Onderwijskrant
Conserveren en vernieuwen in coninuïteit
Inhoud blog
  • Ik pleit al decennia voor dringende optimalisring en bijsturing van ons kleuteronderwijs
  • Prof. William Brooks: Was Dewey a Marxist? Toch wel volgens auteur.
  • De regel dat men op school de kans loopt om niet te slagen en te moeten overzitten, maakt inherent deel uit van het schoolspel
  • Vlaamse kritiek in 1928 op indoctrinerend & communistisch onderwijs in Sovjet-Unie : haaks op de lovende getuigenissen van Dewey in boek van 1928, in brieven van Freinet
  • Pleidooi voor dingende optimalisering taalonderwijs in de kleuterschool
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    31-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kwakkels verspreid door Leuvense zittenblijven-onderzoekers sinds 1991 & recent, en nefaste voorstellen voor hervorming onderwijs

     Prof. Jan Van Damme in 1994: ”Sorry, er zijn maar 3 i.p.v. 9% ZB-ers in 1ste jaar s.o.. Hij vergiste zich dus in ‘Het educatief bestel in België’van 1991.    Begin oktober vergaloppeerden Leuvenaars zich opnieuw & ze pakten eens te meer uit met ‘radicale differentiatie’, afschaffing jaarklassen, als oplossing.

    Weinig zittenblijvers in onze lagere cyclus s.o.!

    Maar in een interview met prof. Jan Van Damme in Libelle van 15 oktober lezen we in de titel: “Drie op tien 15-jarigen in ons land bleef al eens een jaar zitten.” In De Standaard van 30 september luidde het: “Bijna 31% van de vijftienjarigen in ons land bleef al één keer zitten (in: Zittenblijven, is dit nu een goede of een slechte zaak?)

    Beide artikels en ook de commentaar van de onderzoekers wekken eens te meer de indruk dat er veel zittenblijvers zijn in onze lagere cyclus s.o. Niets is minder waar. Volgens PISA-2018 heeft in Vlaanderen 23% van de 15-jarigen al eens een jaar overgezeten; maar in Wallonië is dit 41% Op het einde van het basisonderwijs zijn er 17% die ouder zijn dan 12 jaar. Dat betekent dus dat er weinig zittenblijvers zijn in de lagere cyclus s.o., een 2,3% in het eerste jaar.

    Dat er opvallend weinig zijn in eerste graad is al heel lang zo. Jammer genoeg fantaseerde de Leuvense onderzoeker Jan Van Damme in 1991 dat er 9% zittenblijvers waren in het eerste jaar - in het rapport ‘Het educatief bestel in België’ van Monard en co. In 1994 stelde Van Damme echter zelf vast dat er maar 3% waren – en nog heel wat minder in landelijke regio’s. Sinds 1991 bestrijden we die kwakkel, maar tevergeefs. Dit vermeend grote knelpunt leidde tot het in vraag stellen van onze sterke eerste graad, tot 25 jaar steriel debat over een structuurhervorming; en tot een hervorming per 1 september 2019 die tot veel chaos en aantasting van de kwaliteit van de eerste graad leidt. Het recente artikel in de krant DS en een interview met Jan Van Damme in Libelle van 15 oktober wekteopnieuw de indruk dat er ook in de eerste graad s.o.veel zittenblijvers zijn en dat zittenblijven opgedoektmoet worden.

    Kwalijke gevolgen van zittenblijvenI?

    We lezen in de geciteerde DS-bijdrage: “De betrokken onderzoekers wijzen op de kwalijke gevolgenvan het zittenblijven. In haar commentaar poneerdede Leuvense onderzoekster Machteld Vandecandelaere: “Op lange termijn zien we ook in onze Leuvense studies dat zittenblijven nefast is voor zowel hun schoolresultaten als hun welbevinden.”

    Van den Broeck: zittenblijven wel veelal zinvol!

