Tweehonderd
Onderwijskranten: 10.000 paginas, sinds 2013 dagelijks fb, blog, tweets
1. 45 jaar engagement voor degelijk onderwijs
& tegen aantasting van de kwaliteit
De 200ste editie van Onderwijskrant is naar de drukkerij Acco.
We zijn fier u dit jubileumnummer straks te kunnen aanbieden. Binnenkort staat ook op onze website www.onderwijkrant.be
We maken in dit jubileumnummer een
balans op. Onderwijskrant produceerde de
voorbije 45 jaar 10.000 paginas bijdragen.
Vanaf 2013 maken we ook dagelijks gebruik
van de mogelijkheden van de sociale
media: berichten, bijdragen, links naar interessante lectuur,
op blog,
facebook en ook via twitter-al 35.000
tweets. Zo werd Onderwijskrant de voorbije
acht jaar een echte krant met dagelijkse berichten, signalementen en bijdragen (zie
punt 9).
Vanaf 2007 staan een 600 bijdragen op onze website www.
onderwijskrant.be - die druk wordt bezocht.
Via de website en de sociale media bereiken we zo veel meer mensen, en kunnen we het
onderwijsdebat beter stimuleren en stofferen. Het bijna dagelijks signaleren van interessante
onderwijsbijdragen is ook een vorm van
bijscholing. Niettegenstaande we sinds
2007 Onderwijskrant gratis op onze website
plaatsen, behielden we de papieren versie. We zagen
de voorbije 20 jaar tal van tijdschriften verdwijnen en vreesden in 2007 al dat
een uitgave op papier in de toekomst
financieel nog moeilijk haalbaar zou
zijn. We wilden een alternatief achter de hand
hebben om Onderwijskrant in geval van nood elektronisch te kunnen verder
zetten. Die tijd is nabij.
Het nulnummer verscheen in september 1977; het eerste Onderwijskrantnummer in oktober
1977. Zelfs de grootste optimist binnen
de redactie had nooit gedacht dat we
ooit de 200 zouden halen. Toen we in
1988 het jubileumnummer nr. 50 samenstelden, vroegen sommige redactieleden zich
al af of we er niet beter mee ophielden,
of we er nog zouden in slagen om
jaarlijks een 200 paginas te
produceren, en of het nog financieel haalbaar was.
Een aantal redactieleden bleven echter ook na nummer 50,
geloven in het unieke en waardevolle van
het Onderwijskrantproject: een tijdschrift, een actiegroep en een project
die o.i. nog steeds in vrij sterke mate beantwoorden aan de
intentieverklaring van 1977.
Onderwijskrant was tegelijk voortdurend
in beweging. Niet enkel het onderwijslandschap veranderde, maar ook
redactieleden die er al van bij de start
bij waren haakten om diverse redenen af. Enkele maakten promotie en vonden het
te delicaat om geassocieerd te worden
met een kritisch tijdschrift. Er waren
steeds voldoende doorzetters die
probeerden om telkens nog een nummer samen te stellen. Bepaalde redactieleden werden in tijden
van nood zelfs superproductief. Na een
aantal jaren moesten redactieleden bij
gebrek aan centen ook het typewerk en de
lay-out voor hun rekening nemen. We betaalden destijds per nummer 500 euro voor het type- en lay-outwerk. De
redactieleden en andere auteurs
betaalden de voorbije 45 jaar ook steeds
de eigen kosten voor hun eigen documentatie, schrijfwerk, verplaatsingen e.d.
Aan de hand van de 200 nummers van Onderwijskrant kan men het
debat over het Vlaams onderwijs en over
de vele hervormingsplannen vanaf de jaren 1970 vrij goed reconstrueren. In dit nummer van Onderwijskrant maken we vooral de
balans op van 45 jaar Onderwijskrant.
2 45 jaar engagement van Onderwijskrant als tijdschrift
en actiegroep
In een interview van 8 december 1997 naar aanleiding van 20
jaar Onderwijskrant loofde redacteur
Hein De Belder de inzet van Onderwijskrant. Hij besloot: Als
hoofdredacteur Raf Feys en co straks
onder een auto lopen, dan wordt het muisstil in onderwijsland. Ze zijn de luis in de pels van de
beleidsmakers. Het is verder de grote verdienste van Onderwijskrant dat een aantal ontsporingen in
het onderwijs werden voorkomen en/of
achteraf weer afgezwakt of rechtgezet.
De Belder loofde ook de grote inzet van Onderwijskrant voor
de optimalisering van de onderwijspraktijk: voor het beter leren rekenen,
lezen, enz.
. We zijn best tevreden over
het werk dat we inzake stapsgewijze
optimalisering van de klaspraktijk gepresteerd hebben. Veel van onze ideeën
over effectieve didactische aanpakken, over beter leren lezen, rekenen, spellen,
drongen door in de
klaspraktijk. Zo wordt b.v.
onze fonetische en directe systeemmethodiek voor het leren lezen in de meeste
leesmethodes in Vlaanderen én Nederland grotendeels toegepast. We zorgden ook
voor meer consensus inzake het rekenonderwijs. Enz.
We lieten de voorbije 25 jaar onze klokkenluidersstem nog
luider horen. We probeerden meer dan
ooit ontsporingen te voorkomen of af te zwakken. We schuwden hierbij de risicos niet en legden
ons zo weinig mogelijk zelfcensuur op.
Dit was meer dan ooit belangrijk; de
voorbije 25 jaar nam de open
debatcultuur immers verder af, en tegelijk nam de zelfcensuur bij leraren en directies toe. We
waren de voorbije decennia niet enkel de luis in de pels van de beleidsmakers,
maar ook van de vele onderwijsexperts en
nieuwlichters die voortdurend uitpakten met pedagogische hypes en
beeldenstormerij. We gingen in verzet tegen de vervreemding van het onderwijsbeleid
en tegen de vele vormen van aantasting
van de kwaliteit van het onderwijs. Het
behoud en het verder optimaliseren van
onze sterke Vlaamse onderwijstraditie stonden
hierbij centraal.
