Akkoord met uitspraken over niveaudaling , taalproblemen ...Uiteraard.
Jammer genoeg voelt ook Gwendolyn Rutten (Open VLD) en niemand zich mede verantwoordelijk voor de mismeestering van ons onderwijs van de voorbije decennia - en ook niet voor wat er misliep tijdens huidige legislatuur.
Ook nog geen grondige analyse van de vele oorzaken van de ontscholing en niveaudaling, van decennialange mismeestering van het onderwijs. In de volgende Onderwijskrant - nr. 189 - besteden we hier veel aandacht aan.
Duyck: Elke week staat er in de krant wel een school die meent het pedagogisch licht gezien te hebben, en een heel nieuwe methode heeft waar mensen 3.000 jaar lang niet aan dachten. Het spijt me: de maatschappij is veranderd, maar de manier waarop ons brein werkt niet. Klassieke leermethoden werken dus ook nog altijd.
Ik erger me blauw aan die neomanie. (Duyck is ook niet te sprekn over het M-decreet).
De Morgen: Dit plan voelt wel als een aanval op het beleid van de voorbije jaren.
Rutten: Voor mij ligt het al een aantal jaren gevoelig. Onder Pascal Smet (sp.a) zijn keuzes gemaakt waar ik het helemaal niet mee eens ben, zoals zijn concept van de brede eerste graad. Dat vind ik dus echt een ramp.
Duyck: Het kalf is dan allang verdronken. Kinderen uit kansarme milieus hebben een achterstand in taal als ze zich aandienen in het eerste leerjaar. Het is absurd om daar jaren niks aan te doen, en dan op 12 jaar dat te proberen remediëren met een brede eerste graad.
Rutten: Rutten: Er zijn deze legislatuur veel goede stappen gezet. We hebben het theoretisch al mogelijk gemaakt om meertaligheid snel aan te bieden, nu moet dat ook uitgerold worden.
Commentaar 1
De meeste uitspraken zijn een bevestiging van wat we al lang schrijven in Onderwijskrant. Zo strijden we al 25 jaar voor intensief NT2-taalonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs,2,5 jarigen. Tevergeefs.
Het is wel zo dat we de achteruitgang voldoende genuanceerd moeten beschrijven. Voor PIRLS-begrijpend lezen 4de leerjaar presteerden de leerlingen zwak, maar voor PISA-begrijpend lezen 15-jarigen nog vrij goed. We besteden waarschijnlijk meer aandacht aan begrijpend lezen in de hogere leerjaren en te weinig in de lagere.
Ik maak ook altijd een onderscheid tussen de hoge ontscholingsdruk & neomanie en de feitelijke ontscholing en niveaudaling.
Dankzij de lippendienst aan de neomanie vanwege veel leraren is de niveaudaling ook lager dan in veel andere landen.
In commentaar 2 maak ik duidelijk dat de verantwoordelijken voor de ontscholing en niveaudaling niet bereid zijn zich te verontschuldigen. Zo vergeet Gwendolyn Rutten dat de liberale onderwijsminister Marleen Vanderpoorten (1999-2004) meer dan wie ook de ontscholing propageerde en de hetze tegen onze sterke eerste graad nog heeft opgevoerd.
Rutten stelt dat in deze legislatuur belangrijke stappen zijn gezet. Ze vergeet dat ook nu de beleidsmensen in gebreke zijn bleven. De invoering van de nieuwe eerste graad en de eindtermen verloopt chaotisch. Ze zal ook tot een niveaudaling leiden, tot een aderlating voor tso/bso-scholen, tot het leeglopen van 1B-klassen, ...
De invoering van het M-decreet leidde tot een ontwrichting van het gewoon en buitengewoon onderwijs. De taalproblemen werden nog steeds niet kordaat aangepakt.
De universitaire centra die zich al 25 jaar verzetten tegen de invoering van NT2 vanaf het kleuter en de taaloproepen van de opeenvolgende ministers kregen eens te meer veel geld om onderwijs in de eigen thuistaal (b.v. Turks) te promoten en het onhaalbare te verwachten van de leerkrachten.