    We lezer verder in de bijdrage in DS: “Prof. Wim van den Broeck (VUB) is het hiermee helemaal oneens.” Van den Broeck stelt: ”Ik heb de data (van de Leuvense onderzoeken) achteraf zelf onder de loep genomen, maar een andere methode gehanteerd. In plaats van zittenblijven te vergelijken met een controlegroep, heb ik het schooltraject van de zittenblijvers in de lagere school in kaart gebracht. Wat blijkt dan: zowel hun leerresultaten als welbevinden gaan de hoogte in en dat effect houdt aan tot in het zesde leerjaar.” Van zodra dit onderzoek gepubliceerd wordt, zullen we hierover berichten in Onderwijskrant en op facebook.

    Leuvense onderzoekers in 2014: we vergaloppeerden ons in studies van 2011 en 2012, zittenblijven kan toch zinvol zijn...

    Destijds hebben Wim Van den Broeck en ikzelf al de Leuvense studies van 2011 en 2012 sterk bekritiseerd. Dit had als gevolg dat de Leuvenaars zelf naderhand toegaven dat ze grote fouten maakten. In bijlage stellen we de studies van 2011 en 2012 voor.

    In publicaties van eind 2013 & begin 2014 bekenden de Leuvense onderzoekers De Fraine, Vandecandelaere en co : “We hebben ons vergaloppeerd; we publiceerden in onze studies ‘voorbarige conclusies”. Zo gaven de onderzoekers o.a. toe dat ze in hun studie van 2011 ten onrechte b.v. enkel het lot van twijfelgevallen in het eerste leerjaar hadden bestudeerd - van leerlingen dus met relatief weinig achterstand en niet van zittenblijvers met een grote achterstand. Een onvergeeflijke fout en grote misleiding. Bij die twijfelgevallen zitten overigens ook leerlingen die volgens de school het best niet overzitten, maar volgens de ouders toch moeten overzitten.

    In een drietal bijdragen die dateren van eind 2013 en augustus 2014 schreven de Leuvense onderzoekers dus toe dat hun krasse uitspraken voorbarig en dus ook fout waren (zie Gesjoemel en misleiding in Leuvense studies over zittenblijven; in: Onderwijskrant, oktober 2014).

    Leuvense onderzoekers eind 2013: ’Sorry ,zittenblijven kan toch zinvol zijn”.

    De Leuvenaars bekenden nu:

    *De drastische aanbeveling om het zittenblijven af te schaffen, zouden we vandaag - met wat we nu weten - niet meer doen. *Omtrent zittenblijven in het 1ste leerjaar hadden we moeten vermelden dat we enkel de ‘twijfelgevallen’ bekeken en niet de ‘duidelijke‘ gevallen.” (Commentaar: toch onvoorstelbaar en dit werd niet expliciet gezegd in het onderzoeksrapport.)

    *De recentere studie (= over zittenblijven in het derde kleuter) relativeert ook ons vroeger onderzoek in die zin dat zittenblijven niet als een eenduidig goede of slechte maatregel gezien kan worden. *Onze (recentere) bevindingen geven aan dat zittenblijven in b.v. de derde kleuterklas doorgaans wel een goed idee is voor kinderen waarbij men zeer grote twijfels heeft of ze het eerste leerjaar wel zullen aankunnen.

    *Vanuit onze onderzoeksresultaten kunnen dus ook weinig concrete adviezen geformuleerd worden voor de praktijk. We zouden vandaag een aantal drastische aanbevelingen niet meer doen". (De Leuvense onderzoekers adviseerden in 2011- 12 zelfs het afschaffen van het jaarklassensysteem, een van de belangrijkste pijlers van degelijk onderwijs.) Maar intussen was het kwaad geschied. Ook hun kwakkels van 2011-2012 zullen nog lang in het collectief geheugen gegrift blijven, net als de kwakkel van 1991 dat er 9% zittenblijvers waren in het eerste jaar s.o. Hun studies stimuleerden de voorbije jaren ook de obsessie om het zittenblijven te verbieden. Men beriep zich hierbij steeds op de Leuvense studies. Ook het Masterhervormingsplan voor het secundair onderwijs van juni 2013 deed dit. Dit plan verbiedt overigens in principe het zittenblijven in het eerste jaar’

    s.o. Om het zittenblijven af te remmen moeten scholen in het lager en secundair onderwijs vanaf 1 september 2014 ook het zittenblijven uitgebreid op papier motiveren en tegelijk ook remediëringsmaatregelen voorstellen.

