Mooi zijn alle vrouwen...
Het is de titel van één van Luc Steenoo's grootste schlagers. Luc Steenoo, een Vlaamse zanger... Ikzelf vind het een "afknapper": ga eens met zo'n lied en een tuil rozen naar je allerliefste en zeg "je bent mooi". En wat dan nog? Alle vrouwen zijn toch mooi...
Natuurlijk zijn niet alle vrouwen "per definitie" mooi. Neem nu de heks uit "Sneeuwwitje". Is die mooi? En de heks uit "Klein Duimpje"? Ik weet het wel, schoonheid is een subjectief iets, maar dat men zelfs met de beste wil van de wereld niet alle vrouwen mooi kan noemen lijkt mij een axioma dat boven alle stelregels staat, logische en mathematische. Als we het over de vrouwelijke schoonheid hebben moeten we een aantal factoren in ogenschouw nemen. Laten we ons beperken tot de factor "leeftijd", zowel van het te "beoordelen goed" als van de "beoordeler". Ik verklaar mij nader. Toen ik een jaar of vijftien was en wij nieuwe buren hadden gekregen zei ik tegen mijn moeder dat ik het buurmeisje Sonia een mooi ding vond. Natuurlijk is ze mooi, zei moeder, ze is immers jong. Ik was het daar niet mee eens: ik vond toen bijlange niet alle jonge meisjes mooi, nog niet één op de tien. Nu, op mijn vierentachtigste, heb ik begrip voor wat moeder toen zei. Leeftijd speelt een rol...
En er zijn gradaties. Van aartslelijk, alover gewoon lelijk, zo-zo, mooi en beeldschoon tot goddelijk mooi. Tot deze laatste soort reken ik er amper drie: Aphrodite, Helena van Troje en Brigitte Bardot.
Laten we het eerst hebben over Aphrodite, een godin, want ontsproten uit het zaad van de oergod Oeranus, waar het zich vermengde met het water van de Middellandse Zee in de buurt van het eiland Cyprus. Ze is dus, in tegenstelling tot wat sommige betweters beweren, niet de dochter van de oppergod Zeus. Ze is ouder dan Zeus, en zoals alle goden is ze onsterfelijk en in het bezit van de eeuwige jeugd. Haar schoonheid is onbeschrijflijk, zodat ik mij aan geen beschrijving waag. Ze was de godin van de liefde en in 't bijzonder van de lichamelijke liefde. Wie die liefde bedreef was haar welgevallig en ze beloonde wie haar eerde. Zo was er op Cyprus een beeldhouwer, Pygmalion, die een levensgroot marmeren beeld maakte van de godin? Hij werd verliefd op het beeld en nam het iedere avond mee in zijn bed. Aphrodite bracht het beeld tot leven. Pygmalion noemde zijn geliefde Galathea. ze leefden lang en gelukkig... In de antieke wereld noemde men "de liefde bedrijven" wel eens "offeren aan Aphrodite". Wie weigerig stond tegenover de lichamelijke liefde werd vaak door haar wreed gestraft. Door de wil van de oppergod Zeus was ze, fel tegen haar zin, getrouwd met Hephaistos, de lelijke god van de smeden. Nooit heeft ze haar echtgenoot toegelaten haar bed te betreden. Talloos evenwel waren de sterfelijken en de onsterfelijken met wie ze dat bed wél heeft gedeeld - niet bij benadering te schatten. Het aantal kinderen dat uit die verhoudingen zijn voortgekomen wordt geschat op een vijftiental, al kunnen het er ook een paar méér zijn geweest. Haar bekendste minnaar is Ares, de god van de oorlog. Ze heeft er een aantal nakomelingen aan overgehouden; de bekendste is Eros, het gevleugelde liefdesgodje dat met zijn pijltjes het liefdesvuur in menig hart liet ontbranden. En dan is er Adonis. De liefdesgodin was hartstochtelijk verliefd op deze mooie jongeling en dat wekte zozeer de jaloersheid op bij Ares dat hij zichzelf omtoverde tot een everzwijn en in