Leuvense onderzoekers De Fraine en Co stelden in 2012 het zwak presterend Zweeds onderwijs - met zijn gemeen-schappelijke & nivellerende lagere cyclus en 'nieuwe leren'-aanpak ten onrechte voor als hét model voor het Vlaams onderwijs. Tegelijk lieten ze zich heel negatief uit over het Vlaams onderwijs. Volledig ten onrechte!
De voorbije jaren en maanden verschenen er tal van vernietigende rapporten over het Zweeds onderwijs dat qua leerprestaties, leermotivatie e.d. op alle niveaus uiterst zwak presteert.
Het Zweeds onderwijs scoort al minstens 20 jaar heel zwak. Niet enkel Vlaamse onderwijssociologen maar ook Leuvense onderzoekers De Fraine & Co stelden echter nog in 2012 het Zweeds onderwijs voor als hét na te volgen model voor Vlaanderen.
In een bijdrage in Onderwijskrant nr. 171 van 2014 toonden we aan dat Defraine en Co ons fabeltjes over het succesvolle Zweeds onderwijs probeerden wijs te maken. Ze voerden het schitterende Zweeds onderwijs op om Vlaanderen te overtuigen van de zegeningen van een gemeenschappelijke cyclus s.o. en van de nieuwe-leren aanpak.
In 2012 verscheen de Leuvense OBPWO-studie 'Zittenblijven in vraag gesteld. Een verkennende studie naar nieuwe praktijken voor Vlaanderen vanuit internationaal perspectief'. Dit rapport is opgesteld in opdracht van het departement Onderwijs door onderzoekers van de KU Leuven en van het HIVA: B. De Fraine, G. Juchtmans, G., M. Goos, & A. Vandenbroucke.
De OBPWO-opstellers beweerden begin 2012 niet enkel dat uit wetenschappelijke studies bleek dat zittenblijven totaal zinloos is, maar ook dat Vlaanderen het Zweeds onderwijs moest imiteren: dankzij zijn gemeenschappelijke lagere cyclus en nieuwe-leren-aanpak waren er weinig zittenblijvers in Zweden en scoorde Zweden voor PISA e.d. even hoog als Vlaanderen.
De Fraine en co vergeleken in hun studie uitvoerig het Vlaams onderwijs met het onderwijs in Zweden. Ze verantwoordden de keuze van Zweden als vergelijkingsland als volgt: Op basis van een vergelijkende studie van landen met weinig zittenblijvers werd een land gekozen dat op volgende criteria de meeste gelijkenissen met het Vlaamse onderwijssysteem vertoont: goede score op PISA, enz. De Fraine en co maken de beleidsmakers en de lezers hier wijs dat de PISA-uitslag van Zweedse jongeren nagenoeg dezelfde is als deze van Vlaamse.
Niets is minder waar.
Het is allang en alom bekend dat in hun gidsland Zweden zowel de sterkere als de zwakkere leerlingen opvallend slechter presteren. Waar Vlaanderen voor PISA-2012-wiskunde de Europese topscore behaalt (531 punten), behaalt Zweden een staartscore (478 punten; of: 1,3 jaar achterstand op Vlaanderen). Zweden telt ook slechts 3% toppers en Vlaanderen 25%.
Enkel via vervalsing van de Zweedse PISA-score kunnen de Leuvenaars verdoezelen dat Zweden qua leerprestaties veel zwakker presteert. Zweden is dan ook het land waar al lange tijd
enorm veel kritiek op het onderwijs en op de gemeenschappelijke lagere cyclus geformuleerd wordt.
Als het niet-zittenblijven en een gemeenschappelijke lagere cyclus zo voordelig zou zijn, dan zou je verwachten dat de Zweedse 15-jarigen die dan in principe nog alle op leeftijd zitten en dus beter zouden presteren voor PISA dan de Vlaamse. Maar ze presteren opvallend zwakker. Er zijn ook opvallend veel zwakke leerlingen. Dit is mede het gevolg van de nivellerende gemeenschappelijke lagere cyclus en van de nieuwe leren-aanpak.
