~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke Randdebiliteit ~
~ HÉT "progressief" Orgaan Der "Hangmatsocialisten" ~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke & Politieke Randdebiliteit
19-10-2009
In onze lijst van grote meneren: Aviel Verbruggen
Buiten de lange-wapper-saga en Gennez-saga vonden we een uiterst
interessant artikel over energie van een oude bekende en fervent maar
verstandig verdediger van alternatieve energie. Het gaat om Aviel
Verbruggen. En ondanks de schijn dat wij hier even fervente verdedigers
zouden zijn van kernenergie als hij van alternatieve energie. Zijn we
het volledig eens met de zienswijze van onzen Aviel. Hoe kan dat nu?
Wel doodeenvoudig omdat al die politici niet tijdig naar de analyses
van mensen als Aviel Verbruggen hebben geluisterd. De alternatieve
energie en radicale maatregelen voor energiebesparing hadden al veel
langer moeten uitgebouwd worden.De analyse die Aviel Verbruggen
hieronder maakt is volledig correct. Met wat meer daadkracht en wat
meer visie vanwege onze politici hadden we nu rustig kunnen uitstappen
uit de kernenergie. Dat is nu niet mogelijk omdat volgens onze
bescheiden mening de zwaksten in de samenleving er volledig
uitgeknikkerd zouden worden. Maar we willen onze verstandige lezertjes
er wel aan herinneren dat het huidige scenario van het langer
openhouden van de drie oudste kerncentrales nog steeds een
uitstapscenario inhoudt...Laten we deze keer dus geen tijd verliezen en
er serieus werk van maken zodat we in 2025 weer geen kerncentrales
moeten langer openhouden...en dat we kunnen beginnen met het sluiten
van die dingen zonder dat de armeren onder ons zich moeten verlichten
met een petrollamp en kaars.
De man heeft zijn eigen webstekje, boordevol uiterst interessante info en lezenswaardige lectuur.
Energie-expert Aviel Verbruggen
Voor de kleine groep energiebaronnen in ons land is hij al
decennialang een luis in de pels. De Antwerpse energie- en
milieu-econoom Aviel Verbruggen hamert al dertig jaar koppig op
dezelfde nagels. Zoals: kerncentrales stimuleren energieverspilling.
U bent een van de weinige Belgen die deelnemen aan de bijeenkomsten van
het grote internationale klimaatforum, Intergovernemental Panel of
Climate Change. Heeft dat u pessimistischer gestemd over de opwarming
van de aarde? Moet ik u een doemdenker noemen?
Noem
mij maar een realist. Of beter, ik probeer realistisch te zijn. Het is
natuurlijk zo dat niemand volstrekt neutraal kan blijven als je wordt
geconfronteerd met uitdagingen die zo enorm groot zijn en een
gigantische impact kunnen hebben op de toekomst van de hele aarde. Ik
ben ook maar een mens.'
Ik hecht er heel veel
belang aan in totale onafhankelijkheid de feiten te analyseren. Ik voel
me niet geroepen om de belangen van iemand anders te gaan verdedigen.
Of ik nu voor of tegen de kerncentrales ben, ik word er niet rijk van.'
En ik ga ervan uit dat ik een tamelijk
realistische kijk heb omdat ik vertrek vanuit een van de belangrijkste
wetten die de economie in beweging zet en die elke burger drijft.
Namelijk geld. Zoals de architect constant de wet op de zwaartekracht
voor ogen moet houden, moet een econoom zoals ik constant oog hebben
voor de invloed van geld op het menselijke gedrag. De factuur die hij
moet betalen, drijft de mens.'
Ik zeg dat al dertig
jaar tegen de beleidsvoerders. Mensen zullen enkel spaarzamer
omspringen met energie als ze ondervinden dat het hen geld kost, omdat
de overheid verspilling systematisch financieel bestraft. Zolang de
beleidsvoerders en grote internationale organisaties dat blijven
ontkennen, gebeurt er niets.'
U zegt het al dertig jaar...
Ik weet het. U gaat nu vragen of ik me niet als de roepende in de woestijn voel?'
Is dat dan niet het geval?
De
Belgische regering begint nu toch ook maatregelen te nemen om de
verbruikers te doen betalen voor de milieuschade van het autorijden. De
beslissing van de Belgische regering om de accijnzen op diesel te
verhogen en de CO2-impact te belasten, is een zeer goede zaak.'
De Belgische regering heeft dus de boodschap begrepen?
Een
of twee individuele maatregelen nemen volstaat natuurlijk niet. Een ad
hoc-aanpak is geheel onvoldoende om de klimaatopwarming tegen te
houden. Het heeft overigens evenmin zin om iemand aan te zetten om
energie te besparen als die spotgoedkoop is. Het is absurd om oproepen
te doen om minder op reis te gaan met het vliegtuig als het maar 30
euro kost om naar Rome te vliegen.'
Er moet een
systematische, doordachte strategie ontwikkeld en uitgevoerd worden die
elke energieverspilling aanpakt en waarbij een juiste prijs voor
energie zeer belangrijk is.'
Als u stelt dat alleen
de factuur energieverbruikers aanzet om hun consumptie aan te passen,
dan moet u toch een voorstander zijn van hoge energieprijzen zoals we
die vorig jaar en eigenlijk ook nog vandaag kennen.
De
hoge prijzen hebben de energieverbruikers in Europa en de Verenigde
Staten inderdaad aan het denken gezet. De milieubewegingen hebben de
hoge energieprijzen toegejuicht, maar ze hebben zich niet gerealiseerd
dat de extra-inkomsten bij de verkeerde partijen terechtgekomen zijn.
Het heeft er vooral voor gezorgd dat de inkomsten van de landen van de
Opec de organisatie van Olieproducerende landen en de
olieproducenten in het algemeen enorm zijn gestegen.'
Het
grote probleem is wat zij met al deze extra-inkomsten doen en zullen
doen. De strijd tegen de klimaatopwarming en de noodzakelijke grote
investeringen in hernieuwbare energie zijn er in ieder geval niet mee
gebaat.'
Ten eerste zijn door de hoge olieprijzen
heel wat financiële middelen uit de Westerse industriële wereld
weggevloeid. Met als gevolg dat er hier veel minder geld beschikbaar is
voor investeringen in broeikasarme of hernieuwbare energieprojecten.'
Daarbij
komt nog dat de olieproducenten het extra geld in de eerste plaats
stoppen in projecten waardoor zij hun olieproductie op peil kunnen
houden of zelfs verhogen. En dat doen ze natuurlijk vanuit de optiek
dat we wereldwijd massaal olie zullen blijven verbruiken. Met alle
gevolgen van dien voor het klimaat.'
Wat moet er dan wel gebeuren?
De
energieprijzen moeten omhoog. Dat moet wel stapsgewijs gebeuren en de
overheid moet er goed over waken dat de extra-inkomsten goed benut
worden. Zo moet het geld dat binnenkomt systematisch gebruikt worden om
technologische vernieuwingen aan te moedigen die ervoor zorgen dat er
veel efficiënter en spaarzamer omgesprongen kan worden met energie.'
Vergelijk
het elektriciteitsverbruik in de Verenigde Staten en in Japan en je
constateert dat de Amerikanen per persoon dubbel zoveel stroom
verbruiken als in Japan. Wat in Japan kan, moet toch ook in de VS
kunnen. Het energieverbruik van de Europeanen ligt overigens ook hoger
dan dat van Japan.'
Een overheid die voluit gaat voor hogere energieprijzen maakt zich niet populair bij de verbruikers?
Weet
je wat we al ruim 200 jaar aan het doen zijn? We zijn allemaal
sluikstorters. CO2, fijn stof: als energieverbruikers droppen we
onophoudelijk zwerfvuil in de natuur. En dat komt omdat de overheid
nalaat om ons te doen betalen voor de opruiming van dat zwerfvuil. Het
is toch niet meer dan logisch dat we de juiste prijs betalen om te
vermijden dat natuur en milieu, de twee belangrijkste publieke goederen
voor de mensheid, beschadigd worden.'
We hebben in
Vlaanderen overigens al het bewijs geleverd dat een correcte
prijszetting resulteert in de oplossing van serieuze milieuproblemen.
De milieuvriendelijke afvalophaling en afvalverwerking in Vlaanderen is
dankzij de invoering van heffingen op het storten van afval en de
oprichting van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) een groot
succes geworden.'
U stelt veel hoop in de
overheid. Maar bent u niet te naïef? Kijk naar de afspraken die de
Belgische overheid met Electrabel aan het maken is. Electrabel wil een
bijdrage aan de overheid betalen voor het langer openhouden van de
kerncentrales. Of dat geld terechtkomt in initiatieven die het
energieverbruik terugdringen of hernieuwbare energieprojecten valt af
te wachten.
Ik voel me er niet voor
verantwoordelijk dat de invoering van taksen en heffingen op energie
misbruikt worden, maar ik realiseer me wel dat het geld niet meteen
gaat naar het stimuleren van energie-efficiëntie.'
Er
is een tijd geweest dat Electrabel-mensen mij er voortdurend op wezen
dat ik niets moest verwachten van de overheid en tegelijk aangaven dat
hun bedrijf er wel alles aan deed om zeer kostenbewust elektriciteit te
produceren. Ik kon hen geen ongelijk geven. Maar tegelijkertijd is het
ook zo dat Electrabel zich weinig of geen moeite heeft getroost om in
ons land technologische vernieuwing te ondersteunen. Bijvoorbeeld rond
windenergie. Ons land was in de jaren tachtig een windenergiepionier.
Maar Electrabel was niet geïnteresseerd om de verdere ontwikkeling te
ondersteunen. De lijn tussen kostenbewust handelen en gierig zijn is
soms heel vaag.'
Het lijkt me logisch dat iemand
die zeer begaan is met het terugdringen van de broeikasgassen voluit
gaat voor energieproductie die weinig of geen CO2 oplevert.
Kerncentrales met hernieuwbare energie uit wind, zon en biomassa lijkt
de perfecte combinatie.
Dat lijkt zo, maar de twee
kunnen niet gecombineerd worden. De geschiedenis heeft bewezen dat
kernenergie mee verantwoordelijk is voor de energie-obesitas op aarde.
De elektriciteitsproductie van kerncentrales is zeer constant.
Aangezien je elektriciteit niet kan opslaan, moet die energie meteen
verbruikt worden.'
Daarbij komt nog dat
elektriciteit uit kerncentrales enkel goedkoop wordt wanneer je
kernreactoren in serie bouwt. Kernenergie is immers een zeer dure
technologie. Zie maar wat er momenteel gebeurt in Finland. Daar zijn ze
een kerncentrale aan het bouwen die al twee jaar achterligt op schema
en waarvan de kosten al twee keer hoger liggen dan gepland.'
Kernenergie
wordt enkel goedkoop als je het op massale schaal produceert. Zoals in
Frankrijk gebeurt. Maar om al deze elektriciteit kwijt te geraken, moet
de vraag naar stroom opgedreven worden.'
Als je de
verbruikers wil laten sporten en diëten om van zijn energie-obesitas af
te geraken, moet je ervoor zorgen dat ze het volhouden. Wie de
kerncentrales openhoudt of pleit voor een herleving van de kernenergie,
biedt de verbruiker de kans om te hervallen in zijn energie-obesitas.'
Daarbij
komt nog dat hernieuwbare energie eigenlijk een concurrent is van
kernenergie. Sommige vormen van elektriciteitsproductie zoals
gasgestookte centrales kan je stilleggen en opstarten naargelang het
verbruik. Dat kan je niet bij kerncentrales en hernieuwbare energie.'
Bovendien
zijn kerncentrales een typisch voorbeeld zijn van het feit dat je niet
de echter prijs betaalt. Zo'n centrale produceert misschien veertig
jaar lang goedkope stroom, maar dat komt omdat een aantal risico's
afgewenteld worden op de samenleving en op de toekomstige generaties.'
Neem
nu het veiligheidsrisico. Iedereen vindt het logisch dat wie met een
auto rijdt een verzekering heeft en dat wie een huis bezit een
brandverzekering neemt. Hoeveel Belgen zijn er niet die elk jaar trouw
hun brandverzekering betalen, maar nog nooit een schadegeval hebben
gehad en bovendien hopen dat ze nooit geconfronteerd worden met een
brand.'
We zitten met de kerncentrales toch in
dezelfde situatie. De hoop is dat we nooit geconfronteerd zullen worden
met een ongeval. Komt daar nog bij dat er alles aan gedaan wordt om de
kans op een accident te minimaliseren.'
Het is dan
toch niet meer dan logisch dat de uitbaters van de kerncentrales een
brandverzekering hebben. Het probleem is dat geen enkele verzekeraar
het echt aandurft om een kerncentrale te verzekeren tegen ongevallen,
omdat niemand financieel opgewassen is tegen de betaling van de
rekening.'
Kijk naar de kerncentrale van Doel. Antwerpen ligt bij wijze van spreken onder de rook van deze kerncentrale.'
De Belgische regering heeft besloten om de drie oudste kerncentrales
langer open te houden omdat anders de energievoorziening van ons land
in het gedrang kan komen. Deelt u deze mening?
Ik
begrijp de bezorgdheid. België heeft sinds de wet op de sluiting van de
kerncentrales in 2003 echter heel wat tijd verloren. Eigenlijk is toen
een totaal verkeerd signaal gegeven. De overheid had in 2003 niet enkel
een wet op de kernuitstap moeten maken, maar tegelijk ook een
hernieuwbare energiewet. Wat er nu gebeurt, was jaren geleden al te
voorspellen.'
Ik heb er wel een groot probleem mee
dat de overheid zijn beslissing neemt op basis van een zogenaamd
expertenrapport. De regering heeft het graag over een commissie van
buitenlandse experts. Ik stel vast dat de commissie vooral bestond uit
Belgen, van wie de meesten dan nog nauw verbonden zijn met de overheid.
En de buitenlandse experts lijken mij vooral te fungeren als
excuus-Truus.'
Ik stel vast dat het rapport is
voorbijgegaan aan antwoorden op vragen zoals: hoe en waarom is België
tekort geschoten wat hernieuwbare energie betreft?'
Weet
u dat ik in 1987 al een eerste studie heb gemaakt over de geleidelijke
sluiting van de kerncentrales? De kerncentrales waren toen al perfect
te vervangen door een combinatie van gasgestookte centrales,
warmtekrachtkoppeling, hernieuwbare energie en efficiënter
energieverbruik. Maar de politici waren in de jaren negentig van vorige
eeuw niet geïnteresseerd in zo'n aanpak. Daarmee waren geen stemmen te
winnen, vonden ze toen.'
Wat moet er volgens u dan in België zeker gebeuren?
In
ieder geval is er grote nood aan een doordachte belastinghervorming die
aanzet om voortdurend efficiënter om te springen met energie.'
Tegelijk
moet de hernieuwbare energiesteun grondig herbekeken worden. De
overheid heeft wild met geld gegooid om zonne-energie te stimuleren.
Dat is vooral een cadeau gebleken voor de middenklasse.'
En je kunt er verder niet omheen dat Electrabel honderden miljoenen aan het verdienen is dankzij de hernieuwbare energiesteun.'
Hoopt u nog dat Electrabel en de overheid nog ooit naar u zullen luisteren?
Wat
Electrabel betreft, maar ik me geen illusies. Zij hebben mij
uitgeschakeld. Er is zelfs een tijd geweest dat Electrabel-mensen me
systematisch de rug toekeerden om duidelijk te maken dat ze niet met
mij wilden praten.'
De overheid laat u blijkbaar
ook links liggen. De voorbije tien jaar zijn er drie grote Belgische
energierapporten gemaakt. Maar u werd er nooit bij betrokken als expert.
Ik
was wel gevraagd om deel uit te maken van de groep die het eerste
energierapport heeft gemaakt. Maar ik heb ervan afgezien toen bleek dat
we niet konden beschikken over informatie die volgens mij noodzakelijk
was om de toekomst van de energievoorziening van ons land te kunnen
beoordelen. Dan weet je dat de kans groot is dat je als expert wordt
gerold.'
Waarom geeft u het niet op?
Het
is net zoals met de ondergang van het Romeinse rijk. Dat rijk had geen
toekomst meer wegens zijn gewelddadige samenleving en zijn decadentie.
Maar in datzelfde Romeinse rijk was er wel een groeiende groep van
mensen die geloofden in een andere toekomst. Die gaven het niet op
ondanks de vervolgingen. '
'Vandaar dat ik het ook
niet opgeef. Ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop we op onze
aarde sinds de Tweede Wereldoorlog energie verbruiken niet vol te
houden is.'
en wat zouden we zonder de Italianen zijn en dan hebben we het niet
over Berlusconi maar over Caruso, ah Caruso ...alleen de naam al
CAROESOOO Enrico....de allergrootste ... en dat mag wat meer zijn !
