Oekraïne. O, grote gruwel! Here God, ik moet er niet aan denken. Maak daar een einde aan, ik weet dat Gij dat kunt. En geef mij één dag terug uit de jaren 1957-63.
Laat mij nog éénmaal binnenstappen in de friture van Njora Nikiforova, al weze het in een vizioen, een droom. Over de mooiste uren van mijn aards bestaan heb ik geschreven in mijn boek „O jerum jerum jerum...“
in 2006, later verschenen als „Commilitones“:
De "frituur Njora" aan de Sint-Kwintensberg. Njora was een blonde Oekraïense. Met haar achternaam heette ze Nikiforova en ze was afkomstig uit Apostolona, een dorp op zo'n honderd kilometer van Dnjepropetrovsk. Ze heeft mij enkele woordjes Russisch geleerd en ze had de beste frieten met stoverij van het heelal. Tot diep in de nacht bleef ik er plakken: we speelden er kaart, of dammen of schaken, of we filosofeerden over het leven. Ik heb er waarschijnlijk meer uren gesleten dan op de banken van de auditoria.
|