Ons jaarlijks dagje Gentse Fieste begon dit
jaar met een heerlijk middagmaal bij Micheline Demol, een pittig en talentrijk
dametje van in-de-zestig: marathonloopster, actrice, zangeres en een van de
topvedettes van Grijslokes Olympiade, evenwel nog niet helemaal toegetreden tot
het BV-schap. Michelientje nam ons vervolgens mee naar het theater in
Onderbergen, waarvan de naam nogal geleerd aandoet: Auditorium 61. Er was een
toneelstuk van Romain Deconinck, die onlangs verkozen werd tot de grootste
Gentenaar aller tijden. Terecht, mijn inziens. Het was een stuk vol grollen en
grappen, helemaal zoals mijn zwager Karel ze gaarne vertelt. Jammer dat Karel
er niet bij kon zijn. Tijdens de pauze tussen de twee bedrijven heb ik kennis
gemaakt met een man van wie men op zijn minst kan zeggen dat het niet de eerste
de beste is: Rik De Saedeleer. In
vroeger jaren zou ik niet het lef gehad hebben om zomaar af te stappen op
iemand van dat gehalte. Nu dééd ik het.
- Neem mij alstublieft niet kwalijk. U bent
toch Rik De Saedeleer?
De man gniffelde.
- Ik dacht dat u overleden was?
- Bén ik ook, zei de man, in 2013, de derde
maart.
- En nu zit u hier. Héél bijzonder is dat. Mag
ik een foto van u nemen? Of wacht, ik weet iets beters: een foto van ons
beiden?
De man gaf hierop geen antwoord, maar hij
gniffelde weer en dat was voor mij voldoende. Ik vroeg aan Micheline of ze een
foto wilde nemen van Rik en mij. Ze deed het, zonder morren.
Toen ik afscheid nam van Rik zei hij welbedankt, alsof het niet aan mij was om hem te bedanken
En dan zijn we de stad ingedoken, de stad waar ik mijn hart heb verloren en
ik bespaar u verdere lyrische ontboezemingen. Pintjes drinken, mensjes kijken, Dirk Bauters en Vanessa Chinitor op het Veerleplein, Gentse liedjes op het Walter De Buckplein, kermis overal en oliebollen en frietjes, straatmuzikanten en andere openluchtattracties, grote podiums op tal van pleinen zoals op de grote muziekfestivals, en nieuwe etablissementen zoals de Holy Food Market aan de Ottogracht. Deze laatste is een overdekte markt met eetkraampjes met keukens van over de hele wereld. Niet zo lang geleden was dit nog
de Baudelokapel. Ik heb daar kennis gemaakt met een jonge Portugese. Hoe je zoiets aanpakt? Gewoon door te vragen of het krukje naast haar vrij was. Ze sprak vloeiend Engels en ik vroeg of ze Brits was. Neen, zei ze, raad eens. Ik raadde Duits, Hongaars, Fins en Spaans. Toen gaf ik het op. Ze was Portugees. Ik zei dat ik Portugees een moeilijke taal vond. Waarop ze zei dat zij Flemish een moeilijke taal vond. En dát vond ik nu weer niet
De politie was overduidelijk aanwezig en dat verklaart wellicht waarom de Feesten zo vlekkeloos verlopen zijn. De politie, onze vriend! En toch
Sedert 30 mei siddert en beeft er iets bij mij van binnen bij het aanschouwen van een flik ik hoef er niet eens oog in oog mee te staan. Ik kwam uit de telecomwinkel in de Kerkstraat. Auto gestart in eerste versnelling, autogordel om, tweede versnelling, derde versnelling en daar stond de politie die mij een halt toeriep. Ik was hooguit driehonderd meter onderweg. Ik mocht het gaan uitleggen op een mijns inziens speciaal daarvoor voorzien pleintje. Er stonden wel acht politiemensen (flikken en flikinnen). Een politierazzia? Enkele eventualiteiten flitsten door mijn hoofd: een terroristische aanslag? een crimineel uitgebroken? verborgen camera? Hoe weinig bevroedde ik dat ikzelf de gezochte crimineel was. Waarom ik mijn gordel niet aanhad?
- Maar ik héb mijn gordel aan!
Dat was de flik niet opgevallen
- Ja, best mogelijk, maar gij zijt gesignaleerd zonder gordel. Das dan 116 euro. Betaalt ge de boete onmiddellijk?
Ik had niet genoeg geld bij en ook geen VISA-kaart.
- Ge wenst dus niet te betalen. Ge kunt vertrekken en
ge zult wel zien wat ervan komt.
Ik was een beetje van t lam gods geslagen. Honderd en zestien euro, tot daar nog aan toe: nauwelijks de helft van mijn vakantiegeld als gepensioneerde, en dat was tóch al niet genoeg om zelfs maar een klein vakantiereisje te ondernemen. Wat erger was: mijn tot op heden (ik ben 78!) blanco strafregister was nu wellicht besmeurd en hoezeer had ik gehoopt dit tranendal te kunnen verlaten zonder ook maar één misdaad op mijn geweten. Ik voelde mij zoals iemand zich moet voelen die (tegen zijn zin!) op zijn achtenzeventigste zijn maagdelijkheid verliest
en dan nog voor het niet-dragen van de autogordel. En hoe vaak heb ik zelf niet de noodzaak van die veiligheidsgordel gepredikt, veel vroeger toen ik als keel-neus-oorarts meerdere gebroken neusjes heb gerepareerd, gevolg van je-weet-wel.
Twaalf dagen later kwam de pro justitia (letterlijke vertaling: voor gerechtigheid!): 116 euro, inderdaad. Ik heb de boete dezelfde dag nog betaald via overschrijving. De mogelijkheid van bezwaar tegen de boete niet in overweging genomen omdat er bij niet-betaling een rechtszaak van komt en de kosten dan torenhoog kunnen oplopen. En ten tweede omdat een rechtszaak tegen de politie altijd verloren wordt want de politie is beëdigd en deze jongen niet. En dan is er nog dit
Iemand die goed op de hoogte beweert te zijn, zegt: een boete betalen houdt in dat men akkoord gaat met de beschuldiging. Ik heb alsnog een bezwaarschrift ingediend, niet tegen de boete, wel tegen de beschuldiging van het niet-dragen van de gordel. Misschien kunnen ze dat misdrijf toch nog schrappen van mijn strafregister; het geld van de boete kunnen ze gerust houden en
daar was het per slot van rekening toch om te doen, zeker? Ondertussen wacht ik nog steeds op een antwoord vanwege de politie, mijn (ex-)vriend.
|