50 jaar verzet tegen
ontscholing en ontscholingsdruk
We introduceerden de termen ontscholing & ontscholingsdruk als overkoepelende termen voor een aantal nefaste
pedagogische evoluties als kennisrelativisme, constructivisme,
eenzijdig vaardigheidsonderwijs, afbraak van leraargestuurde instructie
De
ontscholers kozen voor het zelfontplooiingsmodel waarbij afstand genomen werd
van de traditie van gestructureerde
vakdisciplines en leerinhouden, leerkrachtgestuurd onderwijs, jaarklassen, klassikale instructie, hoge prestatieverwachtingen, enz. Vanaf de jaren zeventig drongen het
prestatievijandig, anti-intellectueel en antiautoritair klimaat en het
ontplooiingsmodel ook in Vlaanderen door.
Ontscholingsdruk, opdringen van de zachte didactiek stond b.v. ook al centraal binnen de
officiële VSO-visie 1971 van minister Vermeylen. In de
ministeriële brochure over het Vernieuwd Secundair Onderwijs van 1971 werd al
de toon gezet voor het
ontscholingsdiscours en de neomanie van
de voorbije 50 jaar. We lazen: In
het onderwijs is het verwerven van
kennis niet langer het hoofddoel. De
vroegere weetjesopstapeling ruimt meer en
meer plaats in voor adequate inwerkstelling van de intellectuele eigenschappen. Een zuiver
dogmatische werkwijze die op het reproduceren van leer stof gericht is, moet
men voortaan tot elke prijs ver mijden. De kinderen moeten voortaan leren,
leren zelf vinden. Inductieve en actieve
methodes zijn vanzelfsprekend. Hoe meer
het kind leert zich actief te ontwikkelen en hoe minder het de les passief ondergaat, des te doeltreffender, kan het
onderwijs worden geacht. De nadruk valt
niet langrr op het kennen, maar voortaan op het kunnen, het ontwikkelen van
vaardigheid. Er zal zoveel mogelijk
uitgegaan worden van de belangstellingssfeer, wat de leeractiviteit
aantrekkelijker en zinvoller maakt. De moderne pedagogiek legt ook de nadruk op het belang van de zelfwerkzaamheid
en groepswerk.
Recente bevestiging van
Onderwijskrant-analyses & nieuwe (herscholings)wind
in het onderwijs
We vonden de voorbije
45 jaar veel bevestiging van onze visie en analyses bij de praktijkmensen; en
de voorbije jaren ook in het regeerakkoord & in de beleidsverklaring van
minister Ben Weyts, in het rapport Brinckman van de commissie Beter ondewijs, in het recente
Zwartboek Progressief achteruit van de Nederlandse
professoren Jaap Scheerens en Paul Kirschner, in de referaten op de Research Ed Belgiëdag
van 23 oktober j.l.,
Onderwiskrant zorgde in sterke mater voor de huidige nieuwe wind in het onderwijs. Ex-beleidsmakers als
Dirk Van Damme en bepaalde nieuwlichters bekennen nu dat ze de voorbije decennia
meer naar Onderwijskrant hadden moeten luisteren.
Conserveren én
optimaliseren & verzet tegen stemmingmakerij tegen sterke onderwijstraditie
Onderwijskrant was de voorbije 45 jaar wellicht het enige Vlaams onderwijstijdschrift dat zich
verzette tegen de mantra van de
vernieuwing & vernieling, en dat de
vele sterke kanten van ons onderwijs bleef
waarderen en verdedigen. Conserveren van
de sterke kanten en van het meesterschap van de meester, optimaliseren in continuïteit en keep it
simple waren belangrijke deviezen. De voorbije 50 jaar beluisterden we voortdurend: wat u nu
doet beste leerkrachten deugt niet:
indeling in jaarklassen, leerkrachtgestuurde groepsinstructie, eisen stellen en discipline, hoge verwachtingen stellen, rapporten en evalueren, differentiële
onderwijsvormen in s.o., vakdisciplines,
Enkel radicale hervormingen
konden verlossing uit al die ellende brengen. Kurieren
am Symptom volstaat niet langer, stelde
het duo Van den Bossche-Monard in 1995. De voorbije 50 jaar was er weinig respect voor
onze sterke onderwijstraditie. Onze wereldtopscores
voor TIMSS en PISA vanaf 1995 waren
zelfs een doorn in het oog van de vele
lamenteerders die hun uiterste best deden om ze te verdoezelen en ze zelfs als negatief voor te stellen. De leerkrachten
en lerarenopleiders kregen allesbehalve felicitaties voor de prestaties van hun leerlingen of
oud-studenten.
Naarmate de stemmingmakerij toenam, gingen we met
Onderwijskrant meer in verzet. De dweperige
beeldenstormers hebben voortdurend geschopt en getrapt tegen het onderwijs, maar ze hebben o.i. weinig of niets blijvends neergezet; ze
hebben veel verwarring gesticht bij de
praktijkmensen, en het niveau van het
onderwijs aangetast. Het duurt een tijd
vooraleer rages weer uitgeraasd zijn. Vooral de
voorbije jaren kwam er weer een brede herwaardering van beproefde en
oerdegelijke aanpakken.
Met Onderwijskrant besteedden we de voorbije decennia veel
aandacht aan het conserveren, heropvissen, verder onderhouden en optimaliseren
van beproefde en eenvoudige/doenbare
aanpakken. We dont need many innovations now, but conservation, repair & simplifying.
The obsession with innovation and hypes has led us to ignore maintenance
& repairing and maintainers, lazen we ergens; inderdaad.
