Lieve Astrid,
Reeds vele tientallen jaren ben ik verslaafd aan „2 voor 12“, de onovertroffen quiz op de Nederlandse TV. Ook een beetje verslaafd aan de even onovertroffen presentatrice: jij dus... Noem het gerust „verliefdheid“: je lieve glimlach, je aanlokkelijke stem, je stielkennis. En toch ben ik bang dat er na al die jaren een beetje sleet begint te komen op mijn verliefdheid. Sta mij toe dat ik het uitleg...
In den beginne vond ik geen graten in het feit dat jij „srijven“ zei omdat je de „schr“ niet kon of niet wilde uitspreken. Integendeel. Ik vergaf je veel, zoals dat gaat onder jonge verliefden, die elkaars fouten met de mantel der liefde bedekken, ja, er zelfs door opgewonden raken. Er was overigens een goede verklaring voor dat „spraakgebrek“ van jou: niemand zal immers ontkennen dat „srijven“ gemakkelijker uit te spreken is dan „schrijven“. Een ander spraakgebrek waar ik opgewonden door raakte was de manier waarop jij „vier“ uitsprak: „fieë“! Al zie ikzelf „fieë“ moeilijker uitspreekbaar dan „vier“. Tot hier niets aan de hand dus. Edoch...
Laten we even teruggaan in de tijd, toen de Nederlander Joop Zoetemelk één van de beste wielrenners ter wereld was. De Nederlanders spraken zijn naam uit als „Soetemelk“ en daar kon ik nog wel enig begrip voor opbrengen. Als naam en voornaam in één adem uitgesproken worden, is „Joop Soetemelk“ de enige correcte uitspraak en zelfs de enige „technisch mogelijke“ uitspraak, d.i. zonder gevaar de tong te breken. Of je zou er „Joob Zoetemelk“ moeten van maken, maar dat is taalkundig niet toegelaten. Toch is dàt hetgeen een vrijgevochten sportjournalist er jaren geleden van maakte: enkel „Zoetemelk“ met „z“ als er „Joob“ vóór kwam, in alle andere gevallen was het „Soetemelk“. Ik wond er mij mateloos over op. Onlangs hoorde ik jou „lieve Astrid“ tijdens een „2 voor 12“ iets vertellen over een „grood zwaard“. Vroeger zou ik het je niet kwalijk genomen hebben. Maar onze liefde begint te tanen, vrees ik..
Kris.
|