Niet dat ik ja zou gezegd hebben, maar toch steekt het dat geen enkele
partij mij gevraagd heeft om op hun
lijst te figureren, niet in Anzegem, niet in Wortegem-Petegem. Ach, daar zit
wel enige logica in, hoor. Luister maar
Ik zag weliswaar het levenslicht in Anzegem, in 1940 tijdens de woelige
oorlogsjaren, maar één dag later trok mijn moeder vader zat in de oorlog
met mij de grens over (de grens tussen West- en Oostvlaanderen) naar Elsegem,
nu deelgemeente van Wortegem-Petegem. Die grens loopt in t midden van onze
straat: de ene kant van de straat is Anzegem (West-Vlaanderen), de andere kant
Elsegem (Oost-Vlaanderen), nu een deelgemeente van Wortegem-Petegem. En
ofschoon ik, buiten die ene dag tijdens de Blitzkrieg, nooit meer in Anzegem
gewoond heb, ben ik mij toch altijd Anzegemnaar blijven voelen. Dat het mij geen
windeieren gelegd heeft moge blijken uit een extract uit mijn boek O jerum
jerum jerum
uit 2006, p. 150-51:
In zijn laatste jaar als professor nam Heymans (*prof. Corneel Heymans, nobelprijs geneeskunde 1938) geen examen meer af. Die taak liet hij over aan professor
Devleeschouwer die ook farmacodynamie onderwees, maar dan bij de apothekers.
Van Devleeschouwer, een West-Vlaming uit Poperinge, was bekend dat hij een
boontje had voor West-Vlaamse studenten. En dat is dan nog zacht uitgedrukt:
hij trok de West-Vlamingen flagrant voor en hij stak dat niet eens onder
stoelen of banken.
Ik woonde in de Broekstraat in het Oost-Vlaamse Elsegem. De
overkant van de straat is Kaster, nu groot-Anzegem en dat is West-Vlaanderen.
Toen Devleeschouwer mij op 't examen vroeg waar ik woonde zei ik dus
"Anzegem". Hij vroeg mijn studentenkaart*, waarop inderdaad Anzegem
stond omdat ik daar geboren ben, in dokter Rommens' privé-kliniekje, drie
bedden groot. Eén dag na de bevalling ging moeder met mij reeds naar huis
Een geluk dat de studentenkaart* enkel de geboorteplaats vermeldde.
Een échte leugen was het niet. De vier scholen die ik had bezocht lagen alle in
West-Vlaanderen. Zowel mijn eerste als mijn plechtige communie had ik in
West-Vlaanderen gedaan. En de zondag ging ik naar de mis in Grijsloke, wat
eveneens in West-Vlaanderen ligt. De helft van mijn kinderjaren* had ik
doorgebracht in Anzegem, bij tante Irma en tante Jenna.
Devleeschouwer vroeg in welke provincie Anzegem lag. Toen ik
"West-Vlaanderen" zei, fronste hij de wenkbrauwen, ging dat snel even
nachecken in een boekje en glimlachte toen: "nog net". Hij verklaarde
eerst nog hoe goed de West-Vlaamse studenten wel waren en dat het examen voor
mij dus maar een fluitje van een cent zou zijn.
Toch vond ik de vragen die hij stelde moeilijk en de
antwoorden kwamen niet vlot.
- Je kent de stof, dat voel ik wel, zei professor
Devleeschouwer. Alle West-Vlamingen kennen trouwens de stof. Maar je bent
nerveus, nietwaar? Véél te nerveus.
Ik knikte en ik mocht gaan. Ik weet zeker dat ik daar nog een
vrij goed cijfer gekregen heb.
In mijn woonplaats Elsegem (later Wortegem-Petegem) heeft
nooit iemand mij een plaats op een politieke lijst aangeboden. In Anzegem óók
niet, omdat ik daar niet gedomicilieerd was natuurlijk, maar menig keer kreeg
ik te horen
als ge aan de andere kant
van de straat hadt gewoond, kondt ge stante pede een verkiesbare plaats krijgen
bij onze partij. Ik zou het aanbod geweigerd hebben, maar dat zei ik niet en
ik voelde mij telkens erg gevleid met dat onmogelijk aanbod. En nu ter zake
In een vorig cursiefje heb ik laten verstaan dat ik mij niet
meer zou wagen aan politieke schrijvelarij, maar, zoals ik al meermaals gezegd
en geschreven heb, het bloed zal wel weer kruipen waar het niet gaan kan,
zeker? En, net wat tante Irma altijd placht te zeggen, een mens moet doen wat
hij niet laten kan. En de partijen die opkomen voor de
gemeenteraadsverkiezingen in mijn geboortedorp Anzegem aan u voorstellen, lieve
lezer, laat dat nu zijn hetgeen ik niet laten kan. O jerum, jerum, jerum
Maar laten we al dat gejeremieer even aan de kant en laten
wij dit betoog een aanvang nemen met de partij van Jeremie Vaneeckhout. De
andere kandidaat-partijen voor de gemeenteraadsverkiezing, drie in getal, komen
later deze week aan bod. De partij heet INZET
en de slogans zijn: gedreven en onafhankelijk, de toekomst begint nu, groen
is van doen, voluit van onderuit, warme levendige buurten, en nog vele andere.
Misschien nog eentje, voor de deelgemeente Kaster: inzetten op een verkeersveilig centrum
in Kaster. Eindelijk! Het verkeer in het centrum van Kaster is er namelijk zo
druk, dat niemand er uit zijn huis durft komen. Op het Kerkplein en in de
Dorpsstraat zie je nooit een mens op straat. Jeremie is een groene, iemand die het op zijn
jeugdige leeftijd al ver geschopt heeft in de nationale politiek. Voor de
gelegenheid profileert hij zich als onafhankelijk en dat hij een goede burgemeester
zou zijn, iemand waarmee Anzegem kan naar buiten komen, ik twijfel er niet aan.
Een burgemeester heeft evenwel nood aan een degelijke ploeg. En laat ik nu maar
met de deur in huis vallen en u meteen vertellen wie naar mijn gevoel de meest
geschikte INZET-kandidaten zijn, t is te zeggen het meest geschikt zijn om een
rood bolletje naast hun naam te krijgen: Yannick Ducatteeuw (nr4), Marijke Denie (nr11), Jean-Marie
Vandenheede (nr12), Wouter Deconinck (nr16) en Martin Vandeghinste (nr17). Het
toeval wil dat deze vijf nu allen lid zijn van Loopclub Grijsloke, net als
Jeremie overigens. Drie onder hen hebben zelfs een bestuursfunctie in de club
en één heeft al méér dan vijftig marathons op zijn palmares. Als dat geen
referenties zijn om mee naar de kiezer te gaan!
|