De Fraine en co maakten de beleidsmakers en de burgers niet alleen wijs dat Zweden even goed presteert als Vlaanderen. Ze probeerden ook nog uit te leggen via welke effectieve aanpakken Zweden erin slaagt de hoge scores en het lage aantal zittenblijvers te behalen. Maar het gaat precies om een nivellerende gemeenschappelijke lagere cylus en alternatieve pedagogische aanpakken die verantwoordelijk zijn voor de zwakke leerprestaties van de Zweedse leerlingen: het werken met een gemeenschappelijke lagere cyclus en de invoering van 'het nieuwe leren'.
Dweperij met zwak Zweeds onderwijs
Hoofdstuk 4 in het OBPWO-rapport ging dieper in op één Europees land met weinig zittenblijvers: Zweden. In Zweden is zittenblijven mogelijk, maar zeldzaam volgens de experts. Aansluitend bij dit gedweep lezen we ook in Klasse van maart 2012: In Zweden komt zittenblijven minder voor omdat leraren er een ruimere visie hebben op leren. Hogerop wezen we al op de 11% die in Zweden na het derde jaar geen diploma lager secundair behaalt en op de leervertraging in de hogere cyclus.
De Fraine en co fantaseerden dat Zweden een met Vlaanderen vergelijkbaar land is inzake PISA-leerprestaties en dat dus de Zweedse leerlingen minstens even hoog presteren. Niets is minder waar.
We vermeldden al dat Zweden een staartscore voor PISA-2012 behaalde en Vlaanderen de Europese PISA-topscore: een acherstand van 1,3 jaar! Vlaanderen telt 25% toppers en Zweden amper 3%. In Zweden presteren de 15-jarigen opvallend zwak en in dit land is er ook opvallend meer schooluitval, 40% meer dan in Vlaanderen. Het is geen toeval dat uitgerekend het Zweeds onderwijs er al vele jaren heel sterk onder vuur ligt - en de gemeenschappelijke lagere cyclus in het bijzonder. Hieruit alleen al hadden de Leuvenaars kunnen afleiden dat die Zweedse ruimere visie op leren niet deugt. Maar ze stellen de Zweedse aanpak als superieur voor.
Gemeenschappelijke lagere cyclus zoals in Zweden imiteren?
Voor het wegwerken van het zittenblijven prezen de Leuvenaars de invoering van een gemeenschappelijke lagere cyclus aan - net als in Zweden.. In hun gidsland Zweden werd/wordt momenteel precies die nivellerende lagere cyclus mede verantwoordelijk gesteld voor het in sterke mate onderpresteren van de betere leerlingen en voor het niet aanbieden van passend onderwijs aan de minder theoriegerichte.
Leuvense 'experts' opteerden voor verregaande ontscholing/, voor 'het nieuwe leren'
De onderzoekers gingen volgens eigen zeggen na hoe men in Zweedse scholen dan wel met diversiteit qua leerprestaties omgaat. Hun voorstellen kwamen er in feite op neer dat de meeste basispijlers van het huidige onderwijsstelsel en van o.i. effectief onderwijs de helling op moeten.
De Leuvenaars schreven o.a.: Allereerst bleek in Zweden een holistische visie op leren, waarin cognitieve en sociale vaardigheden niet los van elkaar worden gezien, een belangrijke factor. Zittenblijven staat haaks op deze visie op leren, omdat zittenblijven net sterk de nadruk legt op het cognitieve aspect binnen leren. De grote kritiek in Zweden luidt precies dat de zwakke leerprestaties en het beperkt aantal toppers vooral het gevolg zijn van te lage cognitieve eisen. Het is precies door nog beter het cognitieve en de leerresultaten te bewaken dat we ook in Vlaanderen zittenblijven/leerachterstand kunnen verminderen en de sociale doorstroming van (hand)arbeiderskinderen nog beter kunnen bevorderen.