Commentaar 2
In Onderwijskrant waarschuwen we al meer dan 25 jaar voor de grote ontscholingsdruk en de niveaudaling. We kregen geen steun vanwege de beleidsbepalers en beleidsadviseurs.
En sinds 1991 waarschuwen we al tegen de toen al opgestarte hetze tegen onze sterke eerste graad s.o. die als de doodzieke cyclus werd bestempeld door Monard en Co in 'Het educatief bestel van België. De auteurs - Georges Monard, Johan Vandehoeven, Jan Van Damme
maakten ons wijs dat er bijna 10% zittenblijvers waren in het eerste jaar i.p.v. 3% in werkelijkheid. De hetze tegen de eerste graad en de hervormingsplannen werden opgestart. Ook nog in het recentere discours over de invoering van een brede eerste graad. werd uitgepakt met de kwakkel van het hoge aantal zittenblijvers.
Ministers, Onderwijsexperts, topmensen onderwijskoepels, inspecteurs, ministers
negeerden de voorbije 25 jaar ons niveaudalingsalarm. Nu er een consensus ontstaat over de niveaudaling iss echter niemand bereid zich te verontschuldigen.
Ook Gwendolyn Rutten niet, die al te graag met de vinger naar minister Pascal Smet verwijst.
Ook Rutten zou zich moeten verontschuldigen voor het gevoerde onderwijsbeleid van de voorbije decennia.
De liberale onderwijsminister Marleen Vanderpoorten (1999-2004) propageerde volop de ontscholing: de leraar mocht niet langer meer vooraan staan in klas, het onderwijs was volgens haar veel te kennisgericht .
Toen we haar in 2000 vertelden dat de hetze tegen onze sterke eerste graad en de regentaatsopleiding ten onrechte was, en dat er maar 3 i.p.v. 10% zittenblijvers waren in het 1ste jaar, luidde haar antwoord: ik luister enkel naar mijn topambtenaar Monard, waarom zou ik Onderwijskrant moeten geloven.
We wezen in ons interview met Vanderpoorten ook op haar ontscholingsdruk, op haar kritiek op het klassieke lesgeven, en op de niveaudaling. Ze luisterde niet eens.
Vanderpoorten organiseerde in 2002 haar Rondetafelconferentie om de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad te promoten. Ze vond ook dat de regenten en dus ook hun regentaatsopleiding slecht presteerden en pakte uit met hervormingsplannen.
Vanderpoorten ijverde ook voor te radicaal inclusief onderwijs. In onze strijd tegen te radicale inclusie vanaf 1996 konden we ook niet rekenen op de steun van de liberale partij. Ook de N-VA ondertekende overigens het VN-verdrag en M-decreet.
--.
Onderwijsexperts, topmensen onderwijskoepels, inspecteurs, ministers, topambtenaren
negeerden ons niveaudalingsalarm, onze waarschuwingen i.v.m. te inclusief onderwijs, ...
In Onderwijskrant waarschuwen we al 30 jaar voor nivellerende evoluties: in 1988 al voor het oprukkende constructivisme, in september 1993 al voor niveaudaling in een reactie op de ontwerp-eindtermen voor de taalvakken e.d. We kregen niet de minste steun van de vele zgn. onderwijsexperts, ook niet vanwege Jan Van Damme.
Begin september 2018 ontkende GO!-topvrouw Raymonda Versyck nog de niveaudaling: Ook mijn collega's van de pedagogische begeleiding hebben overigens niet de ervaring dat de lat lager is gelegd." Topman katholiek onderwijs Lieven Boeve stelde: "Er is alleszins geen wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat er een systematische daling van de lat is."
Van Damme & Co, minister Crevits en de kopstukken van de onderwijsnetten komen o.i. veel te laat met hun erkenning van de niveaudaling.
Pas als reactie op Van Dammes 1-april-uitspraak gaven de topverantwoordelijken van het GO! en het katholiek onderwijs toe dat er sprake is van een niveaudaling. Ze stelden nenerzijds dat ze geschrokken zijn, maar anderzijds dat ze al een tijd bezig zijn met uitwerken van actieplannen. Toch merkwaardig dat de kopstukken van de koepel steeds de niveaudaling ontkend hebben en nu stellen dat ze geschrokken zijn van de cijfers - cijfers die ook al lang bekend zijn.