    Vandecandelaere op 1 oktober op KUL-blog  Machteld Vandecandelaere voegde op 1 oktober j.l. nog verdere commentaar toe op haar uitspraken op de blog van de KULeuven. Zij verzweeg dat de Leuvense onderzoekers eind 2013 bekenden dat ze zich in hun studies van 2011 & 2012 vergaloppeerd hadden, en dat hun krasse uitspraken voorbarig en dus ook fout waren. Zij geeft tegelijk wel toe dat de onderzoeken mank lopen omdat belangrijke zaken niet onderzocht werden (zie verderop).

    Maar ze concludeert tegelijk: “Degelijk onderzoek waarbij zittenblijvers worden vergeleken met vergelijkbare leerlingen die niet bleven zitten, wijst uit dat de effecten op lange termijn veelal negatief zijn. Anders gezegd: een zittenblijver zou op lange termijn beter hebben gescoord wanneer hij niet was blijven zitten.” Zij wekt de indruk dat het Leuvens onderzoek wel degelijk was. Niets is minder waar aangezien in de ophefmakende studie van 2011 o.a. enkel de twijfelgevallen onderzocht werden, en niet de leerlingen met aanzienlijke tekorten.

    Tegelijk relativeert VdC die stellige uitspraak:

    “Om dit - om zittenblijven degelijk - te kunnen onderzoeken heb je eigenlijk nood aan een zeer rijke en grootschalige dataverzameling bij leerlingen die gedurende meerdere jaren gevolgd worden. Helaas staat zo’n grootschalige dataverzameling momenteel niet op de beleidsagenda. De beperkte data die nu voorhanden zijn laten enkel toe om uitspraken te kunnen doen over ‘het gemiddelde’, over ‘de meeste leerlingen’.

    “VdC vervolgt: “We kunnen geen uitspraken doen over een specifieke leerling gegeven zijn of haar context. Het is niet ondenkbaar dat zittenblijven in sommige situaties voor bepaalde leerlingen wel een goede zaak is. Zo zijn er ook de succesverhalen van leerlingen die na een bisjaar zijn opengebloeid.” Verschillen de effecten b.v. naargelang van de ernst van het onderpresteren? En verschillen de effecten van het zittenblijven naargelang van de de thuissituatie?”

    Uiteraard speelt de ernst van de tekorten een belangrijke rol. De Leuvenaars zelf bekeken in hun studie van 2011 enkel de twijfelgevallen en lieten de ernstige gevallen buiten beschouwing. De Leuvenaars hielden ook geen rekening met het feit dat soms de thuissituatie in het advies betrokken wordt. Als de school en het CLB weten dat een leerling van huis uit in sterke mate zal ondersteund wordt in zijn leerproces, dan kan/mag dit meespelen in het advies - zeker bij twijfelgevallen. Dat die leerlingen die dan wel overgaan achteraf even goed presteren als leerlingen die wel het jaar overdeden, is begrijpelijk. Maar ook hier hielden ze geen rekening mee.

    VdC: “Voor welbevinden vinden onderzoekers soms wel positieve effecten. Dan gaat het b.v. over kinderen die een jaar bleven doorkleuteren. Doordat zij niet langer als jongste aan het staartje van de klas blijven bengelen, krijgen ze een boost in het zelfvertrouwen.” Volgens de Leuvense studie van 2011 zou dit niet het geval zijn voor kinderen in een eerste leerjaar!??

    Leuvenaars: schaf jaarklassensysteem af: radicale differentiatie!???

