Agirdag & Van
Houtte stelden in 2014 vast dat niet enkel de leerkrachten, maar vooral ook
de Turkse ouders willen dat leerlingen
zoveel mogelijk Nederlands spreken op school en geen Turks. Volgens Agirdag en Van Houtte hebben ze ongelijk en zijn ze geïndoctrineerd
1 Turkse ouders en
leerkrachten: zoveel mogelijk Nederlands binnen en buiten de klas
In hun studie stelden
de Gentse sociologen Orhan Agirdag en
Mieke Van Houte tot hun ongenoegen vast,
dat niet enkel de leraars, maar ook de Turkse ouders wensen dat hun kinderen
geen Turks, maar zoveel mogelijk Nederlands
spreken in én buiten de klas: Speaking Turkish in Belgian Primary Schools: Teacher Beliefs versus Effective consequences, bilig/ SUMMER 2014 / NUMBER 70, zie Internet.
Uit de bevraging bleek dus dat ook de Turkse ouders meertalig
onderwijs resoluut afwezen. Leerkracht
Patrick drukte het zo uit: Turkse
ouders komen soms met hun kinderen naar
onze school omdat er bij ons minder Turkse leerlingen zijn. Ze stellen dan: In
andere scholen zijn er te veel Turkse leerlingen
en die spreken dan Turks in klas, op de speelplaats,
tijdens de middaglunch, en wij willen dat
niet. Die ouders beseffen hoe belangrijk het is voor de toekomst van hun
kinderen dat ze goed geïntegreerd zijn
in onze cultuur. Because the future of
those children is here, and they will have to
speak Dutch in their professional life.
Zelfs Turkse leerkrachten
die Islamles geven op school, stelden dat
het gebruik
van de moedertaal van de Turks sprekende
leerlingen nutteloos was
In een protestbijdrage die de allochtone ouder K. M. een
paar jaar geleden omtrent een Gents experiment met eerst leren lezen in het
Turks naar Onderwijskrant stuurde, lazen we terecht: In plaats van effectieve maatregelen
te treffen om de Nederlandse taal te stimuleren op school, en kinderen en hun
ouders ervan bewust te maken wat het maatschappelijk
nut ervan is, besteedt de Gentse overheid
veel aandacht aan de moedertaal van anderstalige
leerlingen. Lessen in de eigen moedertaal vergroten echter vooreerst de kloof
tussen de sterkste en de zwakste
leerling door het feit dat die
leerlingen een aantal gewone lessen missen. Ze
vergroten tevens het mentaliteitsverschil tussen de gemeenschappen en de
maatschappij waarin ze leven. Deze
projecten zijn ook misleidend voor de niet
gemotiveerde anderstaligen, die de sociale
normen en attitudes van onze Westerse samenleving niet willen
respecteren. De Turkse ouders krijgen
ook de boodschap dat Nederlands kennen toch
niet zo levensnoodzakelijk is en de leerlingen zelf zullen buitenschools voor
spreken, lezen en schrijven nog minder
het Nederlands gebruiken. De neiging van
Gentse Turken om zich binnen de eigen gemeenschap
op te sluiten, zal hierdoor nog toenemen.
Men kan zich ook afvragen wat het effect is voor de anderstalige leerlingen die niet van
Turkse afkomst zijn.
Noot: Directeur Frank
van de Gentse Mozaïek-school: getuigde eveneens: Voortdurend werden we op school aangesproken
door ouders op onze aanpak betreffende
het gebruik van de thuistaal Turks op
school. Ouders zegden: Op die andere
school mogen de kinderen geen Turks
spreken. Dat is ook goed zo. Zo kunnen de kinderen veel Nederlands leren (De Katholieke
Schoolgids, januari 2010, p. 8).
2 Agirdag en Van Houtte negeren & minachten opvattingen van leerkrachten & ouders
Eens te meer bleek dus dat er opvallend veel overeenstemming
was tussen de opvatting van de leraars en deze van de Turkse ouders en
Turkse leraars. Beide willen dat de leerlingen zoveel
mogelijk de kans krijgen om daawerkelijk Nederlands te spreken binnen en buiten
de klas; al bij al is dit nog relatief weinig. Hoeveel minuten per dag kan een
Turkse leerling daadwerkelijk Nederlands spreken in een klas met 20 à 27
leerlingen? Al te weinig uiteraard. Daarom
moeten ze ook buitende klas zoveel mogelijk proberen Nederlands te spreken. Agirdag en Van Houtte legden de argumenten van
de Turkse ouders en van de leerkrachten gewoon naast zich neer. Volgens hen hebben
de leerkrachten en de Turkse ouders volstrekt ongelijk; ze zijn bevooroordeeld
en beseffen niet eens hoe nefast hun opvattingen zijn.
Agirdag en Van Houtte zochten dan maar naar een verklaring voor het vervreemd en fout
bewustzijn van de leerkrachten en Turkse
ouders. De negatieve beliefs van de ouders en leerkrachten
zouden in sterke mate een gevolg zijn
van de Vlaamse politieke context that very much favors assimilation and Dutch monolingualism.
Agirdag en Van Houtte gaan ook niet akkoord met de stelling
van de leerkrachten dat de taalachterstand
een belangrijke oorzaak is van de leerproblemen van veel anderstalige
leerlingen. Ook de voorbije jaren manifesteerden Agirdag en Van Houtte zich
herhaaldelijk als taalachterstandsnegationisten
en tegenstanders van intensief NT2 vanaf
het kleuteronderwijs.
3 Agirdag en Van Houtte beschuldigen Vlaamse
leidende klasse
Agirdag en Van Houtte beweren dus ook dat de Vlaamse leidende klasse symbolisch geweld (à
la Bourdieu) uitoefent op de
anderstalige leerlingen
En de
gedomineerde allochtone ouders uit milieus nemen jammer genoeg de dominante
visie van de leidende klasse, de
machtigen in deze maatschappij, onbewust over: Social dominance can only
persist because the dominant groups in society impose their judgments, such as
beliefs about monolingualism, upon
dominated groups, such as the bilingual
Turkish community. Once the dominated
groups internalize the point of view of the
dominant, they will defend it as if it was a universal point of view,even when these judgments are
com[1]pletely
against their own interests.
4 Meer (taal)problemen met Turkse leerlingen dan met andere minderheden
In de studie van Agirdag en Van Houtte wijzen de leerkrachten ook op het feit dat ze de
meeste problemen ervaren met Turkse
leerlingen - veel meer dan met Spaanse,
Griekse en Marokkaanse ... leerlingen.
Vooral Turkse leerlingen zijn geneigd frequent
Turks te spreken. Enkele citaten: In contrast with other minority students,
Turkish students
tend to retain their mother tongue and speak
more frequently in Turkish at school. Lerares Katja, school met veel Turkse leerlingen): When I
started working here, we used to have
Italians, Spanish .... And now, it is
mostly Turks and Moroccan and some Belgian.
And the difference is, back then, more Dutch
was spoken, pupils among each other, and
at the playground. Last year, I had a class and I had to say constantly: speak Dutch, speak
Dutch. Actually, only Turkish children speak Turkish among each other, Leerkracht Saskia: Turkish
children speak Turkish among each other.
But Moroccans, for instance, dont do that
because there are a lot of dialects and
they are less proficient in it. (Teacher,
Black Square). In the Black Circle and in the Black Square (i.e. in schools
with a majority of Turkish children),
teachers perceived the use of the Turkish
language as the antecedent of poor proficiency in Dutch, and poor academic
achievement, and it was regarded as the
the big problem with respect to academic
achievement.
|