Dit is het
verhaal van een jong knaapje dat héél veel hield van zijn opa. Het verhaal speelt
zich af rond het eind van de negentiende eeuw in een ver land dat toen Oostenrijk-Hongarije
heette. De bollebozen onder jullie zullen zoiets al verwacht hebben, vanwege de
accentjes op de as van zijn naam. Bárány moet een jaar of zeven geweest zijn
en hij zat in het tweede leerjaar. Vader en moeder hadden drukke bezigheden en
zo kwam het dat Bárány in de week logeerde bij zijn opa en oma. Oma Zsófia was
ziekelijk en opa András zorgde goed voor haar. Opa kookte voor haar en voor
Bárány en hij deed ook de was en nog zoveel meer. Iedere ochtend om zeven uur
maakte hij zijn kleinzoon wakker en hij maakte voor hem een versterkend ontbijt
klaar en altijd liep hij een eindje mee naar school, tenzij die ene keer toen
hijzelf zwaar verkouden was. En iedere dag, na het avondmaal en als Bárány
klaar was met zijn huiswerk, trakteerde opa hem op een verhaal over waargebeurde heldendaden en fratsen uit
zijn eigen jeugd en over oma die ooit het mooiste meisje van het dorp was geweest.
De jongen hing aan opas lippen en s nachts sliep hij met een gelukzalige
glimlach om de mond. Niets liet vermoeden dat er aan Báránys gelukkig leven
ooit een einde zou kunnen komen. Kon men zich iets mooiers indenken dan te
mogen snuisteren op opas zolder? Wat een weelde! Gezelschapsspelen, oude legerkostuums,
opgezette vogels, allerlei gekke hoofddeksels, prentenboeken, waar geen mens
ooit op uitgekeken kon raken, dozen met tinnen soldaatjes
en bovenal, op de
hoge kast, waar Bárány niet bijkon, ook niet als hij op een stoel ging staan:
een trommel. Zo n mooie had hij nog nooit eerder gezien. De trommelstokken
lagen ernaast. Hij had het er al eens over gehad met opa, hoe hij ernaar
verlangde om op die trommel te mogen tokkelen. En opa had geantwoord: als jij
die trommel wil kan je hem van mij krijgen op voorwaarde dat je goed je best
doet op school en als je dit jaar de eerste van de klas bent krijg je hem al
meteen. Báránys hartje popelde. Hij beloofde razend goed zijn best te zullen
doen. En dat deed hij. En toen de proefwerken voor de deur stonden voelde hij
er zich helemaal klaar voor. Hij en niemand anders zou de eerste van de klas
zijn. De trommel lag in zijn bereik.
En toen, op
een dag, de proefwerken waren net niet begonnen, stond zijn vader aan de schoolpoort.
Opa was plots overleden! Liever was de hemel ingestort
s
Anderendaags reeds gebeurde er van alles. Oma werd naar een rusthuis gebracht,
waar ze zo zei men goed zou verzorgd worden. Met een grote wagen was men de
zolder komen leeghalen terwijl Bárány op school zat. Of was hij die dag niet op
school geweest? Hij wist het niet eens meer. Hij voelde zich verdwaasd en
verlamd en toch droegen zijn benen hem
nog. Ze droegen hem naar de zolder van opa om te zien of de trommel zijn
trommel! er nog was. De trommel was weg, en de stokken, en de hoge kast. Bárány
was ontroostbaar. Hij at niet meer en hij weigerde nog naar school te gaan. Nu
opa er niet meer was had het toch allemaal geen zin meer. De trommel die hem beloofd
was had misschien het leed van opas dood kunnen verzachten
Was de
trommel nog ergens? Waar hadden de opkopers de trommel heen gebracht? Hadden ze
hem misschien vernietigd? Of was hij nu van een andere jongen? Vader nam contact
met de firma die de zolder was komen leeghalen, maar het antwoord op de
brandende vragen bleef uit.
De veerkracht
van een kind is soms onvoorstelbaar groot. Bárány zwoer dat hij op zoek zou
gaan naar de trommel. Desnoods op gevaar voor zijn leven. De dood boezemde hem
immers geen vrees meer in. Zonder opa had niets nog zin, tenzij
hij de trommel
zou terugvinden.
Dit zou het begin moeten zijn van een heroïsch verhaal van de zoektocht
van een jongen naar de trommel van zijn opa. Of niet? Of wordt dit eerder het
verhaal van een bedrieglijke, laag-bij-de-grondse zucht naar geldgewin van gespecialiseerde
genees- en heelmeesters op de kap van de onwetende en onmondige patiënt? U
verneemt het in deel 2. Komende week misschien
.