelijk een hond die na een aframmeling voor dood is achtergelaten (die aframmeling van de hond is nota bene! te horen nog vóór de eigenlijke film überhaupt begint, met andere woorden nog vóór het logo van de filmmaatschappij verschijnt en wanneer het scherm dus nog zwart is, en die aframmeling is nota bene bis! nogmaals te horen nadat de eindgeneriek helemaal afgelopen is). Montys (althans gedeeltelijke) goedheid blijkt ook nog uit de volgende feiten: hij geeft geld aan een bedelaar (helemaal in het begin, vlak na het gesprek met de verslaafde op een bank aan de stroom), hij verraadt zijn drugsbaas Nikolai niet aan de politie en hij doodt zijn maatje Kolya (dat hem nochtans verraden heeft) niet, ofschoon hij daar de kans toe krijgt.
Dit alles brengt ons regelrecht naar de opvallende en aangrijpende scheldmonoloog halverwege de film, waarbij Monty op de spiegel in het toilet van het café van zijn vader fuck you! ziet staan en vervolgens uitbarst in een lange tirade tegen zowat alles en iedereen die in New York rondloopt, maar het eindigt ermee dat Monty tegen zijn spiegelbeeld (!) zegt: No, fuck you, Monty Brogan! waarna hij tevergeefs het fuck you van de spiegel probeert weg te vegen. Knoop je de beginsequens, de laatste woorden van de film en deze scheldmonoloog aan elkaar, dan wordt duidelijk dat Monty de verkeerde keuze heeft gemaakt (uit gesprekken met zijn vader en de politie wordt verder duidelijk dat hij ook had kunnen verderstuderen en advocaat had kunnen worden) en daar zit dus schuld, zoals ook blijkt uit het gesprek tussen Frank en Jake (Montys boezemvrienden), waarbij Frank zegt: He deserves it! (Monty dealde drugs aan minderjarigen). Voor die schuld moet nu geboet worden en Monty vlucht op het einde dus niet weg. Op dat moment heeft Monty zijn catharsis al ondergaan, want enkele uren daarvoor heeft hij zijn fraaie gezichtje door Frank in puin làten slaan, in de hoop zo althans in het begin gevrijwaard te blijven van verkrachting in de gevangenis. Zoals Edward Norton (die overigens een perfecte Monty Brogan neerzet!) in een interview met Erik Stockman in Humo [nr. 3266, 8 april 2003, pp. 42-44] zei: Monty hoort eigenlijk in hetzelfde rijtje thuis als Oedipus en Macbeth. Allemaal personages die ten onder gaan aan hebzucht, die té laat beseffen dat ze een fout hebben gemaakt, en vervolgens de gevolgen van hun keuzes moeten dragen.
Spike Lee trekt die schuld en boete-kwestie echter op een geraffineerde manier breder open, onder meer door het gesprek Frank-Jake (zie hoger) te laten plaatsgrijpen in Franks appartement dat uitkijkt op Ground Zero (25th Hour was de eerste film waarin 9/11 functioneel verwerkt werd). Wordt hier gesuggereerd dat de VS óók schuld hebben en dat er nu moet geboet worden (zie de puin ruimende vrachtwagens op het einde van de sequens)? De schuldvraag is trouwens ook van toepassing op de andere personages in de film. Tijdens een gesprek in een snackbar leggen Frank en Jake bijvoorbeeld elkaars zwakheden bloot: Frank, de overgestresseerde en arrogante Wall Street-yup die net zo min als Jake of Montys Puertoricaanse vriendin Naturelle Monty heeft tegengehouden, en Jake, de uitgebluste en gefrustreerde leraar die in de discoclub last heeft om zijn leerlinge Mary met rust te laten. Maar ook Montys vader treft schuld (na de dood van ma Brogan is hij beginnen drinken en hij heeft geprofiteerd van Montys geld om zijn schulden te betalen) en puntengeile leerlinge Mary daagt Jake uit. En wat te denken van Naturelle herself, die er door Frank van beschuldigd wordt eveneens geprofiteerd te hebben van Montys geld (ofschoon uiteindelijk blijkt dat zij Monty niet verraden heeft).
Al deze personages lijken evenzovele negatieve zelfbeelden te zijn voor de toeschouwer en om welke normen en waarden het hier precies gaat, wordt nogmaals verwoord door Ed Norton in het reeds geciteerde Humo-interview: Net als Jack uit Fight Club heeft Monty zijn heil veel te lang gezocht in geld, kleren, mooie meubelen, en autos. Hij beseft nu wel dat hij een behoorlijk leeg leventje heeft geleid, maar voor berouw is het natuurlijk veel te laat hij heeft zijn vader, zijn vrienden en zijn liefje intussen allemaal van zich afgedreven. In dat opzicht sluiten Fight Club en 25th Hour erg goed bij mekaar aan: allebei zeggen ze iets over de wanhoop van mijn generatie. In de begingeneriek noemt Lee zijn film a Spike Lee joint, maar het is wel een moraliserende joint, ofschoon de moraal nergens opgedrongen wordt en nauwelijks grijpbaar verweven zit in de weemoedige, melancholische sfeer waarvan de hele film doordrenkt is (vandaar waarschijnlijk dat 25th Hour erg aansprak in de VS, zo kort na 9/11).
25th Hour is niet alleen een moraliserende, maar ook een filmtechnisch redelijk geslaagde joint. Het janken van die hond vóór het begin van de film werd al vermeld en verder signaleren we slechts het bevroren close-up-procédé (twee maal toegepast in de discoclub, eenmaal met het gezicht van Mary, eenmaal met het gezicht van Jake, graag vernemen wij overigens de correcte benaming van deze trucage) en het psychologisch kikkerperspectief van die twee Russische maffiosi-koppen. Een leuk en functioneel detail voor fijnproevers is verder de grote poster van de film Cold Hand Luke die in Montys living hangt: het gaat hier om een film uit de jaren zestig waarin de hoofdpersoon verschrikkelijke dingen meemaakt in de gevangenis (zie Montys angst voor verkrachting). Het gebruik van Bruce Springsteens The Fuse in de eindgeneriek blijft dan weer wat in de lucht hangen: het nummer dat weliswaar vaag verwijst naar 9/11 en afkomstig is uit het aan 9/11 opgedragen album The Rising uit 2002 is op zichzelf oké maar de tekst draagt niet echt bij tot een beter begrip van de eraan voorafgaande film.
Of Lees thematiek ons schuldbewust aan het denken zet over onszelf, blijft twijfelachtig, maar men leeft mee met het weemoedige verdriet om verlies van de hoofdpersoon, en de audiovisuele vorm is knap en verzorgd, zonder dat er sprake moet zijn van een meesterwerk.
Quotering: ***½
(1ste visie: 25 september 2004 dvd) (2de visie: 28 september 2004 Metropolis, filmforum) (3de visie: 31 juli 2015 opgenomen van Proximus TV)
|