Onderwijskrant koos voor vernieuwing in continuïteit, voor
orde in de vooruitgang. Redactieleden hebben
uiteraard in de loop van de voorbije 45 jaar
een aantal opvattingen en prioriteiten bijgesteld. Het feit dat redactieleden ouder werden en meer
ervaringswijsheid opdeden, leidde tot het sterker beklemtonen van de veelzijdigheid
van het onderwijs en van het belang van
het behouden en verdedigen van de
beproefde waarden. Naarmate we merkten dat
het niveau van de leerresultaten erop achteruit
ging, dat benadeelde leerlingen het moeilijker kregen in klas, ... gingen
we de beproefde waarden meer waarderen en
nog meer de propaganda voor ontscholende
wondermiddelen bestrijden.
We zagen ook al vlug in dat we weinig GOK-heil mochten verwachten van de VSO-structuur-hervorming
s.o. en dat het tso/bso het meest de dupe
waren van de aso-isering van het s.o. We namen in dit verband al in 1979 afstand van de
egalitaire onderwijsideologie van
Bourdieu en veel sociologen. Toen vanaf 1991
onze sterke eerste graad s.o. plots als een
ware kankerplek bestempeld werd, namen
we de volgende 30 jaar de verdediging op van onze passend gedifferentieerde eerste graad en van onze onderwijsvormen aso,
tso, bso,en kso. Onze campagne tegen de structuurhervormingsplannen van mei 2012 werd door 13.000 personen ondertekend. En zo konden we ook de
nefaste gevolgen van de
hervormingsplannen inperken.
Actietijdschrift,
actiegroep, campagnes
Onderwijskrant was en is een project dat verder reikte dan het uitgeven van een tijdschrift,
het was/is ook een actietijdschrift en
een actiegroep. We pakten geregeld uit met
campagnes en petities en wa]ren actief binnen actiegroepen
rond de hervorming van de
lerarenopleidingen e.d.. We besteedden ook aandacht aan politiek lobbywerk, ...
Onderwijskrant was bij de start in 1977 mede
een product van de sociaal bewogen
mentaliteit en open debatcultuur van de
jaren zestig en zeventig. De redactie
wou impulsen geven voor verdere optimalisering van het Vlaams onderwijs, en zo
tegelijk optimale en faire ontwikkelingskansen
bieden aan alle leerlingen - en de
kansarmere in het bijzonder. Bij de
enthousiaste start van Onderwijskrant in 1977
voelden nog veel mensen zich rechtstreeks betrokken
bij de onderwijsbeweging vanuit de basis; dit
was 10 jaar later al veel minder het geval. Na tien jaar Onderwijskrant bleek het al veel
moeilijker om mensen te mobiliseren voor
de onderwijszaak dan bij de start in
1977. Het werd steeds moeilijker om vrijwilligers
en redactieleden te vinden die zich voor
een langere periode en intensief wilden engageren. Het klimaat was in 1988 sterk veranderd en
het aantal abonnees was ook
gedaald.
Goete inzet voor
(vak-)didactische aanpakken, optimalisering van pedagogische aanpak
Bij de start van Onderwijskrant in 1977 schreven we dat we ook de instrumentalisering/materialisering van vernieuwingen belangrijk vonden zoals
het opstellen van doorwrochte
methodieken en leerpakketten. We publiceerden veel (vak)didactische bijdragen;
werkten mee aan de opstelling van eindtermen, leerplannen wiskunde e.a.,
systematische spellingmethodes, leerpakketten voor wereldoriëntatie e.d.,
verzorgden bijscholingen, adviseerden educatieve uitgeverijen, ...
Naast gestoffeerde en onderbouwde bijdragen en analyses wilden we aanvankelijk ook veel
praktijkverslagen publiceren.
We namen de eerste jaren een aantal
praktijkverslagen op, werkmateriaal voor
thematische wereldoriëntatie e.d.
We stelden echter vast dat een tijdschrift zich niet goed leent voor dergelijk materiaal en
anderzijds dat praktijkmensen niet vlug
in de pen kruipen. Voor het samenstellen
en publiceren van lijvige ideeënbundels voor thematische wereldoriëntatie,
geschiede[1]nis en natuurkennis
richtten we in 1980 een apart (Projecten)fonds
op. Dit fonds verspreidde in de periode
1980-1996 een 30.000 thematische ideeënbundels over heel
Vlaanderen.
Redactieleden publiceerden de voorbije decennia hun meer uitgebreide vakdidactische visies
ook in de vorm van boeken over leren
lezen, rekenen, werken met kinderboeken, e.d. Vier redactieleden engageerden
zich gedurende vele jaren voor de Praktijkgids voor de basisschool (Kluwer,
later Plantyn). Een van hen nam het
initiatief. 45 jaar is een lange tijd,
lang genoeg om te beseffen dat je om iets te bereiken in het onderwijs
over een lange adem moet beschikken.
Doorzetten is de kunst; het sorteert op termijn
effect en leidt tot verdiend welbevinden.
3 Stimuleren van
open/tegensprekelijk debat
Onderwijskrant stimuleert al 45 jaar een open debat over onderwijs; confrontatie van
verschillende meningen stond en staat centraal. In zijn interview met Onderwijskrant in 1997 bestempelde Hein De
Belder dat als een belangrijke
en unieke bijdrage. Sinds 2013 maken we
hierbij ook dagelijks gebruik van de
sociale media: blog, facebook en twitter. Onderwijskrantmedewerkers deden hun
best om hun stem in het onderwijsdebat
te laten horen - ook via colloquia, de
krant, TV, Radio, politiek lobbywerk, petities...
Om debatten te lanceren en te stofferen organiseerden we ook
geregeld campagnes en maakten we gebruik van petities. Zo betekende onze O-ZON-campagne begin 2007
de start van een belangrijk en nog steeds durend debat over
kennisrelativisme, ontscholing,
aantasting van de kwaliteit en niveau[1]daling,
Vier redactieleden waren overigens al sinds
1972 lid van de onderwijsstuurgroep van
de Stichting Lodewijk de Raet en
organiseerden mede de open en tegensprekelijke
onderwijscolloquia in de periode 1972-1992.
