Dat dit verhaal toch weer over Corona handelt is de schuld van talrijke mails - een half dozijn, als men dat "talrijk" kan noemen - die ik mocht ontvangen als reactie op mijn vorige Corona-verhalen. Die mails, ze wekken gemengde gevoelens op. Enerzijds is het een onomstootbaar bewijs dat mijn blog "gelezen" wordt. Anderzijds zit er bij de meeste een - weliswaar discrete - ondertoon in van... "Waar moeit gij u eigenlijk mee? gij zijt toch geen expert". Maar kom, niet één van die mails komt beledigend over en ik mag daar dus niet ongelukkig om zijn. Eén van die mails heeft mijn bijzondere aandacht getrokken, omdat hij een bijzondere positiviteit en blijheid uitstraalt in deze "donkere" dagen en ook omdat hij van M. komt. M. is een goede kennis, of misschien wel een vriend; laten we zeggen dat hij het midden houdt tussen een goede kennis en een vriend... Zijn volledige naam doet hier overigens niets ter zake. M. is doctor in de economie en/of aanverwante wetenschappen en gepensioneerd, komt uit een liberaal nest, is een levensgenieter en maakt zich de laatste tijd voornamelijk zorgen in de economische gevolgen van de lock down. En wat heeft hij tot zijn grote voldoening gelezen in een of andere krant? Dat er in Kortrijk een dokter is, een cardioloog nog wel, die niet enkel bekommerd is om het medisch aspect van de corona-impasse, maar ook om het economisch aspect. Want, zo ongeveer argumenteert de dokter, als de economie op zijn gat ligt, is er geen geld meer om de medici, etc., in stand te houden en gaan wij allemaal dood. Waarop ik geneigd ben te antwoorden dat als wij allemaal ten onder gaan aan het coronavirus, de economie ook op zijn gat ligt.
Ik vermoed dat M. gaarne wil weten wat mijn standpunt is wat betreft de versoepeling van de quarantainemaatregelen. En ik vermoed ook, of liever, ik ben er wel zeker van, dat hij geen "halfslachtig" antwoord verwacht, zoiets in de zin van "ik denk", "ik vermoed", "ik hoop", "misschien", "'t zou kunnen dat..." en zo meer. Welaan dan, ik zal duidelijk zijn en wellicht nog toegeeflijker voor de economie dan die Kortrijkse cardioloog die hij nu zozeer bewondert en bij wie hij binnen de kortste keren een consultatie wil aanvragen. Sta mij echter één veronderstelling toe: dat over enkele weken, ergens in de maand mei, het aantal nieuwe besmettingen met het nieuwe coronavirus plots, zegge binnen een tijdspanne van een paar dagen, tot nul zal herleid worden. Door veranderingen op klimatologisch gebied. Niet zo gek, als men bedenkt dat het influenzavirus (dat weliswaar niet tot de familie van de coronavirussen behoort) evenmin ons zomerklimaat verdraagt. We wachten dan nog veertien dagen en dan heffen we alle quarantainemaatregelen op. Het virus zal ondertussen verhuisd zijn naar de gematigde zone van het zuidelijk halfrond. De kans dat er dan in onze gewesten nog iemand besmet geraakt door een enkel achtergebleven virus is miniem en de kans dat hij er zwaar ziek door wordt mag dan als onbestaande beschouwd worden, tenzij het om een 65-plusser gaat. En houden we onze veteranen dan verplicht in quarantaine? Op straffe van boete? Bijlange niet. Maar ze moeten weten dat er nog een minieme kans op besmetting bestaat en dat enige voorzichtigheid geboden is. We geven toch ook geen boete aan een levercirrhoselijder omdat hij alkohol drinkt of aan iemand met evenwichtstoornissen omdat hij op een dak klimt. Laten we dus die verplichte lock down voor 65-plussers tijdens de zomermaanden vervangen door een vrijwillige lock down. Laat onze senioren zelf beslissen zodat ze een goed bedoelde maatregel niet als discriminatie kunnen beschouwen. En die ene besmette 65-plusser zal in de zomer heus geen gevaar zijn voor de samenleving.
Ik weet wat M. mij nú zal vragen, al ben ik geen helderziende: en wat ná de zomer? Het virus zal terugkeren (bij wijze van spreken) naar onze contreien. In de frisse droge atmosfeer zal het uit zijn schuilplaats komen en weer lustig overspringen van het ene menselijk wezen naar het andere. En dan? Weer quarantaine? Ja, zeker! Want er zal nog geen sprake zijn van voldoende immuniteit onder de bevolking, voor een degelijk vaccin zal het nog te vroeg zijn en een antiviraal medicijn als bleekwater, zoals professor dr. Donald Trump voorstelt, zal zijn collega Marc Van Ranst ál te drastisch vinden.
Maar, mijn beste M., het komt wel allemaal weer goed! Alles komt immers allemaal weer goed... Laten we nu alvast enkele maanden genieten van onze vrijheid, die we nu meer dan ooit zullen appreciëren. En laten we enkele slechte gewoontes die we nu stilaan afgeleerd hebben niet opnieuw opnemen en voor altijd achterwege laten: handen schudden, begroetings- en afscheidskusjes geven, neuze-neuze doen (geldt enkel voor eskimo's), dicht bij onze gesprekspartner staan en daarbij lustig onze mondinhoud in zijn gezicht spuwen, en zo meer. Zodat we aan 't end kunnen zeggen: dat nadeel hep weer se foordeel gehad.
En dan wil M. natuurlijk weten of hij op dit orakel een huis kan bouwen. Of ik wel zéker ben van alles wat ik hier kom uit te leggen. Overtuigd wel, maar niet zéker. Of is daar geen nuance? Natuurlijk ben ik niet zéker. Ik twijfel. Ongetwijfeld. Ik ben véél te wijs om niet te twijfelen. Maar dat kon ik aan 't begin van dit verhaal niet zeggen. M. zou niet eens verder hebben willen lezen. M. houdt niet van twijfel. M. wil zekerheid.
Er zíjn geen zekerheden, mijn beste M.
|