- We hebben
weer een Olympische medaille, zei Mantequilla.
- Weet ik,
zei ik, een zilveren in het schaatsen, van Bart Swings.
- Jaja, das
oud nieuws, maar nu hebben we dr nog één, in t skiën, op de paralympics. Een vrouw.
Zopas gehoord, op de radio.
- En wat voor
handicap heeft die?
- Ze is
blind.
Ik
realiseerde mij dat het lang nog geen één april was:
-
Langlaufskiën?
- Nee, gewoon
skiën. Afdaling.
- Dat geloof
ik niet. Of je hebt het verkeerd begrepen, of de organisatoren zijn gek. Ik
vind dat skiën so wie so al levensgevaarlijk en dan olympische spelen gaan organiseren voor
blinden. Ze moesten zoiets verbieden.
- Ik vind dat
niet. Gehandicapte mensen moeten toch ook het recht hebben hun geliefkoosde
sport te beoefenen en met andere gehandicapten op hoog niveau te kampen voor
een olympische medaille.
- En laat die
handicap dan blindheid zijn en die geliefde sport afdaling-skiën tegen honderd
kilometer per uur
- En wat dan
nog. Of ben jij jaloers misschien? Wees blij dat jij geen handicap hebt!
- Wat je
zegt! Ik, geen handicap? Achtenzeventig jaar en een knie vol arthrose. Waarom
houden ze geen olympische marathon voor gehandicapten zoals ik?
Ze zei niets
meer, maar het leek of ze nadacht over mijn woorden. Een dag later las ik het in
Het Laatste Nieuws: onze jongste olympische aanwinst bleek niet écht blind te
zijn, enkel slechtziend. Dáár moest ik het met Mantequilla nog over hebben:
- Ze is niet
helemaal blind, zei ik, enkel slechtziend.
- Héél erg
slechtziend.
- Akkoord,
maar dan toch niet helemáál blind.
- Natuurlijk
niet. Dan zou t niet gaan. Spreekt vanzelf.
- En wat doe
je dan met die arme totaal-blinde die zo dolgaarne olympisch eremetaal wil in
het skiën of, beter nog, in het schansspringen. En hou je geen rekening met het
hemelsbreed verschil dat er zijn kan tussen iemand die nog slechts een heel
klein ietsie-pietsie ziet en iemand die een ietsie-pietsie minder slecht ziet.
Moeten er dan geen verschillende categorieën van slechtzienden gemaakt worden voor
evenveel gouden, zilveren en bronzen olympische medailles? En wat met William
Bouva (nvdr: s lands bekendste dwerg)
als die nu eenmaal zijn zinnen zou zetten op een medaille in het hoogspringen?
Mantequilla
zei niets meer. Ze was mijn hemden aan t strijken en ze ging al te zeer op in haar
werk. Zo leek het. Dat ik niet zon hoge pet op heb van die olympische spelen
voor gehandicapten zal ze wel begrepen hebben. En ze moet gedacht hebben: aan
zon idioot gesprek wil ik niet langer deelnemen. Ze bleef zwijgen.
En een dezer
dagen las ik ook in mijn krant Het Laatste Nieuws, zoals ik al zei dat de voyeur van Gent zestien jaar
gevangenisstraf riskeert voor het maken
van video-opnames van meisjes onder de douche en tijdens het fitnessen. Dit
laatste was, dixit beklaagde, om te controleren of ze wel degelijk een proper
onderbroekske aanhadden
En er stond ook dat de slachtoffers een schadevergoeding
eisen voor het doorstane leed. Een paar opmerkingen bij deze sensationele
feiten die dezer dagen hot stuff zijn op
alle voorpaginas, op radio en TV:
Primo. Hoe
fout heeft men dit soort misdaden beoordeeld in t verleden! Amper twee jaar
geleden was dit voyeurisme niet eens strafbaar. En nu ineens zestien jaar
gevangenisstraf. Maar t zou kunnen dat het tarief maar twee weken is
per
slachtoffer. Voor vierhonderd slachtoffers komt dat dus neer op
zestien jaar.
Desalniettemin: zou hier niet méér de weg van de geleidelijkheid dienen bewandeld
te worden?
Secundo. En
is zestien jaar niet een beetje veel, als men de maten en de gewichten erbij
neemt? Ik maak graag de vergelijking met wat een van mijn collegas, een
huisarts, een jaar of tien geleden overkomen is. Hij werd in zijn kabinet door
een patiënt vreselijk toegetakeld en voor dood achtergelaten. De arts ontwaakte
later uit zijn comateuze toestand, maar bleef gedeeltelijk verlamd, een wrak.
De dader heeft bij mijn weten geen dag in de gevangenis gezeten. Als het mij
vrij stond te kiezen: laten ze mij dan maar filmen onder de douche. Van maten
en gewichten gesproken
Tertio. En
wat de eventuele schadevergoeding voor de slachtoffers van de voyeur betreft: zou
het de bedoeling zijn dat iedereen evenveel krijgt? Mag ik hier pleiten voor
een individuele regeling? Ik kan mij voorstellen dat sommige slachtoffers zich
niet écht slachtoffer voelen, zich zelfs nauwelijks benadeeld voelen. Moeten
die dan een even grote schadevergoeding uitbetaald krijgen als diegenen wier
leven en toekomst totaal verwoest is door het voorval? En bestaat er geen
gevaar dat diegenen die er helemaal niet zwaar aan tillen een belangrijke
psychische stoornis gaan voorwenden? Zelfmoordneigingen bijvoorbeeld. Uit
winstbejag. Maten en gewichten, weet u wel
|