We organiseerden destijds ook mede de
Nationale Onderwijsdagen, met 1100 deelnemers
in 1981 in de Blandijnberg-Gent. Twee redactieleden , Raf Feys en Jef wellens richtten in 1970 ook mede het politieke tijdschrift 'De Nieuwe Maand' op.
Zoals al gezegd stimuleren en stofferen we vanaf 2013 ook dagelijks het open debat via een
eigen blog, facebook en twitter. Zo
bereiken we veel mensen en kunnen we ook
beter aansluiten bij de actualiteit. In
Onderwijskrant verwezen/verwijzen we ook naar
standpunten en publicaties van anderen, van leraren, van beleidsmakers,
van onderwijsexperts, van andere
tijdschriften. Met deze waarmee we het geenszins
eens waren gingen we de open confrontatie aan; du choque des idées jaillit la lumière. De voorbije decennia was er voortdurend choque
des idées, teveel choque en onenigheid
zelfs, de onderwijsboot kwam in
woelige wateren terecht.
Bij de start
van Onderwijskrant in 1977 was er ook al veel
discussie, maar we hadden nooit gedacht dat de daarop volgende decennia de onrust en
onderwijsstrijd nog gevoelig
zouden toenemen. Dankzij die woelige
wateren en vele nieuwlichters/beeldenstormers, hadden we steeds voldoende stof/
inspiratie om Onderwijskrant te vullen. Ons Vlaamse onderwijs kent een sterke traditie,
democratisering
en we weten al lang wat
effectief onderwijs, een effectieve
lerarenopleiding,
betekent. Door de ervaringen
met het onderwijs in de moeilijke coronajaren beseffen we nu b.v. nog beter hoe
belangrijk onderwijs als groepsgebeuren is voor de leerlingen en voor de
leraren.
Zuiloverstijgend
karakter en stimulering zuiloverstijgende samenwerking
Onderwijskrant drong de voorbije 45 jaar ook steeds aan op zuiloverstijgende samenwerking,
ook bij het opstellen van leerplannen wiskunde e.d. In Onderwijskrant nummer 50
van augustus 1988 loofde de Leuvense
prof. Jan Van Damme het open, onafhankelijk
en zuiloverstijgend karakter van Onderwijskrant. Hij schreef: In Vlaanderen een onderwijstijdschrift met
redactieleden uit de drie onderwijsnetten,
is op zich al een uitzonderlijke en unieke prestatie. Herhaaldelijk werden ook bijdragen geleverd die groeiden in het kader van het pluralistisch
onderwijsproject van de Stichting Lodewijk de Raet. Wie de samenstelling van de Stuurgroep van de
Stichting en van de redactie van Onderwijskrant overloopt, zal vaststellen dat
er zelfs van een personele unie gesproken
kan worden.
Het blijven stimuleren van het open debat werd nog belangrijker toen vanaf de late jaren tachtig
de open debatcultuur in sterke mate
afnam. En ook in de pers was er inzake onderwijs
vooral aandacht voor de visie van de
machtshebbers. We stelden de voorbije 30
jaar inzake open debat jammer genoeg ook
de abdicatie van veel onderwijskundigen vast.
Met Onderwijskrant bleven we ons onafhankelijk opstellen en zo weinig mogelijk zelfcensuur
opleggen. Bij de leraren en directies nam de zelfcensuur de voorbije decennia flink toe. In b.v. het
debat over de herstructurering van het
secundair onderwijs merkten we dat veel
directeurs en leerkrachten slechts
anoniem durfden getuigen, of achteraf vroegen om hun naam bij de ondertekenaars
van onze petitie te schrappen. Veel
onderwijsmensen zeggen ons dat ze b.v.
ook onze standpunten op ons blog, facebook
& twitter niet eens durven liken.
Opvallend
was ook dat de voorbije 30 jaar verwijzingen naar standpunten en campagnes van
Onderwijskrant en zelfs de naam Onderwijskrant steeds meer taboe werden. Zo slaagde de koepel van
het katholiek onderwijs erin om in
september 2007 in Nova et Vetera 100
paginas te besteden aan reacties/weerleggingen van onze O-ZON-campagne 2007 zonder de namen
O-ZON & Onderwijskrant te vermelden.
Ook voor het overheidsblad Klasse was Onderwijskrant
taboe. Analoge censuur stelden we vast
in de kranten, in veel pedagogische tijdschriften,
Men vond het niet
opportuun dat de leerkrachten/directies,
de burgers
geconfronteerd zouden
worden met de kritische analyses en campagnes van Onderwijskrant.
4 Ongebonden tijdschrift en luis in de pels van brede onderwijsestablishment
Onderwijskrant wou ook een ongebonden en netoverschrijdend/pluralistisch
onderwijstijdschrift zijn - in
Vlaanderen nog steeds een zeldzaam product.
Onderwijskrant had/heeft geen opdrachtgever en geen binding met een of ander onderwijsnet,
begeleiding, inspectie, politieke partij, expertisegroep, uitgeverij ... Er waren/zijn geen
hoofdkwartieren die vertelden wat mocht
en niet mocht. We wilden niet zomaar de
spreekbuis zijn van een bepaalde onderwijskoepel, van de
beleidsmakers, van expertisegroepen ... En zo konden we de voorbije decennia ook
fungeren als de luis in de pels van de beleidsmakers, de onderwijsverantwoordelijken, de universitaire
ondes]wijsexperts en het
brede onderwijsestablishment. Het kritisch volgen van het beleid van de onderwijskoepels belette de redactielden niet om te participeren aan het opstellen van leerplannen van onderwijskoepels.
Het beïnvloeden en kritisch volgen van het onderwijsbeleid
was van meet af aan een heel belangrijke
doelstelling. Als tijdschrift dat een kritische waakhond- en
klokkenluidersfunctie wou vervullen, lieten
we telkens op tijd onze stem horen, meestal tijdig en niet achteraf als het kalf al verdronken
is. Zo anticipeerden we in Onderwijskrant
al vanaf 2002 op het debat over de
hervorming van het secundair onderwijs.
