Mysterieuze petitie van groep 'Mysterie van Onderwijs' als reactie op kritiek i.v.m. kennisrelativisme, niveaudaling, 21ste eeuwse nieuwe leren, greep van onderwijskoepels, nivellerende brede eerste graad, ...
Mysterie van onderwijs stelt in zijn visietekst o.a. : "Het is een vergissing te denken dat we onze jongeren kunnen voorbereiden op de uitdagingen van de tweede (!) helft van de 21ste eeuw door in ons onderwijs terug te grijpen naar een aanpak uit de 20ste eeuw. "
Mysterie pleit in de recente petitie voor meer vrijheid van scholen & leerkrachten, maar viseert in deze petitie vooral de kritiek en onderwijsvisie van Dik Van Damme, prof. Wim van den Broeck, prof. Wouter Duyck, Onderwijskrant, N-VA en vele anderen
*op de te grote greep van de onderwijskoepels op de scholen/leerkrachten,
*op niveaudaling, uitholling taalvakken, kennisrelativisme, nivellerend gelijkheidsdenken, te radicaal M-decreet ...
*op de slogans i.v.m. de nieuwe 21ste eeuwse competenties - ook deze van Mysterie die het nu ook al heeft over de uitdagingen voor de 'tweede' helft van de 21ste eeuw
Het is begrijpelijk dat de Mysterie-mensen niet opgetogen zijn met het feit dat die kritieken en die onderwijsvisie de voorbije jaren steeds meer te beluisteren vielen.
1. Karikatuur van onderwijsvisie van 'kritische onderwijsspecialisten'
Mysterie hangt vooreerst een karikatuur op van de visie van wie ze als kritische onderwijsspecialisten' bestempelen: "De kwaliteit van ons onderwijs lag voor de verkiezingen en de voorbije weken meermaals onder vuur. In de laatste rechte lijn van de onderhandelingen worden alle zeilen bijgezet zodat de juiste recepten voor de oplossing van het kwaliteitsprobleem hun weg naar het regeerakkoord vinden.
.
De recepten die de kritische onderwijsspecialisten naar voor schuiven, vervallen vlug in al te simplistische tegenstellingen: het is aandacht voor taal en rekenen tegenover zorg, aandacht voor kennis tegenover welbevinden, aandacht voor de leerkracht in de klas tegenover het schoolbeleid, aandacht voor excellentie tegenover gelijke kansen."
Mysterie heeft het dus gemunt op de visie van de zgn. 'kritische onderwijsspecialisten'. Ze verzwijgen dat die kritieken evenzeer geformuleerd worden door veel leerkrachten, docenten en profs, rectoren van universiteiten en directies. Dit kwam ook in tal van enquêtes tot uiting.
Die kritieken zijn vooral ook kritieken op de polarisering en neomanie van de nieuwlichters van de voorbije decennia, tegen hun simplistische tegenstellingen, tegen de stelling dat we voor de 21ste eeuw totaal ander onderwijs nodig hebben.
Het is niet verwonderlijk dat ook Mysterie-lid Peter Op t 'Eynde als directeur van de pedagogische begeleiding bisdom Mechelen - net als zijn koepel - niet opgetogen is met de kritische analyses. Ook de katholieke onderwijskoepel heeft steeds weerlegd dat er sprake was van niveaudaling, onderwaardering van kennis, uitholling van taalonderwijs in de leerplannen, gelijkheidsdenken in de keuze voor een brede eerste graad s.o., te grote greep van de koepel op de scholen ...
Ik illustreer nog even hoe (koepel)collega's van Op 'T Eynde uitpakten met de simplistische tegenstelling tussen kennis en vaardigheden en met kennisrelativisme. We verwijzen even naar de tekst 'Visie op het onderricht in de moderne vreemde talen van het VVKSO van september 1997. De Visietekst opteert voor "een strikte scheiding van de begrippen 'kennis' en 'vaardigheid'... Het onderscheid tussen kennis en vaardigheid is van zo'n cruciaal belang voor een goed begrip van de vernieuwende visie op het onderricht in moderne vreemde talen dat op dit punt geen compromissen kunnen worden gesloten."(p. 14). Verder lezen we: "Deze redenering heeft geleid tot de instructie van 14 februari 1994 dat minimum 60% van de samenvattende evaluatie moet slaan op de evaluatie van de vier communicatieve vaardigheden samen, en maximum 40% op de evaluatie van vaardigheden met kenniselementen." Dus ook geen 40% voor kennis, maar voor vaardigheden met kenniselementen. Kennis mag ook slechts beoordeeld worden in de context van vaardigheidselementen."
2. Mysterie steunt de greep van onderwijsnetten op de scholen en leerkrachten en dit in naam van de vrijheid van de scholen/leerkrachten
Een pleidooi voor meer vrijheid van de scholen en leerkrachten is m.i. terecht, maar 'Mysterie' heeft naar eigen zeggen geen moeite met de sterke greep van de onderwijskoepels op de scholen en leerkrachten en zet zich enkel af tegen greep van de overheid - vrees voor invoering centrale proeven? ...
Wie A zegt - meer vrijheid voor de scholen - moet ook B-zeggen:zo stelde PRO Flandria onlangs in dit verband: "Steeds minder vrijheid voor scholen: Het Vrij Onderwijs ijvert voor een gecentraliseerd bestuur binnen een monopoliesituatie. ...Ook GO! moet meer vrijheid voor scholen toelaten."
De 'Mysterie van Onderwijs' mensen - met o.a. ook een begeleider katholiek onderwijs als Peter Op 't Eynde wijzen deze aantijging af. Ze schrijven: "Deelnemers aan het onderwijsdebat verwijzen niet zelden naar de huidige macht van de koepels om een sterkere greep van de overheid op de concrete onderwijspraktijk in scholen te rechtvaardigen. Dit getuigt van weinig vertrouwen in het beleid van onze scholen. Vervang de koepels door de overheid en we zijn nog verder van huis. Dit zal leiden tot nog meer wereldvreemde regelneverij."
De meeste deelnemers aan het onderwijsdebat willen geenszins de greep van de overheid op onderwijspraktijk rechtvaardigen; integendeel. Met Onderwijskrant bestrijden we al 30 jaar die toegenomen greep. De Mysterie-leden hebben ons daarin nooit gesteund. We menen tegelijk wel dat de overheid meer het niveau/de kwaliteit van het onderwijs moet bewaken.
Bijlage
.Mysterie-lid Peter op 't Eynde
Peter
Op 't Eynde die zelf de chef is van de pedagogische begeleidingsdienst van het bisdom Mechelen, loopt op het internet hoog op met de petitie, maar nergens wordt zijn functie binnen de katholieke koepel vermeld.
Zelf verdedigde hij destijds in Impuls b.v. de invoering van een gemeenschappelijke eerste graas s.o.- en dit niettegenstaande de overgrote meerderheid van de leerkrachten daar geen voorstander van was. Peter Op 't Eynde hield in een bijdrage over inclusief onderwijs in Impuls ook geen rekening met de kritiek van de overgrote meerderheid van de praktijkmensen.
|