De derde kamer in de B&B van mijn vriend Romain zal de Anquetil-kamer zijn. Klik hier eerst even op www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3273607, dan bent u er helemaal bij.
In Mont-Saint-Aignan, nabij Rouen, werd op 8.1.1934 Jacques Anquetil geboren, als zoon van een metselaar uit Boisguillaume. Omdat vader Anquetil niet voor de Duitsers wilde werken
veranderde hij tijdens de 2e wereldoorlog van beroep: hij werd aardbeienkweker en vestigde zich in Bouguet, in de buurt van Quicampoix. De kleine Jacques was een intelligent kind: hij was de eerste van de klas en wiskunde
was zijn lievelingsvak. Na het lager onderwijs trok hij naar de ambachtsschool in Sotteville, afdeling bankwerker-draaier. Na het behalen van zijn brevet van bankwerker vond hij werk in een fabriek. Na zesentwintig dagen echter
hield hij het daar voor bekeken en ging werken in het bedrijf van zijn vader als aardbeiplukker. De reden? Hij kreeg er een maandagmiddag vrij, hetgeen hem toeliet om serieus te trainen met de vrienden van een wielerclubje
waarbij hij zich ondertussen had aangesloten. Aanvankelijk had Jacques meer gevoeld voor de hardloopsport maar omdat in de jeugdcategorieën de loopafstanden te kort waren - hij bleek het al op zeer jeugdige leeftijd te
moeten hebben van zijn uithoudingsvermogen - ging zijn voorkeur nu algauw naar de wielersport. Hij wilde renner worden, een kampioen. Hij was zeer ambitieus, wilde altijd en overal de eerste zijn, en aan talent bleek het hem
niet te ontbreken. Als achttienjarige behaalde hij reeds belangrijke overwinningen waardoor hij al op jonge leeftijd een grote bekendheid verwierf. Hij was een uitstekend klimmer en hij zou uitgroeien tot ´s werelds allergrootste
tijdrijder en ronderenner. Op 23-jarige leeftijd won hij zijn eerste Tour de France en later zou hij de Tour nog 4x op zijn naam schrijven, aldus het record van drie Tourzeges (Filip Thijs en Louison Bobet) met twee eenheden
verbeterend. Hij is ook de eerste renner op wiens palmares de drie grote rondes prijken: Tour, Giro en Vuelta. Hij schreef ook het werelduurrecord op zijn naam.
Spectaculair is ook het liefdesleven van maître Jacques, zoals hij in Frankrijk veelal genoemd werd. Zijn eerste vrouw was de mooie blonde Jeannine, die hij
afgesnoept had van zijn huisdokter. Jeannine was zes jaar ouder en ze bleek geen kinderen te kunnen krijgen. Jacques zocht een andere vrouw. Ver ging hij het niet zoeken: hij nam Annie, Jeannines dochter uit haar eerste huwelijk
tot vrouw. Jeannine bleef bij hen inwonen. Annie schonk hem een dochter, Sophie. Maar ook dát huwelijk liep op de klippen: Annie verliet met Sophie het echtelijk dak. Ook zijn derde vrouw ging Jacques dicht bij huis
zoeken: Dominique, die de ex was van Alain, een zoon van Jeannine!... Dat vond Jeannine al te kras en ook zij vertrok. Dominique is bij Jacques gebleven tot aan zijn dood. Uit dat huwelijk is een zoon geboren: Christophe.
Jacques Anquetil is overleden op 16.11.1987, amper drieënvijftig jaar oud. Hij was terminaal ziek toen hij het bezoek kreeg van Raymond Poulidor, de populairste renner die
Frankrijk heeft gekend. Poulidor staat bekend als de eeuwige tweede, die meestal de duimen moest leggen voor Anquetil. De woorden die Anquetil toen sprak tot Poupou zijn bekend:
- Ik was meestal eerste, jij tweede. Ook nu zal je tweede zijn. Ik ga eerst.
Poulidor overleed op 13.11.2019, tweeëndertig jaar na Anquetil (op drie dagen na). Zijn achterstand op maître Jacques was nog nooit zo groot geweest...
|