Tsjoep en Lala waren ontsnapt. Mijn nieuwe buurman, de operazanger, kwam het mij vertellen. Hij had ze zien lopen op de straat en nu liepen ze op de immense weide van boer Touternitou, aan de overkant van de straat. Tsjoep en Lala zijn Kameroenschapen, dwergschapen van een tamelijk zeldzame soort, die hooguit een halve meter groot worden. Het zijn haar-schapen, hetgeen betekent dat ze geen wol produceren, maar behaard zijn zoals een geit. Overigens zien ze er uit als geiten. En ze gedragen zich ook als geiten: niet makkelijk in de omgang, schuw als een hinde en even snelle lopers en springers. Waarom het dan tóch schapen zijn? Welnu, de horens van een mannetjesschaap zijn sterk naar achter gekromd en die van een geitenbok niet, en daarenboven horen alle geiten een sik te hebben. U begrijpt het al, beste lezer, Kameroenschapen zijn sikloos en de rammen hebben sterk naar achter gekromde horens. Van dat alles had ik geen weet toen mijn neef Tsjoep en Lala bij mij afleverde, in de meimaand. Hij wist dat ik uitkeek naar twee dwergschaapjes om mijn boomgaard af te grazen. Voor twee grote schapen is de beweidbare oppervlakte te klein. En één enkel schaap? t Zou omkomen van eenzaamheid: schapen zijn kuddedieren. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eigenlijk had ik geopteerd voor twee ooitjes, meisjes-schapen dus. Dat het er twee van verschillend geslacht waren het rammetje had duidelijk naar achter gekromde horens vond ik minder vervelend dan hun geitachtig voorkomen. Ach, schapen zijn nu eenmaal populairder, sympathieker, geliefder dan geiten. En dat het wel degelijk zo is moge blijken uit het feit dat vrijwel niemand er aan denkt om geitjes te tellen als hij de slaap niet kan vatten. Schaapjes daarentegen
Geen mens zal in zijn hoofd halen om een arm sympathiek vrouwtje te betitelen met die brave geit of die arme geit of gewoon die geit. Dat schaap daarentegen, of het nu braaf is of arm of gewoon maar een schaap, straalt genegenheid en medeleven uit. Maar Tsjoep en Lala wáren schapen, al riepen al de buren nóg zo hard dat het geiten waren. Want bij geen van beide een spoor van een sik! En dan die kromme horens van Tsjoep!
Tsjoep en Lala waren uitermate schichtig. Ik kocht voor hen de heerlijkste schapenkorrels en die deed ik in een leuk aarden kommetje. Hoezeer ze de korrels ook lustten, ze kwamen pas smullen als ik op minstens drie meter afstand van het kommetje ging staan. Geitenmanieren zeiden de buren. En wat dan nog? Er zijn genoeg mensen met vossenstreken of die zich als varkens gedragen
We hadden Tsjoep en Lala pas twee dagen, toen een oude verweerde man mijn nachtelijke slaap kwam verstoren. Hij was op zoek naar zijn geit die naar een bosrijk gebied op een heuvel was gevlucht. Het kan monsieur Seguin geweest zijn. Die bond zijn geiten vast aan een touw om ze te laten grazen, maar - schrijft Alphonse Daudet in zijn «Lettres de mon Moulin » - il les perdait toutes de la même façon: un beau matin, elles cassaient leur corde, sen allaient dans la montagne, et là-haut le loup les mangeait. Ni les caresses de leur maître, ni la peur du loup, rien ne les retenait. Cétait, paraît-il, des chèvres indépendantes, voulant à tout prix le grand air et la liberté.
s Anderendaags heb ik zorgvuldig mijn omheining nagekeken op eventuele uitbraakmogelijkheden. Het leek mij alles vrij stevig. Nu is vijfhonderd vierkante meter niet echt wat je een grote vlakte kan noemen, maar toch groot genoeg, docht mij, voor twee kleine schaapjes om vrij en ongebonden rond te dartelen. Het gras was mals, in de schuur stonden twee zakken schapenkorrels van de lekkerste! klaar, er was een hok om te schuilen bij regen en ontij. En ik was bereid er borg voor te staan dat, zolang ík er zou zijn, er geen haar op hun hoofd zou gekrenkt worden. Ze zouden dus wel gek moeten zijn om te willen uitbreken, zo dacht ik. En toch!...
