t Is vijfenvijftig jaar geleden: we zaten in op dezelfde
bank in de klas, naast elkaar, Olav en ik. In t laatste jaar
latijn-wetenschappen. Olav was een paar jaar ouder dan ik en we hadden
uiteenlopende interesses. Hij was vooral geïnteresseerd in de meisjes, terwijl
ikzelf meer geboeid was door de wiskunde en meer in t bijzonder de vlakke meetkunde.
We konden niettemin goed met elkaar opschieten, Olav en ik. Hij is de enige
Olav die ik ooit gekend heb. In t begin dacht ik dat het een Russische
voornaam was en per vergissing sprak ik hem aan als Boris t was t jaar dat
Boris Pasternak de Nobelprijs voor literatuur won, denk ik. Toen begon hij mij
zelf Boris te noemen en dat was voor mij de reden waarom ik hem ook Boris ben
blijven noemen. Voor elkaar waren wij Boris, maar bij mijn weten heeft nooit
één van de andere leerlingen één van ons beiden Boris genoemd. t Klonk
anders wel grappig als we elkaar s morgens vóór de wiskundeles ontmoetten:
- Hallo, Boris! Gisterenavond weer uitgeweest?
- Ach, Boris jong, weeral een nieuw lief opgescharreld. k
Heb er de hele nacht liggen aan denken.
- En de les van meetkunde niet geleerd, zeker? Ik denk dat we
een schriftelijke ondervraging krijgen.
- Zwijg er mij van, Boris. k Heb het deze morgen nog eens
nagekeken, maar k begrijp er niks van. Ik kan die Sonja maar niet uit mijn kop
krijgen. k Zal t weer van jou moeten afschrijven, vrees ik.
Onze vriendschap was een soort win-win relatie. Ik was intern
in de school en in een vroeger verhaal en ook in mijn memoires (O jerum, 2006) heb ik reeds verteld dat ik gepest werd in de
kostschool, zowel door de studiemeesters als door de leerlingen. In mijn klas
echter, waar al mijn medeleerlingen, op Jan Cappelle na, externen waren, was
dat helemaal niet het geval. Dat had ik ongetwijfeld te danken aan mijn
vriendschap met Olav. Hij was eerder klein van gestalte maar kloek gebouwd,
vriendelijk en sociaal, allesbehalve een vechtersbaas en desalniettemin door al
de medeleerlingen gerespecteerd. Dat had wellicht ook te maken met het feit dat
hij een jaartje ouder was dan de meesten en al wat meer levenservaring had, in
de eerste plaats met de leden van het andere geslacht. Het was dan ook niet
meer dan normaal dat ik, als goede vriend van Olav, door niemand werd gepest.
Ze moesten het eens gedurfd hebben: hij zou het zeker voor mij opgenomen
hebben.
Ik zei al dat onze vriendschap een win-win relatie was. Daar
stond dus van mijn kant iets tegenover. Tijdens de schriftelijke ondervragingen
liet ik hem afschrijven en soms fluisterde ik hem het antwoord in. Hij was sluw
genoeg om niet alles letterlijk over te nemen en we raakten zo goed op elkaar
ingespeeld dat het bedrog bij mijn weten nooit aan het licht is gekomen. Wel
viel het op dat Olav mindere punten haalde op zijn mondelinge ondervragingen en
ook op het eindejaarsexamen tijdens hetwelk de leerlingen niet met twee naast
elkaar mochten zitten. Als men hem dáár mee confronteerde weet hij dat aan de
zenuwen die hem parten speelden bij de ondervragingen aan het bord en ook bij
de grote proefwerken. Onze leraar wiskunde, de heer Maeckelberge zaliger, had
er inderdaad een handje van weg om de leerlingen nerveus te maken, al zal dát
allerminst zijn bedoeling geweest zijn. Zon tien minuten vóór het verstrijken
van de toegemeten tijd begon het: Doe
maar kalm verder, ge hebt nog exact tien minuten
Vooral niet opjagen, ge hebt
nog acht minuten
Nog zes minuten, doe maar rustig verder
Laat u niet
afleiden, nog vier minuten
Ge hebt nog tijd, nog twee minuten
Rustig blijven,
nog één minuut
Nog een halve minuut
pennen neer! Ik nam het hem niet
kwalijk, want op t ogenblik dat de geruststellende litanie begon was ik
meestal al lang klaar. Ik hield wel van die vriendelijke innemende mijnheer
Maeckelberge, hetgeen voorzeker voor een deel te wijten was aan het feit dat
wiskunde mijn lievelingsvak was: rekenen, algebra, infinitesimaalanalyse,
meetkunde, goniometrie. De gewone vlakke meetkunde boeide mij nog het meest van
al. Mijn meest geliefde meetkundige figuur was de driehoek. s Nachts, terwijl
Olav - alias Boris - van Sonja lag te dromen, lag ik wakker met een driehoek in
mijn hoofd
(hier laat ik het
verhaal even rusten, beste lezer; het vervolg kunt u lezen op deze blog, over
enkele dagen; het zou een té lang verhaal worden; het wordt er één in
afleveringen)
|