|
Op de voorpagina van mijn krant van maandag 6 oktober : HELFT ARTSEN VREEST PRAKTIJK TE MOETEN SLUITEN, en dat verwijst naar het hoofdartikel op pagina 4 waarvan de titel luidt "PATIËNT ZAL DUBBEL ZO LANG MOETEN WACHTEN OP AFSPRAAK". En daar sta je dan als arts, na zeven jaar studie aan de universiteit en in vele gevallen zes jaar opleiding tot specialist. Met een inkomen dat onvoldoende blijkt te zijn om menswaardig te kunnen leven... In mijn tijd was het toch even anders. Ik had een middelmatig grote ziekenhuispraktijk en heb daar altijd heel royaal kunnen van leven, zonder daarom ooit ook maar één supplement, of iets "in 't zwart", te hebben aangerekend. Altijd binnen de lijntjes gekleurd, altijd de ziekenfondstarieven gerespecteerd, voor collega's - de eed van Hippocrates indachtig - altijd gratis of tegen terugbetalingstarief gewerkt, mij niet bezondigd aan overconsumptie... En toch nog een spaarpotje overgehouden voor als ik het met mijn alleenstaandenpensioentje van 1751 euro bruto in de maand niet meer zou rooien. En als het aantal dokters tot de helft zal gereduceerd zijn, zijnde tot het niveau waarop het stond in "mijn tijd", volgt daar dus uit dat de patiënt dubbel zo lang zal moeten wachten op een afspraak, zijnde vijf à zes maanden in plaats van het huidig gemiddelde van elf weken. Was de wachttijd in "mijn tijd" dan ook vijf à zes maanden? Bijlange niet. Als iemand mij opbelde omdat hij last had van een verstopt oor met oorsuizen en ik voorstelde om hem 's anderendaags te zien, vond hij die wachttijd vaak behoorlijk lang en dan slaagde hij er altijd wel in dezelfde dag nog op raadpleging te komen. Dat de wachttijden nu zo lang zijn komt doordat de afspraakboeken van de specialisten bomvol staan met patiënten die op regelmatige tijdstippen op controle moeten komen, preventief, de slogan van dokter "Knock" (van Jules Romains) indachtig: "tout homme, bien portant est un malade qui s'ignore"....
Dat zoveel artsen wellicht hun beroep niet meer zullen kunnen uitoefenen valt op zijn minst te betreuren. Een ander beroep kiezen is voor hen niet zo vanzelfsprekend, artsen zijn niet zo multi-inzetbaar als bijvoorbeeld een jurist of een specialist in de economie. Misschien ware een baantje in de politiek nog wel het overwegen waard. En toch is er iets positiefs aan dit hele verhaal, zij het dan niet voor de artsen zelf... De helft minder artsen in 't land heeft als onvermijdelijk gevolg dat het aantal studenten geneeskunde niet langer zal dienen afgeremd te worden door een ingangsexamen, hetwelk laatst voor zoveel opschudding heeft gezorgd, mede gezien het feit dat weinigen zich nog zullen aanbieden voor de studie, om later voor een hongerloon te moeten werken. Zo zie je maar dat de uitspraak die Johan Cruyff ooit deed altijd en overal blijft gelden: "elk nadeel heb se foordeel"...
|