Op die wijze konden we het ook beter stofferen en beïnvloeden.
Met Onderwijskrant voelden we ons de voorbije decennia
genoodzaakt om geregeld afstand te nemen
van visies en initiatieven van beleidsmakers, onderwijsexperts,
onderwijskoepels, Dienst voor Onderwijsontwikkeling ,
inspectieleden, begeleiders
die o.i.
een aantasting betekenden van de kwaliteit
van het onderwijs. De vele onheilsprofeten-verlossers stellen al vanaf
1989 de sterke kanten van ons onderwijs voortdurend in vraag. Alleen
copernicaanse hervormingen konden ons onderwijs nog verlossen uit de diepe
ellende. In een opinie-bijdrage van
september 1992 in de krant De Standaard
trokken we al aan de alarmbel. We
waarschuwden Georges Monard en de vele beleidsbepalers voor hun gevaarlijke
vernieuwingsdrift &
verlossingsideologie, voor hun negatie van de
hoge kwaliteit van ons onderwijs, voor de door hen ontketende hetze tegen onze sterke eerste
graad s.o., voor hun vervreemding van de
praktijk.
Ons optreden als luis in de pels van het ondewijsestablishment
& als klokkenluider, werd uiter[1]aard niet in dank
afgenomen. Onze massaal ondertekende petitie van
mei-2012 tegen de structuurhervormingsplannen s.o. b.v. viel niet in goede
aarde bij de beleidsmakers en grote
onderwijskoepels. Mieke Van Hecke stelde
op 28 juni 2014 als kop[1]stuk van het
katholiek onderwijs dat het afschieten van
de hervorming s.o. misdadig was - in de krant
Het Laatste Nieuws. Een gesprek met de koepel over de hervorming werd ook steeds afgewezen.
Een ander voorbeeld. In 1982 werd vanuit de onderwijskoepel
gesteld dat het niet kon dat een lerarenopleider
met de campagne Moderne wiskunde: een vlag
op een modderschuitafstand nam van de visie
en het leerplan van de eigen koepel.
5 Optimaliseren
sterke onderwijstraditie en belang van ervaringswijsheid
5.1 Conserveren en
optimaliseren sterke traditie
We besteedden de voorbije 45 jaar heel veel aandacht aan het
onderwijs- en vernieuwingsbeleid, maar evenzeer aan alles wat te maken heeft
met de curricula, de pedagogische aanpak en de vakdidactieken. We gingen er
hierbij vanuit dat het Vlaams onderwijs
een vrij sterke traditie kent en dat we
dus al heel lang weten welke de belangrijkste
kenmerken van effectief onderwijs zijn. Veel redactieleden beseften ook
dat zij als kind van de democratisering van het onderwijs, veel te danken hadden aan de hoge kwaliteit
van het onderwijs dat ze zelf destijds
genoten hadden. Met onze klassieke opgeleide
onderwijzers en regenten behaalden we lange
tijd wereldtopscores voor PISA en TIMSS.
Mede dankzij onze grote bevolkingsdichtheid konden we in Vlaanderen
sterke VTI-scholen & passend buitengewoon onderwijs uitbouwen.
Tim Surma, hoofd expertisecentrum ExCELL stelde in de krant De Tijd van 23 oktober j.l. :
Veel dingen in het onderwijs zijn
vanzelfsprekend: een goede uitleg van
wat een leerling te weten wil komen; veel
vragen, veel herhaling, en veel activering van de voorkennis. Met een stuk of tien zon
bouwstenen kan je een goede lessenreeks
uitbouwen
Goed lesgeven hoeft niet ingewikkeld te zijn. Veel leraren doen het trouwens, soms ook onbewust. Met
de nodige uitleg en demonstratie aan de
hand van goede voorbeelden, de nodige
herhaling en een doordachte evaluatie
kom je al heel ver. Voor klassiek opgeleide leraren en voor klassieke
lerarenopleiders waren/zijn die zaken inderdaad vanzelfsprekend - ook het jaarklassenprincipe
& het meesterschap van de meester. Onze sterke onderwijstraditie is er op
gebaseerd.
Gelukkig hebben de meeste leraren, lerarenopleiders
in het
verleden niet zomaar de vele academische publicaties en rapporten gevolgd - ook
al werden ze veelal als wetenschappelijk
voorgesteld: over constructivisme &
competentiegerichte aanpak, globaal
leren lezen & taalvaardigheidsonderwijs,
contextueel en zelfontdekkend rekenen, opdoeken jaarklassen en zittenblijven,
De
belangrijkste inzichten omtrent effectief leren lezen, rekenen, taalonderwijs,
jaarklassensysteem, ... zijn niet
gebaseerd op strikt wetenschappelijk onderzoek,
maar op eeuwenlange praktijkervaringen - die doorgegeven moeten worden van
generatie op generatie.
Zelf stopten we veel energie in de studie
en explicitering van de effectiviteit van die praktijkervaringen en aan observatie van
effectieve aanpakken in de klaspraktijk.
Onze directe systeemmethodiek voor het leren
lezen is grotendeels gebaseerd op praktijkervaringen, op afkijken in klas
bij ervaren leerkrachten en op grondige
studie van leesmethodes van de voorbije
200 jaar. Onze methodiek sluit aan bij de wijze waarop we zelf lange tijd geleden leerden lezen.
Een aantal cognitieve wetenschappers pakten de voorbije jaren gelukkig uit met theorieën en
bevindingen die een bevestiging betekenen van al lang gekende en gepratikeerde praktijken. De
relatief recente bevindingen b.v. van
Sweller en co over de beperking van het werkgeheugen
en het belang van het vastzetten van kennis, bevestigen
oerdegelijke praktijken als de
stapsgewijze aanpak, het belang van automatiseren & herhalen, enz.
Recentere studies over het leren lezen
bevestigen principes van onze directe systeemmethodiek.