Lieven Boeve liet weten dat het katholiek onderwijs geschrokken is van de cijfers, maar intussen een actieplan al heeft uitgewerkt. Zo is er in het basisonderwijs een nieuw leerplan waarin meer ingezet wordt op lezen. Ook in de nieuwe leerplannen van het secundair onderwijs gaat nog meer aandacht naar het talenbeleid op school.
Boeve bekent niet dat de onderwijsverantwoordelijken, de leerplannen, de begeleiders, de inspecteurs
mede schuldig zijn, maar stelt dat de leerkrachten vermoedelijk te veel focussen op de minimum-eindtermen. Het is nochtans genoeg bekend dat de leraren veel meer kijken naar de leerplannen en de richtlijnen van de koepel, dan naar de eindtermen. De niveaudaling slaat ook niet enkel op begrijpend lezen.
Raymonda Verdyck liet dan weer weten dat het GO! onderwijs al sterk inzet op lezen en wiskunde. Uit de studie van de KU Leuven blijkt immers dat de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs wat betreft wiskunde en leesvaardigheid, er flink op achteruit gaat.
Minister Crevits stelde nog op 4 december 2018 dat ze niet wou meestappen in het beeld dat vroeger alles beter was. Nu zei ze op 1 april in een reactie dat de resultaten van deze internationale onderzoeken de directe aanleiding waren om concreet werk te maken van een aantal grote onderwijshervormingen. Dat is ook de essentie van de modernisering van het secundair onderwijs die op 1 september 2019 van start gaat, die net die pijnpunten wil aanpakken.
Als motivering voor de hervormingsplannen voor het s.o. sinds 2002 werd de niveaudaling nooit vermeld. Het ging steeds om vermeende knelpunten als de te grote prestatiekloof tussen sterke en zwakkere leerlingen, de sociale discriminatie, de ouderwetse didactiek
De meeste praktijkmensen menen o.i. dat de hervorming van het s.o., de nieuwe eindtermen en zelfs de nieuwe leerplannen niet enkel meer werkdruk & werklast (zullen) veroorzaken, maar ook tot een verdere niveaudaling zullen leiden. Naar eigen zeggen lieten de architecten van de ZILL-leerplannen zich inspireren door de Valcke en Van den Branden, twee professoren die de ontscholing en niveaudaling in de hand werkten.
Universitaire onderwijsexperts als Martin Valcke, Kris Van den Branden, Piet Van Avermaet, Ferre Laevers
, kopstukken van de inspectie en onderwijskoepels, de redactie van het taaltijdschrift VONK
deden de voorbije jaren hun uiterste best om de niveaudaling te ontkennen. Ze stelden b.v. als reactie op onze O-ZON-campagne dat Feys, Hullebus, Van Biervliet
alleen stonden met hun analyse en zomaar uit hun nek kletsten. Er waren geen objectieve gegevens, enz.
Van den Branden & Van Avermaet ontkenden zelfs nog de niveaudaling op 7 januari 2019 in De Standaard: De mensen die klagen over het niveau van het onderwijs zijn deficitdenkers die bezielde, hardwerkende en gedreven leerkrachten op de kast jagen. Het voedt ook een rommelend buikgevoel dat ons onderwijs onherroepelijk naar de haaien gaat. Ze voegden er nog het riedeltje aan toe dat de klachten over de niveaudaling het riedeltje is dat we al 2.400 jaar geleden bij Aristoteles vonden (In: Het is altijd de schuld van het vorige onderwijsniveau).
Jan Van Damme, koptukken koepels & inspectie
verzwijgen ook nu belangrijkste oorzaken niveaudaling
In de vele reacties op het de 1-april-verhaal van Van Damme kwamen de belangrijkste oorzaken eens te meer duidelijk tot uiting. Sinds de O-ZON-campagne-2007- al 12 jaar noteerden we honderden getuigenissen. Ook veel onderwijsexperts die de voorbije decennia de ontscholing propageerden kregen de nodige kritiek. Maar de kopstukken van de koepels van het GO! en het katholiek onderwijs en veel andere zgn. onderwijsexperts verzwijgen de belangrijkste oorzaken en bekennen geenszins schuld..