De eerste resultaten zul je hier lezen. Het eerste nieuws is al binnen: er zijn sowieso meer dan 10 % van de gerechtigde stemmers komen opdagen, de stemming is dus geldig (niet bindend).
Onze eigen lezers zijn trouwens redelijk duidelijk als we de Poll mogen geloven: bijna 60% wil die brug!
Het nee kamp heeft het gehaald.
59.24% stemde Neen.
40.56% stemde Ja.
De opkomst bedroeg 34,75 procent.
Dit wil dus zeggen dat ongeveer 20% van de Antwerpenaren tegen de
Lange Wapper is. Bovendien waren er dus 78.955 nee-stemmers. 10.000
mensen meer dan wat nodig was om het referendum af te dwingen.
Overtuigend? Nee dus.
ANTWERPEN - Nick Orbaen
van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) zegt over het
referendum dat BAM 'hierin geen duidelijke afwijzing leest' maar dat de
politiek nu aan zet is.
'Maar
een goede 30 procent van de Antwerpenaars heeft de moeite gedaan om
zijn stem uit te brengen en daarvan zegt nauwelijks 59 procent neen',
concludeert de BAM-woordvoerder.
Hij wijst erop dat een nee niet noodzakelijk een afwijzing is van het
hele project zoals het nu voorligt met het Lange Wapperviaduct, maar
ook te maken kan hebben met de heisa over de aansluiting in
Deurne/Merksem. 'Dit is zeker niet een heel duidelijk signaal en staat
in schril contrast met wat de actiegroepen hebben gezegd, namelijk dat
niemand de Lange Wapper wilde', aldus Orbaen nog.
'Maar het is aan de politiek om nu die discussie te voeren. Het is
niet aan de BAM om deze uitkomst te interpreteren.' Orbaen bedankt ook
nog iedereen die is gaan stemmen.
'Belangrijk politiek feit'
'Wij moeten onze verantwoordelijkheid opnemen', zegt Antwerps
havenschepen Marc Van Peel (CD&V). 'Dit zal een belangrijk feit
zijn. Het is een duidelijk resultaat, maar niet zo overtuigend dat dit
betekent dat er van nul moet worden herbegonnen.' Zowel Van Peel als
zijn partijgenoot Philippe Heylen hebben het over 'een belangrijk
politiek feit'.
Van Peel zegt nog dat 'er een oplossing moet komen die wellicht
verbeteringen aanbrengt aan het bestaand project, want een nieuw
project brengt ons tien jaar verder'.
NEEN-KAMP: 'Peeters heeft een duidelijk signaal gekregen'
ANTWERPEN
- De Antwerpse burgemeester Patrick Janssens (SP.A) feliciteert
actiegroepen Ademloos en stRaten-generaal met hun overwinning. 'Kris
Peeters heeft een duidelijk signaal gekregen', reageert Wim Van Hees
van het actiecomité Ademloos.
'Ik
wil de actiegroepen feliciteren met hun overwinning', begon Janssens.
'Toen hun plannen voor een referendum bekend raakten, had ik nooit
gedacht dat ze genoeg handtekeningen zouden kunnen verzamelen.'
Daarnaast stak Janssens een pluim op de hoed van zijn stadsgenoten.
'Ik ben tevreden dat er veel Antwerpenaren naar de stembus zijn
getrokken. Dat is een bewijs van hun engagement en betrokkenheid bij de
stad. Het is meteen ook een belangrijk signaal naar de Vlaamse regering
toe dat de Antwerpenaar niet achter het BAM-tracé staat.' De verliezers
aan BAM-zijde raadt Janssens aan om zich niet te veel in de discussie
te mengen en het woord aan de politiek te laten.
'Verantwoordelijkheid bij CD&V en N-VA'
Volgens Antwerps schepen van Stadsontwikkeling Ludo Van Campenhout
(Open VLD) ligt de bal nu in het kamp van CD&V en N-VA. 'De uitslag
is met een verhouding 60/40 heel duidelijk. Dit ging echt over de
inhoud. Er moet rekening worden gehouden met het referendum', zegt Van
Campenhout in een eerste reactie.
Hij is erg tevreden met het resultaat. 'Ik heb mijn geweten en mijn
hart laten spreken', besluit de Antwerpse schepen die zich onlangs tot
het nee-kamp bekeerde. 'Het is in stadsontwikkeling soms beter om drie
jaar niets te doen en iets goed uit te werken, dan om snel iets te doen
dat voor 150 jaar slecht is.'
'Pyrrusoverwinning voor Janssens'
Vlaams Belang-boegbeeld Filip Dewinter is tevreden met het resultaat
van het referendum. 'De Antwerpenaar heeft duidelijk te kennen gegeven
dat hij niets moet weten van het BAM-tracé. Wij hebben ons als partij
ook telkens verzet tegen de Lange Wapper, en zijn dan ook erg tevreden
dat hij vandaag definitief geveld is.'
Dewinter noemt de uitslag ook een nederlaag voor het Antwerpse
stadsbestuur en een pyrrusoverwinning voor burgemeester Patrick
Janssens.
'Duidelijk signaal'
Voorzitter Wim Van Hees van het actiecomité Ademloos reageerde zeer
verheugd op de uitslag van de Antwerpse volksraadpleging over de
geplande Oosterweelverbinding. 'Kris Peeters heeft een duidelijk
signaal gevraagd en gekregen.' Van Hees vroeg meteen na de bekendmaking
een minuut stilte voor de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM).
'Het is ondenkbaar dat hiermee geen rekening wordt gehouden', zegt
Van Hees. Hij wijdt erop dat '60 procent van de Antwerpenaars heeft
standgehouden en toch neen heeft gestemd, ondanks de druk die is
uitgeoefend. Dat is een gigantisch compliment voor de stad en de
bevolking. Het zet ook meteen al wie die druk heeft uitgeoefend op zijn
plaats', besluitt Van Hees.
De Ademloos-voorzitter had het over een zeer duidelijke uitslag.
'Een verhouding 40/60 met aan hun kant 3 miljoen euro en aan de onze
75.000 euro: hoeveel duidelijker kan het nog', vroeg hij zich af.
'Dit resultaat kan je niet negeren'
Manu Claeys van actiegroep stRaten-generaal vindt het afgetekend
resultaat goed voor het politieke niveau. 'Deze nee kan men niet meer
negeren. Noch in Antwerpen, noch in de Vlaamse regering. Een derde van
de Antwerpse bevolking heeft zich uitgesproken en dat is een mooie
opkomst voor een grootstad.'
Tegelijkertijd roept Claeys op tot een bezinningsperiode waarna alle
alternatieven beter onderzocht moeten worden. 'De politiek moet het van
hieraf overnemen met goede argumentatie. Voor ons staat het tunneltracé
van arup-SUM met stip op één, maar ook de andere alternatieven moeten
nu maar eens deftig bestudeerd worden. Dat hoeft allemaal niet lang te
duren. Ik denk daarbij aan een alternatief met de Liefkenshoektunnel en
betere telematica rond de weg. Belangrijk is vooral dat het verkeer
wordt weggehouden van de stad.'
Wat dat zoeken naar alternatieven betreft ziet Claeys geen rol
weggelegd voor de BAM. 'Zij hebben zich volledig ongeloofwaardig
gemaakt door voor het referendum bij hoog en laag te beweren dat er
geen alternatief is. Het zou dan ook maar zeer raar zijn dat de BAM in
de huidige bezetting, die op tien jaar nog geen waterdicht dossier kan
afleveren, nu wel op zoek zou gaan naar alternatieven.'
Indien we het goed begrijpen moet de stad Antwerpen nu een duidelijk
advies geven. Na het lezen van de commentaren van beide kampen zijn we
niet helemaal zeker of het referendum veel nut heeft gehad.
Uiteindelijk moeten de politici nu toch beslissen en dat hadden ze in
feite tevoren ook moeten doen....of ze nu beter weten wat ze moeten
beslissen? Daar zijn wij in elk geval niet van overtuigd...Wat ons
duidelijker lijkt is het failliet van het referendum als
oplossing...een referendum verdeelt de geesten zeer duidelijk in een
voor- en een tegenkamp. Dat was zo bij de koningskwestie en dat is nu
zo met de Lange Wapper en het biedt geen uitkomst....Dus behoren wij
vanaf nu tot de pricipêle tegenstanders van referenda. Dat kost alleen
geld en daarmee basta! Wat we nodig hebben zijn politici die
beslissingen kunnen nemen en die aan de mensen kunnen uitleggen. In
feite komt het hier altijd op neer. Maar blijkbaar is dit ras voorlopig
uitgestorven.
En bij de SP-a schijnt men de rangen ook vorlopig gesloten te hebben.
Zelfs de linkse, principiëlen van SPA-Rood voegden zich weer netjes in
de rangen wat een verstandige keuze was want anders bleef enkel de
woestijn over. Het komt echter wel wat magertjes over na de gespierde
oproepen van de laatste dagen. In elk geval bewijst het dat
"therapeutische sessies" betere resultaten opleveren dan referenda. Nu
afwachten of de sossen er in zullen slagen terug sos te worden....en
daarvan zijn we nog niet helemaal overtuigd. Wij wachten af zoals we
dat al vele jaren doen....en ook hier zijn we terug op "start"....
Kunnen we nu eindelijk beginnen? Want mensen die in de miserie zitten
hebben geen boodschap aan intern geruzie over een paar mails. En mensen
met vevangingsinkomens oànder de europese armoedegrens zitten dik in de
puree. En daar zou een echte sossenpartij wel iets kunnen aan
veranderen. Zeker als we met zijn allen hebben mochten zien dat voor de
banken veel meer geld op tafel kwam dan er nodig is om de uitkeringen
aan te passen en ze boven de armoedegrens te tillen. Kom hiert niet
zagen dat er geen terugverdieneffect zal zijn...dat geld komt
onmiddellijk terug in de economie. Dat wordt heus niet op een
spaarboekje gezet door die armen...
Waar wachten we op. Misschien kunnen we een deel van het vrijgekomen
budget van de Lange Wapper als die nu toch niet moet gebouwde worden
nuttig besteden? Allez sossen spring op die uitgesproken kans....De
lange wapper of de armoede uitroeien. Een nieuw referendum?
Het is weer zo ver. Deze dagen legt elke kip met een ei haar plechtige
verklaring af dat men de armoede definitief zal uitroeien.
Beleidsplannen worden ontvouwt, nieuwe budgetten worden gecreëerd en
men haalt voedselbonnen op bij Delhaize...Dit met de week van de
armoede zijn...en zoals we verleden jaar voorzichtig voorspelden...
SAMENLEVING BRUSSEL - Vorig jaar dreigden 10.780 gezinnen in Vlaanderen uit hun huis te worden gezet, of 207 per week.
De Vlaamse OCMW's vragen dat de laagste lonen en de uitkeringen
dringend worden opgetrokken. Ze doen dat naar aanleiding van de
Werelddag van Verzet tegen Armoede, vandaag. Maar ook omdat almaar meer
mensen bij een OCMW aankloppen.
Vorig
jaar dreigden 10.780 gezinnen uit hun huis te worden gezet, vooral
omdat ze de huur niet betaalden. Dat komt neer op 207 gezinnen per week
waarvoor de OCMW's een oplossing moeten zoeken.
Eind
2008 kregen ruim 65.000 gezinnen energie geleverd door de
distributienetbeheerder (hier komt men terecht als men gedropt is door
een commerciële leverancier). Nu zijn dat al bijna 75.000 gezinnen. Er
zijn ook al 38.205 budgetmeters voor elektriciteit actief in
Vlaanderen. Die worden geplaatst als mensen de netbeheerder niet
betalen.
De armoede is traditioneel groter in
Wallonië (19 procent) dan in Vlaanderen (11 procent). Vrouwen lopen
meer risico om arm te worden, net als ouderen en jongeren.
Alleenstaande
ouders vormen volgens de Federale Overheidsdienst Economie met een
risicopercentage van 36 procent een bijzonder kwetsbare groep. Deze
cijfers dateren nog van voor het begin van de crisis.
de
vetjes gelezen heren en dames van de politiek? Da's eens iets anders
natuurlijk dan een failliete bank redden en misschien een hint voor de
sossen die mekaar nu aan het uitmoorden zijn tijdens hun tweedaags
congres... In feite zou elke rechtgeaarde sos zich nu moeten afvragen hoe interne mails over armoede zouden geklonken hebben, pfioew.... wat leesvoer geven aan de overlevende sossen...
en gewoon ter herinnering voor al diegenen die maar foeteren over hoofddoekjes en multiculturaliteit...
Armoede bij etnisch-culturele minderheden is een reëel probleem: in
België leeft 58,9 % van de mensen met Turkse roots en 55,6 % van mensen
van Marokkaanse origine onder de armoedegrens. Dat is bijna vijf keer
meer dan het gemiddelde in België.
wat niet wil zeggen dat er geen "autochtone" armen zouden zijn. Maar
wij vertikken het onderscheid te maken...er is een sociaal probleem in
Belgistan. 1 op 7 van onze onwoners leeft in armoede en de uitkeringen
liggen onder de armoedegrens...maar het gaat niet over failliete banken
zoals we reeds hebben gezegd...
vandaag maken we een uitstap naar Mexico. Daar vond de neo-liberale
president Calderon er niks beters op dan een door de staat geleid
elektriciteitsbedrijf Luz y Fuerza te sluiten en 44.000 personeelsleden
af te danken. Vervolgens bezette het leger de installaties...Hiermee
wordt de onafhankelijke en militante vakbond van Elektricteitspersoneel
volledig ontmanteld net zoals een tijdje geleden gebeurde met de
mijnvakbond. Gisteren betoogden 200.000 mensen tegen deze beslissing http://labornotes.org/node/2497
Stand with the Mexican Electrical Workers Union
The Mexican Electrical
Workers Union (SME) has asked for international solidarity in resisting
the government liquidation of their company, the termination of the
workers, and thus the destruction of the union. For more information,
please see this story.
To protest this action, you can write to President Felipe Calderón at felipe.calderon@presidencia.gob.mx. You can copy your protest email to sinmexel@sme.org.mx. You may send the following letter, based on the Mexican Electrical Workers Union demands, making modifications as you see fit:
Dear President Calderon,
I write to protest the Federal Police occupation of the electrical
plants, the liquidation of the Light and Power Company, the firing of
45,000 workers, and the destruction of their union. Your action is a
violation of labor rights, of human rights, and a disgrace to your
government.
I urge you to do as the Mexican Electrical Workers Union has asked:
1) Remove the police from their workplaces.
2) Revoke the liquidation of the company.
3) Negotiate the issues with the union.
Respect the rights of these workers, their union, and international labor and human rights standards.
Sincerely,
Name
Organization
Address
Mexican Government Seizes Power Plants, Liquidates Dissident Union
Dan La Botz
Federal Police seized the plants of
the Central Light and Power Company of Mexico, firing 45,000 workers
and crushing the independent Mexican Electrical Workers Union. Photo:
María Luisa Severiano.
Over the weekend Federal Police seized the plants of the Central
Light and Power Company of Mexico, which provides electricity to Mexico
City and several states in central Mexico. The government of President
Felipe Calderón announced that the company would be liquidated and all
its approximately 45,000 workers fired, which would mean the
destruction of the Mexican Electrical Workers Union (SME). Another
20,000 retirees are also now severed from their former employer and
their union. The governments action directly affects at least 250,000
workers and their families in the Federal District and states
neighboring the capital.
The government wants to eliminate SME because the union has been a
leading force in organizing to oppose Calderóns economic policies, and
in particular its plan to privatize the electrical industry. The
government will apparently put the Central Light and Power facilities
under the control of the Federal Electrical Commission whose workers
are represented by a union loyal to the government. The union argues
that this will be the first step to privatizing the industry, though
the government denies this.
UNION DETERMINED TO RESIST
At the moment 500 Federal Police officers have taken control of over
100 Light and Power plants, reportedly roughing up some workers in the
process. The plants occupied by the police are being run by management
and by workers from the Federal Electrical Commission.
The union had reported about 10 days before that the government was preparing to seize the plants.
The union did not physically resist the police seizure of
workplaces, but called upon its members to remain calm, and declared
that it would organize a peaceful and legal resistance to the takeover
and the liquidation of the company. While so far there has been no
serious violence, in the past the government has been quick to use
force to suppress union resistance. Federal Police have been used in
the last three years to attempt to break strikes of miners and
steelworkers. In other past instances of government-union conflict in
Mexico, such repression has led to deaths and beatings, while the
government has then indicted union leaders, resulting in convictions
and long jail terms.
NO SURPRISE
While the government moved suddenly over the weekend to seize the
plants, its actions were no surprise. The Calderón government and its
predecessors have often expressed their desire to dissolve the Central
Light and Power Company and to privatize electrical power generation.