die gedaante Adonis tijdens een boswandeling aanrviel en doodde. Waar Adonis' bloed de aarde bevochtigde begonnen bloemen te groeien: anemonen. Al wordt ook wel beweerd dat anemonen ontstsproten zijn uit de tranen van de ontroostbare godin. Een andere sterveling die haar hart had gestolen was Anchises, een prins uit het koningshuis van Troje. Hieruit kwam Aeneas voort, de legendarische stichter van de stad Rome. Eén van haar kinderen was Hermaphroditos die zowel man als vrouw was en die ze had overgehouden uit een verhouding met de god Hermes. En dan is er nog Priapos, de zoon was van Aphrodite en Dionysos, de god van de wijn. Priapos was een wanstaltige - zij het goddelijke - dwerg, met een hangbuik, een dikke tong en een enorme penis. Hoe het kwam dat de wondermooie een gedrochtelijk kind had gebaard en hoe het Priapos verder is vergaan staat in geuren en kleuren beschreven in mijn boek "De Griekse mythologie in 136 verhalen" alwaar ook meer te lezen staat over het liefdesleven van Aphrodite. Dat de drie Gratiën - de Charites uit de Griekse mythologie - eveneens kinderen zouden zijn van Aphrodite en Dionysos, wordt wel eens beweerd door sommige mythologen: zij vergissen zich, want die gratieuze drieling is voortgekomen uit de vereniging van de oppergod Zeus met de nimf Eurynome....
Dat Aphrodite van een onovertrefbare en zelfs niet te evenaren schoonheid is, hoort u te weten, beste lezer. En dat ze daarenboven, godin zijnde, onsterfelijk is en in het bezit van de eeuwige jeugd... En dat ze zich, net als de andere Griekse goden, teruggetrokken heeft om plaats te laten voor andere goden. Ooit komt ze terug. Wanneer dit zal geschieden? Geen mens die het durft voorspellen. Net zo min als iemand zou weten wanneer haar geboorte - uit het schuim van de zee ! - heeft plaats gevonden. Anders is het gesteld met die andere, wier schoonheid het meest die van Aphrodite benadert: Helena van Troje. Zij was de dochter van niemand minder dan de oppergod Zeus en ze was dus van goddelijken bloede. Maar omdat haar moeder Leda, ofschoon koningin van Sparta, toch maar een sterfelijke vrouw was, kon Helena zich slechts verheugen in de titel van "halfgodin" en was ze dus ook niet onsterfelijk. Laat ik hier even vermelden dat Zeus zich getransformeerd had in de vorm van een zwaan en alzo Leda had "genomen". Leda, die ook al zwanger was van haar echtgenoot Tyndareos, koning van Sparta, baarde uiteindelijk een vierling, of twee tweelingen... Een bizarre geschiedenis die u best kan begrijpen na het lezen van mijn eerder reeds vermeld boek. Van die vier was Helena het meesterstuk, want van een onbeschrijfelijke schoonheid, zoals de wereld er in de komende drieduizend jaar géén meer zou kennen, dit is tot in de twintigste eeuw na Christus - de geboorte van Helena kunnen we situeren omstreeks het einde van de dertiende eeuw vóór Christus. Ze was nog een puber toen haar schoonheid bekend was in heel Griekenland. Alle koningszonen dongen naar haar hand en zij drongen er bij haar vader op aan dat hij zijn dochter zo snel mogelijk zou uithuwelijken. Deze beloofde dat hij hun wens zou inwilligen als zij allen eerst onder ede zouden beloven dat zij zijn keuze zouden eerbiedigen en dat zij te allen tijde in opstand zouden komen tegen degene die het huwelijk tussen zijn dochter en de uitverkorene in de weg zou komen te staan. Allen verklaarden zich daarmee akkoord en koning Tyndareos schonk zijn dochter aan