|
Brief aan mijn vriend en confrater, Marc Van Hoye,
Mijn beste Marc,
We schrijven 18 december. Het rampzalig jaar 2025 loopt op zijn laatste benen. Een week geleden, op 11 december kreeg mijn hart weer een grondig nazicht. Was geleden van nieuwjaarsdag. Hoe slecht kan een jaar beginnen: ik werd toen met spoed opgenomen in mijn vertrouwd ziekenhuis wegens een zware aanval van draaiduizeligheid en evenwichtsstoornis. Grondige neurologische en cardiologische onderzoeken bleken mee te vallen, wat betekent dat de oorzaak niet in de hersenen en ook niet in het hart diende gezocht te worden. Een allerminst levensbedreigende stoornis was het, van het evenwichtsorgaan dat zich bevindt in het rotsbeen achter het oor, een aandoening waarvan men normaal spontaan herstelt binnen een paar weken en die geen restletsels nalaat. En zo is ook geschied... De hartspecialist die mij had onderzocht vond evenwel een controle over zes maanden ten zeerste aangewezen vanwege het feit dat ik lijder ben aan voorkamerfibrillatie in combinatie met een atrioventriculair block plus een verminderderde doorbloeding van de kroonslagaders met daarenboven lekkage van één of meerderer hartkleppen. Heb ik u overigens al verteld dat de twaalkoppige cardiologische equipe van datzelfde ziekenhuis mij twintig jaar geleden reeds een by-pass operatie + pacemaker had voorgesteld, waarop ik weliswaar niet ben ingegaan en desondanks toch reeds een tamelijk gezegende leeftijd heb bereikt? Het hartonderzoek van de vorige week bleek dus in feite nogal een meevaller te zijn en er was nog allerminst sprake van by-pass of pacemaker. Alhoewel, een "meevaller" is hier wel een term die dient gerelativeerd te worden. De dokter had gezegd: een meevaller, jawel, gezien uw leeftijd. En voor een hartcontrole over zes maanden kon maar beter meteen een afspraak gemaakt worden. Het werd 7 juli....
Op 6 juli belde ik het ziekenhuis op. Of mijn afspraak bij de cardioloog wel kon doorgaan. Er was namelijk een doktersstaking afgekondigd op 7 juli. Mijn cardioloog bleek inderdaad te staken, mijn afspraak diende geannuleerd te worden en een nieuwe afspraak diende gemaakt. Het werd dus 11 december, eerder kon niet vanwege het feit dat de afspraakboek overvol zat. Overlopen naar een van die twaalf andere cardiologen had geen zin want ook bij hen zat de afspraakboek overvol. Het moge duidelijk wezen dat er in ons land een schromelijk tekort is aan doktoren, en dan te bedenken dat men er in ons land alles aan doet om de toegang tot de geneeskundige studies af te remmen door allerlei toegangsexamens! Hoe dan ook, de controle van mijn hart was nu blijkbaar niet meer zo dringend. Wat kon het mij ook schelen. Ik vroeg niets beters dan dat het plots zou ophouden met kloppen, midden in de nacht, in mijn slaap, net zoals mijn nonkel Fonske was overkomen. Het leven had voor mij geen zin meer sedert de dag dat mijn lieve vrouw voor altijd was heengegaan, na een lijdensweg die anderhalf jaar had geduurd en gedurende dewelke de geneeskunde alle zeilen had bijgezet: operaties, chemotherapie, röntgenbestralingen, sondevoeding via gastrostomie, zuurstoftherapie, beademing, palliatieve pijnbestrijding/euthanasie. Ik was er van overtuigd dat ik vanaf die dag - 10 mei om 17 uur stipt - nooit meer gelukkig zou zijn. De pijn van het afscheid leek ondraaglijk en ik had willen bidden tot de alwetende, almachtige en oneindig goede god dat hij mij zo snel mogelijk zou verlossen uit dit tranendal. Maar ik deed het niet. Hij zou mijn gebed niet verhoord hebben. Nonkel Fonske was zwaar verslaafd aan de alkohol (één bak bier en één fles jenever per dag) en die sukkelaar zal zeker een voetje vóór gehad hebben bij de almachtige.
Vorige week 11 december. 't Was meer dan zeven maand geleden, mijn beste Marc, dat ik nog een voet in het ziekenhuis had gezet, het ziekenhuis waar ikzelf vierendertig jaar lang als arts had gewerkt en waar ik het laatste anderhalf jaar zovele dagen had doorgebracht aan het ziekbed van mijn vrouw, ik gruwde er nu van. De cardioloog onderzocht mij naar behoren en zei dat alles nogal meeviel - voor uw leeftijd, voegde hij er voor alle securiteit nog aan toe. Controle gewenst over een jaar, afspraak te maken over zes maanden want de wachttijden zijn lang. Het laat mij allemaal onverschillig, ik denk dat ik dit ziekenhuis niet meer ga betreden. Ik ben niet meer bang voor de dood. Ik wil "haar" weerzien in de hemel. De hemel? Onzin! De hemel, dat was hier toen zij nog leefde, toen wij samen waren. De hel, dat is het stukje leven dat er voor mij nog is weggelegd, daar moet ik nog door, en dan... niets meer.
Ik groet je, mijn beste Marc, en breng mijn groet ook over aan Eliane en geef haar een kus.
En vergeef het mij...
Kris.
|