
De roste muis (een gedicht waarin verteld wordt hoe een jonge knaap zijn zinnen verloor en hoe een restaurant in Waterland-Oudeman zijn naam kreeg; cf. het verhaal Meetjesland d.d. 23.2.2009 op www.bloggen.be/pierpont)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 't vlakke Meetjesland,
nabij een brede kreek,
woonde knappe rosse Virginie,
t mooiste meisje van de streek.
De boerenknechten allemaal
minden haar, die knappe meid,
en niet in t minst de jongste gast,
in de liefde nog niet ingewijd.
Virginie bezat een roste muis,
die zaan niemand tonen wou,
tenzij, t was geen geheim,
aan wie haar hartje stelen zou.
De naïeve jonge knaap
begeerde haar zo zeer,
hij ging voor 't meisje staan:
ach, laat mij zien, uw muisje teer!
Beloof mij braaf te wezen,
dan moogt gij 't muisje zien,
en als ge t vader niet verklapt,
moogt ge t strelen bovendien.
En diezelfde avond reeds
nam z' hem mee naar t achterhuis:
ze trok haar rokken hoog: hij zag
tussen de blanke dijen
de roste muis.
De jonge man werd bleek,
hij stond met open mond,
begon te trillen op zijn benen
en alles draaide in het rond.
Zijn lijf dat stond in vuur en vlam
en om te blussen zijnen brand
liep hij naar t water van de kreek;
redders brachten hem aan land
Bijna was t hem slecht vergaan,
men deed hem naar het ziekenhuis,
d' ogen star, de stem die zachtjes zei:
ik heb haar muis gezien, een roste muis.
Nooit meer kwam hij goed bij zinnen,
nooit werd het in zijn hoofd nog pluis
en zijn lippen bleven alsmaar preevlen:
'k heb haar muis gezien, haar roste muis
|