Herinnert u
zich nog, beste lezer, dat ik enkele maanden geleden helemaal weg was van
Tineke van Telenet?
Met mevrouw
Roobroeck van de Post zou ik het alvast minder getroffen hebben. Althans zo
dacht ik. De afspraak met mevrouw Roobroeck was om elf uur in het postgebouw. Mijn
oude Master Card was namelijk aan vervanging toe en daartoe diende ik mij dus
te wenden tot mevrouw Roobroeck. U dient te weten dat ik een heilige schrik heb
van vrouwen in min of meer officiële functies. Die schrik zit er al in van in
t jaar 1985. t Was in de maand augustus, ik zat op de nachttrein van Moskou
naar Sint-Petersburg en de dag ervóór had ik de marathon van Moskou gelopen, in
een moordende hitte. Ik kon geen oog dichtdoen op de trein, vanwege de warmte
en het gebrek aan verse lucht. In de hoop op wat verkoeling probeerde ik,
staande op een zitbank, een venstertje open te draaien. Zeer tegen de zin van
een kolossale treinconductrice: een kop groter dan ik en drie keer zo zwaar. Ze
tilde mij op van de bank en zette mij met een smak neer op de grond, Russische
verwensingen allerhande naar mijn hoofd slingerend. En sedertdien heb ik dat
dus: een fobie waarvoor ik nog geen naam heb gevonden. Ze achtervolgt mij nog
steeds, zelfs na de leuke ervaring met Tineke van Telenet. De naam Roobroeck
voorspelde niets goeds: in mijn kinderjaren was er ene Roobroeck in mijn dorp, een
eenlijke dronkaard, een woesteling
Te laat komen op de afspraak zou fataal
geweest zijn en daarom had ik ervoor gezorgd royaal op tijd te zijn: om kwart
vóór elf. Er stond veel volk voor elk van de vijf loketten. Er was een kamertje
met glazen wanden waar een knappe jongedame achter een bureau zat. Ik trok mijn
stoute schoenen aan, deed de deur van het kamertje open en vroeg zo beleefd als
ik maar kon of ik misschien ergens mevrouw Roobroeck kon spreken, inbegrepen
mijn verontschuldiging vanwege
een beetje te vroeg. De jongedame bleek zélf
mevrouw Roobroeck te zijn en ze zat al op mij te wachten. Wat een verademing.
Ik moest aan Tineke van Telenet denken. Op haar kaartje las ik Stephanie
Roobroeck. Ze was zo mogelijk nog liever dan Tineke van Telenet. Ik was blij
toen ze zei dat er heel wat werk aan de winkel was invullen van formulieren
en dat ons onderonsje dus wel even kon duren
Het begon met
de gebruikelijke gegevens: naam, voornaam, geboortedatum en dito plaats, naam
en voornaam van de echtgenote, beroep (gepensioneerde!). Tot daar ging het
vlot. Moeilijker was de geboorteplaats en geboortedatum van de echtgenote, de
trouwdatum, datum van aankoop van het woonhuis (het jaar volstaat!), datum van
pensionering. Ook daar heb ik mij doorheen geworsteld, telkens met de nodige
verontschuldigingen omdat de antwoorden niet al te vlot kwamen. Vanwege de
leeftijd, weet je wel! Maar Stephanie lachte mijn verontschuldigingen weg: ze
had wel ergere vormen van vergeetachtigheid ze had het allerminst over
beginnende dementie meegemaakt. Moeilijker werd het toen ze mij vroeg naar
de grootte van mijn maandelijks pensioen. t Is maar een klein pensioentje, zei
ik, iets van rond de 1600 euro. Maar ze wilde gaarne het exacte bedrag kennen.
En dat begrijp ik wel: wie al te weinig verdient heeft vanzelfsprekend geen
recht op een kredietkaart . Maar geen nood: ik zoek het wel even op, zei ze. En
waarachtig, in géén tijd wist ze mij te vertellen dat mijn pensioen 1612 euro
in de maand bedraagt. En het pensioen van mevrouw? Die hééft geen pensioen, zei
ik, of liever, wij hebben een gezamenlijk pensioen, een zogenaamd gezinspensioen,
samen 1612 euro dus. Heeft mevrouw dan nooit gewerkt? vroeg ze. En óf ze
gewerkt heeft: zeven jaar onderwijzeres geweest, twee kinderen gekweekt,
vijfendertig jaar lang medewerkende echtgenote in mijn dokterspraktijk en
tegelijkertijd het huishouden gedaan
Dat geeft haar recht op een pensioentje,
maar ze hebben berekend dat we beter af zijn met een gezinspensioen. Dan laat
ik dat vakje maar oningevuld, zei Stephanie. Ze was er duidelijk niet gerust
in. Iemand met een gezinspensioen die een aanvraag indiende voor een
kredietkaart, het was haar nog nooit overkomen. En ook de computer bleek geen
raad te weten met dat oningevuld vakje: aanvraag geweigerd. Stephanie kreeg een
ingeving: we beginnen helemaal opnieuw, zei ze, we delen het gezinspensioen in
twee en we kennen aan u beiden elk 806 euro toe, zodat er geen enkel vakje
oningevuld blijft. Ze gezegd, zo gedaan. Resultaat: aanvraag opnieuw geweigerd.
Mijn wegbereidster werd er een beetje moedeloos van, docht me, maar ze slaagde
erin desondanks haar vriendelijke zelf te blijven. Ze belde naar een hogere
instantie van de post. Het duurde wel een minuut of tien voor ze die hogere
instantie te pakken kreeg. Dat van die gezinsgepensioneerde die een
kredietkaart aanvraagt bleek gelukkig geen alleenstaand feit te zijn: in de
geschiedenis van de post was het al een keer of vier voorgekomen. Dat de tweede
aanvraag geweigerd was kwam doordat ditmaal het ingevuld inkomen bij de
aanvrager te laag was. De oplossing lag nu voor de hand: 1611 euro in te vullen
bij mijzelf en één schamele euro in het vakje van mijn echtgenote. Zij zal er
niet blij mee zijn, zei ik. Maar goed, nu konden we aan de slag. De aanvraag
werd uitgeprint op kweet-niet-hoeveel exemplaren. Het enige wat ik verder nog
te doen had was een tiental keer mijn handtekening te zetten onder
weet-ik-veel. Ik verliet mij helemaal op de rechtschapenheid van mon guide
Stéphanie. Over een drietal weken zal ik de kaart opgestuurd krijgen. Toen ze
mij uitliet zei ze nog dat ze blij was mij te hebben leren kennen. Ik zei dat
het genoegen helemaal aan mijn kant was.
Met blij
gemoed vanwege de goede afloop stapte ik even later de apotheek binnen:
atorvastatine halen, vanwege mijn te hoog bloedcholesterolgehalte. Het medicijn
wordt verkocht in dozen van honderd tabletten. Er zijn tabletten van 20, 40 en
80 mg. Maar de hoeveelheid werkzame stof heeft geen invloed op de prijs: 37
euro voor een doos. Ik hoef maar 20 mg per dag en ik heb een doos van 100
tabletten à 40 mg gekocht. Dat wordt dus een halve tablet per dag. Zou de kost
van de verpakking en de bijsluiter de enige bepalende factor zijn bij het
vaststellen van de prijs? De volgende keer neem ik een doos van 80 mg
|