Een eerste reactie van redactielid Pieter van Biervliet op het Brinckman-rapport van de Commissie
Beter Onderwijs (in Onderwijskrant nr. 199 van oktober 2021).
Op 27 oktober j.l. werd het rapport van Commissie Beter
Onderwijs gepubliceerd. In de laatste bijdrage in dit nummer wordt uitvoerig
ingegaan op dit belangrijk rapport.
In de krant DS van 29 oktober schreef ik al in een korte reactie in een opiniebijdrage o.a.: Het rapport
van de commissie Beter Onderwijs is een klets om de oren van de vele
verantwoordelijken voor de dalende onderwijskwaliteit van de voorbije decennia
: van onderwijsexperts, pedagogische begeleiders, inspecteurs, bepaalde
directeurs en leraren
Het gaat om een omvangrijke groep van mensen die zich de voorbije decennia minachtend uitspraken over leraren die nog
graag lesgeven, voor heldere instructie zorgen, klassikale oefeningen voorzien
gevolgd door individueel werk en zo de handen vrij hebben voor het begeleiden
van leerlingen die hulp nodig hebben.,
De Brinckman-commissie zocht ook
terecht inspiratie bij de evolutie van
het onderwijs in Engeland. Een van de rapport-experten, de Vlaamse prof.
Daniël Muijs, was overigens als vroeger Hoofd Onderzoek van de Engelse
inspectie een van de mede-architecten van het herstelplan in het Verenigd
Koninkrijk.
Het Brinckman-rapport is alvast een riem onder het hart van iedereen die echt
wil lesgeven. Ze worden weleens lesboeren genoemd. Het rapport
betekent ook een vorm van erkenning
voor allerlei mensen en groepen die de laatste decennia gewaarschuwd
hebben voor de dalende onderwijskwaliteit. Denk aan Onderwijskrant met Raf Feys en co die de
voorbije decennia het voortouw namen,
aan professoren als Wim Van den Broeck en Wouter Duyck, aan
Dialoogcentrum Reflectie op Opvoeding en Onderwijs van de inmiddels overleden Valeer Van Achter,
aan onze O-ZON-campagne-2007 Onderwijs Zonder ONtscholing met Marc Hullebus,
& Raf Feys , en recentelijk ook aan Dirk Van Damme & Tim Surma
en nog
vele anderen.
In mijn opiniestukje in de krant De Standaard verwees ik
naar positieve ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk. Het ontschoolde Engelse onderwijs werd geleidelijk uit het slop gehaald door de sturende rol
van de leraar te vergroten. Dit begon al met de invoering destijds van de zgn.
Literacy Hour, en later ook met de Numeracy Hour voor rekenen. Men vroeg de
leraren om meer expliciete instructie te geven, om met de gehele klas te
oefenen, om voortdurend te controleren of de leerstof begrepen is, om voldoende
feedback te geven, om voor sommige leerlingen verlengde instructie te voorzien,
om zoveel mogelijk te herhalen bij de start en op het einde van de les, maar
ook tussenin. Het zijn de typische
kenmerken van de zgn. directe instructie.
Ik publiceerde er destijds een uitgebreide bijdrage over in Onderwijskrant.
Het allereerste
en grondige onderzoek i.v.m. directe
instructie is het zgn.
Follow Throughonderzoek in de VS dat van 1967 tot 1977 liep en
waarbij 75.000 leerlingen betrokken
waren. In Follow Through werd nagegaan van welk soort onderwijs kansarme
leerlingen het meest zouden profiteren: van directe instructie of van aanpakken
waarbij de leraar een veel mindere of zelfs helemaal geen sturende rol heeft
(zoals het zgn. Open Education Model dat als de meest extreme vorm van zgn.
leerlinggecentreerd onderwijs wordt beschreven)?
