Op 17 februari werd er feest gevierd in Gent. België was 249 dagen zonder federale regering en zoiets was nog nooit voorgevallen. Een triestig wereldrecord? Bijlange niet: de mensen stellen het goed in ons land! Met uitzondering misschien van de politici. Dat ze maar gauw een nieuwe regering vormen, want erg lang zal het niet meer duren tot iedereen in de gaten heeft dat we het zonder federale regering best kunnen redden, en dan ziet het er maar belabberd uit voor die politici (c.q. politicae).
Maar op 17 februari heeft nog een andere gebeurtenis plaatsgegrepen in Gent: een topconferentie in Patershol tussen Mong, Marc en uw dienaar. De bijeenkomst heeft evenwel de krantenkoppen niet gehaald en dat is de reden van dit relaas: om u, beste lezer, niet in t ongewisse te laten.
U zal het ongetwijfeld met mij eens zijn: eenmaal de zeventig voorbij mag een mens rustig alle valse bescheidenheid van zich afgooien. Het weze dus maar gezegd: Mong, Marc en ik waren de knapsten jawel, in álle betekenissen van het woord van de lichting 1965, afgestudeerden, doctors in de genees-, heel- en verloskunde. Toegegeven, we hebben geen grote onderscheiding behaald, maar dat komt enkel maar door het feit dat wij minder vaak naar de les gingen en zeker tien keer minder studeerden dan diegenen die wél een grote onderscheiding kregen. Wat het bijwonen van de lessen betreft, acht ik hier het ogenblik gekomen om iets recht te zetten wat ik in mijn memoires zou beweerd hebben: dat Mong niet één les zou bijgewoond hebben. Dat was fel overdreven: tot mijn schande moet ik bekennen dat Mong wél eens een les heeft bijgewoond
Dat géén van ons drieën het tot professor heeft gebracht is enkel te wijten aan het feit dat wij nooit een professorenambt aanvaard hebben als het ons werd aangeboden. En is dat niet minstens éven lovenswaardig? Overigens zijn wij de mening toegedaan dat er veel te veel professoren zijn in de wereld. Wat stelt het uiteindelijk nog voor? Vroeger, ja, toen had je nog kleppers als professor Zonnebloem en professor Barabas en professor Gobelijn. Maar heden ten dage? Snotneuzen zijn het, die onze kleinzonen of kleindochters zouden kunnen zijn.
Het topoverleg heeft dus plaats gehad in t Patershol nauwkeuriger plaatsaanduiding kan ik u niet geven, tot mijn spijt. t Patershol, voor t geval u dat niet mocht weten, is een oude wijk in de buurt van t Gravensteen. De wijk bestond reeds in de middeleeuwen en de straten zijn er middeleeuws smal, te enen male ongeschikt voor het modern autoverkeer. Een eeuw geleden was het een achtergestelde buurt, maar sedert enkele tientallen jaren is daar verandering in gekomen. Iemand laat ons een piepklein huisje zien dat hij indertijd gekocht heeft voor tachtigduizend oude franken. Nu heeft men hem er al het honderdvoudige voor geboden. En opeens dringt het pijnlijk tot mij door dat ik mij in de immobiliënsector had moeten bewegen.
Sommige delen van het overleg waren nogal persoonlijk en niet voor publicatie vatbaar. Maar van een paar punten van de dagorde laat ik u meegenieten, omdat zij ongetwijfeld iedere rechtgeaarde Vlaming kunnen boeien. Het eerste is, vanwege de recente kidnapping van het Geraardsbergse Manneken, vrij actueel: waar bevindt zich het oudste Manneken Pis? Het tweede is van groot historisch belang: waar en wanneer werd Keizer Karel geboren? Twee onderwerpen die wij wetenschappelijk en grondig hebben aangepakt: met beeldmateriaal en onderzoek ter plaatse, en zo
Ten eerste: Manneken Pis. Het Gentse Manneken Pis bevindt zich aan de Kraanlei, dat is aan de rand van Patershol. Dat we het geval wel degelijk ter plaatse bestudeerd hebben, bewijst de eerste foto: men herkent Mong en mezelf en bovenaan Manneken Pis. De tweede foto laat een detail zien van het Manneken, losjes aangekleed teneinde hem te beschermen tegen de kou en de onzedige blikken van de zusters van Stella Maris. Of t Gentse Manneken misschien de oudste is? t Zou kunnen, als men in overweging neemt dat hij in jaren niet meer geplast heeft. Prostaat? We zijn er niet uitgeraakt. Het item is verschoven naar een volgende vergadering.


