Van de Paralympics tot het bier van Steenbrugge. (brief aan Imsgard Stroykens)
Beste Imsgard,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een fietstochtje maken van Erembodegem naar de kust en terug, t is niet iedereen gegeven. Jij met je kunstbeen zou geen slecht figuur geslagen hebben op de Paralympics in Londen, me dunkt. Van de Paralympics gesproken
In dat verband heb ik een vraag, die mij al jaren lang kwelt en waarop jij misschien t antwoord weet. Hoe zwaar moet een mens geïnvalideerd zijn om in aanmerking te komen voor deelname aan, laten we zeggen een loopwedstrijd, op de Paralympics? Tijdens de laatste Dwars door Grijsloke hebben we geen glimp gezien van Frederic Van den Heede, een trouwe deelnemer, die in Grijsloke verscheidene malen het erepodium heeft gehaald, in 2010 zelfs het hoogste schavotje. Zijn afwezigheid dit jaar zou alles te maken hebben met zijn selectie voor de Paralympics. Frederic heeft maar één hand. Maar is hij dan niet zwaar in t voordeel tegenover iemand die, pakweg, nóch armen nóch benen heeft? Zó iemand heeft ooit eens deelgenomen aan de marathon van Londen. Hij haalde de finish in een behoorlijke tijd en werd gelukgewenst door prins Charles. De prins wou hem instinctief een hand geven maar hield het uiteindelijk noodgedwongen bij een schouderklopje. Ik bedoel maar
waar moet de grens getrokken worden? Hoeveel vingers moet men kwijt zijn om op de Paralympics te mogen deelnemen aan een loopnummer? Of is een hele hand het minimum? En schieten voor blinden: doen ze dat op de Paralympics?
Maar keren we terug tot jouw fietstocht. Je hebt dus Steenbrugge ontdekt en je vraagt je waarschijnlijk af of mijn verre voorouders dáár niet vandaan komen? Welneen, mijn beste: de oudste Vansteenbrugges hebben we teruggevonden aan de oevers van de Schelde in Kluisbergen, Avelgem en Wortegem-Petegem. Tot op heden zijn ze nog maar een klein beetje uitgezwermd, naar Anzegem en naar Kortrijk en Oudenaarde, en in mindere mate in de richting Gent. De oorsprong van de naam? De stamvader zal gewoond hebben in de buurt van een stenen brug. Ze waren toen nog zeldzaam, de stenen bruggen: de meeste waren van hout. Toch laat Georges, de genealoog van de familie, die vorig jaar overleden is, de mogelijkheid open van een veel grootsere origine: misschien stammen wij wel af van niemand minder dan Robert de Pierpont. Samen met vele dappere Waalse, Normandische en andere ridders ging Robert, onder de leiding van Willem de Veroveraar, de Engelsen verslaan in the Battle of Hastings, anno 1066. Robert bleef na die overwinning in Engeland en verwekte daar vele nakomelingen. Enkelen behielden de naam de Pierpont en spraken die uit zoals ieder normaal mens dat zou doen, met een hete aardappel in de mond. Anderen verengelsten hun naam tot Stonebridge. Ze zijn legio in het zuidoostelijk deel van Engeland, de Stonebridges. En
een klein aantal kwam terug naar België. In Wallonië bleven ze Pierponts natuurlijk, maar dan zonder hete aardappel. In Vlaanderen, aan de Scheldeboorden werden het Steenbrugges. Eén alvast heeft er naam en faam verworven: Walter, niet alleen Vlaanderens beroemdste advocaat, maar tevens een getalenteerd lange-afstandloper. In tegenstelling tot andere jaren stond Walter dit jaar niet aan de start van Vlaanderens mooiste stratenloop (Dwars door Grijsloke voor wie dat niet mocht weten). De Hastings Runners waren er wel weer, met zon vijfentwintig, afstammelingen van de loosers van 1066
Maar over die 32e Dwars door Grijsloke heb ik het later nog wel.
Ik wil maar zeggen: het dorp Steenbrugge heeft niets met mijn voorouders te maken, of men nu de versie van de stenen brug aankleeft of de versie Robert de Pierpont. Of Steenbrugge ooit een volwaardige gemeente is geweest, met burgemeester en schepenen en zo, weet ik niet zeker. Er staat alleszins een wereldberoemde abdij. In de buurt van die abdij heb ik zon kwarteeuw geleden een voordracht gehouden in een parochiezaal, voor de leden van het Davidsfonds. Er waren amper dertien toehoorders. Wat een contrast met enkele weken tevoren in Anzegem: óók voor t Davidsfonds en voor zon tweehonderd man! Ik werd onzeker en zenuwachtig voor zon onooglijke menigte en dan nog wel met een voordracht over de onchristelijke daden van de Griekse oppergod Zeus en
met twee paters tussen de dertien. Het zweet brak mij uit, maar t verbeterde gaandeweg toen het mij duidelijk werd dat de paters de enige écht geïnteresseerden bleken te zijn: de anderen zaten mij aan te staren als een hond op een zieke koe, om nu maar eens een treffende beeldspraak te gebruiken. Na de voordracht kwamen de paters mij feliciteren en ze namen mij mee naar hun abdij, jawel, de wereldberoemde abdij van Steenbrugge. Ze hadden met de meeste aandacht naar mijn verhaal geluisterd en ze wilden nog wel meer van dat wonderlijks. En ik vertelde over Aphrodite en haar ontstaan uit het schuim van de zee. Schuim, het deed een belletje rinkelen bij de paters. Trek in een glas bier? vroegen ze. Echt abdijbier, dat eertijds in deze abdij gebrouwen werd, maar nu uitsluitend nog gebrouwd wordt in de brouwerij De Gouden Boom in Brugge. De naam van het bier is Steenbrugge en gek genoeg, das ook úw naam! Ik heb er één gedronken. De paters dronken er één mee. En ze gaven er mij nog twee mee naar huis. Zo heb ik het bier van Steenbrugge leren kennen.
Groeten en blijf maar lekker fietsen. Santé!
Kris.

|