De belaagde onderwijsexperts verkozen het stilzwijgen.
Een van hen, Orhan Agirdag, vond het wel nodig om de pedagogen (in brede zin van het woord) op te roepen om zich gezamenlijk te verzetten tegen de vele aantijgingen. In Zweden verontschuldigden een aantal onderwijsexperts zich voor de schade die ze met hun nieuwlichterij het onderwijs hadden aangebracht. In Vlaanderen is dit niet het geval.
In zijn reactie van 1 april poneerde OESO-topman Dirk Van Damme in De Morgen: Ik leg een heel stuk van de verantwoordelijkheid voor de dalende trend bij het middenniveau. Bij de administratie (lees: topambtenaren), inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijskoepels. Scholen kregen al vele jaren, het signaal om de lat niet te hoog te leggen. Tijdens een lezing aan de KULAK op 21 maart 2018 maakte hij ook al een kritische analyse van de competentiegerichte/constructivistische aanpak die volgens hem mede tot de niveaudaling leidde. Hij poneerde o.a.: De eerste generatie eindtermen ontwikkeld in jaren 1990 waren erg sterk door het competentiedenken beïnvloed. Volgens hem nog het duidelijkst in de eindtermen en leerplannen voor de taalvakken. Hij merkte terloops ook op dat vooral Onderwijskrant het voortouw nam in de strijd tegen de competentiegerichte en constructivistische aanpak. Hij gaf ook al toe dat minister Vandenboucke en hij als kabinetschef zich ook hadden vergist inzake hervorming eerste graad s.o. en gelijke-kansen-problematiek in het algemeen.
Ook Jan Van Damme verzwijgt de belangrijkste oorzaken en zelfs een van de belangrijke PISA-conclusies.
PISA-rapport-2015 stelt dat landen met meer directe en leerkrachtgestuurde instructie beter scoren zoals b.v. Singapore & Vlaanderen. De sterke niveaudaling in Zweden, Frankrijk
en ook deze in Finland worden veelal toegeschreven aan de afname van de expliciete instructie, aan kennisrelativisme en aan ontscholings -en nivelleringsdruk die mede een gevolg is van het gelijkheidsdenken à la Pierre Bourdieu. Het is precies de aandacht voor leerkrachtgestuurde instructie en vakdisciplinaire basiskennis die Vlaanderen destijds wereldtopscores bezorgde. Die sterke kanten werden door veel onderwijsexperts in vraag werd gesteld: topambtenaars, inspecteurs, sociologen, pedagogen, taaldidactici,
.
Leerkrachten kregen al sinds 1991 voortdurend het verwijt dat ze nog te veel lesgaven ook vanwege de inspectie, veel onderwijsbegeleiders, onderwijskundigen
. Op termijn leidde dit tot een niveaudaling.
De nefaste competentiegerichte en constructivistische aanpak werd in Vlaanderen gepromoot in de tekst Uitgangspunten bij de eindtermen van 1996, in de eindtermen van de taalvakken, in het leerplan wiskunde eerste graaf s.o
, en ook door tal van onderwijskundigen als Martin Valcke, Philip Dochy, Ferre Laevers, Eric De Corte, topambtenaren, inspectiekopstukken, VLOR-vrijgestelden, VLOR-rapport Competentiegericht onderwijs van 2008, onderwijsbegeleiders ... Ook Leuvense collegas als prof. Lieven Verschaffel zijn mede-auteur van het nivellerend en constructivistisch leerplan wiskunde voor de eerste graad s.o. Het is geen toeval dat de eindtermentoets eind 2de jaar s.o. zwak uitvalt en dat amper 22% slaagde voor bewerkingen.
