Geen hond die mij zal tegenspreken als ik beweer dat Jan Decleir met voorsprong de grootste acteur is die Vlaanderen ooit heeft gehad. In Het Laatste Nieuws van 12 november gaat redactrice Annick De Wit zelfs nog een stapje verder. Ziehier wat die dame schrijft: Jan Decleir is God, maar ook die verliest soms zijn kalmte. Decleir werd echt kwáád op hoesters in de zaal tijdens de voorstelling van Lucifer donderdagavond in het NTGent. Hij onderbrak zijn tekst om het publiek, dat hem blijkbaar te verkouden was, de les te lezen. Ongehoord, reageerden geschoffeerde toeschouwers daags nadien. De grootste acteur van Vlaanderen krijgt zijn reputatie van brompot op de scène stilaan nog moeilijk afgegooid.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En dat bewijst dus dat God ook maar een mens is. Dat had de god van de planken overigens acht dagen tevoren reeds bewezen door een Gouden Erepenning van het Vlaams Parlement te weigeren, omwille van het feit dat Decleirs politieke opvattingen niet stroken met die van de voorzitter van het Vlaams Parlement, die geacht werd de erepenning uit te reiken. Een ondoordachte keuze in feite: een prijsje van niks uitreiken aan God in hoogsteigen persoon! Als het nu nog de Nobelprijs was en uitgereikt door de juiste politicus
En dan nog! Alsof het nog niet genoeg bewezen zou zijn dat Decleir de allergrootste is: de Muzen in het kwadraat! De man hoeft slechts wat schaapachtig te kijken en wat te brommen op de scène om het publiek in de hoogste graad van vervoering te brengen. Jean Gabin had dat ook, en Julien Schoenaerts. Karakterspelers.Wie het gezegd heeft ontgaat mij, maar iémand heeft het ooit gezegd: In der Beschränkung zeigt sich der Meister. Das dus wat de echte groten kenmerkt. En dat die goden lak hebben aan een erepenning is iets wat de heren en dames van het Vlaams Parlement stilletjesaan zouden moeten beseffen. Laten ze die penning uitreiken aan iemand als uw dienaar bijvoorbeeld: geen haar op mijn hoofd dat er zou aan denken de penning te weigeren, t zou mij geen moer uitmaken door wie hij uitgereikt werd, k zou hem koesteren, hem ophangen in mijn beste kamer en hem, fier als een pauw, tonen aan al mijn vrienden en vriendinnen.
En hoesten in t bijzijn van een god? Foei! Zoiets doet een beschaafd mens toch niet. Goed gedaan, god Jan! Dat u die hoesters een lesje hebt willen leren bewijst dat gij een echte god zijt. Nu zullen die teringlijders tenminste tweemaal nadenken vooraleer ze nog een keer voor uw aanschijn durven verschijnen

|