Laat mij dit verhaal beginnen, waarde lezer, met de bewering dat ik bewondering en sympathie heb voor de wetenschap en haar beoefenaars, dat ik hou van de wetenschap. Ja, ik ben er
van overtuigd dat wij héél veel, ofschoon niet alles, te danken hebben aan de wetenschap. Hetgeen evenwel niet betekent dat ik niet zou openstaan voor een mop over de wetenschap en meer bepaald de geneeskundige
wetenschap. Hier gaat er een:
De professor gaf een les over de ziekten van de lever. Honderd jaar geleden, sprak hij, waren de wetenschappers ervan overtuigd dat het nuttigen van eieren slecht is voor de lever.
Maar de wetenschap maakt vorderingen, en vijftig jaar later en na veel onderzoek was de medische wereld tot de conclusie gekomen dat eieren nét goed zijn voor de lever. En heden ten dage, dames en heren, en na nog veel
meer en beter onderzoek - ik zei het reeds: de wetenschap staat niet stil - heerst de overtuiging dat er nog helemaal geen zekerheid is betreffende de invloed van het eten van eieren op de lever.
Maar nu geen gezwans meer. De rest van mijn verhaal is realiteit.
Tijdens het academiejaar 1961-62 (`t is waarachtig zestig jaar geleden!) kreeg ik les van professor Corneel Heymans, de enige Vlaming die ooit een Nobelprijs Geneeskunde in de wacht
heeft gesleept: een les over aspirine, een pijnstillend en koortswerend medicijn, maar waarvan de werking op de bloedstolling toen nog niet bekend was. Een paar jaar later sijpelde stilletjesaan door dat aan aspirine nog een
andere en zeer belangrijke werking kon toegeschreven worden: remming van de aggregatie van de bloedplaatjes, waardoor het een uitstekend middel zou zijn bij het voorkómen van trombosevorming in de slagaders van het
hart en de hersenen, zeg maar hartinfarct en beroerte. Tijdens de jaren die volgden werd de medische literatuur overstelpt door honderden, wellicht duizenden, verslagen van studies wereldwijd, die middels statistieken, het
bewijs leverden dat aspirine in lichte dosis (80 à 100 mg daags) hét middel bij uitstek was ter voorkoming van cardiovasculaire aandoeningen. Bijwerkingen van het medicijn? Gevaar voor bloedingen, in het bijzonder
hersenbloedingen? Te verwaarlozen! Kostprijs? Ongeveer een halve cent per dag! Te mooi om waar te zijn? Wat er ook van zij, het mini-aspirientje (de meest bekende merknaam is Asaflow) werd het best verkochte
medicijn, wereldwijd. Een jaar of tien geleden - ´t kunnen er twintig zijn - kwam men daarenboven aandraven met een nieuwe indicatie voor het aspirientje: preventivum voor colo-rectale kanker, zijnde kanker van de dikdarm
en de endeldarm. Mét de bewijzen erbij, via opgezette studies alom. Is het dan te verwonderen dat ik al zo´n dertig jaar trouw ben aan mijn Asaflowke, iedere avond eentje. Mij werd vijftien jaar geleden een by-pass
operatie van de kroonslagaders geadviseerd, alsook het plaatsen van een pace-maker. Ik heb ervoor bedankt, omdat ik bang ben van ingrepen, vooral sinds de dag dat de jonge gezonde burgemeester van ons dorp na een routine ambulant
hartonderzoek ter plekke dood bleef, in nochtans één van de meest geroemde hartklinieken des lands. Ik heb voortgedaan met mijn o zo vertrouwd aspirientje, en alles was weer peis en vree, tot vorige week... Wat
lees ik in De medische referentie (maandelijks geneeskundig tijdschrift, januari 2022)? Een (wereld?)beroemde Ierse cardioloog, dr. Frank Moriarty, komt middels uitgebreide klinische studies, tot de volgende
conclusie:
1) aspirine voorkomt géén trombusvorming in de bloedvaten;
2) behandeling met aspirine houdt wél een ernstig gevaar in voor bloedingen;
3) aspirine behoedt niet voor darmkanker (integendeel!)
Val nu dood!
Zeker, de wetenschap staat niet stil, de wetenschap maakt vorderingen, er is voortschrijdend inzicht...
|