Ik meen te mogen zeggen, misschien met een zweem van overdrijving, dat de rillingen mij over de rug lopen, wanneer ik een (sport)journalist hoor beweren dat een renner een wedstrijd in de spurt gewonnen heeft dank zij een slim maneuver: op een reglementaire manier "de deur dichtgedaan". Dat "deur dichtdoen" is niets anders dan de tegenstander de pas afsnijden. Of dat zo slim is? Kleuters doen het als ze een loopkoersje houden en dat moet hun afgeleerd worden. Als het gebeurt in een wielerkoers waar gesprint wordt tegen zeventig tot tachtig kilometer per uur kan dat "deur dichtdoen" fatale gevolgen hebben. Vrijwillige doodslag? Of onvrijwillig: een onbewust afwijken van de rechte lijn, een onbedwingbare drang om te winnen ten koste van alles? Men kan zich terecht afvragen welke reglementmaker het in zijn hoofd krijgt om het "deur dichtdoen" onder bepaalde voorwaarden als slim en reglemenair te beschouwen, terwijl er geen ander doel is dan de tegenstander te hinderen. Wat er ook van zij: het maneuver dient streng bestraft te worden, het weze dan nog onopzettelijk of instinctief. En de pleger kan maar best een tijdje geschorst worden, gedurende hetwelk hij scholing dient te volgen, waarbij hem geleerd wordt hoe hij dient te sprinten zonder van zijn lijn af te wijken, dat de kortste weg naar de aankomstlijn de réchte weg is, dat men fair play moet inbouwen in de sport en het leven van zijn tegenstander niet in gevaar mag brengen? En lukt het niet om van die instincten, die slechte gewoonten af te komen... dan maar herscholen naar een ander beroep!
|