Secretary of Labor Javier Lozano declared in September that SMEs
internal elections were invalid and that General Secretary Martín
Esparza and other officers would not be recognized by the government.
Without legally recognized officials, the union cannot engage in
contract negotiations or other activities.
Last month members of a dissident group in the union, tacitly
supported by the government, had also carried out an armed attack on
the union hall and robbed union documents and checks.
The government justified its actions by arguing that the Light and
Power Company was both inefficient and exorbitantly expensive. The SME
had won higher wages and benefits for workers, though the union argues
that the financial problems were caused by the governments failure to
properly invest in the company, its mismanagement, and its failure to
bill both government agencies and favorite private companiessuch as
luxury hotelsfor its services. The government said it was prepared to
spend about $2 billion to pay workers severance and retirement.
PIVOTAL MOMENT
While there is little new about the governments attack on unions
and its massive use of police and military force, this is not just one
more incident. This is a turning point.
The attack on the Electrical Workers Uniona union central to
resisting government policies and to building labor and social movement
coalitions, and located in Mexico City, the center of political
opposition to the governmentmay well turn out to be a watershed.
As journalist Luis Hernandez Navarro wrote in the Mexico City daily La Jornada,
The police and military attack against the electrical workers
represents a serious setback in the precarious democratic life of the
country. It provokes a huge short circuit. It establishes an
unfortunate precedent. By attempting to use violence to solve a
conflict created by the government itself, it takes us back to the
darkest stages of authoritarianism.
UNION SAYS TAKEOVER A 'DECLARATION OF WAR'
General Secretary Esparza called Calderóns action
unconstitutional. He called upon SMEs 65,000 active and retired
members to remain calm and resist provocation. At the same time a union
statement said that members would defend the nationalized electrical
industry, their union, and their constitutional rights. Members
gathered in front of the SME union hall and also rallied at the
Monument of the Revolution in Mexico City.
A union statement issued early Sunday morning said, They have
declared war on us and we are going to respond, always exercising our
Constitutional rights and guarantees, of that there is no doubt.
Tens of thousands of workersmembers of the Mexican Electrical
Workers and their allieshave been rallying and marching in Mexico over
the past three days. Andrés Manuel López Obrador, the man who claims he
actually won the 2006 presidential election, has put his movement
behind the electrical workers, holding a huge rally in Mexico City on
Monday. The left-of-center Party of the Democratic Revolution (PRD)
also came out in support of the union, and its representatives and
senators have worn Light and Power workers uniforms to the Mexican
Congress to express their solidarity.
SME leaders have called upon Mexican unions and unions of other countries to rally to their support.
The union said that with the military having occupied the power
plants, it was no longer in a position to ensure the delivery of
electrical power in the region.
Power outages have occurred in several Mexican neighborhoods and the
Mexican media have attributed these to workers' sabotage. The union
denies it is engaged in sabotage and blames the government for the
power failures.
The Mexican Electrical Workers Union (SME) has asked for international
solidarity in resisting the government liquidation of their company,
the termination of the workers, and thus the destruction of the union.
To protest this action, please follow this link to Labor Notes' Solidarity Network.
Late
on Saturday night, around 6,000 Mexican police occupied the various
sites of Luz y Fuerza del Centro, central Mexico's state-run
electricity company. Immediately following the occupation, President
Felipe Calderón issued notice of the company's liquidation, with the
termination of some 44,000 jobs.
In the middle of the night last Saturday, President Felipe Calderon
sent six thousand soldiers and militarized Federal Police to take over
state power company Luz y Fuerza installations in Mexico City and the
states of Mexico, Puebla, Morelos, and Hidalgo. Immediately following
the takeover, Calderon issued an executive order closing Luz y Fuerza.
Because no law or decree can go into effect until it is published in
the federal government's Official Diary of the Federation, the
government published the executive order in a special edition of the
Official Diary of the Federation to coincide with the military and
police raids that closed Luz y Fuerza.
Mexican legal experts have criticized Calderon's action as illegal,
unconstitutional, and "an excessive and abusive use of power" because
he by-passed Congress when he decided to close Luz y Fuerza and deploy
the military and police against workers.
The government's official justification for closing Luz y Fuerza is
that the company's operating expenses exceed those of other state-owned
companies. It claims its use of the military and militarized federal
police was a pre-emptive strike: it wanted to prevent workers from
striking, taking control of the facilities, and cutting off power in
protest of the closing of Luz y Fuerza. However, a week prior to the
police and military takeover, the union specifically stated in a press
release that it had no intentions of striking nor cutting off power to
electricity customers.
However, Mexican Labor News & Analysis' Dan La Botz has a different perspective on the government's intentions:
This current threat is the latest in a series of attacks on the
union by the government of Felipe Calderón.The Felipe Calderón
administration, having spent three years trying to destroy the Mexican
Miners and Metal Workers Union (SNTMMRM), has now opened a new front in
its war on the working class. In September the government launched a
multifaceted attack intended to destroy the Mexican Electrical Workers
Union (SME) which has been at the center of resistance to its
neoliberal programs.
The government's attack has several elements. First, the government
is supporting a small dissident faction within the union, using that as
an opportunity to meddle in the union's internal life with the goal of
breaking its militant leadership. Second, the government, which is also
the employer, has reduced the budget for the state-owned Central Light
and Power Company (LFC). Third, the government is also calling for a
change in company management and for the complete restructuring of the
company.
La Botz also notes that the Mexican government officially refused to
recognize the union's president, Martin Esparza Flores, following his
recent re-election. According to La Botz,
In practice, these administrative procedures (which are nowhere
found in Mexican labor law) are used against independent or democratic
unions or against unions opposing government policies, and almost never
against government backed, employer controlled or gangster-run unions.
Without government approved and recognized officers, the union
officials cannot engage in collective bargaining or other union
activities, leaving the union officially leaderless.
With Luz y Fuerza officially non-existant, the governmental Federal
Electricity Commission (CFE) has announced that it is sending thousands
of its employees to run Luz y Fuerza until CFE can absorb Luz y
Fuerza's operations entirely. Prior to the takeover, Luz y Fuerza ran
electricity operations in central Mexico: in Mexico City and the states
of Mexico, Puebla, Morelos, and Hidalgo. The CFE provided electricity
to the rest of the country.
La Botz argues that the CFE takeover means that the independent and
democratic 44,000-worker SME will be replaced by the
government-controlled Sole Union of Mexican Electrical Workers
(SUTERM), which represents CFE workers. In Mexico,
government-controlled unions are the norm, and independent democratic
unions are a rarity.
In an article written just before the military and police takeover of Luz y Fuerza, La Botz wrote:
Calderón's administration has two motives in its attack on the SME.
First, it wants to break the SME because it has been the center of so
many movements resisting the Calderón government, its neoliberal
policies, and particularly its plans to privatize the petroleum and
electric power industries. Second, Calderón wants specifically to
privatize the electrical industry, including the Central Light and
Power Company, and to do so it must break the power of the SME.
NAFTA Armed
While government officials have promised that they won't take
advantage of the Luz y Fuerza takeover to privatize the electricity
sector, the Calderon administration's political trajectory states
otherwise.
The Calderon administration participated whole-heartedly in the
Security and Prosperity Partnership (SPP), a private sector strategy to
expand and "arm" the North American Free Trade Agreement (NAFTA)
without having to obtain domestic legislatures' approval. As of this
past summer, the SPP is no longer an active initiative; however,
several of the SPP's working groups, comprised of private sector
industry leaders, will continue to meet. The North American Energy
Working Group (NAEWG), for example, pre-dated the SPP by four years. It
met within the SPP framework to develop and advance SPP energy policy
and procedures. The NAEWG is likely to continue to operate in some form
despite the SPP's official and indefinite "inactivity."
Indeed, despite the tabling of the SPP initiative, North American
energy interests met over the summer to develop regional energy
corridors that would increase the flow of energy from neighboring
countries into the United States.
The SPP's view of energy management is clear. According to the SPP's
"Prosperity Agenda," in order to "facilitate business," Canada, Mexico,
and the United States must "strengthen North America's energy markets
by working together, according to our respective legal frameworks, to
increase reliable energy supplies for the region's needs and
development." Energy, according to the SPP, rather can being used for
human development (providing every citizen with electricity in their
homes, for example), must increase the business sector's prosperity.
Energy is a market, not a national resource.
The North American Competitiveness Council (NACC), which coordinated
the SPP's working groups, stated one of its principle energy concerns
in its initial recommendations. The NACC, which was comprised of equal
numbers of private sector representatives from Mexico, Canada, and the
US, wrote, "The prosperity of the United States relies heavily on a
secure supply of imported energy."
What does the North American energy agenda mean for Mexico? In
Mexico, a significant sector of the population does not have
electricity and other basic utilities in their homes. Entire
communities lack electric service. Some of Mexico's poorest indigenous
communities pay some of the highest electricity rates on the North
American continent.
Even though Mexico's electricity sector has not reached a basic
level of functionality at the domestic level (electricity for every
citizen), Mexican leaders have decided to enter into regional
agreements such as Plan Puebla Panama (now the Mesoamerican Project)
and the SPP, which aim to increase energy flows into the United States,
not vice-versa.
Mexico's energy sector, as it is currently structured, runs entirely
counter to the SPP's Prosperity Agenda. Mexico's energy companies are
state-owned. Some energy sector unions, such as the Pemex oil workers
union and the SME, have actively opposed the further privatization of
the nation's energy resources, which is commonly considered to be an
SPP goal in Mexico. La Botz notes that the SME formed the National
Front Against Privatization. Pemex, on the other hand, recently (more
or less) survived a Calderon initiative to privatize the Mexican oil
sector.
Militarizing Mexican Life
Calderon's Saturday night invasion of Luz y Fuerza's facilities in
the capital and four states is reminiscent of other recent joint
police-military operations against drug cartels. Since Calderon
deployed 40,000 soldiers and thousands of militarized Federal Police,
one of the campaign's hallmark operations has been the sudden takeover
of police stations in towns and cities where drug trafficking
organizations are believed to have corrupted entire police forces. In
these operations, soldiers and federal police surround a police
station, relieve the local police officers of their duties, and occupy
the building. When 6,000 soldiers and federal police suddenly invaded
Luz y Fuerza's buildings and then occupied them to prevent the workers
from retaking the facilities, one would have thought that Luz y Fuerza
was a drug cartel's base of operations. But it wasn't.
Mexico is becoming increasingly militarized under the pretext
provided by the war on drugs. Mexican citizens are becoming
correspondingly desensitized to such blatant displays of state military
power in the civilian realm. Mexico's Constitution expressly prohibits
the military's use in times of peace; however, this was not Mexicans'
principle criticism of the operation against Luz y Fuerza. Mexicans
consulted by this reporter complained that the operation was a blow to
the country's democratic unions, as well as a step towards
privatization of the energy sector. When this reporter commented on the
barbarity of deploying the military and riot police against a civilian
union--one that wasn't even on strike, as if that were to justify such
represion--the response was, "Tienes razon. You're right. I hadn't even
considered that."
The use of the military and the Federal Police--who receive military
training--against unions is fairly common in Mexico. The military and
the Federal Police (formerly known as the Federal Preventive Police or
PFP) have been deployed against striking miners and teachers. Likewise,
in 2006 federal police violently put down social conflicts in Oaxaca
and Atenco, both of which had their roots in labor disputes.
Both the Mexican Military and the Federal Police receive training,
equipment, and armament from the United States government under the
Merida Initative. The Merida Initiative is designed in part to carry
out the Security and Prosperity Partnership's "Security Agenda."
Electrabel wordt rijk door nucleaire rente te betalen...
aiaiaiai, het is hommeles met Electrabel. Ze willen weer niet dokken
die Fransen! Nu goed, de afspraken rond het openhouden van de 3 oudste
kerncentrales bevatten een aantal positieve punten. Dat schreven we
hier al. Het gaat ook over de bevoorradingszekerheid van het land en
dat schreven we hier al heel lang. We weten dat de groenen het daarmee
absoluut oneens zijn en dat ze beweren dat er genoeg vervangcapaciteit
is tegen de sluiting in 2015. Wij zijn dat dus niet en het
Gemixrapport legt netjes uit waarom. We beloofden jullie trouwens dat
dikke rapport hier te publiceren en we zullen dat ook doen. Maar gun
ons effe de tijd om het zelf te lezen en om een middel te vinden om zo
een turf op een blogje leesbaar te maken. We testen een aantal
mogelijkheden uit...dus niet wanhopen...het grootste deel is wel in het
Frans dus begin al vast te oefenen: chaise, table, centrale, éolienne... Het
betalingsaspect of de zogenaamde nucleaire rente is inderdaad een zeer
bescheiden bijdrage vanwege Suez aan de lege staatsschapraai. En
vandaag bleek nog maar eens hoe bescheiden ze wel is. Het dreigt zelfs
eerder een zeer lucratieve bijdrage te worden die uiteindelijk winjst
zal opleveren. Dus men strooit zand in de ogen van de kiezers die we
toch allemaal zijn. Er komt eveneens iemand opduiken uit
onverwachte hoek die verstandige dingen daarover schrijft. De
onverwachte hoek is de ons weinig sympathieke PVDA. Maar als het goed
is mag het ook eens gezegd worden en Tom De Meester is goed in wat hij
hier schrijft dus halen we ons wierrookstokje boven. Ere wie ere
toekomt en na De Standaard krijgt Tom ook bij ons een klankbord. Wel
iets bescheidener dan de kwaliteitskrant natuurlijk...
OPENHOUDEN KERNCENTRALES LEVERT BELGIE GEEN EURO OP
De kerncentrales langer openhouden is vooral een goed idee voor
Electrabel, dat er gigantisch veel geld mee zal verdienen. De Belgische
staat zal van die opbrengsten niet veel zien, voorspelt TOM DE MEESTER
.
De regering mag dan wel laten uitschijnen dat ze door harde
onderhandelingen GDF Suez op de knieën heeft gekregen, in werkelijkheid
is het de regering die plat op haar buik gaat. In een e-mail van Gérard
Lamarche, de algemeen financieel directeur van GDF Suez en de
rechterhand van ceo Gérard Mestrallet, aan de Belgische regering blijkt
de groep vragende partij voor een 'structurele oplossing' waarbij de
kerncentrales tien jaar langer zouden openblijven. De groep was bereid
om daarvoor 'maximum 170 miljoen euro per jaar' op tafel te leggen 'tot
2015'. Als het daarover niet tot een akkoord zou komen, dreigde de
groep 'om België te verlaten'.
GDF
Suez haalt zijn slag helemaal thuis. Van de 215 tot 245 miljoen euro
per jaar, die de kernproducenten volgens de regeringsverklaring moeten
ophoesten, zal GDF Suez als grootste speler 157 tot 179 miljoen per
jaar moeten betalen. Zoals gevraagd. Op vijf jaar tijd komt dat neer op
een totaal bedrag van 785 tot 895 miljoen euro. Of laat ons zeggen: 850
miljoen euro. Het loont de moeite dat cijfer een beetje in perspectief
te zetten.
Peanuts
Ten eerste. De
afkoopsom van 850 miljoen euro is peanuts in vergelijking met de enorme
opbrengsten die GDF Suez mag verwachten in de komende jaren. Nu de
sluiting van de drie oudste kerncentrales met tien jaar is uitgesteld,
blijft de héle Belgische nucleaire productie immers tot 2025 op volle
toeren draaien, zonder dat er nog een haan naar kraait. En dat levert
geld op. Véél geld. Hoewel ceo Mestrallet het bestaan van de nucleaire
woekerwinsten staalhard blijft ontkennen, zijn de feitelijke bewijzen
verpletterend: de zeven Belgische kerncentrales leveren een jaarlijkse
woekerwinst op van 1,2 miljard euro per jaar. Daarvan zal 75 procent
naar GDF Suez vloeien (de rest naar SPE-Luminus, EDF en E.on), 15 jaar
lang. Of omgerekend: 13,5 miljard euro. Een bedrag dat vijftien keer
groter is dan de 850 miljoen euro die GDF Suez zo genereus in de
staatskas stort.
Schulden kwijtgescholden?
Ten tweede. GDF
Suez stuurt aan op een 'globaal akkoord'. De goede verstaander begrijpt
waar dat op slaat. Electrabel heeft bij de Belgische regering nog een
schuld openstaan van 500 miljoen euro. Die bijdrage moet de
energiegroep betalen, in het kader van de begroting van 2009. Niet
volgend jaar, maar dit jaar. Electrabel heeft altijd geweigerd om dat
bedrag te betalen. Vermits de regering daar nu plots met geen woord
meer over rept, is de kans zeer groot dat die schuld van 500 miljoen
euro in het kader van een 'globaal akkoord' simpelweg met de mantel der
liefde wordt bedekt. Van de 850 miljoen euro blijft zo nog 350 miljoen
euro over.
