In mijn vorig verhaal ("Staat er onheil voor de deur?" 30 juni
l.l.) heb ik Alain de Benoist nogal uitvoerig geciteerd. Benoist is een
gerenommeerde Franse filosoof. Ik citeer nóg even:
De overbevolking verergert alle
problemen en maakt ze langzamerhand onoplosbaar...
Dat
is wat men een malthusiaanse uitspraak noemt! De oplossing voor de wereldproblemen
ziet Benoist uiteindelijk slechts in... epidemieën, om ervoor te zorgen dat...
...het met drie à vier miljard
tweevoeters al veel beter zou gaan in de wereld.
Doemdenken,
waarvan een mens zich akelig gaat voelen.
Een
heel andere klok luidt Jan Bauwens, één van onze vruchtbaarste Vlaamse
filosofen op zijn blog (www.bloggen.be/tisallemaiet d.d. 2 juli) onder de titel "Bijgeloof in tijden van
corona". Ik citeer:
Het slachtofferaantal van de
epidemieën is omgekeerd evenredig met de omvang van de wereldbevolking van dat
ogenblik. Het coronavirus heeft nu een half miljoen doden veroorzaakt tegen
twintig à honderd miljoen doden als gevolg van de Spaanse griep toen de
wereldbevolking slechts twee miljard bedroeg, en in de 14e eeuw
kostte de pest een aantal mensenlevens gelijk aan één derde van de
wereldbevolking.
Hieruit
moeten we mijn inziens allerminst concluderen dat epidemieën op het gepaste
moment in actie schieten als het erop aankomt de wereldbevolking op peil te
houden. Aangezien die wereldbevolking op heden op het hoogste peil ooit staat
en rekening houdend met hogergenoemde omgekeerde evenredigheid valt er dus niet
te vrezen dat de corona-epidemie nog meer gigantische afmetingen zal aannemen.
Da's pas geruststellend.
In
zijn artikel merkt Bauwens terloops nog op dat de dichtstbevolkte gebieden de
hoogste levensstandaard hebben. Verder haalt hij uit naar sommige malthusianisten
die de armsten zouden willen opruimen, precies diegenen die de kleinste
ecologische voetafdruk hebben, een voetafdruk die tienduizend keer kleiner is
dan die van een welvarende westerling. Hij schrijft letterlijk:
Als er op de aarde plaats is voor tien miljard armen dan is er amper
plaats voor één miljoen rijken.
Een
tiental miljoen rijken zullen er allicht zijn. Laten we die dan opruimen en
hopla, er kunnen er nog gemakkelijk zo'n honderd miljard armen bij!
En dan vraagt een eenvoudige ziel zich af: wie heeft
er nu gelijk, Benoist of Bauwens? Wat jammer toch dat mijn beste vriend Jack
Vanlichtervelde er niet meer is. Ik zou hem vragen: heeft Jan Bauwens gelijk?
Maar geen nood, ik weet wat hij zou antwoorden: zeer zeker heeft hij gelijk! En
dan zou ik vragen: en Benoist, heeft die dan geen gelijk? En Jack zou
antwoorden: ook die heeft gelijk! En dan ík weer: die twee hebben een
tegenovergestelde mening, de ene is een malthusianist en de andere is een
antimalthusianist, en dan kunnen die toch onmogelijk allebei gelijk hebben? En
Jack zou onverstoord antwoorden: ook gíj hebt gelijk. Jack ging ervan uit dat
iedereen in alles wat hij zegt of doet gelijk heeft, of tenminste dénkt dat hij
gelijk heeft, want anders zou hij niet doen wat hij doet...
|