Na een
verblijf van een week in Sanxenxo rollen we daar onze matten in feite onze
valiezen op, en we trekken zeventig kilometer noordwaarts, alwaar we enkele
dagen gaan logeren. Het plaatsje heet Lavacolla, op wandelafstand van Santiago.
De derde dag van ons verblijf aldaar hebben we voorbehouden voor de heiligste
aller voettochten: de camino, een bedevaart naar Santiago de Compostella. Onze
camino laten we een aanvang nemen op zon twaalftal kilometer van het einddoel,
zijnde de kathedraal van Santiago. Een superkorte en superwaardeloze camino
dus. Tenminste als we onze caminotito vergelijken met hetgeen een echte
beeweg hoort te zijn: van de eigen woonplaats tot aan die van de aanbeden heilige,
van wie alle heil wordt verwacht. Aangename golvende landwegen en caminogangers
vóór en achter. De rugzak en de pelgrimsstaf zijn hun voornaamste attributen. Niet
allen houden er hetzelfde tempo op na en af en toe wordt er wel eens een
rustpauze genomen. Regelmatig halen we een mede-pelgrim in of worden we zelf
ingehaald. We zijn nog geen kilometer ver of we hebben al in de gaten hoe we
elkaar dienen te begroeten: buen camino! Het betekent goede tocht. Letterlijk
de tocht naar Santiago, maar ook: een goede levenstocht, een goede toekomst.
Een enkele keer wordt ons pad ook letterlijk gekruist. Een overduidelijke bedevaartgangster van moeilijk te schatten leeftijd laten we het houden op iets tussen de vijftig en de tachtig, de middelbare leeftijd" dus komt in onze richting gestapt. Als ze behoorlijk genaderd is roepen we haar buen camino toe en we proberen haar diets te maken dat zij in tegengestelde richting aan t wandelen is. Ze vraagt of wij misschien Frans spreken. Wat een verademing: Frans is onze tweede taal, eindelijk hoeven we een keer geen gebarentaal te gebruiken om te communiceren. Ze is een Française, uit de Ardèche, en ze is helemaal van thuis naar hier gekomen, te voet. Zeventienhonderd kilometer! En, neen, ze heeft zich niet van richting vergist, want ze is nu op de terugweg. Weer zeventienhonderd kilometer
te voet! Ze heeft er helemaal geen bezwaar tegen dat Enrique een foto neemt van haar en mij. Ook met Enrique wil ze wel op de foto, maar Enrique wil dat liever niet: hij vindt zichzelf niet fotogeniek, overigens helemaal ten onrechte. Hartelijk dank voor het gesprek. Buen camino, bon voyage!

Op een laag muurtje zit een ietwat zwaarlijvige dame uit te rusten. Ze lijkt erg vermoeid. Ze spreekt Engels en daar komt dus ook nog een behoorlijk gesprek van. Ze woont in Amerika, in Missouri, en ze heeft haar camino aangevangen in Roncesvalles. Achthonderd kilometer heeft ze in de benen. Ze is behoorlijk buiten adem, aan t einde van haar latijn. Santiago zal ze nog wel bereiken, maar de terugweg naar Missouri zal uitsluitend met het openbaar vervoer geschieden. Waarom ze dit eigenlijk doet? A personal reason, zegt ze, wat zoveel wil zeggen als dat gaat jullie niet aan. En gelijk heeft ze, natuurlijk. Wij vervolgen onze tocht, zij blijft nog even zitten. Buen camino, good trip.