    Jan Van Damme poneert in Libelle: “Een goede oplossing zou zijn, het tempo en de leerstof aanpassen aan het niveau van elke individuele leerling.” Hij beseft blijkbaar niet dat zo’n radicale differentiatie onhaalbaar en zelfs nefast is.

    VdC stelt eveneens: “Scholen en leraren beschikken niet altijd over de nodige draagkracht om voldoende te kunnen differentiëren en remediëren in het volgende leerjaar. En dan biedt zittenblijven soelaas. Is dat een probleem? Vanuit economisch oogpunt is elke zittenblijver er één te veel. Een zittenblijver kost onze samenleving handenvol geld. Vanuit het perspectief van de leraar, liggen de kaarten anders. Zittenblijven is een neveneffect van ons jaarklassensysteem. Dit systeem maakt het voor de

    leraar hanteerbaar om lesinhouden af te stemmen op de leermogelijkheden en -behoeften van een bepaalde leeftijdsgroep. Het systeem is erop gebaseerd dat een leerling op het einde van het jaar bepaalde leerstof onder de knie moet hebben. Slaagt de leerling daar niet in, dan wordt overwogen om een jaar te bissen. Op die manier worden de verschillen tussen leerlingen klein gehouden. Vanuit die optiek is het te begrijpen dat zittenblijven vandaag nog zeer gang is.” (Zittenblijven is volgens VdC dus een gemakkelijkheidsoplossing, en zou volgens haar blijkbaar ook frequent voorkomen in de eerste graad s.o.)

    De Leuvenaars willen dus het jaarklassensysteem afschaffen; wellicht de belangrijkste pijler van effectief onderwijs die ook overal ter wereld overeind gebleven is - niettegenstaande de kritiek van veel zgn. ’onderwijsexperts’. De Leuvenaars stelden vast dat de leerkrachten zittenblijven wel zinvol vonden, maar voegden er aan toe dat de leraren zich vergisten. Ze hielden bij hun krasse uitspraken ook geen rekening met de belangrijke preventieve en motiverende functie van zittenblijven. De regel dat men op school de kans loopt om niet te slagen, maakt inherent deel uit van het schoolspel. Veel leerlingen zouden minder presteren als ze beseffen dat ze in elk geval en los van hun einduitslag naar een volgend leerjaar mogen overstappen. Als er geen attesten en sancties (overzitten, andere richting kiezen …) meer zijn, dan worden de leerlingen veel minder uitgedaagd en onder enige druk gezet om hun best te doen -cf. experiment in Waals onderwijs met de zgn. ‘école de la réussite’ van 1995 waarbij zittenblijven verboden was in het eerste jaar. De onderzoekers verwezen ook als ideaal naar het superieure onderwijs in Zweden. Het is nochtans al lang bekend dat in hun ‘gidsland’ Zweden zowel de sterkere als de zwakkere leerlingen opvallend slechter presteren. Waar Vlaanderen voor b.v. PISA2012-wiskunde de Europese topscore behaalde (531 punten), behaalde Zweden een staartscore (478 punten; of: 1,3 jaar achterstand op Vlaanderen). Zweden telt ook slechts 3% toppers en Vlaanderen 25%. Enkel via verzwijging van de Zweedse PISA-score kunnen de Leuvenaars verdoezelen dat

    Zweedse 15-jarigen qua leerprestaties opvallend zwakker presteren.

    Besluiten

    Op basis van Van Dammes grote zittenblijverskwakkel van 1991 werd beweerd dat onze (sterke) eerste graad een grote probleemcyclus was en dus grondig hervormd moest worden. Die kwakkel leidde - samen met recentere Leuvense kwakkels tot het quasi verbod van zittenblijven in het eerste jaar en tot een hervorming van de eerste graad per 1 september 2019 die niet enkel tot chaos, maar ook tot een aantasting van de kwaliteit leidt. Prof. Jan Van Damme onderzoekt al 50 jaar het zittenblijven; maar verspreidde tegelijk grote kwakkels en tegengestelde uitspraken over de (on)zinvolheid. Hij pakt nu in Libelle opnieuw uit met nefaste radicale differentiatie. De enorme investering in studies over zittenblijven leidde enkel tot een aantasting van de kwaliteit van het onderwijs.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:zittenblijven
    31-10-2020, 11:05 geschreven door Raf Feys  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Probleem met overladen eindtermen is grotendeels de schuld van ideologische & andere keuzes van de grote schoolnetten & van foute/overtrokken interpretatie van vrijheid van onderwijs