De beheersing van drie soorten doelen werden in dat
onderzoek geëvalueerd: van de basisvaardigheden (rekenen, lezen en schrijven),
van meer algemeen-cognitieve doelen (zoals probleemoplossend denken) en van
zgn. affectieve doelen (zoals het respecteren van andermans mening). De resultaten waren duidelijk. Als het over basis- en algemeen-cognitieve
doelen gaat, dan biedt directe instructie de beste garanties. Meer nog en dat is misschien vrij
onverwacht maar ook voor het bereiken van de zgn. affectieve doelen liet
directe instructie de beste resultaten zien
Zie voor grafieken met de resultaten van het Follow Through onderzoek:
https://psych.athabascau.ca/open/engelmann/direct-evid.php
Veelal wordt ten onrechte gesteld dat alleen en/of vooral
kansarme en zorgleerlingen van directe instructie profiteren. Intussen zijn er recente meta-analyses
waaruit blijkt dat álle leerlingen er profijt uit halen. Zie bijvoorbeeld Stockard e.a. (2018)
in https://www.researchgate.net/.../322332768_The...
In het onderzoek van Andersen & Andersen bleek bovendien
dat hoe meer het onderwijs gedifferentieerd/geïndividualiseerd/gepersonaliseerd
wordt, hoe minder leerlingen leren, en dat vooral kansarme leerlingen daarvan
het slachtoffer zijn.
Te sterke klemtoon op geïndividualiseerd/gepersonaliseerd
leren
Er is vandaag een veel te grote focus op het
individualiseren/personaliseren van het onderwijs. In bijdragen in
Onderwijskrant over de ZILL-visie en over de GO!Poolstervisie
gingen we hier al uitvoerig op in. Ook
in de publicaties in de aanloop van de nieuwe eindtermen (2013-2017) over de
toekomst van ons onderwijs waren onderwijs op maat van elke leerling en de
ermee verbonden zelfsturing van de leerling centrale themas, ook in
Vlaanderen 2050. Men koos voor ontwikkelingsgericht/ontwikkelend onderwijs
dat de ontwikkeling van elke leerling volgt. In het Brinckman-rapport van de
Commissie Beter Onderwijs neemt men terecht afstand van gepersonaliseerd
onderwijs.
Ook in de tekst
Basiscompetenties van beginnende leraren wordt heel sterk de klemtoon
gelegd op het gedifferentieerd
kunnen inspelen op de grote verschillen
tussen de leerlingen: de leerkracht kan
een krachtige leeromgeving realiseren,
met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep, enz..
Zelf ga ik er als lerarenopleider van uit dat dat het lesgebeuren vooral ook een groepsgebeuren
is waarbij de overeenkomsten tussen leerlingen en voldoende groepsonderwijs
centraal staan. Het doet me denken aan
wat de Daila Lama ooit liet optekenen: hoe meer je de verschillen tussen mensen
beklemtoont, hoe meer conflicten je creëert.
Dat geldt m.i. ook voor de klasgroep.
Aandacht voor de overeenkomsten tussen leerlingen en
groepsonderwijs creëert verbondenheid tussen leerlingen. Verbondenheid in een klas zorgt voor meer
motivatie en een beter zelfbeeld bij de leerlingen, of ze nu zorgleerlingen
zijn of niet, kansarm of niet. Een
belangrijk bindmiddel hierbij is de gezamenlijke gerichtheid op de
leerinhoud. Met Onderwijskrant namen we
overigens de voorbije decennia ook het voortouw in de verdediging van het zo
verguisde jaarklassensysteem.
Natuurlijk moet er ingegrepen worden wanneer een leerling de
leerstof niet begrijpt of ook als een leerling zich verveelt omdat de leerstof
te gemakkelijk is. Maar in plaats van allerlei
radicale gedifferentieerde aanpakken, gepersonaliseerd leren, op te leggen (waarvan onderzoek trouwens laat
zien dat de meeste van die aanpakken weinig of geen effect hebben;), laat men
het beter aan de leraar over om te zien hoe hij/zij op een vooral subtiele
manier leer- en andere hulp kan bieden.
Differentiëren is m.i. veel meer een organisch gebeuren in
plaats van een organisatorisch middel waarbij bijv. de ontwikkeling van elke
leerling minutieus kan worden gevolgd.
Ik daag iedereen uit om bijv. een ontwikkelingslijn voor spelling uit te
tekenen (wanneer is bijv. een leerling rijp om de regel voor het schrijven
van woorden met een open of gesloten lettergreep te leren?)!
