Er is heel wat mooie literatuur te vinden op t internet. Neem nu het verhaal De Gasknop dat Jan Bauwens op 19 juni l.l. heeft neergepoot op zijn weblog www.bloggen.be/omskvtdw . Het gaat over een dementerend vrouwtje dat telkens weer vergeten is of zij haar deur wel op slot gedaan heeft en of zij de gaskraan heeft dichtgedraaid. En er gebeurt nog meer in dit verhaal, dat uiteindelijk afloopt met een fatale knal. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dit verhaal heeft mij des te meer getroffen omdat het dementerend vrouwtje Irmaatje heet. Ik heb zelf namelijk zon dementerende tante Irma gehad. Meer dan eens heb ik ze ten tonele gevoerd in mijn memoires: O jerum jerum jerum
, 2006. Ook zij keerde, als ze pas haar huis verlaten had, steeds weer op haar stappen terug, om te zien of ze haar deur wel goed op slot had gedaan en of ze de gaskraan had dichtgedraaid. Toen haar wandklok eens was stilgevallen, omdat ze vergeten was ze op te winden, is ze acht maal na elkaar bij de buren gaan vragen hoe laat het was.
Toen ze mij op een kwade dag vroeg bij de boer een zak aardappelen te halen, omdat ze er geen meer had, zei ik dat ik de dag tevoren pas een zak aardappelen voor haar was gaan halen bij die boer. Dat laatste ontkende ze ten stelligste. t Werd van welles-nietes, net zo lang tot ik haar dwong in de kelder te gaan zien: daar lág de zak! Omdat ze haar ongelijk nu wel moest toegeven, werd ze razend kwaad, ze joeg mij haar huis uit en gooide mij haar koffiekan achterna. t Was schoorvoetend dat ik een paar dagen later weer bij haar binnenkwam, op mijn hoede voor t geval ze weer naar de koffiekan zou grijpen. Maar ik had mij nodeloos zorgen gemaakt: ze was poeslief en blij mij te zien. Ze bleek het voorval helemaal vergeten te zijn. In haar koffiekan was een flinke deuk. Ik vroeg hoe die erin gekomen was. O, die moest er al lang in geweest zijn, misschien was die er altijd al wel in geweest
Op den duur vond tante Irma haar huis niet meer terug en raakte ze op den dool. We moesten haar naar een verzorgingstehuis doen. Daar was ze niet graag en als ik haar daar ging bezoeken smeekte ze mij haar mee te nemen, terug naar haar huisje. En omdat ik op haar verzoek niet kon ingaan maakte ze telkens een scène toen ik wegging. Soms schreeuwde ze zo hard dat heel het tehuis in rep en roer stond. Het duurde verscheidene maanden vooraleer ik een oplossing gevonden had voor dat probleem. Bij toeval. Ik was weer eens bij haar op bezoek. Ik verliet de kamer om een kop koffie te halen in de cafetaria. Toen ik met de koffie terugkeerde, verwelkomde ze mij alsof ze mij in geen weken had gezien. Hetzelfde gebeurde enkele dagen later, nadat ik even haar kamer had verlaten voor een toiletbezoek op de gang. Voortaan zou ik nooit meer afscheid nemen: alleen nog even naar het toilet gaan op de gang. Dat ik daar niet eerder opgekomen was!
Dit verhaal eindigt niet met een knal zoals dat van Jan Bauwens. De schrijver van De gasknop heeft overigens verklaard dat het Irmaatje uit zijn verhaal een fictief personage is, één die nooit bestaan heeft, verzonnen
Een schitterend verhaal met een verscheurend slot, maar niet écht gebeurd
En hoe is het met mijn tante Irma afgelopen. Bijna met een anti-climax. Op zondag 28 oktober 1990 is ze niet meer wakker geworden uit haar middagdutje. Ze was zesentachtig. Weinig mensen zijn mij dierbaarder geweest dan tante Irma.
|