Hij was een jonge knaap nog toen zijn tekenleraar zei dat hij héél veel talent had. Hij zal er wellicht van gedroomd hebben om een wereldberoemd schilder of beeldhouwer te worden, laat staan een Bekende Vlaming. Maar diezelfde leraar vertelde hem later ook dat de geschiedenis leert dat o zo velen met héél veel talent onbekend zijn gebleven. Hij is dan maar chirurg geworden en reeds lang heeft hij zich verzoend met de status van Onbekende Vlaming. Al dient gezegd dat zijn grafisch werk heden ten dage maandelijks door zowat twee miljoen Vlamingen bewonderd wordt. Het verhaal dat nu volgt is het relaas van een uitstapje met mijn Onbekende Vlaming in de Vlaamse Ardennen op de grens tussen West- en Oostvlaanderen. Op 14/9. Het is een verhaal in afleveringen.
Aflevering 3:
Eenmaal terug
op de grote weg, gaan we ditmaal door tot de top van de berg. Die allereerste
berg die ooit beklommen werd in de Ronde van Vlaanderen, heeft zijn top op 82
meter boven de zeespiegel. Een berg, jawel. De coureur die hier in 1919 als
eerste boven kwam moet Ritten Van Lerberghe geweest zijn. Ik vind dat nergens
zwart op wit, maar alle "geschiedschrijvers" zijn het erover eens dat Ritten na
110 kilometer koers is ontsnapt, dat is op 120 kilometer van de finish, en dat
was nog vóór de Tiegemberg. Hij werd nooit meer bijgehaald en aan de finish had
hij een voorsprong bijeen gefietst van veertien minuten op de tweede. De "doodrijder van Lichtervelde", zoals hij genoemd werd, had zijn tegenstanders
die dag inderdaad allemaal doodgereden. Figuurlijk. En toch was niet alles van
een leien dakje gelopen. Hij had de wedstrijd moeten rijden op een geleende
fiets en aan een bepaalde spoorwegovergang werd hem de weg versperd door een
stilstaande trein. Ritten omzeilde het obstakel door met zijn fiets in de trein
te kruipen, en er aan de andere kant weer uit... Vooraleer hij de piste in Gentbrugge
(of was het Sint-Amandsberg?), waar de aankomst lag, binnenreed, zou hij eerst
nog een café zijn binnengetrokken en daar twee pinten hebben gedronken. Eenmaal
op de piste riep hij naar de toeschouwers dat ze beter konden naar huis gaan,
want dat hij... een halve dag voorsprong had.
Op de top van
de Tiegemberg staat een uitkijktoren en een windmolen die dateert van het eind
van de 19e eeuw. En waar de weg een bocht naar rechts maakt en
meteen de afdaling naar Anzegem begint, komen drie landelijke wegen erop uit. De
eerste, die de naam "Meuleberg" draagt en langs de noordelijke flank van de
berg kronkelt is met voorsprong de schilderachtigste en de interessantste, vanwege
vier kunstenaars die hier gewoond hebben
Eerst is er
het "Huis ten Berghe". Nu in verval, maar ooit de woning van VALERIUS DE SAEDELEER (1867 - 1941), lid
van de Latemse school en één van onze grootste Vlaamse kunstschilders. Dit
huis, hoog op de heuvelkam, met uitzicht op Schelde- en Leievallei en het golvend
heuvelland van de Vlaamse Ardennen, werd in 1908 gebouwd door kunstmecenas
Vital Moreels.
Huis ten Berghe
De Saedeleer woonde daar van 1908 tot 1914. Hier ontwierp hij zijn mooiste werken. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog vluchtte hij met zijn gezin en met Gustave Van de Woestijne naar Wales. Na de oorlog heeft de kunstenaar zich gevestigd in Etikhove, een dorp in het hartje van de Vlaamse Ardennen: Huis ten Berghe was onbewoonbaar geworden... Later werd het huis opgeknapt en bewoond door Staf Stientjes, vooraleer deze zich definitief in zijn Vossenhol ging vestigen. En nog later werd het huis bewoond door de dichter DIRK DENNEN.
Winterlandschap (V. De Saedeleer)
Op een steenworp van 't Huis ten Berghe - misschien is t maar een hálve steenworp - bevindt zich de molendam, nu bebost gebied, waar eens de Belzebubbergmolen stond, die gebouwd werd in de 13e eeuw en één van de eerste windmolens in Vlaanderen was. De molen werd omvergetrokken in 1937 voor de film "Het kwade Oog" die gebaseerd is op een toneelstuk van Herman Teirlynck. De laatste eigenaar van de molen was TORIE MULDERS (1883 - 1961), die niet alleen molenaar was maar ook landbouwer, auteur, toneelspeler en regisseur, en vooral... dorpsfilosoof. Hij was goed bevriend met Stijn Streuvels voor wie hij een onuitputtelijke inspiratiebron was. Hij werd begraven in een kist die gemaakt was van planken van zijn kerselaar die naar zijn gedacht veel te weinig kersen had gedragen. "Omdat gij geen kersen hebt willen dragen, zult ge mij dragen" had Torie gezegd en dat had hij testamentair laten vastleggen... [Toen mijn notelaar, geplant in mijn geboortejaar, minder vruchten begon te dragen, heb ik hem bedreigd met hetzelfde lot als de kerselaar van Torie Mulders. Ai mij, de boom was ziek, vermolmd aan de voet, en drie jaar geleden is hij omgewaaid en tot brandhout verkapt...]
Eens stond hier de Belzebubmolen
We begeven ons weer naar het punt waar zovele Flandriens, dwangarbeiders van de weg, zwoegend en zwetend de top bereikten, op hun stalen ros, dat honderd jaar geleden drie keer zoveel woog als de huidige koersfietsen. Het gaat nu in eerder licht dalende lijn richting Anzegem. Algauw zien we aan de linker kant van de weg de villa Maenemin, een bakstenen huis in art-decostijl, gebouwd in 1932, voor de Kortrijkse schilder Firmin Colardijn (1896 - 1977), die er gewoond en gewerkt heeft tot aan zijn dood. Hij heeft talrijke mooie kunstwerken afgeleverd: rustige winterlandschappen en sombere droefgeestige figuren die de toeschouwer beroeren.
Villa Maenemin
Werk van Firmin Colardijn
Firmin Colardijn ligt begraven op het kerkhof van Tiegem. Op zijn graf staat een sculptuur van zijn broer, de schilder-beeldhouwer Lieven Colardijn, die eveneens zijn vaste stek had gevonden in Tiegem, in de villa Zonnekracht, een zuiver kubistische woning met atelier, gelegen een paar honderd meter verderop aan de rechter kant van de weg. Lieven schreef ook gedichten die net als zijn grafische werken getuigen van een sociale en religieuze bewogenheid, met thema's over leven en dood, meestal met een pessimistische ondertoon.
Villa Zonnekracht
[Gisteren 16 oktober heb ik het graf van Firmin Colardijn opgezocht, op het kerkhof van Tiegem. Ik zou het niet gevonden hebben, ware het niet dat ik er geheel toevallig de grafmaker tegen het lijf ben gelopen. Een armoedig verwaarloosd graf, waarop geen naam te bekennen is. Alleen het beeld dat door broer Lieven werd gemaakt...]
Beeld op het graf van Firmin Colardijn, door zijn broer Lieven.
|