Geen week later liepen ze tussen de vijf runderen, vier koeien en een stier, op de grote weide van boer Touternitou. Om ze terug te laten keren moesten ze eerst gevangen worden, en op díe grote vlakte tussen de "koeibeesten" bleek dat onbegonnen werk. Twee schapenboeren hebben zich aangeboden met vangnetten en ander materiaal, aan twee apothekers en vijf veeartsen heb ik raad gevraagd. Tevergeefs. Eén gaf mij de raad de dieren te verdoven met valium, tussen hun korrels te mengen, maar een tien keer hogere dosis dan die waarvan een mens in een coma kan geraken had niet de minste uitwerking. Logisch, wist iedereen mij achteraf te vertellen, want in de pens van een herkauwer wordt het slaapmiddel afgebroken
De ontsnapte schaapgeiten werden een leuk gespreksonderwerp. Boer Touternitou echter vond het na een week of drie niet meer om te lachen:
Die boer die zwoer hem blou
Hij zou die skaap doodskiet
Ik vroeg hem nog wat geduld te hebben en ik verzekerde hem dat ik hem zou vergoeden voor de geleden schade. Hij gaf mij nog drie dagen. Daarna zou hij zelf wel zorgen dat ik de schapen terug zou hebben. Over drie dagen zou ik ze in mijn boomgaard zien
liggen.
Ik had de boodschap wel begrepen, daar hoefde geen tekeningetje bij. Alle hens aan dek dan maar weer. Ik liet een vierkoppige vangploeg komen van de Brielmeersen van Deinze. Het zou een fluitje van een cent worden, een kolfje naar hun hand: hadden zij immers, onlangs nog, niet een ontsnapte ooievaar gevangen? Maar t werd weer eens een maat voor niets! Toen kwam mijn reddende engel, als een deus ex machina, onder de vorm van een allerliefst vrouwtje, een veearts uit Oudenaarde. Ze kwam met drie Border Collies. Twee bleven aan de kant staan, als reserve. De derde, de oudste, maar tevens de slimste, heeft uiteindelijk al het werk gedaan. Border Collies zijn herdershonden, vooral bekend als schapendrijvers. Het zijn ongetwijfeld de intelligentste onder onze trouwe viervoeters. Dank zij een wonderbaar samenspel met zijn bazin, slaagde de hond er na een klein half uurtje in de moe gerende schapen in mijn armen te drijven, zodat ik ze maar voor t grijpen had. En zonder de koeien en de stier die door t hele gedoe in paniek geraakt waren, zou t allemaal nog wel sneller gegaan zijn
We hebben Tsjoep en Lala naar de Brielmeersen gedaan, het natuurpark in Deinze. Ze zullen daar ongetwijfeld beter hun draai vinden dan bij mij. En ze zullen er ongetwijfeld vriendjes maken. Sorry, Tsjoep en Lala voor de stress die ik jullie bezorgd heb, maar ik heb het gedaan voor jullie welzijn. En ik kom jullie zeker een dezer dagen een bezoek brengen in de Brielmeersen. Met de hele familie, want het park loont zeker de moeite. Weten jullie overigens hoe het met Blanquette, het lieve geitje van monsieur Seguin, afgelopen is? Als je ooit eens naar de Provence gaat, zo eindigt Alphonse Daudet zijn verhaal, zal men u daar vertellen over de cabro de moussu Seguin, que se battégue touto la neui emé lou loup, e piei lou matin lou loup la mangé. En omdat uw kennis van het Provençaals ongetwijfeld te wensen overlaat, vertaal ik dit maar direct naar het Nederlands: De geit van mijnheer Seguin, die zich de hele nacht verweerde tegen de wolf, en uiteindelijk, in de morgen door de wolf werd opgegeten.
En zodoende kent dit verhaal nog een gelukkig einde. We hadden het, ei zo na, moeten afsluiten met: E piei lou matin moussu Touternitou la tué. En, tja, hoe zal ik de boer nu vergoeden voor de geleden schade? Zijn vrouwtje is hoogzwanger. t Zal voor héél binnenkort zijn. Ik heb mij voorgenomen voor een mooi cadeautje te zorgen voor de kleine. Als ik een geboortekaartje krijg
Hieronder, om het verhaal iets aanschouwelijker te maken, een foto van de weide waar het zich allemaal heeft afgespeeld. De foto is deze winter genomen, toen de schapen er nog niet waren. U herkent wél drie van de vijf koeibeesten. In de verte: de kerk van Grijsloke, op een heuvelrug. Betweters beweren dat de Kameroenschaapjes, wier roots in bergachtig land gelegen zijn, door de aantrekkingskracht van die heuvelrug naar deze weide zijn gevlucht.

|