Ik krijg plots de behoefte om
een oude kennis op te bellen over de coronatoestanden: Fernand Lepoint, wiens
wijsheid en competentie terzake boven alle twijfel verheven zijn.
- Dat ik je opbel,
mijn beste Fernand, komt doordat ik mij wat onzeker voel in deze onrustige
coronatijd. Ik heb het gevoel dat ik nood heb aan filosofische bijstand.
- Je weet toch dat ik geen filosoof ben?
- Toch noemde iedereen
jou "de filosoof". Je had immers filosofie gestudeerd, een jaar of twee, als ik
mij niet vergis.
- Eén jaar slechts. Eerst had ik een jaar wiskunde
gestudeerd. Daarna ben ik overgestapt naar de filosofie. En ofschoon ik zowel
in de wiskunde als in de filosofie grote onderscheiding heb behaald, besloot ik
na die twee jaar geneeskunde te gaan studeren, waarna ik mij nog vier jaar
gespecialiseerd heb in de bacteriologie en de virologie.
- Je bent dus gestart
met twee totaal verschillende wetenschappen, een exacte en een niet-exacte, om
uiteindelijk te belanden in een half-exacte wetenschap?
- Met exacte en niet-exacte wetenschap bedoel je de
wiskunde en de filosofie. En als ik vragen mag: welke van beide is nu de exacte
en welke de niet-exacte?
- De wiskunde is de
exacte, natuurlijk.
- En als ik je nu vertel dat de filosofie exacter is
dan de wiskunde?
- Hoezo?
- Ik geef je een voorbeeld. Vraag aan een mathematicus
om een willekeurige hoek te verdelen in drie, en hij zal onmiddellijk
antwoorden dat zoiets onmogelijk is. Terwijl zelfs de meest nederige filosoof
zich zo'n "trisectie" heel goed kan voorstellen. Of neem nu de verdeling van
een ronde taart in zeven gelijke stukken, een probleem waar jij een paar jaar
geleden mee geworsteld hebt (ik lees je blogs hoor!). Géén wiskundige die dit
tot een goed einde kan brengen, zoals jij maar al te goed weet. De filosoof
daarentegen...
- Ben je daar nu echt
van overtuigd?
- Waarvan?
- Dat filosofie een
exactere wetenschap is dan wiskunde?
- Ik wél, ja. Maar ik kan mij vergissen. En dat ik
daarvan overtuigd ben, wil nog niet zeggen dat ik daar zéker van ben. Er is een
nuance...
- Je twijfelt dus.
- Ja, ik twijfel. En ik vind dat er altijd een zekere
vorm van twijfel moet zijn. Niets is
absoluut waar. Niets is altijd voor de
volle honderd procent waar en niets is altijd voor de volle honderd procent
onwaar. Wat iedereen voor waar aanvaardt is wellicht voor 99,99999999 % waar,
maar toch ook voor 0,00000001 % onwaar. En omgekeerd.
- Dat begrijp ik niet
goed. Dat één gelijk is aan twee keer een half, en dat de kortste weg tussen
twee punten een rechte lijn is, daar valt toch geen speld tussen te krijgen.
- Dat zou ik niet durven beweren. Neem nu een
sinaasappel: is die gelijk aan twee halve sinaasappels? Men is geneigd om "ja" te antwoorden, maar... houdt men dan wel rekening met het sap dat er verloren is
gegaan bij de verdeling in twee? En wat de kortste weg tussen twee punten
betreft... Dat geldt in de eerste plaats slechts in de euclidische meetkunde en
daar komt nog bij dat het zelfs dáár niet zeker is: het is een axioma en
dus nooit bewezen!
- Ja, ik begrijp dat het allemaal niet zo simpel is en dat twijfel aan de
basis ligt van alle wetenschap en alle waarheid - in dubio veritas, zoals de
Oude Romeinen zegden - maar mogen we het nu misschien even hebben over onze
strijd tegen het coronavirus?