Menelaos van Mykene die weldra ook de koningstroon van Sparta van zijn schoonvader zou overnemen. Alles zou verder in peis en vrede verlopen zijn, ware het niet dat op een kwade dag - wij schatten rond het jaar 1184 v.C. - Paris, een prins uit het koningshuis van Troje naar Sparta was gekomen voor wat wij heden tendage een "diplomatiek bezoek" zouden noemen. Maar, o schande en hoe ondankbaar voor het gulle onthaal dat hem aan het hof van Menelaos was ten deel gevallen... Paris schaakte de wondermooie jonge koningin Helena en nam haar mee naar Troje. Eerlijkheidshalve dient erbij gezegd te worden dat Paris geen geweld had hoeven te gebruiken en dat Helena zich vrij gewillig had laten ontvoeren door de goedogende prins. Niettemin moest deze daad gewroken worden en alle vorstenhuizen van Griekenland - herinner u de eed die zij gezworen hadden - verzamelden troepen en trokken met duizend oorlogsschepen op tegen Troje teneinde Paris' laffe daad te wreken en Helena terug te halen. Ziedaar de aanleiding tot de Trojaanse oorlog, de beroemdste uit de geschiedenis. Hoe die oorlog verder verlopen is en hoe Helena het ervan afgebracht heeft, daarvoor verwijs ik nogmaals naar mijn hogervermeld boek...
Brigitte Bardot Het duurde tot in 1934: in Parijs werd Brigitte Bardot geboren. Geen vrouw, zo aantrekkelijk, zo mooi, zo volmaakt, zo sexy, had de Aarde bevolkt sedert Helena van Troje. In haar kinderjaren was het al duidelijk dat ze van goddelijke makelij was. Toen in 1956 de succesrijke film "Et Dieu créa la femme" uitkwam, waarin zij de hoofdrol speelde, drong het tot eenieder door dat zij inderdaad door God eigenhandig was geschapen. Een nieuwe liefdesgodin voor wie de liefde bedrijven het allerhoogste gebod was: met honderden mannen heeft zij het bed gedeeld, met een paar tientallen heeft ze een echte - zij het niet langdurige - relatie gehad en met vier onder hen heeft ze een huwelijk aangegaan. Enkele keren is B.B. zwanger geweest en één keer heeft ze een kind gebaard, een ongewenst kind, want het moederschap was niet aan haar besteed. Nog vóór haar veertigste zegde zei haar filmcarrière vaarwel. Zij die altijd ook een dierenliefhebster was geweest ging nu haar leven wijden aan de dieren. In haar autobiografie schrijft ze: "mijn jeugd heb ik geschonken aan de mannen, mijn wijsheid schenk ik nu aan de dieren". Over enkele maanden wordt zij negentig jaar. Zou het kunnen dat God haar naast de goddelijke schoonheid ook de onsterfelijkheid heeft geschonken? Maar dan heeft Hij - sorry, lieve God - wel een cruciale fout gemaakt door haar niet meteen de eeuwige jeugd te schenken, want ik kan het verhaal van Eos en Tithonos moeilijk uit mijn hoofd zetten... Het hart van Eos, de godin van de dageraad, was in liefde ontbrand voor Tithonos, een buitengewoon knappe sterveling - en verder citeer ik uit mijn boek "De Griekse Mythologie in 136 verhalen" (hoofdstuk 114)...
"Eos vroeg aan Zeus de onsterfelijkheid voor haar geliefde. Haar wens werd ingewilligd maar zij had vergeten de eeuwige jeugd erbij te vragen, als toemaatje... En Tithonos werd stokoud en hij schrompelde met de jaren zodanig ineen, dat het niet mooi meer was om aan te zien. Iedere dag stond Eos op, vóór dag en dauw, om hem niet meer te moeten aanschouwen. Toen Tithonos heel klein geworden was en nog weinig menselijks meer had, sloot zij hem op in een donker hok, alwaar hij stilaan veranderde in een krekel".
Ik mag er niet aan denken...
|