Belastingaftrek
Ten derde. Electrabel
zal élke bijdrage doodleuk aftrekken van zijn belastingen.
Stemmingmakerij? Neen, feiten. In 2008 moest Electrabel een bijdrage
van 222,4 miljoen euro betalen aan de Belgische regering. Electrabel
heeft dat bedrag inderdaad betaald... maar meteen afgetrokken van zijn
vennootschapsbelasting. Wie bij de Nationale Bank de jaarrekeningen van
de nv Electrabel opvraagt, zal zien dat het bedrijf in 2008 een bedrag
van 222,4 miljoen euro als 'uitzonderlijke kost' heeft ingebracht. Een
staaltje van fiscale spitstechnologie dat je Electrabel niet eens
kwalijk kunt nemen. Dat Electrabel zijn belastingen... mag aftrekken
van zijn belastingen is te danken aan een constructie die de Belgische
regering zelf heeft opgezet. Omdat de bijdrage van Electrabel niet
rechtstreeks aan de overheid wordt gestort, maar passeert via het
Synatomfonds, geldt de bijdrage technisch als een 'niet-fiscale'
bijdrage. En dat mag je dus aftrekken van je belastingen. Een daad van
'goed bestuur', wellicht.
Vennootschapsbelasting
Ten vierde. Het
is bijzonder cynisch dat de regering pocht over een 'structurele
bijdrage' van Electrabel... terwijl Electrabel tegelijk de
vennootschapsbelasting - die andere 'structurele bijdrage', weet je wel
- simpelweg niet meer betaalt. Ik overdrijf niet. Electrabel betaalde
in 2008 geen eurocent vennootschapsbelasting, dankzij het soort legale
belastingsontwijking waar België een patent op heeft. GDF Suez
parkeerde het grootste deel van zijn schulden in België, wat het
bedrijf toeliet om bijna een half miljard euro aan 'interesten' af te
trekken. Bovendien maakt het bedrijf maximaal gebruik van de
notionele-interestaftrek, en heeft het ook nog recht op een
belastingskrediet van 95 miljoen euro. Resultaat: Electrabel betaalt
nul euro belastingen, integendeel, krijgt netto 93 miljoen euro terug!
Terwijl premier Herman Van Rompuy in zijn regeringsverklaring de
'ethiek' heruitvindt, zuigt Electrabel al jaren de staatskas leeg. In
2004 betaalde Electrabel 15 procent belastingen, de helft van wat een
werknemer betaalt op zijn inkomen. Sinds de invoering van de notionele
interest in 2006 is dat nog 7 procent. En vorig jaar: niks meer. Op
vijf jaar tijd heeft Electrabel voor 1,5 miljard euro belastingen
ontweken.
Mag ik even samenvatten? Electrabel legt
850 miljoen euro op tafel, krijgt een schuld van 500 miljoen euro
kwijtgescholden, en trekt het resterende bedrag van zijn belastingen
af. In 'ruil' krijgt het bedrijf uitzicht op 13,5 miljard euro
woekerwinsten uit de kerncentrales. De vennootschapsbelasting? Kruis
erover. En de consument? Hij mag blijven betalen.
TOM DE MEESTERWie? Energiespecialist PVDA. Wat? De kerncentrales openhouden zal de begroting niet redden. Waarom? Omdat Electrabel goed genoeg weet hoe het belastingen kan ontwijken.
Tom
De Meester schreef dat de kans groot is dat Electrabel de 500 miljoen
die ingeschreven staat op de begroting van dit jaar NIET betaalt en
kijk...een paar uur later :
GDF Suez sluit geheime deal :: Wij betalen die 500 miljoen niet
De
schamele 850 miljoen euro die GDF Suez moet betalen in ruil voor het
langer open houden van de kerncentrales, is de Franse energiereus nog
teveel. De 500 miljoen euro die ze voor de begroting van dit jaar
moeten betalen, weigeren ze te betalen.
Nick Dobbelaere
Tom De Meester (PVDA)
De woorden van Tom De Meester waren nog niet koud, of zijn voorspelling kwam al uit. In zijn opiniestuk in De Standaard
van donderdag 15 oktober schreef de energiespecialist van de PVDA al
dat hij achter de deal die de overheid met GDF Suez sloot om de Franse
energiereus over de komende vijf jaar 850 miljoen euro te doen
bijdragen aan de begroting, een geheime deal vermoedde waardoor GDF
Suez de heffing van 500 miljoen euro die het aan de begroting van 2009
moest bijdragen, niet zou moeten betalen. En kijk, twee dagen na de
beleidsverklaring laat GDF Suez op een persconferentie doodleuk weten
dat het die bijdrage inderdaad niet wil betalen.
Tom De Meester is niet verrast. Het was duidelijk
dat er iets aan de hand was. GDF Suez zei al van in het begin dat het
niet zomaar een deel van zijn woekerwinsten wou afstaan. Nu blijkt
effectief dat er een addertje onder het gras zit. Kennelijk heeft GDF
Suez een deal gemaakt met minister van Energie Magnette (PS) om de 500
miljoen euro die het bedrijf al lang had moeten betalen voor de
begroting van 2009, te laten vallen. De woordvoerder van GDF Suez zei
zonet nog dat ze eventueel bereid zijn om dit jaar al een voorschot te
geven op die 850 miljoen, maar dat er geen sprake van kan zijn om die
500 miljoen te betalen.
De overheid komt met mij toch ook niet onderhandelen over hoeveel belastingen ik moet betalen?
Een geheime deal dus, waardoor de genereuze
bereidwilligheid van GDF Suez om 850 miljoen euro te betalen (gespreid
over de komende vijf jaar) in een heel ander daglicht komt te staan,
want de 850 miljoen komt de facto neer op 350 miljoen euro. En dat op
een verwachte opbrengst van 1,2 miljard per jaar. Het is toch
schandelijk dat Electrabel zomaar zelf wikt en beslist wat ze willen
betalen en wat niet, zegt De Meester. Iedereen in België moet zijn
wettelijke belastingen betalen, behalve Electrabel. Over hun
belastingen moet er kennelijk onderhandeld worden. De overheid komt met
mij toch ook niet onderhandelen over hoeveel belastingen ik moet
betalen? Iedereen moet gelijk zijn voor de wet. En als Electrabel niet
wil betalen, dan moet er ook maar een deurwaarder naar hen gestuurd
worden, zoals bij iedereen die zijn belastingen niet betaalt.
De Meester noemt de praktijken van de regering
ronduit smerig. Ze vinden zogezegd 850 miljoen voor de begrotingen van
de volgende vijf jaar, maar ze creëren tegelijkertijd een gat van 500
miljoen in de begroting van dit jaar. Ongehoord. Wat de regering nu
moet doen, is beslissen dat die bijdrage van 500 miljoen niét vervalt.
Dat die dus wel degelijk ook moet betaald worden.
Onze visie is dat het grootste deel van die
woekerwinsten, en dat is toch 1,2 miljard euro per jaar extra dat die
kerncentrales openblijven, moet terugvloeien naar de consument om de
energiefactuur te verlagen en te investeren in groene energie en
energiebesparende maatregelen, besluit De Meester.
Electrabel niet van plan heffing 500 miljoen te betalen
donderdag 15 okt 2009
Elektriciteitsproducent
Electrabel zal dit jaar geen heffing van 500 miljoen betalen. Dat
heeft Gerard Mestrallet, topman van de Franse groep GdF Suez, gezegd.
Electrabel, dochter van GdF Suez, heeft bij de federale overheid nog
een schuld van 500 miljoen openstaan, maar Mestrallet zegt ervan uit
te gaan dat dit bedrag zal komen te vervallen. De federale regering
besliste vorig jaar dat de Belgische producenten van kernenergie dit
jaar een bijdrage van 500 miljoen moesten leveren tot de begroting.
De investeringen in de Belgische kernenergiecentrales zijn in het
verleden immers te snel afgeschreven, waardoor de producenten nu grote
winsten kunnen binnenrijven. Door het akkoord rond het langer
openhouden van de kerncentrales, is dat bedrag volgens Mestrallet
echter niet meer aan de orde.Daarover zouden al afspraken gemaakt zijn
met de overheid. (MH)
en wat krijg je dan als reactie op zulke krasse taal van Gérard M? Neen, niet van de PVDA maar van een VLD'er en Minister van begroting...
do 15/10/2009 - 12:41Update: do 15/10/2009 - 15:46Minister
van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) is absoluut niet verbaasd dat
GDF Suez dit jaar geen 500 miljoen euro zal bijdragen aan de begroting.
De topman van Suez kondigde dat vandaag aan op een persconferentie.
"Wij wisten dat allang", reageert Vanhengel.
Op
een persconferentie in Parijs liet Gerard Mestrallet (foto), de topman
van GDF Suez, verstaan dat zijn bijdrage aan de Belgische begroting dit
jaar "geen 500 miljoen euro, maar zero" zal zijn.
AP
Tijdens
de onderhandelingen over de begroting afgelopen week werd vastgelegd
dat Electrabel vanaf 2010 jaarlijks een bijdrage moet betalen tussen
215 en 245 miljoen euro, in ruil voor het langer openhouden van de
kerncentrales van Doel en Tihange. De regering wilde in een niet zo ver
verleden de energiereus echter ook dit jaar 500 miljoen euro laten
betalen.
De Franse moedermaatschappij van Electrabel vocht die bijdrage
echter aan voor de rechter. Minister van Begroting Guy Vanhengel (foto
bovenaan) reageert dan ook niet verbaasd op de uitspraken van
Mestrallet. "Ik ben net verbaasd dat dit nieuws is, wij wisten dit al
lang."
"500 miljoen geschrapt uit begroting"
Vanhengel
zegt dat de regering inderdaad ooit op die 500 miljoen had gerekend,
"maar wij wisten al lang dat de bedragen die waren ingeschreven in 2009
betwist werden door Suez", zegt Vanhengel. "Wij hebben die bedragen er
bij de begrotingsaanpassing dan ook uitgehaald, omdat we weten dat die
in 2009 niet betaald zullen worden."
Volgens Vanhengel blijven de bedragen wel als vastgesteld recht in
de begrotingen 2008 en 2009 staan, omdat de rechter nog geen uitspraak
heeft gedaan in een geschil over eerdere bijdragen van Electrabel.
De teleurstelling over de gemiste 500 miljoen euro is al
doorgeslikt. "Het belangrijkste was een goede sluitende deal te maken
voor 2010, voor 2011 en voor alle jaren die daarop volgen", benadrukt
Vanhengel.
Hij geeft wel toe dat het tekort op de begroting 2009 nu wel groter
is, zonder die 500 miljoen. Dat geld zal nu geleend moeten worden. "Al
wat de overheid niet int in functie van uitgaven die ze moet doen,
verhoogt de staatsschuld en dat wordt geleend", zegt Vanhengel. "Maar
we weten dat we de volgende jaren het geld wel zullen innen en de
staatsschuld weer zal dalen."
"Ik heb helemaal niets verzwegen"
Premier
Herman Van Rompuy heeft in de Kamer gereageerd op beschuldigingen van
de oppositie als zou hij hen hebben voorgelogen in verband met de
bijdrage van Electrabel.
"Ik heb helemaal niets verzwegen", klonk het verontwaardigd. "2008
is betaald en in betwisting, idem voor 2009. Het blijft ingeschreven in
de begroting. Er is een betwisting voor het Grondwettelijk Hof en de
zaak zal logisch worden geregeld als er een arrest is. Het akkoord
slaat op 2010-2014."
Geef ons dan toch maar het debat over het geslacht der engelen... en nog een paar van die bijdragen van Tom De Meester en bij de volgende verkiezingen roepen we onze Vlaamse lezertjes op om PVDA te stemmen. Maar dat doen we dus nu nog eventjes niet vermits we wachten op die eigen smoel van Caroline....
Sauwens verliest noch zijn haren noch zijn streken...
Lang geleden dat we nog iets hadden vernomen over onze goeie ouwe
wielewaler en palenschilder Johan Sauwens. Hij is al altijd de mooiste
van de klas geweest en om dat te bewijzen wilde hij zich nogal eens op
de voorgrond plaatsen. Maar de laatste jaren was het radiostilte en was
hij vermoedelijk in stilte bezig met het uitbouwen van ropeskipping en
wushu tot Vlaamse topsporten of met beleefdheidsbezoeken bij de
overlevende leden van het zichzelf opgeheven Sint-Maartensfonds.
Alhoewel zijn webstekje oogt erg indrukwekkend. Alleen de oprichting
van de Ijzertoren en de overwinning in 1302 ontbreken in het lijstje.
Maar hij plaatste wel de borden "Vlaanderen" langs onze
gewestwegen...een groot denker en doener dus. En zie plots duikt de
plaatser van de Vlaanderenborden weer op in de pers. En dan nog wel met
een denkoefening die bewondering afdwingt bij vriend en vijand. Om de
behoeftige staatskassen te spijzigen wil hij het
kinderrechtencommissariaat afschaffen: http://www.johansauwens.be/nl/blogs/25/index.html
Besparingen...
Op
het ogenblik dat heel de Vlaamse Gemeenschap moet besparen, dient ook
het Vlaams Parlement dat te doen met de eigen middelen. Nog onafgezien
van het feit dat de voorzitter zijn wedde gaat halveren (sic) heb ik
een concreet voorstel:
In de loop der jaren zijn een
aantal instellingen toegevoegd aan het Vlaams Parlement, die ieder een
eigen leven zijn gaan leiden, maar toch ook vrij veel geld kosten. Het Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie is té jong van datum om al echt geëvalueerd te worden. Het Instituut voor Samenleving en Technologie daarentegen
lijkt mij een absolute overbodigheid waneer ik de uitnodigingen zie. Er
zijn overlappingen met tal van andere wetenschappelijke en
universitaire instellingen. Er zou dus makkelijk 1,7 miljoen euro
bespaard kunnen worden op dit Instituut voor Samenleving en Technologie.
Dan is er nog het Kinderrechtencommissiariaat,
dat nu meer dan 10 jaar bestaat. Het Kinderrechtencommissariaat is
opgericht bij decreet van 15 juli 1997, na de affaire Dutroux, om iets
te doen voor de rechten van het kind. Intussen zijn er 12 medewerkers,
waarvan de meesten op universitair niveau aangeworven. De totale
uitgaven belopen ieder jaar meer dan anderhalf miljoen euro en ze
behandelen 1.100 vragen of klachten. De meeste van die vragen zitten in
de sfeer van (v)echtscheidingen, opvoedingsproblemen en
schoolproblemen. De meeste vragen komen telefonisch of per mail binnen.
In feite, heeft het Kinderrechtencommissariaat vooral een
verwijsingsfunctie naar diverse andere diensten.
Het is
hoog tijd dat er eens een ernstige evaluatie wordt gemaakt van deze
werking! Het zijn nog geen 100 vragen per maand. Het
Kinderrechtencommissariaat begeeft zich bovendien op het terrein van
individuele dienstverlening, waar heel wat instellingen - ook door de
Vlaamse belastingbetaler rechtgehouden - receptief zijn. Ik denk aan de
OCMW's, de Jeugdadviescentra (JAC), de kinder- en jongerentelefoon, de
duizenden scholen en leerkrachten in Vlaanderen, de centra voor
leerlingenbegeleiding (CLB), de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg, de
centra algemeen welzijnswerk (CAW), de jeugdadvocaten, de
politiediensten met de daarbij horende sociale diensten, de
opvoedingswinkels, de opvoedingstelefoon, de parketten en
justitiehuizen, Kind en Gezin in zijn diverse geledingen, allerhande
ombudsdiensten,...
Vanuit zijn onafhankelijke opstelling
en met rugdekking van het Kinderrechtenverdrag, formuleert de
kinderrechtencommissaris ook nog regelmatig - naar eigen goeddunken -
meningen over allerhande maatschappelijke thema's. zoals recent nog in
het zeer complexe hoofddoenendebat. Het betrof een standpunt dat
volledig ingaat tegen de genomen beslissing van het
gemeenschapsonderwijs.
Men kan zich werkelijk de vraag
stellen wat de toegevoegde waarde is van het Kinderrechtencommissariaat
in het zeer breed en ewaar gesubsidieerde, Vlaamse welzijnslandschap.
Op
het ogenblik dat er gedacht wordt aan besparen op de weddes van
leerkrachten en dat men een aantal accijnzen wil verhogen, kan men
zich de vraag stellen of Vlaanderen niet in eerste instantie een aantal
overbodige instellingen moet ontmantelen om op die manier tot een
afbouw te komen van het overheidsapparaat.