Ten tweede: Keizer Karel. Het kleinste kind weet, of denkt te weten, want geleerd op school, dat de heuglijke gebeurtenis van de geboorte van de allergrootste Vlaming aller tijden heeft plaatsgevonden in Gent op 24 februari van t jaar 1500 en meer bepaald in het Prinsenhof, waar zich de residentie bevond van zijn ouders Filips de Schone en Johanna van Castilië, graven van Vlaanderen. Maar
na raadpleging van alle historische bronnen blijkt het verhaal niet helemaal te kloppen. Keizer Karel zag namelijk het levenslicht ergens in het Meetjesland: Eeklo of Maldegem, daar bestaat nog twijfel over. Filips en Johanna waren op reis in die streek, toen Johanna weeën kreeg en ter plaatse moest bevallen. Pas enkele dagen later, op 24 februari keerden ze met hun baby terug in het Prinsenhof. De conclusie dient dus te luiden dat de grote keizer geboren is in t Meetjesland en vóór 24 februari: exacte datum en plaats onbekend
Men weet overigens dat Keizer Karel gaarne een bezoek bracht aan zijn échte geboortestreek en dat hij die streek haar naam gaf. Het was namelijk zo dat hij er niets dan bejaarde vrouwen zag (oude meetjes): alle jonge meisjes hadden van hun ouders de opdracht gekregen zich te verstoppen voor de keizer, want men kende zijn reputatie van rokkenjager. Dat de rokkenjager dit land Meetjesland noemde ligt dan ook voor de hand.
Het Prinsenhof is net als t Patershol een oude Gentse wijk, en bevindt zich op wandelafstand van deze laatste. Er staat een standbeeld van Keizer Karel. Gent kreeg het ten geschenke van de Spaanse stad Toledo in 1966. Dat we ook dit geval ter plaatse bestudeerd hebben bewijst de derde foto. Van links naar rechts herkent u: Marc, Keizer Karel, ikzelf en Mong. De fotograaf t was niet Lieve Blancquaert laat zich bij deze verontschuldigen voor het feit dat het hoofd van Karel ontbreekt op de foto.

De Gentenaars waren en zijn niet onverdeeld gelukkig met dat beeld van Keizer Karel. Ze hebben de vernedering niet vergeten, hen aangedaan door de keizer, die hen in 1539 door de stad liet rondgaan met de strop om de hals. Als de keizer een standbeeld verdient, dan verdient de stroppendrager er ook één, zo redeneerde men in Gent. Dat resulteerde in het standbeeld van de stroppendrager, dat in t jaar 2000 geplaatst werd op een steenworp van Keizer Karel. De stroppendrager staat fier rechtop met het gezicht naar de keizer gericht. Rond de hals draagt hij de strop. Verder draagt hij enkel een dun kleed en omdat er een felle wind waait en er toentertijd geen onderbroeken gedragen werden, komt zijn geslachtsdeel in reliëf. Marc doet nog een ongelukkige poging om dit te verbergen voor het oog van de camera.

De wonderbare historie achter het restaurant Den Enghel aan de Graslei (op de foto met een pijl aangeduid) en de geschiedenis van de Dulle Griet aan het Grootkanonplein, zijn eveneens aan bod gekomen, maar om dit wetenschappelijk betoog voor u niet al te vermoeiend te maken, beste lezer, hou ik er nu maar mee op.

Voor onze eerstvolgende conferentie staat Alzheimer op het menu.
|