Maar er is ook nog een grote afstand
tussen algemene leerprincipes en anderzijds het
gecombineerd toepassen van principes binnen
methodieken voor het leren lezen, rekenen
, principes die veelal ook onderling
gecombineerd en afgewogen moeten worden.
5.2 Degelijke &
evidente klassieke aanpakken voortdurend in vraag gesteld voorbije eeuw
Jammer genoeg werden onze sterke onderwijstraditie en veel
evidente zaken de voorbije decennia voortdurend
in vraag gesteld. Tim Surma, coördinator expertisecentrum EXCEL, getuigde
onlangs nog: Ik herinner me b.v. een
omzendbrief, midden jaren 2000, waarin
ons leraren werd opgedragen om maximaal
op Begeleid Zelfstandig Leren (BZL) in te
zetten. Klassikale uitleg moest tot een minimum beperkt blijven, leerlingen
moesten zo snel mogelijk aan de slag met
werkbladen die aan het begin van de les
werden uitgedeeld. Vanaf 1994 legden leerplanvoorzitters
katholiek onderwijs taalrichtlijnen op waarin
gesteld werd dat taalkennis niet zo belang[rijk
was en dat er een strikt onderscheid was tussen
taalvaardigheid en taalkennis. Enzovoort.
In het rapport-Brinckman van de commissie onderwijs lezen
we: De onderwijsfocus is de voorbije decennia verschoven van kennisgericht
naar (be)leefonderwijs en naar competentiedenken waarbij de klemtoon lag op vaardigheden en minder
op kennisopbouw en attitudetraining.
Deze evolutie is te ver doorgeschoten ten
koste van aandacht en tijd voor
basiskennis en -vaardigheden. Constructivistische methodes waarbij kinderen hun
eigen leerpad kunnen kiezen, zijn meestal inefficiënt en vertrekken vanuit onrealistische
aannames omtrent de voorkennis,
metacognitie, zelfcontrole en het leervermogen van kinderen
en jongeren. Ze zijn dan ook niet
geschikt als dominante didactiek of algemeen
onderwijsmodel.
In de onderwijspraktijk
dient de neomanie waarbij steeds meer nieuwe methodes uitgeprobeerd worden, te stoppen
. (Voldoende) directe instructie is de meest efficiënte vorm van onderwijs. Dit betekent geenszins
dat enkel aan frontaal lesgeven wordt
gedaan. Gelukkig hebben veel
leerkrachten de opgelegde richtlijnen
niet zomaar gevolgd en in de mate van het
mogelijke lippendienst bewezen. In een getuige]nis
van een onderwijzer met 40 jaar ervaring verderop
in dit nummer, komt dit ook tot uiting. In inspectierapporten werd overigens
betreurd dat de meeste leerkrachten niet zomaar de visie in b.v. de Uitgangspunten
van de eindtermen volgden.
Jaarklassensysteem,
spil van klassieke schoolgrammatica permanent in vraag gesteld
Met Onderwijskrant voeren we al 45 jaar een continue strijd
voor het behoud van het o.i. superieure jaarklassensysteem met de eraan verbonden
gestructureerde leerplannen
per leeftijdsgroep en de groepsinstructie, en tegen gepersonaliseerd onderwijs-op-maat van elk kind.
Niet enkel veel onderwijskundigen als Roland Vandenberghe, Marc Depaepe ...
maar ook de Freinet- en Jenaplanscholen hekelden het jaarklassenprincipe. Ook
onderwijstijdschriften als IVO en Impuls hielden geregeld pleidooien voor het afschaffen
ervan. IVO-redactielid Paul
Raman schreef in 2009: De verderfelijke jaarklassen moeten dringend vervangen worden
door leefgroepen met jongeren van verschil[1]lende
leeftijd met verschillende vorderingen inzake
leerprestaties. Men gaat vandaag op zoek naar onderwijs- op-maat van elk kind. De leerling
is diegene die steeds op zijn
eigen wijze, op grond van wat hij
belangrijk vindt, op grond van wat hij kan,
zijn eigen leerproces stuurt en actief kennis opbouwt (IVO, nummer 114
- maart 2009, p. 71 e.v).
Ook de voorbije jaren zetten we de strijd voor het behoud van het jaarklassenprincipe -
gekoppeld aan groepsinstructie,
leerplannen en methodes per leeftijdsgroep
verder. Zowel in de ZILL-onderwijsvisie van het katholiek
onderwijs als in de Poolstervisie van het GO! wordt gepleit voor onderwijs-op-maat van elk kind, zelfsturing,
doorgedreven personalisering/individualisering van het leerproces. De voorbije
decennia waarschuwden we voortdurend voor het kennis- en prestatierelativisme
en het constructivisme, ... in het zelfontplooiingsmodel van prof. Ferre Laevers vanaf 1976, in de
Uitgangspunten bij de eindtermen van 1996, in de recente ZILL-onderwijsvisie en GO!-Poolstervisie, ...
6 Inzet voor didactiek,
methodiek leren lezen, rekenen, spellen, wereldoriëntatie
Heel wat redactieleden waren de voorbije decennia ook in sterke mate begaan met het
optimaliseren van de methodische aanpak
van didactische werkvormen & klasmanagement,
van het leren lezen, rekenen, begrijpend
lezen, spellen (o.a. vereenvoudigde regels voor de werkwoordspelling),
werken met kinderboeken, wereldoriëntatie,
filosoferen met kinderen,
milieu-educatie, vredesopvoeding ...
Opvallend was onze grote inzet voor het taalonderwijs, voor
het belang van het AN, en voor het invoeren van extra NT2-lessen vanaf de
eerste dag van het kleuteronderwijs. We
werkten lange tijd aan het opstellen van
onze directe en fonetische systeemmethodiek voor het
leren lezen, die momenteel in de meeste
leesmethodes in Vlaanderen én Nederland wordt gevolgd. We toonden aan dat de
lange tijd gehanteerde structuurmethodes
à la Veilig leren lezen met hun globale-lezen-inslag
in de startperiode geenszins veilig waren. Rond 2000 bestempelde VVL-hoofdauteur C.