Zelfs op zijn eigen blogje werd brave Johan teruggefloten door zijn eigen partijvriendjes:
Johan,
Evalueren is goed en nodig. Maar mbt de kinderrechtencommissaris
overdrijf je, denk ik, minstens een beetje. Ik ken Bruno Vanobbergen
als een hardwerkend en integer mens. Hij was o.m. in de RvB van Ugent
collega. Hij is begaan met kinderrechten en pedagogiek in het algemeen
en is zeker geen man van boekenwijsheid alleen. Hij kan luisteren en
nuanceren. Als er nu 10 of 12 medewerkers moeten zijn daar kan ik mij
niet over uitspreken; misschien kan wat werk (her)verdeeld worden. En
Dhr Vanobbergen kennde is hij zeker bereid over een en ander te pratren
en een tandje bij te steken als de brespraringen moeten gesolidariseerd
worden.
Tot slot CD&V is nog altrijd een gezinspartij en het behartigen van
kinderrechten en opvoedingsondersteuning behoort tot haar kerntaken.
Maar zo zul je het allicht ook zelf bedoelen.
Het gevaar van "blogs" allerhande is wel dat het zllemaal zo snel gaat.
Vriendelijke groeten.
Sander Vercamer
Gepost door Vercamer Alexander op dinsdag 13 oktober 2009 om 16:00
Ken uw geschiedenis, zou een eerste vereiste moeten zijn voor een
parlementslid. Toch zeker wanneer het gaat over kritiek op een dienst
verbonden aan het Vlaams Parlement.
Primo: Om te beginnen werd het KRC opgericht naar aanleiding van het
eerste rapport van België bij het Comité voor de Rechten van het Kind
(VN). België had immers geen kinderombudsdiensten en dit leidde tot een
aanbeveling van het comité. Niet Dutroux, maar de verdragsverplichting
van ons land waren dus de aanleiding van de oprichting.
Secundo: Het was uw partijgenote Trees Merkcx een van de grote
voorvechters en mede-initiatiefneemster van het KRC.
Tertio: Ga eens na in hoeveel tussenkomsten uw partijleden zich
beroepen op de adviezen en standpunten van het KRC. U zal verbaasd
staan over de overbodigheid van deze dienst.
Quatro: Het KRC werd niet opgericht om iets aan de Kinderrechten te
doen. De oprichting gebeurde per decreet, waarin de opdrachten zeer
specifiek opgesomd staan. Uit de jaarverslagen en de commentaren daarop
door de leden van het Vlaams Parlement (ook uw fractie) blijkt
overduidelijk dat dit een hele opdracht is, veel meer dan enkele
klachten behandelen (advies aan het Vlaams Parlement, informeren,
sensibiliseren, netwerken uitbouwen, enz ). Iets waarvoor 12 man zeker
geen overbodige luxe is.
Er zijn inderdaad heel wat andere diensten, maar geen enkele die
voldoet aan de vraag van het Comité in Geneve en die het stauuut heeft
van een paraparlementaire dienst. Juist dat was de meerwaarde, aldus de
initiatiefnemers.
Nu zegt u aan alle scholen, alle NGOs, alle ouders en kinderen die
beroep doen op de expertise van het KRC, dat deze dienst hun
oneigenlijk helpt bij hun vragen en problemen.
Mogelijk vindt u vast nog wel andere overbodige zaken in het budget van
het Vlaams Parlement. Zaken die meer kosten en minder relevant zijn.
Gepost door Dirk Vos op dinsdag 13 oktober 2009 om 19:20
Beste Johan,
Op het ogenblik dat je dit op je blog schreef, waren wij met het
uitgebreid bureau van het Vlaams Parlement in vergadering over de
meerjarenbegroting voor het Vlaams Parlement en zijn paraparlementaire
instellingen. Zoals afgesproken tijdens onze fractievergadering van
vorige week hebben we daar er op aangedrongen dat de paraparlementaire
instellingen een gelijkaardige inspanning zouden doen als de
instellingen en agentschappen die afhangen van de regering. Het IST had
hier bij zijn ontwerpbegroting al zelf voor gezorgd. De tussenkomst van
het Parlement in de kosten van het IST daalt van 1,7 miljoen naar 1,5
miljoen Euro. Het IST neemt ook de uitwerking van een aantal
ICT-toepassingen met betrekking tot de parlementaire werking op zich.
Aan het Kinderrechtencommissariaat is gevraagd om zijn projectenbudget
bij te sturen en te komen met een nieuw voorstel dat kadert in een
beleidsnota. Van een afschaffing van het KRC is geen sprake. Dat is
tijdens onze fractievergadering ook nooit overwogen. Voor ons blijft
een instelling die waakt over de rechten van kinderen uitermate
belangrijk. Wel moet over de kosten gewaakt worden en is het belangrijk
dat het Kinderrechtencommissariaat voldoende voeling houdt met het
Vlaams Parlement. Daarom wensen we dat het kinderrechtencommissariaat,
zoals het IST en het Vredesinstituut, ook een klankbordgroep krijgt met
vertegenwoordigers van alle fracties. Dat voorstel kreeg de instemming
van het Uitgebreid Bureau en zal in de loop van de komende weken
uitgewerkt worden. Met vriendelijke groeten,
Ludwig Caluwé
Gepost door Ludwig Caluwé op woensdag 14 oktober 2009 om 15:20
en in de bevriende pers scheerde hij evenmin hoge toppen:
BRUSSEL - Vlaams parlementslid Johan Sauwens (CD&V) wil het kinderrechtencommissariaat afschaffen.
Sauwens lanceerde dat controversiële voorstel maandag op zijn blog en
reageert dinsdag verrast wanneer we hem in Straatsburg bellen voor een
reactie. Is er iets gebeurd?'
Wel,
een aantal mensen hebben zich boos gemaakt: het
kinderrechtencommissariaat van luiheid beschuldigen omdat ze met zijn
twaalven maar 1.100 klachten per jaar behandelen, vinden zij niet
eerlijk. Ze zeggen dat Sauwens beter het decreet eens zou herlezen,
zodat hij weet dat het commissariaat niet enkel klachten behandelt,
maar ook adviezen verleent aan het parlement, onderzoek doet naar de
naleving van kinderrechten in ons land en sensibiliseert over het
onderwerp.
O, maar dat weet ik heus wel. Ik ken de
drieledige opdracht van het kinderrechtencommissariaat. Ik vind vooral
dat de politiek soms impulsieve beslissingen neemt die vervolgens een
eigen leven gaan leiden, en dat we die in tijden van financiële crisis
moeten durven terugdraaien. Het commissariaat is zo'n impulsieve
beslissing geweest na de zaak-Dutroux. Het draagt nu enkel bij tot de
wirwar van welzijnsinstellingen die elkaar overlappen. Er is een groot
aanbod naar kinderen: de jongerenadviescentra, de kinder- en
jongerentelefoon, de OCMW's, het onderwijs, de comités voor bijzondere
jeugdzorg, de vertrouwenscentra, enzovoort.'
Sauwens
vindt voorts dat advies aan het parlement evengoed door de
administratie kan gebeuren, die onder de politieke verantwoordelijkheid
van de minister valt. Dat is democratischer. Alleen de ombudsdienst
moet echt onafhankelijk kunnen werken.'
Je zou het
kinderrechtencommissariaat kunnen zien als een ombudsdienst voor
kinderen en de commissaris als iemand die spreekt in naam van de
kinderen. En de senioren dan? En de mensen die uit de echt zijn
gescheiden? Er zijn zoveel doelgroepen te bedenken. Ook staat het
kinderrechtencommissariaat te ver af van de leefwereld van kinderen en
jongeren.'
Sauwens geeft toe dat zijn kritiek is
ingegeven doordat de huidige kinderrechtencommissaris, Bruno
Vanobbergen, zich begin dit schooljaar mengde in het hoofddoekendebat:
Hij kantte zich met het kinderrechtenverdrag in de rug tegen de
beslissing van het Gemeenschapsonderwijs om hoofddoeken op school te
verbieden. Ik vind dat niet zijn taak.'
Bruno
Vanobbergen zelf wilde gisteren niet reageren. Anderen namen zijn
verdediging op, zoals Groen!-parlementslid Mieke Vogels: Sauwens
gebruikt valse argumenten om instellingen die de CD&V soms durven
tegen te spreken, monddood te maken.' Ook Sam Vande Putte,
SP.A-gemeenteraadslid in Aalst en een van de jongeren die in 2002
meereisden naar de VN-kinderrechtentop in New York, reageerde
verontwaardigd.
Ha,
het ging dus niet in de eerst plaats om de bezuiniging zijn bekommernis
over de lege staatskassen. Het ging hem omwille van het standpunt dat
de kindercommissaris had durven innemen over de hoofddoekjes. Dat
stoorde onze Johan en dat moest dus gewroken worden in de stijl zoals
de "alte kameraden" dit ooit hebben voorgedaan...broodroof en laster.
100 klachtjes met 12 man...nog erger dan de Walen zou je haast gaan
geloven na het lezen van zijn blogliteratuur.... Slecht als we zijn
gingen we even opzoeken wat die luiwammes van een kindercommissaris dan
al wel als taakoverschrijdende verklaringen had afgelegd:
BRUSSEL - Interview KINDERRECHTENCOMMISSARIS
BRUNO VANOBBERGEN Het hoofddoekenverbod brengt het actief pluralisme
dat het gemeenschapsonderwijs wil nastreven in het gedrang, zegt de
Vlaamse kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen.
Van onze redactrice
Vanobbergen
voegt aan de kritiek op het algemene hoofddoekenverbod in het
gemeenschapsonderwijs het perspectief van de kinderrechten toe. 'Een
algemeen verbod op religieuze symbolen in het onderwijs, met name het
gemeenschapsonderwijs en het onderwijs in Antwerpen, sluit niet aan bij
de school die vorm zou kunnen krijgen vanuit de letter en de geest van
het Kinderrechtenverdrag.'
Concreet verwijst de
Vlaamse kinderrechtencommissaris naar artikel 29 van het verdrag, dat
stelt dat het onderwijs gericht dient te zijn op 'het bijbrengen van
eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele
identiteit, taal en waarden en voor de nationale waarden van het land
waar het kind woont, waar het is geboren, en voor andere beschavingen
dan de zijne of hare'.
Kunnen de nationale waarden
van het land waar het kind woont in strijd zijn met de eigen culturele
identiteit? Vanobbergen: 'Ik denk het niet. Ik kan niet geloven dat de
democratische en humane waarden van ons land in strijd zouden zijn met
het dragen van de hoofddoek.'
Hij beklemtoont dat
hij niet wil oordelen over het atheneum van Antwerpen/Hoboken, waar
begin september een lokaal verbod werd ingevoerd. 'Om te beginnen heb
ik nog niet met de mensen van die school gepraat. Ook meen ik dat
lokale beslissingen plaatsvinden in een bepaalde context, maar die
context is niet overal aanwezig. Ik wil mij enkel over het algemene
verbod van het gemeenschapsonderwijs uitspreken: dat gaat juist voorbij
aan al die verschillende contexten.'
Vanobbergen
betreurt bovendien dat het actief pluralisme dat als leidend principe
van het gemeenschapsonderwijs geldt, nu dreigt opzijgeschoven te worden
door een sfeer van angst en krampachtigheid. 'Dat is een verschraling
van het onderwijsproject.'
Scholen zijn volgens de
kinderrechtencommissaris niet vergelijkbaar met de thuissituatie - een
argument dat het Gemeenschapsonderwijs mee inroept om het
hoofddoekenverbod te verdedigen - maar ze zijn ook geen verlengstuk van
de samenleving.
'Scholen moeten een soort van
laboratorium zijn waar jongeren kunnen experimenteren met al wat is en
zou kunnen zijn. Een school moet ook een ruimte zijn die kan
confronteren. Ze moeten niet in de eerste plaats voorbereiden op werk,
of op een model van samenleven zoals we het nu zien, want wie kan
zeggen hoe de samenleving er over vijftien jaar uitziet?'
Het
verbod op religieuze symbolen beperkt bovendien de keuzevrijheid van
allochtone meisjes en dat is dan weer in strijd met het
gelijkekansendecreet, aldus de kinderrechtencommissaris.
Dat
deze meisjes in eigen moslimscholen terecht zouden kunnen, vindt hij
geen positieve evolutie: 'Zo'n apart circuit zal het actieve pluralisme
niet bevorderen.'
Vanobbergen dringt erop aan dat
er in het onderwijs en in de opleidingen van leerkrachten, opvoeders,
agenten en politiemensen meer ruimte zou worden gemaakt voor lessen in
mensen- en kinderrechten.
'We stellen vast dat die
rechten vandaag vooral geïnterpreteerd worden in termen van het
realiseren van individuele onafhankelijkheid. Wij denken meer aan
rechten als bron van empowerment en menen dat ook zij die in
een afhankelijke positie zitten hun stem moeten kunnen laten horen en
hun plaats moeten krijgen in onze samenleving.'
Opvallend
is dat het Kinderrechtenverdrag in anderstalige versies gewag maakt van
het recht op spirituele ontwikkeling van minderjarigen en dat de
Nederlandstalige versie dat niet doet.
'Daar heeft
men het enkel over de psychische en intellectuele ontwikkeling van
minderjarigen', zegt Vanobbergen. 'Een studente in de
Gezinswetenschappen heeft ons recent op dat onderscheid gewezen.
Blijkbaar had onze samenleving in het begin van de jaren negentig, toen
de tekst vertaald werd, ook al moeite om godsdienst en religie een
plaats te geven in het openbare leven.'
Kijk
wie vindt dat deze meneer dus iets heeft gezegd in dit artikel dat
buiten zijn taak als kinderrechtencommissaris valt wordt vriendelijk
uitgenodigd om met rooie stift deze passages hier te komen
omcirkelen..... Wij vonden dit een behoorlijk standpunt dat volledig
past binnen zijn takenpakket. Dat niet iedereen zijn visie deelt hier
in Vlaanderen zal wel geen verrassing zijn. Dat daarvoor gans het
boeltje dicht moet tekent onze vriend Sauwens ten voete uit. Hierover
gaat hij uit de bol en tracht op een slinkse manier 12 mensen hun job
af te nemen. 12 mensen die meer dan behoorlijk werk doen...
en
we willen doodgewoon nog eens een moeilijk moment uit het leven van
onze Sauwens in herinnering brengen voor onze lezertjes met een kort
geheugentje of die te jong zijn. We vragen natuurlijk geen verkeerde
link te leggen tussen wat nu volgt en zijn reactie op het
hoofddoekjesstandpunt van Meneer Vanobbergen...
Het uitgebreid Bureau heeft beslist de agenda van de plenaire
vergadering van vandaag uit te stellen tot binnen veertien dagen. Dan
zullen alle agendapunten afgehandeld worden.Het heeft ook beslist dat
we nu gaan luisteren naar een mededeling van minister Sauwens. Deze
namiddag volgen het debat hierover en een verklaring van de regering.
Op de meest formele wijze wens ik mijn spijt uit te drukken over de
fout die ik heb begaan door aanwezig te zijn op een bijeenkomst waar
internationaal extreem-rechts verzamelen had geblazen. Ik heb mij er
snel rekenschap van gegeven dat mijn aanwezigheid op deze bijeenkomst
onaanvaardbaar was en dat ik een duidelijke beoordelingsfout heb
gemaakt. Ik heb dat ook onmiddellijk en publiek toegegeven en het
lidmaatschap van het Sint-Maartensfonds opgezegd. Door deze misstap heb
ik het vertrouwen bij de meerderheid en bij belangrijke partners in de
bevolking geschonden, en bied daarvoor mijn excuses aan. Ik heb mij
steeds publiek aangesloten bij dat deel van de Vlaamse beweging dat
excuus heeft gevraagd voor de wandaden die tijdens de tweede
wereldoorlog zijn begaan en waarvoor de leiding van de Vlaamse Beweging
zelf en niemand anders verantwoordelijk is, en die onnoemelijk veel menselijk leed hebben veroorzaakt. Ik
heb - u weet dat, u kent mij - steeds in de duidelijkste bewoordingen
afstand genomen van elk extreem-rechts gedachtegoed, van elke
racistische ideologie en weiger elke vorm van samenwerking met
extreem-rechts. Alle beleidsdaden die ik ooit heb getroffen, zijn
daarvan overigens de beste illustratie. Alle beleidsdaden die ik ooit
heb gesteld, zijn vanuit een zuiver democratische logica geïnspireerd.
De Vlaamse regering heeft een positief en enthousiasmerend project
opgezet, waarmee we de verbondenheid en het optimisme binnen de Vlaamse
samenleving willen aanwakkeren. Het is een boeiend project tegen het
negativisme en de onverdraagzaamheid die extreem-rechts tot stand wil
brengen. Ik wil dit project van de Vlaamse regering mee uitdragen en
zeker niet in gevaar brengen. Ik erken mijn fout en vraag de kans om
het vertrouwen opnieuw op te bouwen.