De auteurs brachten zittenblijven verder in verband met het feit dat de leerkrachten de leerlingen onderling vergelijken met vooraf bepaalde standaarden - met de bedoeling ze te onderscheiden, te selecteren. Ze pleitten dan ook voor een doorgedreven individualisering van het leerproces en afschaffing van het jaarklassensysteem.
Zwakpresterende leerlingen werden volgens hen in Vlaanderen zomaar weggesorteerd. Het klinkt ook zo: Het denkkader van het deficit denken leidt er toe dat leerkrachten op basis van de vooropgezette standaard hun leerlingen gaan opdelen in twee groepen: falende leerlingen en succesvolle leerlingen en vervolgens wegen zoeken om deze falende leerlingen te remediëren.
De Leuvenaars opteerden dus voor een sterke mate van ontschoold onderwijs, een aanslag op de kwaliteit.
In Zweedse analyses van de lage leerprestaties van de 15-jarigen luidt de kritiek steevast dat het onderwijs er al te veel de modieuze toer van de ontscholing, constructivisme e.d. is opgegaan.
Vernietegende uitspraken over Vlaams onderwijs & sociale discriminatie in het bijzonder
Bij de lezing van het OBPWO-rapport ergerden we ons ook aan het feit dat de Leuvenaars niet enkel vernietigende uitspraken formuleren over zittenblijven, maar er ook nog het zittenblijven verbinden met het volgens hen sociaal-discriminerend karakter van het Vlaams onderwijs.
De Fraine en Co beweren: De overtuiging van leerkrachten pro zittenblijven en het hoge aantal zittenblijvers mogen niet los gezien worden van de vaststelling (sic!) dat het Vlaams onderwijs de initiële sociale ongelijkheid tussen de leerlingen eerder reproduceert dan verkleint (pag. 22). Zittenblijven is dan een instrument om de ongelijkheid te bestendigen en die sociale discriminatie zou volgens hen in Vlaanderen groter zijn dan in andere landen.
De Leuvenaars beweren zelfs dat de Vlaamse leraars zittenblijven toepassen uit gemakzucht: Zittenblijven biedt de scholen een concreet middel om falende leerlingen te remediëren zonder al te veel bijkomende inspanningen te moeten leveren (de leerling doet immers gewoon hetzelfde leerjaar opnieuw.
De wijze waarop men de leerkrachten zomaar beticht van onverantwoord, sociaal-discrimerend en gemakzuchtig gedrag, tart alle verbeelding. Het Vlaams onderwijs kenmerkt zich al vele decennia door een (relatief) hoge mate van sociale mobiliteit (cf. Education at a glance: 55% hoger diploma dan ouders). Ook op basis van recente PISA-studies telt Vlaanderen het hoogste % 15jarige leerlingen van lagere afkomst die in het bovenste prestatiekwart voor wiskunde presteren. Dit was ook het geval in vroegere PISA-studies.
In een studie toonde prof. Jaap Dronkers op basis van PISA-2009 eens te meer aan dat ons onderwijs en onze gedifferentieerde eerste graad s.o. er wonderwel in slagen een hoge PISA-score te combineren met een (relatief) hoge mate van sociale gelijkheid te vergelijken zelfs met Finland: The not too high but not too low level of entrance selection (trying to combine the best of two solutions) and the high level of curriculum mobility within schools and between tracks improve the matching of pupils to their educational attainment & achievement. (zie bijdrage op p. 39). Dit alles wordt ook bevestigd in een studie (februari 2014) van de Brusselse prof. Wim Van den Broeck. Op basis van de vroegere deelname aan TIMSS toonden Woessmann, Hofman ... enkele jaren geleden zelfs aan dat Vlaanderen de Europese topscore inzake sociale gelijkheid behaalde. Het verwondert ons dat ook onderzoekster De Fraine - die in vroegere publicaties nog schreef dat Vlaanderen ook inzake sociale gelijkheid vrij goed presteerde- nu blijkbaar de gekende sociologische refreintjes van Nicaises HIVA, Jacobs en Co onderschrijft.
|