Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden - of die éne god in ´t geval van een monotheïstische
godsdienst. De therapie bestaat er dan ook in bij die godheid in de gunst te komen, in de hoop dat de straf wordt afgewend. Bij de christenen gaat dat vaak via de omweg van de geneesheiligen (cf. de voordracht dr. Bouckaert van
een paar jaar geleden) waarvan ieder gespecialiseerd was in een bepaalde tak van de geneeskunde. Er weze nochtans opgemerkt dat de geneesheiligen zélf over geen genezende krachten beschikken: ze treden slechts op als
voorsprekers bij hun god - meestal mét succes. Wat de zieke te doen staat: gebed, bedevaart, offerande (vnl. onder vorm van geld).
Bij de Oude Grieken was het iets ingewikkelder. Zij kenden vele goden. Men diende zich te wenden tot dié god, dewelke het leed had veroorzaakt, uit wraak meestal omdat men
de god had beledigd (vaak onbewust) of miskend. Men dient te weten dat de Griekse goden nogal snel op hun tenen waren getrapt, in hun eigenliefde gekrenkt. Omdat de patiënt zich vaak van geen kwaad bewust was, wist hij
dan ook niet steeds tot welke god zich te wenden. Raadpleging van het orakel was dan de enige uitweg en... dat was allesbehalve gratis. Het orakel gaf dan raad in verband met het offer dat diende gebracht te worden om zich
met de godheid te verzoenen. De zwaarte van het offer stond vaak niet in verhouding tot de zwaarte van de misdaad die werd gepleegd... als er al sprake kon zijn van een misdaad, die dan nog vaak onbewust was begaan. Een typisch
voorbeeld van de onredelijkheid van de goden was het offer dat de godin Artemis eiste van Agamemnon: hij diende zijn dochter Iphigineia te offeren omdat hij vergeten was een offer te brengen aan de godin teneinde een voorspoedige
afvaart naar Troje te bekomen. En hoe onredelijk was het van de goden om levens van onschuldige jonge mensen te eisen! Niet alleen in het oude Griekenland, maar ook in onze christelijke godsdienst, luidde een spreuk: wie de
goden beminnen roepen ze vroeg tot zich...
Op 5 april 1933 heeft de god van de christenen een jongetje Georges Moreels, geboren te Elsegem op 23 april 1922, aan de liefde der zijnen ontrukt.
Op zijn doodsprentje, lezen wij: Heer, Gij hadt hem ons gegeven tot ons geluk, Gij vraagt hem weder; wij geven hem U zonder morren, maar het hert overstelpt van droefheid".

Op 12 mei 1934 overleed het jongetje René Delbeke, geboren te Elzegem op 22 maart 1924. Op het doodsprentje staat: De Heer heeft René weggenomen, opdat de boosheid zijn hart niet zoude bederven en de valsche schijn der aardsche goederen, zijn ziel niet zoude bedriegen.

Artemis was één van de 12 Olympische goden en zij waren het die over ziekte en genezing konden beslissen, al dient gezegd dat ze niet in alle gevallen de macht hadden om het onheil dat ze hadden aangericht ongedaan te maken. In de volgende dias zullen de meesten van die goden aan bod komen - en in beeld -, in associatie met allerhande anatomische, diagnostische en therapeutische terminologie. U zult er ongetwijfeld iets van opsteken. Wist u bijvoorbeeld wat een sesquizygotische tweeling is? En dat de oppergod Zeus de eerste is die zo´n tweeling verwekt heeft (bij Leda, koningin van Sparta) en dan nog wel een dubbele tweeling, ja zeker een dubbele sesquizygotische! En dat er in de hele medische wereldliteratuur maar twee gevallen van sesquizygotische tweelingen beschreven zijn?

De twaalf Olympische goden
Laat ik, als we het over Zeus hebben, alvast dít zeggen: hij was de oppergod, de machtigste van alle goden, bijna tot alles in staat, en zeker ook op het gebied van de geneeskunde. Hij was, voor zover mij bekend, de enige onder de Griekse goden die doden weer tot leven kon wekken. Maar meer nog stond ik in bewondering voor zijn prestaties op het gebied van de plastische chirurgie. Heden ten dage zijn de chirurgen in staat om oren en neuzen te corrigeren, huidrimpels weg te werken, hangbuiken en dito borsten te corrigeren, om van lelijke mensen mooie mensen te maken, om een man om te vormen tot vrouw en een vrouw tot man. Zeus kon een vrouw omvormen tot... koe. In een handomdraai. Dat kunststuk heeft hij uitgevoerd met Io, de knappe dochter van de stroomgod Inachos. Toen hij met Io op de wandel was, en voelde dat zijn jaloerse echtgenote Hera hen in gaten kreeg, veranderde hij de geliefde nimf in - jawel - een koe. En voor het geval u dit niet gelooft: daar zijn beelden van! Maar, vergis u niet, Hera had het spelletje door!