- Je bedoelt natuurlijk het coronavirus
covid-19, de fameuze verwekker van de pandemie, waaronder wij allen gebukt
gaan. Dat virus is een onlangs opgedoken lid van de coronafamilie, waartoe ook
andere bekende boosdoeners als het MERS-virus en het SARS-virus behoren. En wat
je daar zegt over onze strijd tegen het virus: wij "strijden" niet! We kúnnen
niet, we hebben immers geen wapens tegen het virus en het enige wat we kunnen
doen is vluchten, ons verbergen in bunkers (zoals tijdens de oorlog), zijnde "ons kot", in de hoop dat het virus er weldra het bijltje bij neerlegt, rond
half mei misschien, onder invloed van klimatologische veranderingen
bijvoorbeeld. En dat behoort tot de mogelijkheden, maar één virusje zal ongetwijfeld
de dans ontspringen en dat zal dan wel zorgen voor een leger van triljoenen
nakomelingen die ons tegen het einde van dit jaar opnieuw bij de strot zullen
grijpen.
- Maar dat het virus vanzelf zal verdwijnen - op dat ene virusje na dan - is niet zeker?
- Het is absoluut niet zeker.
- En wat staat er ons dan te wachten?
- Afwachten tot tachtig procent van de
bevolking immuun is voor het virus. Die immuniteit kan voorlopig enkel bekomen
worden door de besmetting zelf, en met de huidige quarantaine-maatregelen kan
dat nog héél lang, zelfs jaren, duren. Als Johnson & Johnson erin slagen zo
snel mogelijk een degelijk vaccin te vinden zit de kans erin dat we na de
winter reeds weer uit ons kot mogen komen.
- Maar dan zullen er reeds velen gestorven zijn aan de "coronaziekte"?
- Niet, als wij ouderen, door ons streng
aan de maatregelen te houden de besmetting kunnen vermijden, zodat we tot de
twintig procent "onbesmetten" blijven behoren.
- De jongeren mogen dus de teugels wat laten vieren?
- Zeer zeker. Jongeren hebben meestal
niet of weinig te lijden onder de besmetting en zelden gaan ze eraan dood. Men
zou kunnen zeggen dat het virus het niet zozeer op de jongeren gemunt heeft.
- Wat zou daar de reden voor zijn?
- Ik meen te mogen veronderstellen dat
dit een retorische vraag is, tenminste als je om een medische verklaring
vraagt. De filosofische verklaring, en waarom dat virus - en in de zeer nabije
toekomst wellicht nog talrijke nog meer kwaadaardige virussen - op ons afkomt,
wil ik je hierbij geven.
- Ik luister geboeid.
- Welnu. De reden waarom de natuur - die
sommigen "god" noemen - dit op ons afzendt kan moeilijk een andere zijn, dan om
het aantal mensen dat de wereld bevolkt uit te dunnen. Er zijn voorbeelden
genoeg van diersoorten wier aantal door "natuurplagen" allerhande tot normale
proporties is teruggebracht, nadat het uit de hand dreigde te lopen. En heb je
al een jager aanhoord, die vurig pleit voor zijn geliefde job: om het
wildbestand op een gezond peil te houden, ervoor zorgend dat vooral de oudere
dieren afgeschoten worden.
- De wereld is dus overbevolkt en wij, jij en ik, moeten zo snel mogelijk
de plaats ruimen! Ben jij daarvan overtuigd?
- Daar ben ik van overtuigd.
- Twijfel je dan niet? Je vond toch dat twijfel als het ware het "enig zaligmakende" is?
- Maar natuurlijk twijfel ik. Dat ik van
iets overtuigd ben, betekent nog niet dat ik niet twijfel. Laat ik dat met een
voorbeeld verduidelijken. Jij zowel als ik zijn ervan overtuigd dat Kerstmis
dit jaar op 25 december valt, nietwaar? En toch twijfel ik daaraan... Is dat
duidelijk?
- Ja...
... heb ik toen maar gezegd.
Al was het me niet helemáál duidelijk. Maar nu ik erover nadenk, ik denk dat
hij gelijk heeft. Maar ik twijfel.
|