Monte do Gozo, de heuvel van de vreugde is 370 meter hoog. Van hieruit is de kathedraal, het doel van de tocht, te zien: vandaar de vreugde die zich hier van iedere pelgrim meester maakt. Nog amper drie kilometer! Bovenop de heuvel staat een indrukwekkend stenen monument, waarop in reliëf een beeld van Johannes Paulus II, de paus die vijfentwintig jaar geleden deze heuvel beklom. En er is ook nog een beeld van Franciscus; niet onze huidige paus, maar wel Franciscus van Assisi, die hier eveneens geweest is
achthonderd jaar geleden. Op deze heuvel wemelt het van de pelgrims. Door een toeval kom ik in gesprek met een knappe slanke blondine van vooraan in de twintig. Ze zou mijn kleindochter kunnen zijn en wellicht zou ze zelfs Enriques kleindochter kunnen zijn. Ze is Berlijnse. Ik vraag haar niet of ze de weg van Berlijn tot hier helemaal te voet heeft afgelegd. Ik kan het mij moeilijk voorstellen. Ik heb de indruk dat ze wel bereid zou zijn samen met ons die laatste drie kilometer af te leggen, maar evenzeer heb ik de indruk dat Enrique dat idee niet bijzonder genegen is. Misschien zouden Mantequila en Desdemona, met wie wij afgesproken hebben op de trappen vóór de kathedraal, het ook geen leuk idee vinden. Dat feest gaat dus niet door. Buen camino dan maar, gute Fahrt. Aan de voet van de Monte do Gozo zie ik een tafel staan met daarop een stempel en een stempelkussen met rode inkt. Waarschijnlijk is dit de controletafel van de camino waar de pelgrims hun laatste stempel dienen te halen. Er zit niemand achter de tafel. Ik geef mij dan maar zelf een stempel. Op mijn buik
Monte do Gozo
Niet ver van onze eindbestemming, bij het binnenkomen van de stad, worden we aangeklampt door Pedro del Camino, een flink uit de kluiten gewassen paterachtige man met een sneeuwwitte sinterklaasbaard. Hij heeft een grafisch kunstwerk geschapen dat ergens in Roncesvalles berust. Liever dan het kunstwerk te verkopen, heeft hij er fotocopieën van gemaakt, op stevig papier, en die biedt hij nu te koop aan, tegen één euro per stuk. Op die manier kunnen talloze mensen van het kunstwerk genieten. t Is vanzelfsprekend allemaal voor het goede doel en mét medeweten en goedkeuring van de bisschop. Enrique, die altijd weekhartig wordt als hij met goede doelen geconfronteerd wordt, koopt er twee: één voor hemzelf en één voor mij.


En weldra komen we aan in het hart van Santiago, het eindpunt van onze bedevaart, de kathedraal (1*) van de heilige Jacobus (san Tiago). Op de trappen aan de noordelijke gevel van de kathedraal, die uitgeeft op de Praza da Immaculada, zitten Desdemona en Mantequila reeds te wachten. Ze zijn een en al oog voor de meer dan levensgrote standbeelden van blote mannen die rondom het plein staan opgesteld op de balkons van de gebouwen. Geen beelden van mooie jongelingen met kleine piemeltjes zoals in het oude Griekenland, maar rauwe machofiguren van minstens middelbare leeftijd, met flinke buiken en daaronder
redelijk groot geschapen. In geen enkele van de Santiago-brochures waarover ik beschik is sprake van deze realistische sculpturen op de Praza da Immaculada. Persoonlijk vind ik deze beelden niet thuishoren op het Plein van de Onbevlekte, en Enrique is het daar voor één keer helemaal mee eens. Vrouwen die dit zien gaan al gauw vergelijkingen maken, zegt hij. Of ze moesten vrouwen verbieden dit plein te betreden, zeg ik, zoals het in de oudheid voor getrouwde vrouwen verboden was de Olympische Spelen bij te wonen, omdat de atleten er naakt hun sport bedreven. Vanwege het vergelijken dus, zegt Enrique. Op dit punt zitten we helemaal op dezelfde golflengte. Eens de vrouwen uit hun trance zijn gewekt en de verwelkoming heeft plaatsgevonden, kan het geleid bezoek aan de stad beginnen. Enrique, als gids-in-spe neemt de leidende taak op zich. Hij heeft er zich grondig op voorbereid

Santiago de Compostella is één van de drie heiligste plaatsen ter wereld. De andere twee zijn Rome en Jeruzalem. Een bedevaartplaats is een plaats waar een bijzondere bovennatuurlijke gebeurtenis heeft plaatsgegrepen of waar een heilige vereerd wordt. Of beide. De heilige die hier vereerd wordt is de apostel Jacobus. Na de kruisdood van Jezus voer hij naar de westkust van Spanje. Hij meerde daar aan en trok landinwaarts. Hij bracht heel Gallicië tot het christendom. Zeven jaar had hij daar voor nodig. Toen keerde hij terug naar het Heilig Land. Maar in t jaar 42 werd hij gedood door de christenvervolgers. Een aantal van zijn leerlingen slaagden erin aan de vervolgers te ontsnappen. Ze namen het lijk van hun meester mee en ze ontvluchtten via de zee. Met hun boot kwamen ze uiteindelijk terecht op diezelfde kust van Gallicië waar Jacobus zelf aan land was gegaan. Niet ver van de kust begroeven zij de stoffelijke overblijfselen van de heilige apostel. Meer dan zeven eeuwen later niemand wist toen nog waar Jacobus begraven lag deed zich hier iets gelijkaardigs voor, als toen met de koningen die, door een ster geleid, uit het Oosten kwamen op zoek naar het Heilig Kindeke: een ster wees een herder de plaats aan waar Jacobus begraven lag. Men bouwde hier een reusachtige kathedraal. De beenderen van de apostel worden hier bewaard. Zoals elke heilige die zich respecteert heeft Jacobus minstens één wonder verricht. Hij redde een drenkeling uit een kolkende rivier. Toen de drenkeling uit het water kwam was zijn lichaam helemaal bedekt met schelpen. En zo is de schelp het symbool geworden van de Heilige Jacobus en van Santiago de Compostella.
Op één van de prazas rondom de kathedraal, zien we een zestal mannen gezeten op het terras van een café. Ze zijn piekfijn uitgedost: zwarte toga met V-vormige helrode bef. Eén van hen draagt daarenboven nog een zware mantel met diverse emblemen. Vier of vijf van hen hebben een gitaar bij. Ze zijn leden van de Tuna de Derecho (1*) van de universiteit van Santiago de Compostella. Een tuna is een muzikale vereniging van studenten en oud-studenten van een bepaalde faculteit, in dit geval de faculteit van de rechten ofte de derecho. De traditie van de tunas is eeuwen oud: ze stamt uit de tijd dat arme studenten langs de deuren gingen om geld in te zamelen teneinde hun studies te kunnen betalen. Deze muzikanten zijn allen abogados, lawers. Gelieve ons niet te verwarren met liars, grappen ze, al zijn we dat soms wel, uit noodzaak
Deze kerels hebben gewis een flinke dosis gevoel voor humor. Als we hun vertellen dat we flamencos zijn spelen ze uitgelaten op hun gitaar de bekende hit van Tom Waes: dos cervezas! Eén vraagt of we tevreden zijn met Di Rupo. He is a Walloon, zeggen we, and a socialist. En hij dan weer met een blik van verstandhouding: I do understand. Of Santiago een belangrijke universiteit heeft? Zeker. Eén van de oudste drie van Spanje en zelfs van heel Europa: die andere twee bevinden zich in Granada en in Salamanca. Hier zijn nu zowat veertigduizend studenten. Een paar tientallen jaren geleden waren het er bijna dubbel zoveel, want toen was hier de enige universiteit van Gallicië. Nu is er ook een universiteit in La Coruña en in Vigo. In heel Spanje blijken er meer dan zeventig universiteiten te zijn. In feite niet anders dan in de andere West-Europese landen: wat wordt de wereld toch geleerd! Als Enrique en ik vertellen dat wijzelf oud-studenten zijn van de universiteit van Gent, toont de man met de mantel dat het embleem van Gent niet ontbreekt tussen de vele andere, en hij hangt mij de mantel om en nodigt mij uit even met hem te poseren voor de foto. Samen drinken we daarna nog een bier waarvan de naam mij ontsnapt, maar waarvan de abogados beweren dat het het beste van de wereld is. Niet mogelijk, zeggen we, want het beste bier van de wereld wordt in Vlaanderen gebrouwen: trappist van Westvleteren. Zou misschien wel kunnen, geven ze uiteindelijk toe, maar het hunne komt dan alleszins op de tweede plaats. En nadat dit compromis gesloten is, wordt ook dit studentikoos intermezzo afgesloten. Met een lied met gitaarbegeleiding van de Tuna de Derecho.
Met Miguel van de Tuna de Derecho
Santiago is een indrukwekkende en ook boeiende stad. Kathedralen bij de vleet, naast elkaar en op elkaar, universitaire en andere statige weliswaar ouderwetse gebouwen, gekke bedevaarders, levende en andere standbeelden, straatmuzikanten, souvenirwinkels, chique kleding- en handtassenwinkels voor Desdemona en Mantequila, musea, eet- en ijskraampjes allerlei, drankgelegenheden, tapasbars
Voor een prikje kan iedereen hier een authentiek en onvervalst pelgrimsdiploma kopen. Als ik een jaar of twintig jonger was, kwam ik hier zeker terug. Als échte caminoganger!
De terugtocht naar het dierbaar Vlaanderland geschiedt in drie etappes. Eén van die etappes brengt ons in de buurt van Guernica. In deze omstandigheid zou het zonde zijn om Guernica links te laten liggen. Wat daar in 1937 gebeurd is, was vóór mijn tijd, en geschiedenis is nooit mijn sterkste vak geweest. Politiek evenmin. Maar t moet vreselijk geweest zijn. Nu een moderne stad, de hoofdstad van de provincie Biskaje in Baskenland. Nu een kleine twintigduizend inwoners. Toen zon vijfduizend, tenminste vóór het bombardement dat het hele stadje met de grond gelijkmaakte, want erna waren er nog maar héél weinigen over
Opdrachtgever was de Spaanse dictator Franco. Uitvoerders: de Duitsers en de Italianen, of één van beiden zo precies weet ik het niet. Die verschrikkelijke terreur werd in beeld gebracht door Spanjes beroemdste schilder zij het in mijn ogen niet de beste Pablo Picasso, wiens volledige naam luidt Pablo Diego José de Paula Juan Nepomuceno Maria de los Remedios Cipriano de la Santisima Trinidad Ruiz y Picasso. Zijn beroemd expressionistisch schilderij Guernica hangt in Madrid, maar er zijn replica en voorstudies aanwezig in het museum dat zich bevindt in het centrum van deze stad, die zo dapper uit haar as is opgerezen. Ik heb mij laten vertellen dat Picasso op een vraag van een Duitser maar t kan ook een Italiaan geweest zijn of dit werk van zijn hand was, zou geantwoord hebben: Neen, dat hebben júllie gedaan. De fotos, videobeelden en materiële overblijfselen die in het museum zijn uitgestald wekken naar mijn gevoel meer emoties op dan het schilderij. Ik hoor mijn museumbezoek af te leggen binnen de drie kwartier, de tijd die Enrique en de twee vrouwen nodig hebben om ergens in de buurt een koffie te gaan drinken op een zonnig terras. Bij het buitenkomen heb ik meer vragen dan voorheen. Waarom was die moordpartij nodig? Waren de Basken toen al separatisten en wilde Franco hun een lesje leren? En de uitvoerders: de ene fascist die de andere een handje toesteekt? En hoe zit dat nu precies met separatisme en nationalisme? Wordt dat niet gelinkt aan nazisme en fascisme? Opdrachtgever, uitvoerder en slachtoffer: allemaal fascisten? Ik zal er wel niets van begrijpen, beste lezer, en ik had er beter aan gedaan wat beter op te letten in de geschiedenislessen. Vroeger, zestig jaar geleden
Picasso (museum Guernica)
Amen. De rest is een race naar de heimat. Met dank aan Enrique, die de reis heeft uitgedokterd, een gids uit de duizend, tevens onze steun en toeverlaat in alle moeilijke omstandigheden. Dank ook aan de dames, Mantequila en Desdemona, voor de vrouwelijke noot. En tenslotte: dank aan de heilige Tiago, die mij geïnspireerd heeft bij het schrijven van dit verhaal.
(1*) Een foto van de kathedraal met de voltallige Tuna de Derecho vindt u op www.bloggen.be/kris.
|