Tempus fugit.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Die 60e Gravensteenfeesten, was dat eergisteren woensdag? Of was het vorige week? t Was vorige week: niet te geloven! Wat vliegt de tijd
En hoe zere vallen ze af
Neen, k heb het niet over de zieke zomerblâren van Guido Gezelle, maar over de pioniers van 1949: initiatiefnemers, krijgers, ooggetuigen van de bezetting van het Gentse Gravensteen door de studenten van Gent, the biggest in the World, zoals de New York Herald Tribune toentertijd blokletterde. Jos De Seranno, één van de zes initiatiefnemers: enkele weken geleden ter ziele gegaan. Ook de grote kunstenaar-striptekenaar Leo Debuth heeft ons onlangs voorgoed verlaten: als ooggetuige heeft hij op onnavolgbare wijze de grootste studentengrap aller tijden in beeld gebracht. En de grote Laetitiaan Pierre Devos, strijder van het eerste uur, die vorig jaar voor t eerst, na meer dan een halve eeuw, de weg naar de Gravensteenfeesten had teruggevonden. Hij had gezworen er voortaan ieder jaar bij te zijn. Helaas, ook Pierre is niet meer
Van al diegenen die vorige week aanwezig waren in de troonzaal van het Gravensteen, was er één slechts die er in 1949 óók bij was: Marcel Cambier. Op zijn hoofd de flat, de typische muts, die in die tijd nog door de Gentse studenten gedragen werd: de vier sterren (nu heeft hij er vijf!) wijzen erop dat hij toen in t vierde jaar zat (2e doctoraat rechten). Hij is nog niets veranderd, zei mijn schoondochter, bij t zien van deze foto. Ik dacht eerst dat ze de flat bedoelde, maar ze bedoelde wel degelijk Marcel

Gelukkig dat Marcel er was, want wie had anders voor t verzamelde studentengild voor de zoveelste keer verslag uitgebracht van het verloop van de strijd in 1949. Valeer Van Overwalle, één van de zes pioniers, neemt die taak al sinds jaren op zijn schouders. Maar van Valeer was dit jaar geen spoor. Ik ben bang dat hij definitief afhaakt
De tijd vliegt niet alleen razendsnel voorbij, de tijden veranderen. Voor t eerst in de geschiedenis is de senior seniorum van het vrouwelijk geslacht. Zevenenveertig jaar geleden, toen ikzelf senior seniorum was, zetelde voor t eerst een vrouw in t dagelijks bestuur van het seniorenkonvent: Mimi Smith, die een Bekende Vlaming is geworden.

47 jaar later...
Zolang heeft het dus geduurd voor een vrouwelijke student de hoogste studentikoze titel te beurt is gevallen: Karen Bourlez. Deze uiterst charmante jongedame vervult haar taak méér dan naar behoren en ze lijkt de touwtjes stevig in handen te hebben. Deze 60e feesten zijn overigens weer goed verlopen. Het weerzien van de mannen van de oude garde heeft mijn hart verblijd: Jaak, Mico, Freddy, Lode, Georges, Vincent, Carl en nog een half dozijn Oostendse Zandlopers. En dan de jongere prosenioren: Peter, Jean, Micha, Jan-Bart, Jern, Brecht
ik vergeet er nog.
Na de symbolische herbezetting van het Gravensteen trekken de studenten in stoet naar het Sint-Pietersplein, alwaar een reuzegrote tent staat opgesteld met daar middenin een immens groot vat Rodenbach: vierendertig hectoliter! Mico en ik mogen het eerst binnen, wij proeven de Rodenbach en zeggen dat het goed is. We maken ons daarna snel uit de voeten vooraleer hier onder het jong geweld de studentikoze hel zal losbreken, tot in de vroege uurtjes. Vierendertig hectoliter
We hebben heimwee naar de Gravensteenfeesten van onze jeugdjaren. Ze waren anders, waarmee ik niet wil gezegd hebben dat ze beter waren: er was een imposante stoet en een even imposant bal in de zalen van het Floraliënpaleis. Die tent op het Sint-Pietersplein en die vierendertig hectoliter Rodenbach waren er toen niet, maar of er minder gedronken werd
? Ziehier wat ik schrijf over de Gravensteenfeesten van zevenenveertig jaar geleden, in het boek 50 jaar Gravensteenfeesten (1999):
De stoet was één van de succesrijkste uit de geschiedenis van de Gravensteenfeesten en de belangstelling was enorm. Ook al omdat er zoveel personaliteiten mee optrokken: Liz Taylor, John Kennedy (enkele dagen later werd hij in Dallas vermoord), de Waregemse schandaal-boy Milou Pauwels en Ngo Dihn Nhu (wie was dat ook weer?). Na de toespraken van op het Gravensteen trok een massa studenten naar het Sint-Pietersstation om er Christine Keeler, de beroemdste call-girl aller tijden, op te halen en mee te voeren naar het Floraliënpaleis, waar het Gravensteenbal plaatsgreep, wéér in vijf zalen en wéér met vijf grote orkesten
Tempus fugit!
de tijd holt alsmaar sneller, een jaar duurt nu geen dág meer, het eigen leven glijdt door onze met artrose getekende tentakels zoals fijn wit zand, zo betoogt O. van Togenbirger. Volgens deze filosoof zou het niet enkel een indruk zijn die wij opdoen bij het ouder worden, maar zou de tijd ook werkelijk steeds sneller gaan. En dat legt hij uit op zijn blog (klik hier op www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?ID=984890). Ik heb het voorgelegd aan Gilbert Terras, de bejaarde trainer van Loopclub Grijsloke. Naarmate het gezichtsvermogen van opa Gilbert vermindert, begint hij meer en meer te lijken op de oude wijze ziener Teiresias uit de oudheid: Gilbert ziet dingen die een ander niet ziet. En waar de gesprekken in de cantine, na de training, vroeger voornamelijk over voetbal en vrouwen gingen, wordt er nu meer gefilosofeerd over tijd, ruimte en massa. En ziehier tot welke voorlopige conclusies die toogfilosofie heeft geleid:
- de tijd heeft begin noch einde en gaat al lijkt het soms anders altijd even snel;
- de ruimte is onbegrensd en oneindig;
- de massa is onveranderlijk, t.t.z. al het stoffelijke wat er is, of ooit zal zijn, is er altijd al geweest; m.a.w. géén elementair deeltje zal ooit uit zichzelf ontstaan of ooit verdwijnen; of de massa ook oneindig is, blijft vooralsnog onbeantwoord (als dat niet zo is, moet het heelal beschouwd worden als een nietige, zo goed als onbestaande fractie in de ruimte).
Voor we dr echt uit zijn zal er ongetwijfeld nog heel wat water door de zee vloeien en nog heel wat Rodenbach door ons keelgat. We moeten ons haasten, want de tijd gaat razend snel. Zoals ik al zei, dus: tempus fugit.
|