Het vertrouwen werd dus niet opnieuw opgebouwd en onze vriend Sauwens
moest aftreden. Iets waarover je trouwens niks terugvindt bij zijn
uitgebreide zelfbewierroking op zijn blogjes. Maar dat is natuurlijk
heel menselijk... Als je zijn verklaring hierboven leest en die
vergelijkt met zijn slinkse poging om zich te wreken op een ambtenaar
die alleen maar zijn plicht deed dan krijgen wij last van zo een kippevelmoment dat we enkel voelen wanneer we te maken krijgen met -en nu citeren we uit zijn excusespeechke- "daden die niet vanuit een zuiver democratische logica zijn geïnspireerd"
en om af te sluiten zetten we hieronder nog een voorbeeld van een
interessante website waarop je allerlei vragen kan stellen...zelfs
museumdirecteurs beantwoorden vervolgens je slimme vragen..
..
Bij
het autorijden zien we bij de kruispunten dat de palen van de
verkeerslichten bevestigd zijn een specifieke kleur hebben, in
Vlaanderen geel -zwart. In wallonië en Brussel rood -wit. Waarom is dat
14/09/2008 - Willem (18 jaar)
Context van de vraag:
Dit
is iets dat ik mij al een hele tijd afvraag. Heeft dit gegeven
misschien een politieke achtergrond. Waarom kan je op het net hier
nergens uitleg over vinden?
Antwoord
Dag Willem,
ik herinner me nog het ogenblik waarop in Vlaanderen geel-zwarte palen
werden ingevoerd. Dat gebeurde toen Johan Sauwens (toen Volksunie)
minister van verkeer was in de Vlaamse regering, eind jaren 80 of begin
jaren 90 van de vorige eeuw. Hij kwam tot deze beslissing omdat uit
studies en buitenlandse voorbeelden bleek, dat geel-zwart op die palen
voor een betere zichtbaarheid zorgt dan rood-wit. Met klem werd door
zijn diensten ontkend dat het iets te maken had met politieke
voorkeuren.
Als je meer wil weten, kan je misschien via www.vlaanderen.be de bevoegde administratie contacteren.
Succes nog!
Wim
Deze vraag werd beantwoord door: Wim De Vos
communicatie Museum voor Natuurwetenschappen
en voor onze Ollandse vrienden...opletten, we zitten hier dus NIET in het Magrittemuseum!
Sommige mensen zijn zo vol van zichzelf dat ze er onmogelijk in slagen
hun arrogante smoel te houden. Waw, we zouden al onmiddellijk de
vacature kunnen invullen van persoonlijk raadgever van Gennez...de toon
is al meteen gezet. We hebben over de grote smoel Barteld Schutyser.
Deze slimme jongen vindt het nog nodig uitspraken te doen over zijn
literaire mails geadresseerd aan een goede vriendin die plots opdoken
in de slechte pers...dus trok onze Barteld naar Humo...hij kon net even
goed naar "Dag allemaal" zijn getrokken maar dat doe je natuurlijk niet
als "linkse Vlaamse intellectueel" :
'Die 'ik' in mijn mail: dat was ik niet, dat was Caroline Gennez'
Frank Vandenbroucke is volgens een peiling van de VRT en De Standaard de populairste Vlaamse socialist, ver boven zijn partijvoorzitster Caroline Gennez,
die in de top dertig van populaire Vlaamse politici van plaats
zeventiende naar plaats drieëntwintig zakt. En toen hadden de mensen
nog niet eens de beruchte mails gelezen die vorige week uitlekten en
waarin zowat elk SP.A-kopstuk genadeloos geroskamd werd.
De mails leggen bloot hoe Caroline Gennez met enkele getrouwen de
Vlaamse ministerportefeuilles verdeelde en met hen overlegde over hoe
Frank Vandenbroucke moest worden kaltgestellt. De mail die het meest
choqueerde is van de hand van ene Barteld Schutyser. 'Ik verneem plots wie bij ons de regering samenstelt,' reageerde Louis Tobback. 'Dat is niet onze voorzitster. Ook niet de loge en zelfs niet de maffia. Het zijn de grote Milan Rutten en de grote - hoe heet de man ook alweer? - Barteld Schutyser die dat doen.'
Ja, wie is die Barteld Schutyser eigenlijk? Een veertiger met een lidkaart bij de SP.A, ooit kabinetsmedewerker van Johan Vande Lanotte,
advocaat administratief recht bij het gerenommeerde bureau DLA Piper,
en al meer dan tien jaar één van de beste vrienden van Caroline Gennez.
En dan nu: zijn grote doorbraak als decision maker.
Bart Schutyser «Eerlijk gezegd, de hele heisa rond die mail is much ado about nothing. De meeste mensen waarover het in de mail gaat kén ik nauwelijks - met Freya Van den Bossche
heb ik misschien al vijf woorden gewisseld. Ik heb die mail geschreven
als privépersoon aan een goeie vriendin, in een informele taal en op
eigen initiatief. Milan Rutten (directeur communicatie SP.A, red.) had
een mail gestuurd over de organisatie van het congres, en ik heb daarop
geantwoord over de manier waarop Caroline Gennez dat best zou
aanpakken. In de stijl van: voilà, dat is mijn gedacht. Oké, een beetje
gechargeerd misschien, maar dat is de aard van het beestje. Ik ben een
West-Vlaming, ik ben altijd rechtdoorzee.»
HUMO Met een wel zeer intrigerend zinnetje: 'Caroline moet
zich op duidelijke dreigingen à la 'de waarheid over Agusta'
voorbereiden.' Is de hele waarheid over het Agusta-schandaal dan niet
gekend?
Bart Schutyser «Op mijn erewoord: ik weet het niet.
U moet begrijpen in welke context die mail is geschreven. Ik wilde
Caroline voorbereiden op de reactie van Frank Vandenbroucke op het
moment dat hij hoorde dat hij geen minister zou worden. Ik dacht dat
hij razend kwaad zou worden en - wie weet - zou dreigen om oude koeien
over Agusta uit de sloot zou halen. Er doen daarover
nog altijd een paar indianenverhalen de ronde in de partij, maar wat
ervan aan is weet ik niet.»
HUMO Blijkbaar is de Agusta-affaire nog altijd niet
verteerd. Er loopt nog altijd een proces van Luc Wallyn tegen de partij
om zijn aandeel van het proces te betalen, en de oudere garde van de
SP.A heeft het Frank Vandenbroucke nooit vergeven dat hij spontaan
bekentenissen is gaan afleggen bij het gerecht, en er en passant enkele
partijgenoten als Willy Claes en Carla Galle bij lapte.
Bart Schutyser «Ik denk dat die episode nog altijd
haar sporen nalaat, ja. Maar van dat proces wist ik bijvoorbeeld niets
af, en van de Agusta-affaire nog minder. U moet weten: ik was destijds
achttien en volgde die zaken nog niet op de voet. Nu wél, omdat ik af
en toe eens mijn gedacht zeg tegen iemand die, als ik niet oppas, er
ook nog wat mee doet (lacht). Dan moet het toch een béétje verstandige klap zijn.
Ach, ik ben gewoon een tiep die zijn gedacht zegt in een informele sfeer en die ook een beetje geestig schrijft. En iedereen denkt: 'Oeioei! Die tiep
neemt de beslissingen!' Maar nee! Ik wist een aantal dingen: dat Frank
een probleem was, wie de ministers zouden worden, welke bevoegdheden de
SP.A zou krijgen. Waarom? Ik ken Caroline al meer dan tien jaar. Ze is
één van mijn beste vrienden. Ik geef haar weleens advies, maar zeggen
dat ik haar bevelen kan geven, dat is toch iets heel anders. Ik neem
géén beslissingen.»
HUMO En toch, als u schrijft: 'We hebben drie mandaten.
Frank moest weg, daarover zijn we het eens. Ik moest met een opvallende
vice komen...'
Bart Schutyser «Die 'ik' in de mail, daar bedoel ik natuurlijk niet mezelf mee, maar Caroline! Kijk, ze moet aan Peter (Vanvelthoven) en Kathleen (Van Brempt)
uitleggen waarom zij geen minister worden. Ik heb haar spontaan advies
gegeven in de zin van: zo zou ik het motiveren, als ik in jouw plaats
was. Meer niet.»
HUMO 'Frank moest weg, daarover zijn we het eens.' Dat wekt
de indruk dat het opzijschuiven van Vandenbroucke niet, zoals eerder
gezegd, door een brede partijbasis gedragen wordt.
Bart Schutyser «Die 'we', dat zijn
niet 'ik en Caroline Gennez', dat zijn de SP.A'ers. Het was toen al,
weliswaar in beperkte kring, bekend dat er een probleem was met Frank.
Oké, ik heb het misschien wat hard uitgedrukt. Maar iedereen weet dat
Caroline die beslissing niet op haar eentje heeft genomen. Ik heb
alleen gezegd: 'Oké, hoe gaan we dat dan aanpakken?»
HUMO Een andere pijnlijke passage gaat over Bert Anciaux,
die per se een schepenmandaat in Brussel moet krijgen. 'Als het Pascal
niet lukt om dat voor Bert te regelen moet Steve (alweer) naar Di Rupo.'
Bart Schutyser «Daarvoor moet u de situatie in Brussel kennen: er is daar een bestuursakkoord waardoor PascalSmet
schepen zou zijn geworden in 2010. Dat mandaat wordt nu bemand door een
PS'er. Nu weten we dus: Pascal wordt minister in de Vlaamse regering
voor vijf jaar, en Bert Anciaux - of je 'm nu leuk
vindt of niet - staat op straat. Hij heeft nog een jaar
uittredingsvergoeding, en dan heeft hij níéts meer. Oké, hij is van
politieke partij veranderd, maar hij kan nu toch niet nóg eens
overstappen? Hij weet ook wel dat de SP.A voor hem een eindpunt is. Als
dit niet lukt, is zijn politieke carrière voorbij.»
HUMO En daarom moet Steve (alweer) naar Di Rupo?
Bart Schutyser «Och ja, ik maak ook heel wat veronderstellingen in die mail. Het is een publiek geheim dat Steve Stevaert een goeie relatie heeft met Elio Di Rupo.
Ze zeggen dat die dingen zo geregeld worden, maar ik ben daar
natuurlijk niet bij, hè. Ik denk trouwens dat het niet gaat lukken,
want Bert ligt niet zo goed bij de Franstaligen: in hun ogen is hij een
halve Vlaams Belanger.»
HUMO Nog eentje, over Freya Van den Bossche: 'Godzijdank is ze zwanger.'
Bart Schutyser «Allez vooruit, u bent een vrouw, u zal mij wel een vreselijke seksist vinden.
Kijk, ook dáár heb ik een paar veronderstellingen gemaakt: stel dat
ze niet content is met de vice, stel dat ze onderwijs wil... En die
'godzijdank': dat is mijn stijl. Ik ga haar zelf niet bellen - ik ken
haar zoals gezegd nauwelijks. Maar het schijnt dat ze er vrij nuchter
op reageert. Hoe hard hij ook mag klinken, uit die mail spreekt toch
ook een bekommernis voor die mensen.»
HUMO En Caroline Gennez? Hebben jullie nu ruzie?
Bart Schutyser (aarzelt) «Goh, Caroline en
ik zijn zeer goeie vrienden. Zij zegt: 'We hadden nu eenmaal een
verhouding waarin jij als klankbord een aantal dingen vrijuit tegen mij
mocht zeggen, en in dit geval was het misschien een beetje straf.' Maar
als vriend kan je nauwelijks een loyaler iemand vinden dan haar. Anders
zou ik haar klankbord ook niet zijn, hè: als privépersoon steun je een
publiek persoon omdat je er respect, bewondering en vriendschap voor
voelt. Ik word daar niet voor betaald, noch door haar, noch door de
partij.»
HUMO Ze zit nu wel in de problemen door uw mail.
Bart Schutyser (zucht) «U moest eens weten
hoe ík me voel: als iemand bij wie er is ingebroken en wiens kleren ze
aan stukken hebben geknipt. Ik voel mij echt gepákt.»
we zetten nog eventjes zijn gevleugelde uitspraken in een extra steunkleurtje:
"voilà, dat is mijn gedacht. Oké, een beetje
gechargeerd misschien, maar dat is de aard van het beestje. Ik ben een
West-Vlaming, ik ben altijd rechtdoorzee.»
"Ach, ik ben gewoon een tiep die
zijn gedacht zegt in een informele sfeer en die ook en beetje geestig
schrijft...."
"Hoe hard hij ook mag klinken,
uit die mail spreekt toch ook een bekommernis voor die mensen"
"U moest
eens weten hoe ik me voel: als iemand bij wie er is ingebroken en wiens
kleren ze aan stukken hebben geknipt. Ik voel mij echt gepakt".
Ha,
die jongen voelt zich "gepakt"...effe terug naar zijn geestige
West-Vlaamse mails waar de bekommernis voor de betrokken personen van
afdruipt...
Als er nu één blinde vink in dit landje wil geloven dat onze
verstandige Barteld het gebruik van de woordjes "ik" en "we" in een
vriendelijk en vertrouwelijk mailtje aan een goeie vriendin door elkaar
haspelt ...tja dan moet ofwel die vink dringend worden opgenomen in een
gesloten inrichting ofwel moet onze Barteld zich maar best inschrijven
in een cursus nederlands voor pas aangekomen politieke vluchtelingen...
Bovendien lijkt onze slimme jongen plots vergeten te zijn dat niet
alleen Gennez als geadresseerde persoon vermeld staat op die mail...op
de zelfde lijn en niet slechts in kopie staan nog een paar mensen :
Milan Rutten als eerste vervolgens Gennez en dan Jan Cornillie en als laatste Johan Van Hoecke.
Als je dan beweert :"Ik heb die mail geschreven
als privépersoon aan een goeie vriendin, in een informele taal en op
eigen initiatief. Milan Rutten (directeur communicatie SP.A, red.) had
een mail gestuurd over de organisatie van het congres, en ik heb daarop
geantwoord over de manier waarop Caroline Gennez dat best zou
aanpakken."
dan klopt er iets niet...zelfs in deze verklaring klopt er iets niet,
tenzij ons taalgevoel even slecht is als dat van Barteld wanneer hij "ik"
en "we" moet gebruiken.
Ofwel schrijf je, volgens ons, als privépersoon naar een goeie
vriendin in een informele taal ofwel antwoord je aan de directeur
communicatie en je verwart best de twee niet met elkaar...Barteldje kan
dat blijkbaar wel. Met de gekende gevolgen... als eminent jurist op een
eminent juristenbureau kan dat tellen als kwakkel...
Indien deze mail enkel geadresseerd zou zijn aan de goeie vriendin dan
zien wij hier vanuit onze hangmatten evenmin het nut van een zin als :Caroline moet zich op duidelijke dreigingen à la "de waarheid over Augusta" voorbereiden...tenzij
wij weer analfabeten zouden zijn. Maar volgens ons zwak ontwikkeld
taalgevoel gaat het hier dus in eerste instantie om een mail aan Milan
Rutten en gaat het niet in eerste instantie over de organisatie van een
congres... behalve in puntje 5 waar het dan gaat over de plaatsjes
vooraan...maar er ontbreken wel een paar paginaatjes tussen het mailtje
van Milan Rutten van 9 juli (waar tenandere weinig onkies woordgebruik
is in terug te vinden..) en waar onze Barteld enkel in cc staat...we
kunnen dus enkel raden wie de andere onderwerpjes heeft
aangebracht...Misschien moeten we nog eventjes wachten op de publicatie
van wat ontbrekende mailtjes...grijns grijns grijns
wat sensueler kan ook met Sonora Dinamita en Mi cucu en jullie hebben
er het raden naar wat dit mag betekenen...het is in elk geval een
cumbia...en jullie krijgen er twee van...er is immers na het vorige
nummer ook nog een antenna parabolica in het spel...
En het wordt stilaan tijd om een ander continent te
bezoeken...hophophop naar Latijns-Amerika en hier beginnen we met de ongelooflijke Perez Prado in zalige tijden toen de
rilatine nog niet was uitgevonden.
Kijk beste lezertjes, er is een akkoord. Plots hoort men geen geneuzel
meer over zwakke onderhandelingsposities...er is een akkoord.
Waarschijnlijk zal niet iedereen gelukkig zijn met dit ding en een
storm van verontwaardiging zal losbarsten vanuit de groene hoeken en
vanuit de oppositie...