Mommers onze kritiek op zijn VLL-structuurmethode
nog als pure onzin, maar in de recente KIM-versie
van 2014 schakelden zijn opvolgers over
op onze directe systeemmethodiek. We zorgden zo voor een grote consensus
en zo kwam in het Nederlands taalgebied
een einde aan de permanente leesoorlog
van de voorbije eeuw.
We waren ook intens begaan met het spelling- en grammatica-onderwijs, het werken met goede
kin Al sinds 1993 voeren we ook acties tegen de uitholling van het taalonderwijs
in de eindtermen en taal[leerplannen, tegen de
relativering van het belang van de
standaardtaal en de eenzijdige vaardigheidsgerichte & communicatieve
taalvisie van het Leuvens taalcentrum
van prof. Kris Van den Branden en van de Taalunie, en tegen de vele taalachterstandsrelativisten
die zich al 25 jaar verzetten tegen de
invoering van extra NT2-taallessen vanaf
de eerste dag van het kleuteronderwijs,
We slaagden er na een lange kruistocht in het
wiskundeonderwijs in Vlaanderen weer op het juiste spoor te krijgen; en zowel afstand te nemen
van het extreem van de formalistische en
hemelse/ zwevende moderne wiskunde, als van het andere extreem van de aardse wiskunde die blijft
steken in contextueel en
constructivistisch rekenen.
Onze visie op passend wiskundeonderwijs kon op veel instemming rekenen - ook Nederlandse wiskundigen
en didactici verwezen er naar. Het leerplan wiskunde-1998 van het (katholiek)
lager onderwijs dat redactielid Raf Feys mede opstelde kon ook op veel waardering rekenen vanwege de leerkrachten
en de inspectie en dat in tegenstelling met de leerplannen voor de taalvakken e.d. Voor
wereldoriëntatie en de zaakvakken werkten we destijds een 40-tal leerpakketten uit en deze werden breed
verspreid via ons Projectenfonds
met veel aandacht ook voor de zgn.
educaties, milieueducatie e.d. Een van
ons stimuleerde de opstelling van systematische en cursorische pakketten voor
de zaakvakken tegen de filosofie van
de eindtermen en leerplannen in. Hij werkte mee aan de opstelling van Tijdwijzer en
Ruimtewijzer (Uitgeverij Pelckmans).
In Onderwijskrant nr. 197 formuleerden we onlangs nog 50 paginas met voorstellen voor de
nieuwe eindtermen basisonderwijs, voor
het wegwerken van de uitholling van het
taalonderwijs, enz. We zijn dus best
tevreden over het werk dat we in[1]zake stapsgewijze vernieuwing/optimalisering
in continuïteit gepresteerd hebben.
Veel van die idee[1]en drongen ook door
in de klaspraktijk. Vernieuwers in
continuïteit en leerkrachten die veelal in stilte werken aan het optimaliseren
en verspreiden van beproefde waarden en aan de aanvulling met nieuwe elementen, komen wel zelden of nooit in de
schijnwerpers en kapen geen
prijzen weg.
8 Nieuwe wind & herscholing ontscholers ongelukkig
8.1 Onderwijskrant
bevorderde nieuwe (herscholings)wind
De voorbije jaren stelden we met genoegen vast dat de onderwijsvisie en de standpunten die we
de voorbije decennia propageerden steeds
breder en luider onderschreven werden,
niet enkel door praktijkmensen, maar recentelijk b.v. ook in het regeerakkoord-2019, in het
recente Brinckman-rapport van de
commissie Beter Onderwijs, in publicaties
van het nieuwe ExCEL- expertisecentrum voor effectief onderwijs, enz.
We vonden de voorbije 45 jaar veel gehoor bij de praktijkmensen en konden zo toch heel wat
nefaste hervormingen voorkomen,
afzwakken of achteraf weer recht zetten
en zo ook ontmoediging bij de leraren
afremmen. We slaagden er ook in om vroegere tegenstanders op andere ideeën te
brengen.
Dirk Van Damme (ex-OESO -kopstuk) geeft nu toe dat tal van beleidsmensen en universitaire
onderwijsexperts zich in het verleden deerlijk hebben vergist; en hij sloeg zelf mea culpa. Het
onderwijstij wa/iss de voorbije jaren aan het keren. Ook veel beeldenstormers en
ontscholers laten minder van zich horen.
De kopstukken van de onderwijsnetten en van de inspectie erkenden eindelijk dat er sprake is
van niveaudaling. De koepel van het
katholiek onderwijs pakte ook niet langer uit met zijn eenzijdige en uithollende taalvisie.
Sommige beeldenstormers wekken nu zelfs de indruk dat ze steeds
een evenwichtige taalvisie gepropageerd hebben, dat ze geenszins problemen hadden met taalkennis, met expliciete
instructie, enz.
. Nu huidige
beleidsmakers afstand namen van tal van
vormen van ontscholing en aantasting van
de kwaliteit van het onderwijs, vinden sommigen het opportuun om vlug hun kar
te keren en te vergeten wat ze in het
verleden verkondigd hebben.
Maar de strijd is wel nog lang niet gestreden (zie. 8.2). En door Corona zijn het onderwijsdebat
en de aangekondigde bijsturingen van het
M-decreet e.d. de voorbije 2 jaar wat
stilgevallen.
9 Onderwijskrant nu
ook echte krant: eigen website, blog,
facebook en twitter
Onderwijskrant is een tijdschrift dat in zijn bestaan nog niet van het eigenzinnig formaat - 265 x
195 veranderde en dat qua layout vrij sober
oogt. Bij gebrek aan middelen kon
Onderwijskrant zich ook geen flitsende
layout leveren. Daarnaast voelden we ook
weinig voor de blitse layout en de opper[1]vlakkige
bijdragen van b.v. het overheidstijdschrift KLASSE. De inhoud vonden we steeds belangrijker
dan de vorm.