    Heibel over nieuwe eindtermen 2de graad s.o. en chaos  volgend  schooljaar - en de zgn. 'vrijheid van onderwijs'

    De weinig doordachte en overhaaste invoering van de  hervorming van het s.o. leidt tot steeds meer   chaos. Op 29 oktober was er in de commissie onderwijs een tumultueuze hoorzitting over de haalbaarheid en omvang van de eindtermen voor de 2de graad s.o.  met de zgn.  onderwijsverstrekkers, en over de invoering per 1 september 2021.

    Twistpunten

    De eindtermen 2de graad  werden eind juni door de onderwijskoepels goedgekeurd. Pas  achtera f tekende Lieven Boeve verzet aan. Hij dreigt zelfs met een beroep bij het grondwettelijk hof waardoor een totale impasse zou ontstaan.  Het GO! en het Provinciaal onderwijs  stelden dat ook Boeve de ET ondertekende ,en dat men  geen tijd meer heeft voor een grondige aanpassing. 

    De ET zijn volgens Boeve  te overladen; ze  zouden een te groot deel van de onderwijstijd in beslag nemen. Er is te weinig ruimte voor extra-leerinhouden vanuit het pedagogisch project van het katholiek onderwijs en vanwege de leraren, voor remediëring van leerlingen ... Het principe van  ‘De ’vrijheid van onderwijs’ komt in het gedrang.  

    Boeve stelde voor om de invoering van de eindtermen op te schorten en volgend schooljaar  verder te werken met oude eindtermen en/of met voorlopige leerplannen die in voorbereiding zijn. Volgens andere onderwijsverstrekkers  en volgens mij  zou/zal  dit leiden tot grote aansluitingsproblemen bij de leerinhouden van de nieuwe eerste graad en bij de nieuwe visie op de richtingen in de tweede graad. Men had uiteraard de hervorming van de eerste graad niet mogen starten zonder zicht op de eindtermen voor de tweede graad.

    Grootste fout: miskenning van noden van tso/bso-leerlingen vanaf 1ste graad

    Volgens mij en volgens Griet Mahieu, koepel provinciaal onderwijs, gaat  het vooral om het  te uitgebreid aantal ET algemene vorming voor wiskunde, taalvakken, geschiedenis …. voor tso/bso-richtingen -   ten koste van de  specifieke technologische en technische vormingscomponenten.  Dit is volgens ons een gevolg  van een foute ideologische keuze  door de grote onderwijskoepels,  van  hun keuze voor een bredere, meer gemeenschappelijke eerste graad – met  meer aso-leerinhouden voor tso/bso-leerlingen ten koste van de klassieke technische/technologische componenten. Ook de eerste graad is  te weinig afgestemd op de noden van tso/bso-leerlingen. Dit wordt nu in de nieuwe eindtermen doorgetrokken in de tweede graad.

    De nefaste gevolgen van zo’n ideologische keuze kwamen ook al  tot uiting  in de gemeenschappelijke leerplannen die  onderwijskoepels vanaf 2009 opgedrongen hebben voor alle opties in eerste graad: te gemakkelijk voor veel leerlingen, te moeilijk en te theoretisch voor andere.  Voor de 2de graad tso en bso  vormt de uitbreiding van de algemeen vormende leerinhouden ook een probleem. Waarom zou zelfs de sterke technische richting IW dezelfde ET voor b.v. de taalvakken moeten hebben als de  aso-richtingen zonder al die technische vakken. Voor zwakkere tso/bso-richtingen  zijn veel ET te uitgebreid en te moeilijk;  er rest daardoor ook  te weinig tijd voor de specifieke technische en technologische vorming.  Moeten toekomstige bakkers alle hemellichamen e.d. kennen, en minder hun stiel?

