Een voordracht houden voor de Kolibris is altijd een waar genoegen geweest. In de jaren zeventig en tachtig heb ik drie keer voor hen opgetreden. Ik herinner ze mij nog alle drie: over het Peter principe, over het nut van het lange-afstandlopen, over de strijd tussen de Lapithen en de Kentauren. Later heb ik dat Peter principe nog uitgewerkt en ik heb er mijn naam aan toegevoegd: het Peter-Vansteenbrugge principe dus. Dat maratonlopen positieve effecten heeft op de gezondheid trek ik nog steeds niet in twijfel, al weet ik nu met zekerheid als ervaringsdeskundige dat die regel allerminst opgaat voor de kniegewrichten. En nog ben ik niet vergeten de fijne opmerking van dokter Piet Houthuys toentertijd: dat er onder de leden van de Kolibris geen Kentauren waren en zelfs geen Lapithen, of t moest zijn dat Laverge er één was. Op heden is Laverge er niet meer bij en evenmin dokter Houthuys. Er waren toen vier dokters in de club. De enige van de vier die nog overgebleven is, is Armand Boosten, de ouderdomsdeken. De anderen: business developer, commercial adviser, system engineer, project manager, sales manager en nog andere managers. Geen apothekers meer, geen tandartsen of timmerlui, geen onderwijzers of beenhouwers, kortom geen beroepen meer waar een mens die de tweede wereldoorlog nog heeft meegemaakt zich iets kan bij voorstellen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat mijn voorwaarden waren om nog eens te komen spreken en waarover ik het eventueel had willen hebben? Ik vroeg of ze een verhaal over de Olympische goden zagen zitten en ik zei dat ik het gratis wilde doen op voorwaarde dat er meer dan honderd aanwezigen zouden zijn. Sedert het verschijnen van mijn boek Uit het schuim van de zee vorig jaar, en nu mijn nieuw boek Odysseus op Aiaia zijn voltooiing nadert, is de Griekse mythologie meer dan ooit mijn geliefkoosd onderwerp. Ik ben op mijn best voor een talrijk publiek. Een klein publiek bezorgt mij plankenkoorts: het lijkt dan of ze mij allemaal zitten aan te staren
Ja, dat verhaal over de Olympische goden, dat zagen ze zitten, maar die honderd man konden ze onmogelijk bij elkaar krijgen om de simpele reden dat de club amper een twintigtal leden telde
Ach, voor de Kolibris zou ik het dan toch maar doen, weze het voor een klein publiek. En gratis. Wat nog niet wilde zeggen dat ik een eventueel cadeautje zou weigeren
Je kan de werkuren die de voorbereiding van zon voordracht mét power-point presentatie! vergt, onmogelijk doorrekenen tegen een uurloon van pakweg het tarief van een bouwvakker, een loodgieter of een kapper. Je komt dan immers algauw uit bij een bedrag van tussen de vijfhonderd en de duizend euro. Tweehonderdvijftig euro zou redelijk zijn, zegt mijn nicht, die bestuurslid is van een vrouwenvereniging die zichzelf bescheiden Intellectueel Denken noemt: bij ons is dat het minimum-ereloon voor een spreker. Maar zij hebben dan ook rond de vijfhonderd leden en het lidgeld bedraagt vijfenveertig euro! De Kolibris steunen goede doelen en dat betekent dat iedere euro die ze aan mij zouden betalen er één minder is voor het goede doel. À propos, nu realiseer ik mij plots dat ik vrijwel uitsluitend voordrachten geef voor verenigingen die werken voor goede doelen en dat ik dus zelf al heel wat gepresteerd heb voor het goede doel. Wat jammer dat de hemel niet meer bestaat
en de aflaten. Ik zal mij dus wel weer moeten tevreden stellen met een fles wijn als vergoeding voor mijn werk en mijn verplaatsingskosten. Maar t zal ongetwijfeld rode wijn van de beste zijn. Alhoewel
ik drink eigenlijk geen wijn, tenzij zoete witte, genre Rijnwijn, of Moezelwijn, of Liebfraumilch. Een fles wijn, das een klassieker voor een spreker die geen ereloon vraagt. Ik heb het vaak genoeg ervaren. Eén keer was het maar slapjes: t was in Brugge dat ik een voordracht hield voor hellenofielen. Een flesje Retsina om je dood te braken! voor een voordracht van twee uur en een autorit van rond de honderd kilometer. Benzine inbegrepen in de Retsina! En t was niet eens voor een goed doel
Er waren slechts elf Kolibris. Voor zon ontalrijke menigte heb ik nooit eerder gesproken. En tóch is t meegevallen. Het duurde weliswaar een vol uur vooraleer de apparatuur in orde was voor het afspelen van mijn power-point presentatie, maar daarna ging het vlotjes. Dankbaar werd er gelachen en zelfs geapplaudisseerd bij iedere mop of grappige woordspeling die ik uit mijn mouw schudde. Er was meer enthousiasme dan hetgeen men vaak ondervindt van een auditorium van wel tweehonderd man. Zoiets doet deugd aan het hart van een spreker, zeker als het er een is met een addertje onder het gras, zegge een atrioventriculair block. Iemand van de toehoorders kwam mij na de voordracht vertellen dat hij nog nooit van-ze-leven zo goed gelachen had, bij geen enkel one-man optreden van welke stand-up comedian dan ook. Dat zoiets deugd doet, zei ik dus al, beste lezer, maar wat ook bijzonder veel deugd heeft gedaan
Het laatste plaatje van mijn power-point presentatie ging over mijn boek Uit het schuim van de zee. Wie geïnteresseerd is, zei ik, kan er nu één bij mij kopen, ik heb er in mijn auto. Mijn woorden waren niet koud of er gingen één, twee, drie, elf vingers naar omhoog. En deugd dat zoiets doet! In een bui van dankbaarheid zei ik dat ze het boek konden krijgen aan de inkoopprijs. Stiekem had ik gehoopt dat ze daar in koor zouden tegen protesteren, maar ze deden het niet. Ach wat, die enkele euros
t Allervoornaamste is toch maar dat mijn boek geapprecieerd wordt, nietwaar? En er was ook nog wat te eten en te drinken achteraf: een lekkere Salade Niçoise met een niet minder lekkere rode wijn. Dat het laatste niet aan mij besteed was, begrijpt u ondertussen wel. Een pintje bier in de plaats zou mij wel gesmaakt hebben, maar dat durfde ik niet vragen, omdat er op mij negen op de tien nog een fles rode wijn lag te wachten: het zou de sfeer verpest hebben
t Bleek inderdaad een fles rode wijn te zijn. Heel zeker een klassewijn, een vin de Bourgogne van 2007, ongetwijfeld een uitstekend jaar:
Nuits-Saint-Georges
1er Cru Les Chaboeufs
Appellation Nuits-Saint-Georges 1er cru contrôlée
Domaine Maurice Gavignet, propriétaire à
Nuits-Saint-Georges-Bourgogne-France.
We hebben elkaar bij t afscheid hartelijk bedankt, de Kolibris en ik. Zij voor het entertainment, ik voor de gemoedelijke sfeer, de belangstelling, de salade niçoise en de fles rode wijn. Ik zal de fles schenken aan een goed doel, das beloofd. En komend jaar mogen ze mij zeker wéér vragen. Aan t einde van de voordracht kom ik dan wel weer op de proppen met mijn laatste nieuw boek Odysseus op Aiaia.
|