Het moet gezegd dat op basis van onderstaand bericht niet alles even
helder is als het water van Spa. Wat we hier echter onthouden is dat er
een soort controlecomité wordt opgericht dat en bechmark doet met de
buitenlandse prijzen. Hoe dit in de praktijk moet verlopen is niet
meteen duidelijk en of er sanctionerend kan opgetreden worden bij
ontsporing is hier helemaal onduidelijk. In elk geval is dit al een
mooi begin en al zeker beter dan wat er vroeger was...niets. Het geeft
ook terug macht aan de politiek die tenslotte nog steeds een emanatie
zou moeten zijn van de wil van de
kiezer en dus een vorm van democratische controle. De CREG was een
alternatief geweest maar ontsnapt inderdaad aan elke politieke
controle. Niemand controleert immers de CREG...We zijn natuurlijk erg
benieuwd op welke manier dit opvolgingsorgaan zal functioneren maar het
is een stap in de goeie richting dus op dit ogenblijk kunnen we
Magnette feliciteren....we zien later hoe het werkt!
Ook de verklaring dat er met de gewesten akkoorden zullen afgesloten
worden om te komen tot een globaal energieplan stemt hoopvol. Laten we
dus enig optimisme vertonen want tenslotte werd dit hier op dit blogje
reeds ettelijke malen gevraagd en plots blijkt het dan toch door te
dringen bij de politici...niet dat dit onze verdienste is, maar het
stemt ons enigszins hoopvol! De rest van het akkoord over
tewerkstelling is niet erg duidelijk en dat zal afwachten vallen wat
men daarmee concreet bedoelt. De investering van 500 miljoen in
alternatieve energie lijkt ons eerder een dooie mus want we vermoeden
dat deze investering er ook zonder akkoord was gekomen. Alleen al de
Electrabelparticipatie in de windmolenparken voor de kust zal niet ver
van dit bedrag liggen zeker? Dus kunnen we dit als een emmer oogzand
beschouwen. Opvallend is wel dat er geen belofte werd gedaan voor
bijkomende aanwervingen binnen de eigen energiesector. Men spreekt
enkel over de energiebesparingen en afvalrecyclage. Wat de sector
energiebesparingen betreft weten we niet waarover er gepraat wordt en
dat zal moeten verduidelijkt worden Maar dat zien we dus ook later. Op
het eerste zicht kan dit leiden tot een mooi evenwichtig akkoord al zal
er geroepen worden dat de jaarlijkse bijdrage veel te laag ligt wat
niet meteen fout is gezien de te verwachte winsten door het langer
openhouden van de drie oudste kerncentrales. Maar er staat eveneens een
zware investering tegenover die ook banen zal creëren die best kunnen
gebruikt worden en het opvolgingscomité zal er dan moeten voor zorgen
dat we met de tarieven op de zelfde lijn zitten dan de buren wat een
dompertje zou kunnen zetten op de buitensporige prijzen en winsten...in
feite zijn we dus terug naar af en wordt een nieuw controlecomité
opgericht na de nutteloze afschaffing van het vorige....alleen mag het
kind niet meer de zelfde naam dragen en er ontbreekt een
vertegenwoordiging van de consumenten. Zowel van de industriële als van
de huishoudelijke consumenten. Tenzij deze vervat zitten onder de
noemer "sociale partners"...
Akkoord over bijdrage nucleaire sector
maandag 12 oktober 2009
Bron: belga + De Standaard
Auteur:
bvb
Akkoord over bijdrage nucleaire sector
Pol De Wilde
Het kernkabinet heeft een akkoord bereikt over
de bijdrage van de nucleaire sector aan de begroting. Dat meldt
Energieminister Paul Magnette.
De
regeringstop schaarde zich maandag achter het voorstel van PS-minister
Magnette om de kerncentrales 10 jaar langer open te houden. Het gaat om
Doel 1 en 2 en Tihange 1. Sommige partijen hadden de centrales naar
verluidt langer willen doen draaien, maar daar wilden de Franstalige
socialisten niet van horen.
De bijdrage die de producenten van kernenergie - Electrabel en SPE -
zullen moeten ophoesten, loopt tot 2025, de datum waarop de centrales
in principe hun deuren zullen moeten sluiten. De hoogte van het bedrag
schommelt vanaf volgend jaar en tot en met 2014 tussen 215 en 245
miljoen euro. De exacte bijdrage hangt af van de evolutie van de
marktprijzen, de productiekosten en de bestaande schatting daarover.
Het is een nog op te richten Opvolgingscomité - met
vertegenwoordigers van de regering, de producenten, de sociale partners
en de Nationale Bank - dat zich hier jaarlijks over zal buigen en een
concreet bedrag zal voorstellen. Daarnaast moet het Comité jaarlijks
nagaan of de prijzen die de operatoren aan de consumenten aanrekenen
niet de gemiddelde prijs in onze buurlanden overschrijden. Het orgaan
rapporteert hierover aan de minister van Energie.
De producenten moeten de bijdrage ook na 2014 en tot 2025 nog
ophoesten. Het bedrag kan dan zelfs hoger liggen dan 245 miljoen euro.
Magnette kondigde maandagavond het akkoord aan. Hij heeft hierover
naar eigen zeggen een overeenkomst op zak met Gaz de France Suez. De
Franse energiereus gaat behalve de bijdragen ook nog een reeks
engagementen aan, onder meer over investeringen in alternatieven
energiebronnen en de creatie van extra werkgelegenheid.
Wat volgt is een opsomming van de engagementen die Magnette verkreeg van GdF Suez:
"Een bedrag van minstens 500 miljoen euro zal vanaf 2010
aangewend worden om de investeringen in hernieuwbare energiebronnen en
de vermindering van het energieverbruik te financieren.
De
groep GdF Suez verbindt zich ertoe in België een hoog activiteitsniveau
te handhaven met 13.000 huidige jobs in de sector energiebesparing en
afvalrecyclage.
De groep GdF Suez verbindt zich ertoe
vóór 2015 meer dan 10.000 personen aan te werven en in samenwerking met
de federale Regering en de deelstaten een programma van professionele
vorming in zijn beroepen te ontwikkelen om zo op een bestendig niveau
van 500 afwisselende opleidingsposten te komen.
Een derde
van de investeringen voor onderzoek en ontwikkeling van Electrabel zal
specifiek bestemd zijn voor het carbon-capture proces en de meest
actuele technologieën inzake energiedoeltreffendheid voor de nijverheid
en de particulieren. Ook zal de groep GdF Suez jaarlijks 5 miljoen euro
investeren in de Belgische onderzoekprogrammas die gewijd zijn aan de
behandeling en aan het beheer van het kernafval en aan
exploitatieveiligheid.
De groep GdF Suez verbindt zich
ertoe om in België de zetels van zijn verantwoordelijkheden van zijn
activiteiten Energie Europa en Internationaal en Tractebel
Engineering te handhaven".
Magnette wijst er tot slot nog op dat met de gewesten ook nog
akkoorden zullen worden afgesloten. Bedoeling is tot een "een ambitieus
en voluntaristisch plan van energiedoeltreffendheid en ontwikkeling van
hernieuwbare energiebronnen" te komen. "Dit plan zal becijferde
doelstellingen vastleggen die ons toelaten om onze Europese
verplichtingen tegen het jaar 2020 te bereiken, en deze objectieven
zullen jaarlijkse geëvalueerd worden", luidt het nog.
Overleg tot de finish
Sinds vanmiddag half één zitten de topministers opnieuw samen op
Hertoginnedal voor een vergadering tot de finish over de begroting.
Morgenmiddag leest premier Herman Van Rompuy zijn beleidsverklaring
voor in Kamer en Senaat.
In de beleidsverklaring worden traditioneel de grote lijnen van de
begroting geschetst. Volgens de woordvoerder van de eerste minister
liggen de grote lijnen van de begroting al vast, maar moeten een aantal
details nog worden geregeld. En, de laatste loodjes wegen altijd het
zwaarst, luidt het.
Behalve over de begroting moet het kernkabinet zich ook nog
uitspreken over nieuwe initiatieven of de verlenging van een aantal
relancemaatregelen. Dinsdagmorgen komt in principe de ministerraad nog
samen om de beleidsverklaring voor te bereiden.
De hangmatsocialisten steunen Caroline vanuit hun hangmat natuurlijk!
Nog nooit waren de sossen zo lang in het middelpunt van de
mediabelangstelling als de laatste dagen, zelfs weken. Je moet het hen
nageven weinigen zullen hen hierin overtreffen...Misschien zijn de
onderwerpen wat ongelukkig gekozen: defenestratie, beledigende en
hautaine mails en oproepen tot interne revolutie...je ziet dat niet
vaak. Onze lievelingsvoorzitster heeft het moeilijk en dat kan ook
moeilijk anders. Maar in tegenstelling tot de "revolutionairen" die
haar aftreden eisen en zich hiermee natuurlijk volledig buitenspel
plaatsen, willen wij even onze eigen kleine en misschien zelfs foute
analyse maken. Volgens onze visie ligt de oorzaak van al deze heibel
elders Als we de inhoud van onderstaand artikel mogen geloven dan is
het probleem groter en dieper dan de persoon van Gennez. Day betekent
dat het vrij dwaas en dom zou zijn haar de zwarte piet door te schuiven
zoals de zogenaamde linksen dit wel erg duidelijk wensen te doen. http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=K02GFUI6
De inner circle van Caroline Gennez
In het begin van haar voorzitterschap vocht Caroline Gennez tegen een
vreselijke eenzaamheid. Barteld Schutyser kon ze meteen in vertrouwen
nemen.
Twee jaar geleden portretteerde De Standaard het netwerk van kersvers voorzitter Caroline Gennez. Daarin dook al de naam van Barteld Schutyser op.
De twee leerden elkaar kennen bij Animo. De Limburgse zette de
jongerenorganisatie van de SP.A opnieuw op de kaart. Later kruisten hun
wegen opnieuw op het kabinet van Johan Vande Lanotte, minister van
Begroting en vicepremier in de regering-Verhofstadt I. Schutyser
begeleidt als jurist de Lambermont-hervorming, Gennez houdt zich bezig
met het vluchtelingendossier.
Schutyser had de politiek ondertussen vaarwel gezegd. Bij
het advocatenkantoor DLA Piper klom hij op tot vennoot. Het kantoor is
gespecialiseerd in publiekrecht en werkt via de Universiteit Gent ook
samen met Johan Vande Lanotte. Maar de twee bleven elkaar bellen. De
relatie herwon een politieke dimensie toen Gennez na de desastreuze
verkiezingsuitslag van juni 2007 werd aangewezen om Vande Lanotte te
vervangen. Een storm van protest stak op.
Plaatselijke afdelingen trakteerden de voorzitter in spe op
enkele legendarische confrontaties. Gennez werd zo'n beetje de ultieme
boksbal waarop alle frustraties van de afgelopen jaren werden
uitgewerkt. Ze moest daarbij de confrontatie aangaan met Erik De Bruyn,
een nobody uit Antwerpen, die bij momenten de overgrote
meerderheid van de afdeling achter zich kreeg. De Mechelse kreeg geen
enkele steun van de kopstukken. Niemand trok openlijk partij voor haar.
De zogeheten G7, het kransje van ministeriabelen, keek maar wat graag
de kat uit de boom. Ook de kroko's hielden zich kalm. Gennez moest het
in haar eentje beredderen. Schutyser loodste haar doorheen die donkere
maanden. Politiek had hij voldoende ervaring om haar met raad en daad
bij te staan.
In Het Nieuwsblad benadrukt Gennez vandaag dat ze
met Schutyser bevriend blijft, maar dat ze hem niet langer om advies
zal vragen. Ze begrijpt ook dat de mail choquerend' overkomt.
In het partijhoofdkwartier aan de Brusselse Grasmarkt werkte alvast Milan Rutten.
De Antwerpenaar is verantwoordelijk voor de communicatie, maar doet
eigenlijk veel meer. Net als Schutyser leerde Gennez Rutten kennen bij
Animo. Van bij haar eerste stappen in de actieve politiek verzorgde
Rutten tevens haar gewezen vriend haar electorale campagnes. De
carrières van de twee lopen in zekere zin parallel. Rutten werkte zich
op achter de schermen van de partij. Zo was hij de nationale
campagneverantwoordelijke in 2003 en 2004 en de Antwerpse
campagneverantwoordelijke in 2006. Gennez werd gecoöpteerd als senator,
verzeilde later in het Vlaams Parlement en klom uiteindelijk naar het
hoogste partijechelon.
Insiders beschrijven Rutten als de absolute
vertrouwenspersoon die iedereen in de schaduw stelt. Rutten, in 2007 de
medeauteur van het rapport over de nederlaag, bevestigde, maar
nuanceerde ook. Het is allemaal wat toevallig verlopen. We vinden
elkaar in vertrouwen en in engagement. Maar tijdens deze
voorzittersverkiezingen heb ik haar weinig raad gegeven,' zei hij twee
jaar geleden. Hij wist toen nog niet of hij voor Gennez zou blijven
werken. Dat uitgerekend hij de mails heeft uitgeprint, lijkt een
vreemde speling van het lot. Rutten staat bekend om zijn discretie.
Van een vertrek is ondertussen geen sprake meer. Gennez zou Rutten niet meer kunnen missen. Wat later voegt Jan Cornillie
zich bij dat duo op de Grasmarkt. Cornillie, naar verluidt een
briljante dertiger, verzeilt via de federale kabinetten van Mobiliteit
(Bert Anciaux, Renaat Landuyt) op de studiedienst van de SP.A. Zijn rol
bij de jongste regeringsonderhandelingen valt nauwelijks te
overschatten. Frank Vandenbroucke dacht dat hij die onderhandelingen
zou leiden. Viel dat tegen. Cornillie organiseerde alles, met cijferaar
John Crombez in zijn buurt en Gennez als politiek verantwoordelijke.
Het trio groeit uit tot de absolute tophandelaars, met Vandenbroucke
eerder als last dan als lust.
Cornillie, Rutten en Gennez zijn drie handen op een buik. De mail van Schutyser was ook gericht aan Johan Van Hoecke,
de persoonlijke woordvoerder van Gennez. Zijn overlevingsinstinct is
weinigen gegeven. Van Hoecke werkte bij De Lijn zijn directe baas was
huidig parlementsvoorzitter Jan Peumans toen Steve Stevaert hem
meenam naar het kabinet van Mobiliteit. Van Hoecke volgde Stevaert naar
het voorzitterschap. Toen Stevaert gouverneur werd, raakte hij even op
de dool. Via een korte passage bij Johan Vande Lanotte trok hij naar
het kabinet van minister van Begroting Freya Van den Bossche. Nadien
wachtte opnieuw de Grasmarkt.
Van Hoecke is altijd het oog en het oor van Stevaert
gebleven. De twee zien elkaar heel regelmatig. Aan zijn loyaliteit aan
Caroline Gennez twijfel je maar beter niet. De Gentenaar is een
belangrijk klankbord. Van Hoecke is zelf niet bepaald een
spraakwaterval, maar registreert heel gewiekst hoe journalisten
tegenover de partij en haar voorzitter staan.
Begin oktober begon ook Filip Rogiers op de Grasmarkt. Deze gewezen Wetstraat-journalist van De Morgen koestert
eveneens een jarenlange vriendschap met de voorzitter. De perikelen bij
de krant zetten hem ertoe aan in te gaan op het aanbod om voor de
partij aan trendsonderzoek te doen. Ook hij wordt gegarandeerd een
vertrouweling, al heeft hij met de huidige heisa niets te maken.
Iedereen
aandachtig meegelezen? Wat is volgens deze nogal dwarsliggende fractie
het echte probleem? Gennez? Neen, want ze blijft voorbeeldig
communiceren in deze uiterst moeilijke periode. Bovendien nam ze de
laatste tijd vrij degelijke en zelfs gewaagde maar correcte standpunten
in die niet alle grijze eminenties even op prijs zullen hebben gesteld.
Het echt§e probleem is dat een partij die het moet hebben van begrippen
als solidariteit, kameraadschap ooit een jong en onervaren meisje heeft
gedropt op de voorzittersstoel zonder dat zij een sterke partijafdeling
achter zich had staan. De toenmalige parttijgoeroe annex cafébaas zette
haar op de troon zoals middeleeuwse koningen dat deden met
bastaardzonen. Vervolgens moest ze dan nog verhuizen omdat ze in eigen
gebied alleen maar een concurrente kon worden voor andere
mesthoophanen. Mechelen was dan haar nieuwe uitvalsbasis waar ze
natuurlijk als gedropte indringster werd beschouwd en al van bij het
begin een sacochengevecht moest voeren met de andere plaatselijke
schone. Een gevecht dat ze trouwens heeft gewonnen. Maar welke idioot
beslist zo iets en welke partij keurt zo iets goed? De gevolgen zijn
meestal gekend...zonder steun van een eigen zwaar doorwegend afdeling
en steeds onder vuur van alles en iedereen moet je je richten tot
vrienden en buitenstaanders. Zeker nadat haar "kingmaker" zich zogezegd
had teruggetrokken uit de aktieve politiek. Als je dan nog je eigen
"ex" als klaagmuur en toeverlaat blijft gebruiken dan ben je inderdaad
wel erg eenzaam en vooral erg kwetsbaar. Voor mensen die vanuit
partijafdelingen komen is het een evidentie om soms de vreemdste
coalities te moeten sluiten om je troon te verstevigen. Iemand als
Gennez kon dat niet en dat kan haar dus niet worden aangewreven want ze
had geen enkele keuze.