Op de voorstelling van het recente inspectierapport repte ook inspecteur-generaal Lieven Viaene met geen woord over de belangrijkste oorzaken van de niveaudaling; en zeker niet over het feit dat de inspectiekopstukken de niveaudaling steeds hebben ontkend. Hij zag in de vaststellingen in het inspectierapport zelfs een bevestiging van de niveaudaling volgens PISA, eindtermentoetsen
In de lessen van veel leraren en in hun toetsen zouden de leraren onvoldoende rekening houden met de leerstofpunten en didactische richtlijnen die de leerplannen en eindtermen hen opleggen. Dit is een kritiek die steeds opnieuw opdook in de inspectierapporten van de voorbije 25 jaar. Coördinerend inspectrice Els Vermeire betreurde in 2007 openlijk dat de leerkrachten de taalvisie van de ET en leerplannen niet genegen waren Ze gaf grif toe dat er geen draagvlak was. Maar de leerkrachten hadden volgens haar ongelijk(In: Nova et Vetera, september 2007).
De leerkrachten hechtten te veel belang aan basiskennis terwijl de eindtermen/leerplannen focussen op vaardigheden. Ze geven te veel les, enz.. Het is precies dankzij het feit dat veel ervaren leraren en ook auteurs van handboeken de nodige lippendienst aan de nivellerende en eenzijdige eindtermen/leerplannen betuigden, dat de omvang van de niveaudaling werd ingeperkt.
Van Damme verzwijgt niet enkel die belangrijke PISA-conclusie, maar eveneens andere belangrijke oorzaken van de niveaudaling.
In de massale reacties op zijn uitspraken kwamen de belangrijkste oorzaken van de niveaudaling goed tot uiting: de vele ondoordachte hervormingen, afbraak van beproefde waarden, praktijkvervreemding van de beleidsbepalers en adviseurs (zie volgende bijdrage in dit nummer.) Van Damme leidde de aandacht van de belangrijkste oorzaken af met krasse uitspraken over de volgens hem gebrekkige handboeken die mede verantwoordelijk zouden zijn voor de niveaudaling. Het is o.i. eerder dankzij die handboeken/methodes opgesteld door ervaren en deskundige leraren dat we in Vlaanderen zon sterke onderwijstraditie kennen . Van Damme acht zich blijkbaar ook niet mede verantwoordelijk voor de hetze tegen de eerste graad s.o. (zie punt 5).
Niemand verontschuldigt zich voor hetze tegen eerste graad s.o. sinds 1991 & stemmingmakerij tegen onderwijs en leerkrachten
In 1991 startte de hetze tegen onze eerste graad s.o. en de leraren-regenten die zogezegd hun taak niet aankonden. Maar nu bekent Jan Van Damme dat het Vlaams onderwijs nog de absolute wereldtop was in 2003, dat onze 15-jarigen nog de wereldtopscore behaalden. Die 15-jarigen waren in 1994 gestart in het lager onderwijs en hadden meestal les gekregen van onderwijzers en regenten die slechts 2 jaar opleiding hadden gevolgd, maar blijkbaar toch vrij goed presteerden. Onze eerste graad s.o. functioneerde heel goed, maar ook Van Damme stuurde aan op een radicale hervorming.
Topambtenaar Georges Monard verkondigde al vanaf 1990 dan het Vlaams onderwijs totaal verouderd was, en dat er dus nood was aan copernicaanse hervormingen.
En in het rapport Het educatief bestel in België van 1991 werd verkondigd dat onze eerste graad s.o. dé grote probleemcyclus was. Hieraan werd de conclusie gekoppeld dat de leraars-regenten slecht functioneerden en dat dus ook de regentaatsopleiding niet deugde. Dit was het startpunt van de vele hervormingsplannen van het s.o. en van de lerarenopleidingen.
Wij repliceerden dat de auteurs van het OESO- rapport, Georges Monard, Jan Van Damme, Johan Vanderhoeven
ongelijk hadden en kwakkels verspreidden.
