Een fles wijn en een overheerlijke mokkataart, dat is wat mijn lieve attente vrouw had klaargezet op de salontafel. Voor mijn verjaardag, de tweeëntachtigste al !
- Dokter Bourgeois heeft mij de alkohol verboden, zei ik.
- Kom nou, één enkel glaasje op je verjaardag zal toch zeker geen kwaad kunnen. En daarenboven - dat weet ik wel zeker - heeft hij alleen maar het bier verboden.
- Omdat hij weet dat ik geen wijn lust. Zo goed kent hij me wel: we zijn jaren lang collegas geweest.
Paul Bougeois en ik, we hebben elkaar menigmaal ontmoet op recepties, waar ik dan de enige was die vroeg of ik in de plaats van een glas wijn misschien ook een biertje kon krijgen. Verzoek
dat altijd ingewilligd werd. Mijn ingewanden verdroegen geen wijn, ik kon de smaak niet appreciëren en het brandde in mijn maag als azijn. Uitzondering gemaakt voor een zoet Rijn- of Moezelwijntje. En ja, een glaasje
Liebfraumilch, dat ging er nog wel in. En toch, in mijn kelder staan behoorlijk wat wijnflessen, de meeste minstens tien jaar oud. Allemaal gekregen, gratis. Nu ja, gratis... U moet weten dat ik tijdens mijn actieve
jaren tientallen voordrachten heb gegeven voor verenigingen allerhande, het meest service-clubs. Ik heb er nooit een cent voor gekregen, en ook niet gevraagd, al zou ik nooit een attentie in de vorm van een geschenk
in natura geweigerd hebben, als vergoeding voor de uren voorbereidend werk en de verplaatsingskosten. Ik herinner mij niet dat het geschenk in natura ooit iets anders is geweest dan... een fles wijn. Ik heb nooit durven zeggen
dat ik geen wijn lusttte. Tact...
- Toch zal ik deze fles nu openmaken, zei ze.
Ik bekeek het etiket op de fles: een vin de Bourgogne van 2007. Was de houdbaarheidsdatum niet overschreden?
- Geen sprake van, zei ze. ´t Is een klassewijn, een premier cru, en die wordt alleen maar béter met ouder worden.
Ze schonk twee glaasjes uit. En ik... ik zette er één aan de lippen. ZUUUR ! Dit was erger dan pure azijn! Mijn mond stond in brand, mijn lippen ook. Gelukkig had ik maar
een heel klein slokje genomen, anders was het met mij wellicht nooit meer goed gekomen. Mijn vrouw nam ook een slokje. Ook zij vond de wijn wel erg zuur. Aan de wijn kon het niet liggen maar wel aan onze kelder die niet geschikt
was om een premier cru te bewaren. De godendrank werd doorgespoeld in het toilet. Even was ik bang dat de zure wijn het email van de WC-pot zou aanvreten. De lege fles werd in de wachtrij geplaatst voor de glascontainer.
In de wachtrij voor de glascontainer
Ik bekeek nogmaals het etiket: Nuits-Saint-Georges, 1er cru. Er begon mij iets duidelijk te worden. Had ik niet ooit een verhaaltje geschreven waarvan de titel luidde Nuits-Saint-Georges? Jazeker! Het is gedateerd 3 oktober 2012 en het prijkt op de pagina´s 83 t/m 86 van mijn Derde Blogboek (ondertitel: Zwanzerij) - kijk dat maar even na, u hebt het wellicht in uw boekenkast staan. Die fles was mijn beloning voor een voordracht voor de leden van een club die zich inzet voor het goede doel. Ik schroomde mij om die fles aan te nemen en ik beloofde, na bedankt te hebben, dat ik de fles zou schenken aan... het goede doel.
Op ´t einde van mijn verhaal schrijf ik: Ik zal de fles schenken aan een goed doel, das beloofd. En ´t komend jaar mogen ze mij zeker wéér vragen. Helaas, ik ben mijn belofte niet nagekomen. Tot mijn scha en schande. En, voor zover ik mij kan herinneren, ´t jaar erna hebben ze mij niet gevraagd.

|