Hera, Io en Zeus
Maar, we hadden het over de sesquizygotische tweeling, door Zeus verwekt bij Leda van Sparta. Hier is namelijk een zo mogelijk nog indrukwekkender ingreep aan voorafgegaan: om gemakkelijker toegang te krijgen tot Leda en onopvallender bij haar te kunnen binnendringen, had de oppergod zichzelf omgevormd tot een zwaan, en geloof het of niet: ook daar zijn beelden van! Negen maanden nadat hij haar bezwangerd had beviel Leda, maar wat het geval bemoeilijkte: ongeveer op hetzelfde tijdstip als met Zeus moet Leda seksuele omgang gehad hebben met haar echtgenoot Tyndareos. Wat er ook van zij: negen maanden later - ´t kan ook iets vroeger geweest zijn - baarde ze twee eieren. Uit het ene ei kwam een goddelijke tweeling te voorschijn, Helena - ja, die van Troje - en Pollux: een één-eiige tweeling, doch niet-identiek, onmiskenbaar kinderen van Zeus. Uit het andere ei kwam een andere tweeling: Klutaimnestra, die de echtgenote van Agamemnon zou worden, en Castor: eveneens een één-eiige, niet-identieke tweeling, allebei sterfelijk zoals u en ik. Mythologen zullen u vaak vertellen dat de ene tweeling Pollux en Castor was en de andere tweeling Helena en Klutaimnestra en zij staven dat met het feit dat de mannelijke tweeling, overbekend bij zowel astronomen als bij astrologen, vóór hun geboorte ruzie maakten onder elkaar. Maar... is die ruzie er wel geweest, of is het pure fantasie? Van zuiver medisch-wetenschappelijk standpunt bekeken is de laatste hypothese overigens minder waarschijnlijk.

Leda en de zwaan
Ziezo, nu weet u alvast wat een sesquizygotische tweeling is. Een andere medische term, die u allen beter vertrouwd zal zijn, en die ik gaarne in verband breng met Zeus is craniotomie, het openen van de schedel (door middel van boor, zaag, tang...) ten einde de intracraniële overdruk te verlagen.
De oppergod had een avontuur gehad met zijn tante, de wijze titanes Methis, en hij had haar zwanger gemaakt. Maar er kwam ruzie van en in een vlaag van woede verslond hij haar met huid en haar. De onbesuisde schrokpartij kwam hem duur te staan: een geweldige maagkramp die opsteeg via zijn borstkas naar zijn hoofd en uitmondde in een onuitstaanbare barstende hoofdpijn. Hephaistos, de god van de smeden, was wellicht de enige die over het nodige alaam en de handigheid beschikte om de schedel vakkundig open te beitelen. De ingreep bracht soelaas en uit het hoofd van Zeus steeg een pracht van een godin op, volwassen en helemaal compleet, in vol ornaat met schild en speer en helm: Athena!

De geboorte van Athena
Athena zou voor altijd Zeus meest geliefde dochter zijn. Ook door anderen werd zij geliefd en gerespecteerd, maar niet altijd en niet door iedereen. Ze was weliswaar zeer wijs en zeer kunstzinnig en ze werd genoemd godin van de wijsheid, van de wetenschappen en de kunst, in het bijzonder de krijgskunst en de weefkunst, maar ze was ook hardvochtig en meedogenloos voor wie haar poogde naar de kroon te steken. Dat ervoer Arachne een jonge koningsdochter, die aan ieder die het horen wilde vertelde dat zij mooiere stukken kon weven dan de godin. Ze daagde Athena uit tot een tweestrijd, voor wie het mooiste kunstwerk kon weven. Wat bleek? Het werk van Arachne moest allerminst onderdoen, wel integendeel. De godin voelde zich zodanig in haar eer gekrenkt dat ze haar jonge rivale omtoverde in een spin met de woorden: weef nu maar in eeuwigheid, als ge daar toch zo bedreven in zijt. Athena is altijd maagd gebleven, geen man kon haar bekoren en zeker Hephaistos niet, die allerminst moeders mooiste was. Toen de god van de smeden op de Akropolis een poging deed om haar te verkrachten gaf ze hem een ongenadig harde trap tegen zijn edele delen dat zijn zaad in de schoot van moeder Aarde spoot: Gaia. Op de plek waar dat voorval heeft plaats gehad is Kekrops ontstaan, de eerste koning van de stad Athene. Kekrops had een slangvormig onderlichaam, en was dus de zoon van Gaia en Hephaistos, maar dat Athena daar ook de hand (of liever de voet) in gehad heeft zijn de Atheners nooit vergeten: ze hebben haar gekozen tot schutspatrones van hun stad. Dat ze afkerig stond voor mannelijke toenadering, tot daar nog aan toe, maar dat ze niet duldde dat een man haar naaktheid aanschouwde, ook al was het onopzettelijk, en de dader buiten alle proportie strafte, lijkt mij een godin onwaardig. Dat is het leed wat zij Theiresias, de beroemde ziener, heeft aangedaan: blindheid! Zodat hij nooit meer in staat zou zijn een naakte vrouw te bewonderen. Later zag ze in dat ze te streng had gestraft, maar omdat ze niet in staat bleek de straf ongedaan te maken, schonk zij hem de gave van de helderziendheid: zien in de toekomst.
|