We stelden dat onze lagere cyclus nog steeds een exportproduct was en dat dit een verdienste was van de verguisde leerkrachten. We wezen ook op hun grote kwakkel i.v.m. zittenblijvers in het eerste jaar s.o. Er was sprake van 9 à 10% i.p.v. een goede 3%. Van Damme gaf in 1994 wel toe dat er maar 3% waren, maar de kwakkel werd nooit officieel rechtgezet en werd steeds verder verspreid. Vanaf ongeveer 1990 toonden veel beleidsbepalers en universitaire adviseurs geen respect voor de hoge kwaliteit van ons onderwijs. Ze deden zelfs hun best om de sterke kanten van onze onderwijstraditie in vraag te stellen en af te breken.
Ook Jan Van Damme en zijn Leuvense collegas drongen aan op een radicale structuurhervorming. Op een symposium van 20 januari 2012 pakten 13 Leuvense professoren uit met een eigen voorstel voor een radicale hervorming van het secundair onderwijs. Het Metaforum pleitte structureel voor een soort integratie van tso/bso binnen een aso-gerichte middenschool en binnen heterogene klassen tot zelfs 15 à 16 jaar. Het pleitte er ook voor om leerlingen niet te verplichten een belangstellings-gebied te kiezen in de tweede graad van het aso, die ontstaat door de fusie van aso, tso en kso.
Tijdens de parlementaire plenaire vergadering van 25 januari 2012 stelde minister Pascal Smet dan ook triomfantelijk dat hij zich nu ook door het standpunt van het Leuvens Metaforum ( Jan Van Damme en 12 andere professoren) gesteund voelde om het s.o. globaal en radicaal te hervormen zowel structureel als pedagogisch.
De commentaren destijds op de uitstekende PISA-score 2000 & 2003 vanuit universitaire middens, sociologen e.d., vanwege de ministers Vanderpoorten & Vandenbroucke, en vanwege de topambtenaren klonken vrij negatief. De prestatiekloof tussen het (grote) aantal toppers en de zwakkere leerlingen was te groot: de kloof dempen werd ook de grote slogan van minister Vandenbroucke. Ons onderwijs was zogezegd ook wereldkampioen sociale discriminatie, enz.
Vlaanderen behaalde in 2003 voor begrijpend lezen de derde wereldscore, maar prof. Kris Van den Branden probeerde ons wijs te maken dat onze 15-jarigen enkel goed presteerden voor oppervlakkige kennisvragen. Hij zag in PISA-2003 een bevestiging voor zijn pleidooi voor radicaal anders taalonderwijs; voor de Leuvense constructivistische, vaardigheids- en taak gerichte whole-language-aanpak.
In 1995 behaalden we voor TIMSS-wiskunde -10-jarigen de wereldtopscore, maar prof. Ferre Laevers schreef nog in mei 1995 in de krant dat we enkel wiskundige trucjes aanleerden.
Vooral vanaf de Rondetafelconferentie over het secundair onderwijs van 2002 werd gezegd dat ons s.o. dringend structureel, maar ook didactisch grondig hervormd moest worden. De hervormers pakten uit met vermeende knelpunten, maar sloten de ogen voor het feit dat steeds meer beeldenstormers/nieuwlichters aanpakken al jarenlang propageerden die regelrecht naar een niveaudaling leid(d)en.
Van Damme had uit het feit dat nog in PISA-2000 en -2003 bleek dat ons onderwijs een wereldtopscore behaalde, moeten concluderen dat de stelling sinds 1991 dat onze eerste graad s.o. een grote probleemcyclus op een grote kwakkel berustte, dat Monard, hijzelf en vele anderen ten onrechte een hetze tegen die eerste graad s.o. en hun leerkrachten hadden ontketend, dat het debat over de hervorming van het s.o. van de voorbije 25 jaar op vermeende knelpunten gebaseerd was.
Van Damme had uit het feit dat nog in PISA-2000 en -2003 bleek dat ons onderwijs een wereldtopscore behaalde, moeten concluderen dat de stelling sinds 1991 dat onze eerste graad s.o. een grote probleemcyclus op een grote kwakkel berustte, dat Monard, hijzelf en vele anderen ten onrechte een hetze tegen die eerste graad s.o. en hun leerkrachten hadden ontketend. Hij had zich moeten verontschuldigen.
|