     De overlading  van de ET is uiteraard ook mede een gevolg van al die nieuwe vakkenoverschrijdende ET als financiële geletterdheid, burgerschapsvorming e.d.,  waar ook de onderwijskoepels op aangedrongen hebben. Ik waarschuwde de voorbije jaren al  dat de vele extra vakkenoverschrijdende leerinhouden  tot een overlading van het leerprogramma zouden leiden - ten koste ook van  algemeen vormende vakken als Nederlands e.d.,  maar ook van de specifieke technologische en technische vorming voor tso/bso-leer-lingen. Volgens het GO! en het Provinciaal onderwijs moet men toch in september starten met de ET en pragmatische oplossingen zoeken.

    Grote gemeenschappelijkheid is heel belangrijk voor het realiseren van gelijke onderwijskansen,  afstemming op beginsituatie e.d.

    We moeten  ook rekening houden  met het gelijkheidsprincipe: de overheid moet  gelijke/faire onderwijskansen verzekeren voor alle leerlingen. Daarom is er ook  een grote mate van gemeenschappelijkheid inzake leerinhoud (niet inzake methodiek!) nodig en de overheid moet hier voor zorgen via de eindtermen.  Er is een spanning tussen 'principes', tussen autonomie  voor de leerkrachten en onderwijsnetten, en anderzijds het belang van een grote mate van gemeenschappelijkheid om gelijke/faire onderwijskansen te waarborgen. Het gaat hier niet over  de pedagogische autonomie over ‘het hoe’, de methodische aanpak, maar over ‘het wat’.

    Was er  dan vroeger  veel meer vrijheid voor de leerplannen wiskunde e.d.?

    Lieven  Boeve stelde in de hoorzitting dat hij al heel toegeeflijk geweest was in de onderhandelingen met het ministerie:  de ET mochten  tot 70% van de leertijd in beslag nemen. Boeve voegde eraan doe dat  voorgangers van hem als Mgr. Alfred Daelemans hiermee niet akkoord zouden gegaan zijn - omwille van de vrijheid van onderwijs.

    Was er dan vroeger, veel meer vrijheid inzake de keuze van  de leerinhouden?  Eigenlijk niet. In het verleden  lieten onderwijsministers – ook de katholieke -  nationale  leerplannen opstellen – zoals overigens in de meeste landen het geval is.  Dit waren niet alleen  de leerplannen voor het Rijksonderwijs, maar  ze waren ook richtinggevend voor de andere onderwijsnetten.  Men vond die grote mate van gemeenschappelijkheid evident. Zo kon men in alle scholen en netten ook dezelfde leerboeken voor wiskunde e.d. gebruiken. De leerkrachten eerste jaar s.o.  wisten dan  ook heel goed met welke leerinhouden alle leerlingen uit de verschillende lagere scholen geconfronteerd werden; er was plus minus een gelijke beginsituatie.  Ook bij de start van het hoger onderwijs wisten de docenten wat hun eerstejaars voorgeschoteld gekregen hadden in het s.o. inzake wiskunde e.d.

    Als  de  ET te algemeen en te beperkt  geformuleerd zijn, dan kan krijg je te grote verschillen tussen de onderwijsnetten,  scholen en leerkrachten,   met  de vermelde problemen als gevolg – ook voor de opstellers van methodes/handboeken.  

    Vanaf het moment dat het Rijksonderwijs een autonome raad en zelfbestuur kreeg ontstond er dus een moeilijke situatie. Dus werden  ET uitgevonden om de gemeenschappelijkheid te verzekeren, maar dit is/werd en blijft een moeilijke zaak.   Als die ET te algemeen en te beperkt zijn, en idealiter slechts  slaan op  hoogstens 70% van de leertijd,  dan krijg je te weinig gemeenschappelijkheid. 

