Amanda Boudringhien is drieëntachtig, een paar jaar ouder dan ik. We zijn nog naar dezelfde school geweest, de nonnekensschool in Grijsloke. Zeer "procreatief" is Amanda niet
geweest: slechts één dochter. Die dochter heeft ook slechts één dochter voortgebracht. Hoezeer Amanda haar hoop heeft gesteld op een achterkleindochter - omwille van een viergeslacht,
weet u wel - tot op de dag van heden is het gebleven bij twee flinke achterkleinzonen, Jason en Boy.
Ik had Amanda niet meer gezien sedert het begin van de coronapandemie. Ik stond op de oprit toen ze voorbij kwam gewandeld. Ze had een jongetje aan de hand. Boy, dacht ik, en
dat bleek te kloppen.
- Wat een flinke jongen, zei ik.
- Komende week wordt hij vier, zei ze. Vorige week heeft hij buisjes in zijn oren gekregen en sindsdien is hij inderdaad véél flinker. Hij hoort nu veel beter en
hij is gehoorzamer geworden. Op school zijn ze nu ook tevreden over hem. Zijn broer Jason, die nu in het derde leerjaar zit heeft twee jaar geleden ook buisjes gekregen en die is nu de eerste van de klas.
Ik herinnerde er haar aan dat de moeder van Jason en Boy... hoe heet die ook weer?
- Linda.
- Juist, Linda. Bij haar hebben ze ook buisjes gezet.
- Een familiaal trekje?
- Zou kunnen.
Ik herinner mij nog goed dat ze toen met Linda naar dokter Pannemans geweest zijn, ofschoon ze maar al te goed wisten dat ikzelf keel-neus-oorarts was, net zo goed als dokter
Pannemans, maar met twintig jaar meer ervaring en daarenboven een goede kennis van de familie. Was ik immers niet de eerste die een halve eeuw geleden voor het eerst de middenoorbeluchting had ingevoerd in de streek: het plaatsen
van diabolovormige buisjes in de trommelvliezen? Een ingreep die voor een revolutie gezorgd heeft in de oorheelkunde en honderdduizenden jonge ouders vele slapeloze nachten heeft bespaard. Ik had de techniek al een jaar of
drie toegepast in het universitair ziekenhuis van Rotterdam. Maar Amanda zal niet al te veel vertrouwen gehad hebben in mij: ze heeft mij nog gekend toen ik vier jaar oud was en nog met een fopspeen rondliep...
- Met Jason zijn we ook nog bij Pannemans geweest, maar met Boy zijn we naar die nieuwe geweest, dokter Liefooghe.
- Toch niet helemaal tevreden over Pannemans?
- Eigenlijk wel, maar toch... Liefooghe neemt zich zijn beroep veel meer ter harte.
- Hoezo, verklaar u nader.
En Amanda verklaarde zich nader...
Pannemans plaatst de buisjes, waarschuwt voor water in de oren en vraagt de patiënt in de toekomst slechts terug te keren als er klachten zijn. Liefooghe daarentegen wil
de patiënt al na een week terugzien en daarna elke maand, tot de buisjes vanzelf uitgevallen zijn, en dat is gemiddeld na zes à negen maanden. En daarna ook nog enkele keren om de drie maanden om te zien of alles
goed blijft. En telkens worden dan ook nog uitgebreid gehoortesten gedaan.
- Ja, Liefooghe is zeer begaan met zijn patiënten. Vooruitziend, bezorgd, alsof het zijn eigen kinderen zijn. En daarenboven: vriendelijk... en charmant.
- Maar dat zal natuurlijk wel wat kosten, opperde ik, al die consultaties...
- Oh, niet zo veel. Vierennegentig euro per consultatie en zo goed als alles volledig terugbetaald door de ziekenkas.
- Tja, in dat geval..., zei ik.
Het was een leerzaam gesprek.
|