Firmin is kwaad. Razend kwaad. Op de uitvinder die het in zijn dwaze kop gekregen heeft om de plastic dopjes vast te maken aan de fles. Gisteren heeft bij Firmin bij het drinken van een flesje Cola-zero het dopje in zijn neusgat geprikt waardoor er een neusbloeding is ontstaan die buiten alle proporties was, zo erg dat er uiteindelijk een neusspecialist aan te pas is moeten komen om een bloedend vat dicht te branden. Ik kan maar niet begrijpen wat het nut kan zijn van de "vaste dop", sakkert Firmin, ze moeten die uitvinder de prijs geven van de slechtste uitvinding aller tijden en hem daarna... opknopen. Firmin meent dat natuurlijk niet, maar zoals ik al zei, Firmin was echt kwaad, en dan zegt een mens soms van die dingen...
- Tja, er zijn betere dingen uitgevonden, zei ik. Het wiel bijvoorbeeld.
- Precies! Zonder het wiel waren al die andere uitvindingen er overigens niet gekomen.
- Tenzij misschien de uitvinding van dat vastzittend flessendopje, trachtte ik ironisch te wezen, maar dat was niet van aard om bij Firmin zelfs maar een flauwe glimlach te ontlokken.
- En het toiletpapier, zei Firmin. Hij zei het zonder blikken of blozen, zodat ik meteen afstapte van de gedachte dat hij op zijn beurt grappig wilde zijn. Hij vertelde mij dat het toiletpapier uitgevonden werd rond het midden van de negentiende eeuw door een Amerikaanse zakenman, ene Joseph Gayetty. Tot dan had men zich beholpen met krantenpapier en dáárvoor met onder andere... koolbladeren. Aanvankelijk werd het toiletpapier op de markt gebracht in pakjes van enkele honderden velletjes en het duurde nog tot het einde van de eeuw vooraleer de wc-rol verscheen zoals wij ze nu kennen en het duurde zelfs nog tot rond de tweede wereldoorlog vooraleer zij in brede lagen van de bevolking ingang begon te vinden.
Tot die "brede lagen" behoorde mijn laag alvast niet. De werkende klasse, en zeker die van het platteland, behielp zich in mijn kinderjaren - en dat was grotendeels om financiële redenen - nog steeds met krantenpapier. In mijn geval was dat "'t Vrije Volksblad", al gebiedt de eerlijkheid mij te vertellen dat ik maar weinig vrije volksbladen voor het "hygiënisch doel" gebruikt heb. En dat had alles te maken met de winkel van tante Jenna, een winkel van kruidenierswaren, waarvan de sinaasappelen een niet onaanzienlijk deel uitmaakten. Tante Jenna kreeg de sinaasappelen toegeleverd, stuk voor stuk verpakt in een zijdezacht papiertje. Het was natuurlijk allerminst de bedoeling, maar Tante Jenna deed het tóch: de zachte velletjes belandden stuk voor stuk in een doos, om uiteindelijk dienst te doen voor... jawel. Een deel ervan was voor eigen gebruik en een ander deel was voor haar zuster, zijnde mijn moeder, en voor mijzelf, omdat voor het jong teer velletje van mijn bips het Vrije Volksblad ongeschikt werd geacht. Wat voelde ik mij bevoorrecht met die doos heerlijk zachte papiertjes op de plee. Ignace, mijn buurjongetje maakte er ook rijkelijk gebruik van als hij kwam spelen en een natuurlijke behoefte zich aandiende. Hij gebruikte telkens drie of vier velletjes, in plaats van één of twee, een aantal waar moeder en ik ons aan hielden. En omdat Ignace steeds vaker zijn "grote boodschap" bij ons kwam doen, zei moeder daar iets van. 's Anderendaags kwam Ignace met een oud exemplaar van "Het Nieuws van den Dag" aandraven en legde het bij ons op de plee. De doos met papiertjes van tante Jenna nam moeder voortaan weg als Ignace kwam spelen. Vader maakte van de gelegenheid gebruik om de kwaliteit van "Het Nieuws van den Dag" te beoordelen: de vergelijking viel uit in het voordeel van 't Vrije Volksblad, al moest hij toegeven dat "Het Nieuws van den Dag" een beter absorberend vermogen had en dus beter geschikt was als toiletpapier. Wie weet had vader zijn abonnement niet opgezegd als Tante Jenna er niet geweest was...
De rol WC-papier en het wiel! Alle andere uitvindingen kunnen mij gestolen worden. En de uitvinder van de vastzittende flessendop mogen ze wat mij betreft opknopen. En zo denkt ook Firmin...
|