     Koepels  leggen zelf al te vaak pedagogische aanpak op, ten koste van pedagogische autonomie

     Eindtermen en leerplannen moeten zich uitspreken over het wat, over de leerinhouden. Ze mogen geen specifieke pedagogische aanpak opleggen. Over dit soort ’vrijheid van onderwijs’  hadden Boeve en Verdyck (GO!) het niet tijdens de hoorzitting.  Jammer genoeg drongen de onderwijskoepels de voorbije jaren al te vaak een pedagogisch aanpak op, ten koste van de pedagogische autonomie van de scholen en leerkrachten. Zo legden b.v.  de leerplanvoorzitters van de taalvakken in het katholiek onderwijs een eenzijdige vaardigheidsgerichte en communicatieve aanpak op – met inbegrip van de fel gecontesteerde 60/40-regel. Gelukkig bewezen veel leerkrachten in de mate van het mogelijke lippendienst. Ook de ZILL-leerplanverantwoordelijken dringen een ontwikkelingsgerichte & constructivistische aanpak, totaliteitsonderwijs e.d. op. Ze viseren naar eigen zeggen een perspectiefwisseling, ook al  staat zelfs  op de brede consensus bij praktijkmensen en ouders. 

    Katholieke, neutrale,  vrijzinnige ... wiskunde!?

    Moeten leerplannen over ‘zakelijke leerinhouden’ opgesteld worden vanuit  specifiek opvoedingsproject van de verschillende onderwijsnetten? Volgens Lieven Boeve wel. Ook Raymonda Verdyck  wekte tijdens de hoorzitting de indruk dat hun leerplannen in sterke mate beïnvloed zijn door het specifieke opvoedingsproject van het GO!

    Ik was zelf  een van de drie (hoofd)opstellers van het leerplan wiskunde lager (katholiek) onderwijs van 1998. Indien andere schoolnetten mij hadden gevraagd een leerplan op te stellen, dan zou ik net hetzelfde leerplan hebben opgesteld. Jan Saveyn, destijds verantwoordelijk voor de leerplannen van het katholiek onderwijs, heeft ons overigens nooit gevraagd om rekening te houden met  het eigen pedagogisch project; en ook de leerplanvoorzitter wiskunde s.o. van de koepel zat mede aan de tafel. Jammer genoeg mislukte mijn poging om  samen te werken met alle onderwijsnetten.

    Ik vind dus niet dat dergelijke leerplannen afgestemd moeten worden op  het zgn. pedagogisch  project van  elk van de  schoolnetten,  van  scholengroepen als Freinet, Steiner ….

    Samen  leerplannen en degelijke leerboeken  opstellen  = grote als stap vooruit!

    Met het opstellen van gemeenschappelijke leerplannen voor de vele 'zakelijke' materies, en erbij aansluitende kwalitatieve leerboeken kunnen we heel veel vooruitgang boeken. We beschikken  in  Vlaanderen overigens te weinig deskundigen om  x-aantal leerplannen en x-aantal degelijke leerboeken voor de verschillende vakken  op te stellen. Het aantal wiskunde-deskundigen voor het lager onderwijs b.v. is vrij beperkt . Dit blijkt ook uit het al  beperkt aantal publicaties & bijscholingen van de voorbije 20 jaar. 

    Er wordt terecht verwacht dat de lerarenopleidingen veel aandacht schenken aan de studie van de leerplannen en eindtermen.  Maar dit is niet mogelijk met sterk verschillende en vaak al te complex opgestelde leerplannen. Ook eindtermen kunnen/moeten eenvoudig geformuleerd worden, net als de leerdoelen in de leerplannen van weleer.  Jammer dat men die stopt in het al te omslachtige keurslijf van de taxonomie van Bloom Ik waarschuwde hier tijdig voor. 
















    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen
    31-10-2020, 00:00 geschreven door Raf Feys  
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 04/03-10/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 30/04-06/05 2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs