Eén van mijn ondertussen zeldzaam geworden lezers, heeft mij
geschreven dat hij kop noch staart krijgt aan mijn hoogtelijnformule. De lezer
is van middelbare leeftijd, van het mannelijk geslacht en vermoedelijk de enige
die met enige aandacht mijn verhaal van de vorige week, zijnde het verhaal over
het bruin papiertje, heeft gelezen en gepoogd de inhoud ervan te begrijpen.
Daarom deze nuance: hij heeft er een kop aan gekregen, maar geen staart. En
omdat ik mijn lezers ik durf dit meervoud nog nauwelijks te gebruiken maar zelden
in de kou laat staan, heb ik de grotendeels vastgeroeste wiskunderadertjes in
mijn hoofd, nogmaals laten draaien. Het resulteert in de volgende brief:
Beste Jean Baptiste,
Ik kon het niet laten
mij toch nog even te verdiepen in het berekenen van een hoogtelijn in een
driehoek waarvan drie zijden gegeven zijn.
In bijlage de
berekening van de hoogtelijn (ha) op de basis a. Dit is
wel degelijk een juiste formule (het bewijs ervan blijkt genoegzaam uit de
bijlage) en toch verschilt ze in niet geringe mate van de formule die ik zon
zestig jaar geleden heb neergeschreven op dat bruin papiertje. Al dient gezegd
dat ook dié formule juist is. Dát bewijzen kan ik vooralsnog niet en ik begrijp
niet hoe ik daar toen toe gekomen ben
Groeten,
Kris
Gevolg van dit alles: met de Bermudadriehoek en de stelling van Pythagoras wordt het nu even wachten. Weinigen zullen er rouwig om zijn.
|