De zon
priemde al fel door de spleten van het niet geheel naar beneden gelaten
elektrisch rolluik t liep al tegen de middag toen iemand mij wild enthousiast
de term is te zwak kwam wakker schudden met de woorden:
- Apollo is
terug! Apollo is terug!
t Was
precies, dag op dag, een half jaar geleden dat de gerechtelijke instanties mij
de raad hadden gegeven een absolute stilte te bewaren omtrent de diefstal die
drie maanden tevoren, zo rond de jaarwisseling, moet hebben plaats gehad. En
laat het nu juist de dag zijn waarop ik mij voorgenomen had die stilte te
doorbreken.
Hij stond er,
in de blakende zon, niet op de plaats waar hij altijd placht te staan, maar aan
de overkant van de tuin, te midden van groen lover. Maar wát een Apollo! Een
schitterend wit beeld, helemaal gezandstraald. De aanblik van de stralende
zonnegod, was pijnlijk voor de ogen. En de vreugde om de terugkeer van de god
is zo immens dat ze ruimschoots opweegt tegen het verdriet om het tijdelijk
gemis, want dat Apollo ooit zou terugkeren, daar heb nooit aan getwijfeld.
Het
overheersend gevoel is er een van geluk, maar er is ook de schaamte. Ik had
nooit zo onbezonnen moeten zijn om mensen te beschuldigen en daar het
gerechtelijk apparaat bij te betrekken. Ik beken dat ik in de eerste plaats gedacht
heb aan een diefstal door leden van het Gents studentenkorps. Talrijke anonieme
brieven wezen in die richting. Er waren er ernstige bij en minder ernstige; de
laatste kwamen ongetwijfeld van grappenmakers die losgeld eisten. En al kan er
van diefstal geen sprake geweest zijn, en misschien zelfs niet van een
studentengrap, toch denk ik nog steeds dat dit het werk is van een student van mijn geliefde Alma Mater, een
student in de archeologie die als eindwerk voorgeschoteld heeft gekregen een
oud Grieks beeld in zijn frisse oorspronkelijke staat herstellen. En of hij
daarin geslaagd is! Grootste onderscheiding mét felicitaties van de jury.
Maar
misschien vergis ik mij wel; zoals ik mij ongetwijfeld ook vergist heb toen ik er
op een gegeven ogenblik van overtuigd was dat de politie zelf er voor iets
tussen zat. Een naam die in verscheidene anonieme brieven naar voor is gekomen
is die van ene Hendrik. De allerlaatste tip die ik kreeg een paar dagen vóór de
gelukkige ontknoping, wees ook in die richting. Vóor de putto, het klassieke
engelenbeeld dat we op de plaats van de verdwenen Apollo hadden geplaatst,
stond plots een stoere Viking in vol ornaat en de beide handen steunend op een
literfles sterk bier van het merk Straffe Hendrik. En wat wil het geval? Dat
ik die ene Hendrik, die ik goed ken en die overigens van goeden huize is,
helemaal niet in staat acht tot een dergelijke daad. Anders zou ik hem toch
niet brave Hendrik noemen, hetgeen ik sinds jaar en dag doe.
Ik heb alvast
mijn klacht-tegen-onbekenden voor diefstal ingetrokken; hopelijk bijten die
van het gerecht zich daar nu niet verder in vast. Een gelukkiger ontwikkeling
had ik niet durven verhopen: ik heb er een vernieuwde Apollo aan overgehouden,
plus een borstbeeld van Napoleon Destanberg, een Viking en
een fles Straffe
Hendrik!...
Mocht u zich
nu ook nog afvragen, beste lezer, hoe groot de kansen zijn dat dé kunstroof van
de vorige eeuw, zijnde die van de Rechtvaardige Rechters nog ooit een even
gunstige afloop kent, dan moet ik u helaas teleurstellen. De aandachtige lezer
van de veertien vorige edities van De Kunstroof zal zeker al tot de conclusie
gekomen zijn dat een fatale kerkbrand in het zuiden van West-Vlaanderen aan
alle illusies dienaangaande aan definitief einde heeft gemaakt.
De Viking met de fles "Straffe Hendrik", enkele dagen voor de terugkeer van Apollo. In de achtergrond: de putto die ongeveer negen maanden lang de plaats van Apollo heeft ingenomen.
De opgefriste Apollo. Hoe het beeld er vóór de "kunstroof" uitzag kunt u zien op www.bloggen.be/pictaiku/archief.php?ID=2493955.
|