Beste Firmin,
Enkele dagen geleden hebt ge mij geconfronteerd met
een verontrustend artikel in de media, over onderbroekgewoontes in Amerika.
De helft van de Amerikanen wisselt niet elke dag van onderbroek
20/08/2019
Onze mama heeft ons geleerd om elke dag een schone
onderbroek aan te trekken, maar blijkbaar volgt niet iedereen die regel.
Onderbroekenfabrikant Tommy John heeft 2.000 Amerikaanse mannen en vrouwen
ondervraagd over hun onderbroekgewoontes. Hieruit blijkt dat maar liefst 45%
zijn of haar slip minstens twee dagen na elkaar draagt.
https://nl.metrotime.be/2019/08/20/must-read/de-helft-van-de-amerikanen-wisselt-niet-elke-dag-van-onderbroek/
Ik heb beloofd dat ik de zaak zou onderzoeken. En, mijn woord getrouw, hier ben ik er al mee...
Laten we het eerst even hebben over de geschiedenis van de onderbroek. In de 16e eeuw vinden we een eerste spoor terug van dit soort ondergoed, maar het is pas vanaf de 17e eeuw dat de onderbroek gedragen werd in bepaalde landen van Europa (vnl. Italië en Frankrijk) en dát slechts in kringen van edeldames. Men moest wachten tot de 19e eeuw vooraleer de onderbroek begon door te breken tot alle sociale klassen. De onderbroek voor mannen had een gulp, die voor de vrouwen (de snelzeiker) had een open kruis. Deze laatste werd pas rond het begin van de 20e eeuw vervangen door de toebroek. En pas rond 1930 deed de slip, een onderbroek zonder pijpen, zijn intrede. Heel voorzichtig en zeker nog niet op de boerenbuiten. Wat ik er mij van herinner... Mijn moeder droeg een toebroek en mijn vader droeg in de winter een lange katoenen onderbroek tegen de koude. In de zomer droeg hij er geen. Ikzelf heb voor t eerst een onderbroek gedragen toen ik naar de kostschool moest: het moést van de school. Wie niet iedere week naar huis ging diende over één of meerdere reserveonderbroeken te beschikken! Een netjes gestreken hemd hoorde er ook bij. Nette manieren, dat heb ik wel geleerd in die kostschool: handen wassen na ieder toiletbezoek en aan tafel eten met mes en vork.
Toen ik vele jaren later, in 1971 - ik was toen éénendertig en in mijn laatste jaar opleiding tot keel-neus-oorarts - deelnam aan een vervolmakingscursus in de functionele en reconstructieve neuschirurgie in Leiden, heb ik vreemd opgekeken. De cursus duurde twee volle weken, tijd genoeg om de gebruiken en gewoontes van alle instructors te leren kennen. Een twintigtal geleerde professoren waren het, uit Amerika, het land waarvan ik mij voorstelde dat hygiëne hoog in hun stars-and-stripes-vaandel geschreven stond. Niet één keer heb ik er één zijn handen zien wassen na een toiletbezoek! Allen liepen rond in een gekreukeld hemd. Niet één die at met mes en vork. Hoe het met hun onderbroeken gesteld was weet is niet en dat zult u allicht begrijpen. Overigens, 't is achtenveertig jaar geleden en ondertussen kan er best een en ander gewijzigd zijn wat betreft de onderbroekenmode.
Maar nu ter zake. Wat blijkt uit mijn onderzoek? Dat de gemiddelde Amerikaan zijn/haar onderbroek meerdere dagen draagt zonder wasbeurt. Een week is geen uitzondering. Is dat in tegenstrijd met de conclusie waartoe onderbroekenfabrikant Tommy John komt, dat 55% hun onderbroek geen twee dagen na elkaar draagt? Geenszins! Amerikanen wisselen gaarne van onderbroek: de maandag een blauwe (zie foto), op dinsdag een rode, de woensdag weer die blauwe en de donderdag weer die rode, tot een wasbeurt zich opdringt. Witte onderbroeken zijn, volgens mijn doorgaans goed ingelichte bron, eerder zeldzaam in Amerika. En die zouden vaker gewassen worden: de reden laat zich raden.
Steeds tot uw dienst,
Kris.
|