Dit was maar een eerste en vlugge reactie op het verschijnen
van het Brinckman-rapport. In de bijdrage op pag. 39-51 wordt er meer
uitgebreid op ingegaan. Ook in latere nummers van Onderwijskrant zal het
Brinckman-rapport verder aan bod komen.
En nog dit: als lerarenopleider van Vives-Torhout zijn
wij uiteraard ook wel fier dat een
oud-student van onze regentaatsopleiding voorzitter werd van de Commissie Beter Onderwijs. We vermoeden dat
Philip Brinckman destijds in het lager, het secundair en hoger onderwijs nog
vrij kwaliteitsvol onderwijs genoten heeft. In Onderwijskrant namen we in
vorige jaargangen ook al opiniestukken
van Brinckman op - vaak ook opgenomen in de krant De Tijd.
In voorliggend themanummer nemen we bijdragen op over effectief onderwijs en analyses van de ontscholing(sdruk) en
aantasting van de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen en in Nederland.
Dit is o.i. ook een van de belangrijkste oorzaken van het lerarentekort en van
het vroegtijdig afhaken.
Het BrincOverzicht verdere bijdragen in dit nummerkman-rapport van de Commissie Onderwijs bereikte
ons pas net voor de deadline. We
vervingen vlug een paar al gelay-oute bijdragen door voorliggende bijdrage van redactielid Van
Biervliet en door een eerste voorstelling en analyse van het Brinckman-rapport
op 39-51.
In volgende bijdrage op p.8 e.v. bekijken we de visie van
Tim Surma en de opstelling van zijn
ExCEL-expertisecentrum. Daarna vrij
recente uitspraken van Dirk Van Damme over ons onderwijs en over de eindtermen
van de jaren 1990 en de meer recente voor het s.o. (p. 15 e.v.).
Over gelijkaardige onderwijsproblemen in Nederland nemen we
twee bijdragen op:* Voorstelling van het Zwartboek Progressief Achteruit van
de professoren Jaap Scheerens en Paul Kirschner (p. 19
e.v.) en een getuigenis van Jeanet Meijs over
het lager onderwijs (p. 29). Daarna volgt een bijdrage over 50 jaar
ontscholing & stroomversnelling vanaf 1990. We eindigen met de voorstelling
van het Brinckman-rapport (p. 39-51). De volgorde van de bijdragen is niet
belangrijk.
Bijlage
De nieuwe Onderwijskrant - nr. 199 - staat nu ook op onze
website
http://www.onderwijskrant.be/index.php...
Nummer 199 (oktober-november-december 2021)
INHOUD
2 Onderwijsstandpunten van GO!-topman Koen Pelleriaux: haaks
op onze visie & Brinckman-rapport
6 Een eerste reactie
op het Brinckman-rapport van de Commissie Beter Onderwijs
8 Tim Surma over aantasting onderwijskwaliteit,
herwaardering pijlers van onze sterke onderwijstraditie & inzet
expertisecentrum ExCEL
15 Dirk Van Damme (OESO): kennisrelativisme &
constructivistische aanpak bij eindtermen & leerplannen jaren negentig:
invloed van ex-VSO-sympathisanten katholieke koepel; Overladenheid nieuwe ET
s.o. door vakkenoverschrijdende eindtermen, aso-isering e.d.
19 Zwartboek: Progressief/Innovatief Achteruit van de
Nederlandse professoren Jaap Scheerens en Paul Kirschner: bevestiging van
Onderwijskrantvisie
29 Ex-onderwijzeres Jeanet Meijs over mismeestering van het
(lager) onderwijs in Nederland
31 50 jaar ontscholing(sdruk) in het onderwijs & vanaf
1990 stroomversnelling
39 Rapport Commissie Beter Onderwijs Naar de kern: de
leerlingen en hun leer-kracht :
12 pagina's met belangrijke adviezen uit dit rapport.
In volgende nummers bekijken we nog andere thema's uit dit
dik rapport.
ONDERWIJSKRANT.BE
Onderwijskrant - Kritische reflecties op onderwijs en
onderwijsbeleid