Onderwijskrant is sinds januari 2007 niet enkel een tijdschrift, maar ook een website waarmee we
een veel groter lezerspubliek bereiken.
Op www. onder[1]wijskrant.be plaatsen
we ook gratis bijdragen en themanummers van vroegere jaargangen. Momenteel een
3.400 paginas vanaf nr. 133, een 600 bijdragen.
Sinds januari 2007 werd de website al 640.000
keer bezocht. We moeten hierbij uiteraard rekening houden met het feit dat een aantal
mensen toevallig op onze
website belanden en/of er geen artikels
lezen. Bij Onderwijskrant hebben we ook
steeds afgezien van copyright en de lezers aan[1]gespoord
om onze bijdragen en berichten te helpen verspreiden.
Nieuwe initiatieven
vanaf 2013 op de sociale media : website, blog, facebook, twitter
Sinds Raf Feys als hoofdredacteur met pensioen ging en in 2013 ook stopte als
coördinator-docent van een Hoger Instituut
voor Opvoedkunde investeerde hij veel tijd en energie in een aantal nieuwe initiatieven in de sociale media: de
facebook-pagina van Raf Feys, en tweets
@FeysRaf (35.000), de blog
Onderwijskrant Vlaanderen (momenteel: Onderwijskrant2
Vlaanderen, https://www.bloggen.be/ onderwijskrant2/reageer.php?postID=3196792)
.
Vanaf 2013 werd Onderwijskrant dus ook een echte dagelijkse krant met dagelijks meerdere
berichten en korte bijdragen over
actuele onderwerpen. Via de sociale
media kunnen we vlot inspelen op de actualiteit
en de aandacht vestigen op evoluties en interessante
onderwijsbijdragen uit Vlaanderen en de
wijde wereld. Naast de 200 paginas die we jaarlijks
in het tijdschrift publiceren, verspreidden we er de voorbije jaren enkele duizenden via de
blog, facebook en twitter. Via blog,
facebook en twitter leren we overigens zelf
veel bij: onderwijsnieuws, standpunten,
interessante bijdragen en boeken over het
onderwijs, contacten met inspirerende onder[1]wijsmensen.
Ook twitter als sociaal medium vinden we een belangrijk
kanaal om ideeën te verspreiden en het onderwijsdebat te stofferen. Met zijn
momenteel 35.000 tweets kon
hoofdredacteur Raf Feys sinds mei 2013
heel veel mensen bereiken en informeren; het gaat niet enkel om eigen
standpunten en verwijzingen naar Onderwijskrantpublicaties,
maar nog meer om verwijzingen naar
relevante stand[1]punten en publicaties
van anderen. Het is ook een vorm van
gratis bijscholing en maatschappelijke dienstverlening.
Deze tweets bevatten ook veel links naar
bijdragen in de internationale onderwijspers
en andere onderwijstweeteraars.
Met tweets kan je dagelijks veel mensen bereiken, soms maar een paar honderd, maar af en toe ook
veel meer. Zo bereikten we in een paar dagen 68.000 'impressies' bij een tweet over de
belangrijk[1]ste oorzaak van de aantasting
van het lerarenambt. We hopen dat er op
termijn nog een breder netwerk van
onderwijstwitteraars, onderwijsblogs, facebookpaginas,
... ontstaat. Jammer genoeg zijn de
mogelijkheden om op het internet
gestoffeerde Vlaamse onderwijsbijdragen te vinden nog te schaars. Veel onderwijskundigen
en docenten pakken wel uit met de
informatieve functie van het internet, maar verzaken zelf aan het stofferen ervan. Onderwijskrant probeert die
leemte wat op te vullen en roept anderen
op dit voorbeeld te volgen. We zouden
ook kunnen samenwerken en een
gezamenlijke onderwijswebsite, onderwijsblogpagina
... creëren. Kwalitatief hoogstaande internetpublicaties
lijken ons heel belangrijk. Veel mensen publiceren
artikels en boeken die weinig gelezen worden
en/of enkel gelezen worden door gelijkgezinden. Vlaamse leerkrachten kruipen
ook nog te weinig in de pen.
Woord van dank en
grote financiële problemen
We blikken in dit themanummer met veel voldoening terug op de voorbije 200 nummers en maken een balans op. We zijn ervan overtuigd dat we de
voorbije 45 jaar het denken over onderwijs en ook de onderwijspraktijk zelf positief hebben
beïnvloed. We menen ook dat de vele
mensen die in het verleden aan
Onderwijskrant meewerkten in deze voldoening mogen delen en onze dank verdienen. 200 maal dank. We danken ook de trouwe abonnees. We danken ook al de mensen die interesse tonen
voor de Onderwijskrant-website en voor
onze bijdragen op de sociale media.
45 jaar financiële zorgen
Onderwijskrantnummer 1 dateert van oktober 1977. We ontvingen al die jaren geen subsidie. Door
het dalend aantal abonnees kregen we al
vlug financiële problemen. In de periode
1980- 1997 hielden we ons financieel recht door de opbrengst van de verkoop van
de ideeënbundels thematische wereldoriëntatie van ons Projectenfonds.
Enkele redactieleden investeerden veel geld in Onderwijskrant.
We hebben destijds de onderwijsminister om wat financiële steun gevraagd;
tevergeefs. We zorgden nochtans de voorbije 45 jaar wel voor werk voor de drukkerij Acco, de Post,
en
gedurende een aantal jaren ook voor iemand die het typewerk en de layout verzorgde. Elk nummer
dat we de voorbije jaren publiceerden
was verlieslatend. Papier en verzending
zijn ook duurder geworden.
Zoals het er nu uitziet zullen we ons moeten beperken tot de elektronische uitgave. Alle abonnees ontvangen nog dit jubileumnummer
en een afsluitend dubbelnummer. Daarna
kan men gratis terecht op onze website
& sociale media.
|