Als ze het nu handig speelt en de emotionele kant onder controle kan
houden, dan komt ze versterkt uit de chaos. Elk alternatief is erger
dan de versterking van haar macht (die ze trouwens tot nog toe niet
had) en dus zal eindelijk al dat gespuis waarmee die partij wordt
bevolkt zich verplicht achter hun voorzitster moeten scharen. Bijkomend
voordeel : de interne linkse oppositie die op weinig doordachte manier
opriep tot een paleisrevolutie - en dat zal waarschijnlijk ook zonder
de achterban te raadplegen gebeurd zijn- kan definitief uitgeschakeld
worden. 8000 stemmen zijn in deze omstandigheden peanuts, beste Eric.
Of er nu eindelijk werk zal kunnen gemaakt worden van een echte linkse
partij is maar de vraag. We stonden echter nooit dichter tegen een
oplossing. Maar de vernieuwing zal dus niet vanuit de linkse hoek komen
maar vanuit de buik van de partij en met medewering van alle tenoren.
We vinden het erg voor onze rode voorzitter maar als je oproept tot
revolutie moet je je eigen krachtsverhouding correct inschatten en een
analyse maken van het moment... Volgens onze fractie zal, eigenaardig
genoeg, de vernieuwing nu in sneltreinvaart moeten worden doorgevoerd
door een versterkte voorzitster en zonder de linkse vleugel. Wat dat
allemaal inhoudelijk zal betekenen weten we nog niet maar het is nu of
nooit meer...
Wij zijn benieuwd en zullen vanuit onze hangmatten vrolijk toekijken....
Werk is er voor een linkse partij in overvloed. Dat lazen we reeds
gisteren in het rapport over het Brussels onderwijs...kameraden hop er
is veel werk aan de winkel en "leve Caroline"
Maar dump zo snel mogelijk die designerssossen die zulke belachelijke mails schrijven en de kaars voor den heilige Damiaan kan ook nooit kwaad!
Brusselse jongeren ...allemaal bandieten? Of Marx in Brussel (2009)
Beste lezertjes om jullie al wat voor te bereiden op het lezen van
rapporten nodigen we jullie vandaag uit tot het lezen van een hoogst
interessant exemplaar dat we vonden op :http://www.brusselsstudies.be/PDF/NL_73_SGB5.pdf het
betreft een rapport over het Brusselse onderwijs en werd gemaakt voor
de Staten-Generaal van Brussel. We zijn zo vrij geweest om een aantal
volgens ons niet geheel onbelangrijke passages in rode vetjes te
zetten. Dat de tekst nogal rood en vet kleurt en dat we van dit rapport
nooit eerder iets hebben gelezen tussen het dagelijks politiek geleuter
over Brussel dat toch zo slecht bestuurd wordt maakt onze commentaren
overbodig. Maar het wordt hoog tijd dat er iets wordt gedaan en dat zal
geld kosten...maar het zal dan wel geld zijn dat nuttig werd besteed.
In plaats van Brusselse jongeren steeds te associëren met criminaliteit
en straatrellen moet men dringend werk maken van de oplossingen...En de
sossen zouden beter stoppen met hun onnozelheden en onderlinge vetes en
eens lezen wat er hier allemaal wordt geschreven. Misschien opent dit
hun de oogjes over het feit dat de klassenstrijd nog niet gestreden
is...er bestaan nog zeer duidelijke klassentegenstellingen en die
worden best op een beschaafde manier aangepakt anders zal het op een
minder beschaafde manier gebeuren. Dat is geen stoute bewering noch
provocatie van een links en licht geschift blog maar een les die we uit
de recente geschiedenis trekken....
Inleiding In deze bijdrage staat de situatie van het leerplichtonderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest centraal. Scholen zijn geen geïsoleerde entiteiten waarbinnen het leerproces zich afspeelt maar kunnen niet los gezien worden van de grootstedelijke omgeving waarin ze functioneren. Om zicht te krijgen op dit complexe gegeven kunnen we de relatie tussen beide in vier aspecten samenvatten: de politiek-institutionele context (organisatie van het onderwijs), het pedagogisch-onderwijskundige proces (hoe en wat leren, in welke omstandigheden en met welk vooropgesteld resultaat), het demografisch-geografisch gegeven (bevolking waarvoor het onderwijs wordt georganiseerd), en de sociaal-culturele context (stedelijke ontwikkelingen) (Verlot, 2002). Alhoewel deze verschillende aspecten sterk met elkaar verweven zijn biedt deze indeling een interessante houvast om de concrete Brusselse situatie nader te bekijken en de vaststellingen en de probleemformulering nader te verduidelijken. Hierna volgen een aantal mogelijke politieke opties. Gezien de omvang van de problematiek wordt hier niet dieper ingegaan op het hoger onderwijs of beroepsopleiding. Deze aspecten komen in themas als Brussel als kennisstad en de Brusselse arbeidsmarkt aan bod. I. Vaststellingen 1. Politiek-institutionele context 1. Het Brussels onderwijs bestaat niet. Onderwijs is in België de exclusieve bevoegdheid van de gemeenschappen. Vandaar dat men in Brussel twee totaal onafhankelijke onderwijsstructuren heeft met respectievelijk de Franstalige en Vlaamse Gemeenschap als bevoegde overheid. De Brusselse scholen tellen ongeveer 230.000 leerlingen in het leerplichtonderwijs. Het Franstalig onderwijs neemt bijna 80% van de leerlingen voor haar rekening, het Nederlandstalig onderwijs zon 17%. De rest van de leerlingen is verdeeld over de Europese en internationale scholen die op hun beurt ook totaal onafhankelijk van beide gesubsidieerde systemen functioneren. Een structure link tussen deze verschillende actoren, een overkoepelende overlegstructuur of zelfs een beperkte vorm van systematische samenwerking ontbreekt. 2. Door verschillende gemeenten (in casu Elsene, Etterbeek, Ganshoren, Oudergem, Schaarbeek, St-Gillis, Ukkel en Watermaal-Bosvoorde) wordt uitsluitend Franstalig onderwijs ingericht. 3. Het complexe organisatiemodel ligt ook aan de basis van een complex financieringssysteem waardoor de omkadering van de leerlingen nogal verschilt afhankelijk van de taalgroep waartoe de school behoort. Voor een leerling in het basisonderwijs trekt de Vlaamse Gemeenschap 22,7% meer uit dan de Franstalige Gemeenschap, voor een leerling in het secundair onderwijs 18,1%. 2. Pedagogisch-onderwijskundige context a. Sociaal-pedagogische aspecten 4. In tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veel meer leerlingen die niet op leeftijd zitten. Het zijn vooral de leerlingen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelf wonen die een belangrijke leerachterstand laten optekenen, een achterstand die in het secundair onderwijs verder oploopt. 5. Het aantal leerlingen uit Brussel dat in het Franstalig buitengewoon basisonderwijs school loopt (type 8) omwille van leerstoornissen (dyslectie, dysorthografie, dyscalculie, ) ligt significant hoger dan in Wallonië. Het Nederlandstalig onderwijs kent een dergelijk fenomeen niet. 6. Zowel in het Franstalig als het Nederlandstalig onderwijs in Brussel volgen proportioneel meer leerlingen een ASO-richting dan in respectievelijk Wallonië en Vlaanderen (zie grafieken 1 en 2) 7. Ook het aantal leerlingen dat zonder diploma de school verlaat ligt in Brussel significant
hoger dan in de rest van het land. Waar in België in zijn geheel zon 17% van
de jongeren in de leeftijdscategorie van 20 tot 24 jaar geen diploma secundair onderwijs
heeft, loopt dit cijfer in Brussel in 2007 op tot 28% (zie tabel 1). Het is dan
ook niet verwonderlijk dat het aantal jongeren tussen de 18 en 25 jaar dat het onderwijs
reeds heeft verlaten zonder diploma secundair onderwijs en die geen opleiding
volgen in Brussel ongeveer 24% bedraagt, waar in de Lissabon-akkoorden
Onderwijs en opleiding 2010 een benchmark van 10% vooropstelt. (Bron: Arbeidsmarktenquête,
cijfers: Agers-DRI-IWEPS) 8. Ondanks de vorige vaststelling ligt het aandeel hogergeschoolden in het BHG significant hoger dan in de andere regios. Hun aantal neemt zelfs nog toe, zij het minder sterk dan in de rest van het land. Waar het aantal hogergeschoolde Belgen tussen 2000 en 2007 toenam van 23,8% tot 28,1% evolueerde dit in Brussel van 31,7% naar 35,2% (Bron: Arbeidsmarktenquête, cijfers: Agers-DRI-IWEPS) 9. Waar opeenvolgende generaties voordeel halen uit het opleidingsniveau van de
vorige generatie zien we dat op dat vlak de Brusselse jongeren terrein verliezen tegenover
de andere regios. Waar de oudste generatie Brusselaars het minst aantal
laaggeschoolden telt, telt de jongste generatie het hoogste aantal.(zie grafiek 3). a. Taal en onderwijs 10. Ondanks de manifeste meertaligheid van de stad en haar inwoners wordt er
vastgehouden aan een tweeledige onderwijsorganisatie en dito taalwetgeving die
uitgaan van een Brussel met een Franstalige en Nederlandstalige bevolkingsgroep
hetgeen al lang niet meer aansluit bij de realiteit. Met uitzondering van de Europese
scholen is meestal ofwel het Nederlands ofwel het Frans de enige onderwijstaal b. Pedagogische begeleiding 11. Zowel het Franstalig als het Nederlandstalig onderwijs kampen met een personeelsprobleem. Het blijft moeilijk om geschikt personeel te vinden en ook het verloop ligt significant hoger dan in de andere gewesten. Zo raken de plaatsen in het Franstalig onderwijs niet ingevuld en in het Nederlandstalig onderwijs verlaat 58,5% van de leerkrachten in het lager onderwijs en 56,0% in het secundair onderwijs hun job reeds binnen de 5 jaar (Bron: De Morgen: 17/06/2008, op basis van een parlementaire vraag). 3. Demografisch-geografische context 12. Zon 16% van de leerlingen uit het Franstalig en het Nederlandstalig onderwijs in Brussel komt van buiten het BHG, vooral uit Vlaanderen (zon 13%). Anderzijds zijn er veel minder leerlingen uit Brussel die naar scholen in Vlaanderen of Wallonië gaan. Het profiel van de leerlingenpopulatie in de Brusselse scholen verschilt significant van het profiel van de Brusselse leerlingen. 13. Brussel wordt niet alleen gekenmerkt door een hoge mate van diversiteit maar
kent ook een grote mate van ruimtelijke segregatie. Ruim 30% van de leerlingen in
het Brusselse leerplichtonderwijs woont in een achtergestelde buurt. Dit gaat eveneens
gepaard met onderwijssegragatie waarbij er een polarisatie dreigt te ontstaan
met een oververtegenwoordiging van gettoscholen en probleemscholen enerzijds en
meer elitaire scholen met rijke Brusselaars aangevuld met leeftijdsgenoten uit
Vlaams- en Waals-Brabant anderzijds (CCFEE, 2008). Hiernaast trekken ook de
Europese en internationale scholen een geselecteerd publiek aan. 14. In 2000 leefde er in Brussel zon 46.000 kinderen van kleuterleeftijd, 66.000 die naar het lager onderwijs gingen en 62.000 naar het secundair. Tegen 2020 zal het aandeel van de eerste groep met 45% toenemen, de tweede met 35% en de laatste met 27% (Bron: Federaal Planbureau, 2007). 15. Van de jaren 60 tot nu evolueerde Brussel van een tweetalige naar een meertalige multiculturele stad waar ruim een kwart van de inwoners een vreemde nationaliteit heeft waarvan de helft een Europese, waar 24% van de inwoners jonger is dan 20 (Bron: Mini-Bru, 2007) en waar de taaldiversiteit sterk toeneemt met het Frans als lingua franca dat evenwel voor slechts 56,8% van de huidige bevolking de enige thuistaal is waarmee ze opgroeide (Janssens 2001, Janssens 2007). Het zijn dan ook deze jongeren met hun diverse culturele, linguïstische en religieuze achtergronden die we op de Brusselse schoolbanken terugvinden. Het resultaat hiervan is on- der meer dat in het Nederlandstalig onderwijs, waar de pedagogische benadering gericht is op leerlingen met het Nederlands als thuistaal, slechts een minderheid thuis die taal ook effectief spreekt (zie grafiek 4). 4. Sociaal-culturele context. 16. De sociale situatie in Brussel is zorgwekkend. Hier volgen enkele cijfers. In Brussel
leeft 28% van de bevolking onder de armoedegrens, tegenover 8% in Wallonië
en 6% in Vlaanderen. Van de Brusselaars onder de 18 jaar leeft 27% in een gezin
dat door werkloosheid wordt getroffen, tegenover 18% in Wallonië en 8% in Vlaanderen.
Het Brussels Gewest wordt, net als alle grote internationale steden, gekenmerkt
door een duidelijke polarisatie tussen een grote groep armen enerzijds en een
oververtegenwoordiging aan zeer rijke inwoners anderzijds. De PISA-enquête toont
aan dat het onderwijssysteem deze situatie bestendigd. 17. Waar de gemiddelde jeugdwerkloosheid van de EU-15 17% bedraagt voor de
15 tot 24-jarigen bedraagt deze voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 35% (vergelijk
met Wallonië 31% en Vlaanderen 12,5%) (Bron: Oeso-landenrapport, 2007). 18. Waar scholen naar confessionele en taalaanhorigheid zijn opgedeeld is dit voor de Brusselse jongeren helemaal niet het geval. Ze leven in een meertalige en multiculturele omgeving die op sommige vlakken contrasteert met de waarden en idealen die vanuit de school worden doorgegeven.
II. Vragen-problemen 1. Politiek-institutionele problemen 1. Zowel voor het voeren van een beleid als voor gedegen wetenschappelijk onderzoek zijn betrouwbare basisdata van primordiaal belang. In Brussel zijn deze vaak versnipperd of niet aanwezig. Het Franstalig en Nederlandstalig onderwijs verzamelen hun eigen data op hun manier waardoor het moeilijk is om zicht te krijgen op bepaalde evoluties of om gezamenlijke problemen aan te pakken. Zo werd een eerste stap gezet in het kader van de handhaving van de leerplicht. Een vergelijking van de statistieken leerde dat voor 6000 jongeren de naleving van de leerplicht niet kon worden gecontroleerd. Zo konden vanuit het ministerie de gemeenten worden ingeschakeld bij de controle. Voor andere problemen is deze aanzet er nog niet. Uitwisseling van data rond een bepaalde problematiek heeft een ad hoc karakter en heeft louter betrekking op het uitwisselen van gegevens. Om een echt onderwijsbeleid uit te bouwen moeten er ook andere permanente overlegstructuren tussen de verschillende onderwijsactoren gecreëerd worden, inclusief met de gemeenten. 2. De financiering van het onderwijs blijft een probleem, zeker gezien het hoge aantal
leerlingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die extra zorg vergen. Los daarvan
wordt het onderwijs ook met capaciteitsproblemen en met vaak verouderde
schoolgebouwen geconfronteerd, al doet de Vlaamse Gemeenschap nu wel extra
inspanningen inzake schoolinfrastructuur. Hoe dan ook vergen deze twee problemen
extra investeringen. 2. Pedagogisch-onderwijskundige problemen
a. Sociaal-pedagogische problemen.
3. Het probleem van het onderwijs in Brussel is niet het gebrek aan performantie
maar de selectie van de leerlingen die leidt tot een dualisering met elitescholen enerzijds
en concentratiescholen anderzijds. Deze situatie is een weerspiegeling van de
ruimtelijke segregatie eigen aan steden met grote groepen inwoners van allochtone
origine. Deze effecten worden nog versterkt door de vrije keuze die op de Brusselse
onderwijsmarkt speelt, mede door de grote concentratie van scholen op een beperkte
oppervlakte waarbinnen men zich makkelijk kan verplaatsen. Dit laat toe dat
de ouders strategische keuzes gaan maken en de concurrentie tussen de scholen
nog verscherpt. Anders dan in Vlaanderen of Wallonië kan men tevens tussen onderwijsinstellingen
van beide gemeenschappen kiezen. Hiernaast speelt ook het
watervaleffect mee (zie Nouria Ouali en Andrea Rhea, 1994) waarbij ouders hun
kinderen liever laten overzitten in het ASO, desnoods zelfs twee keer, dan voor
technisch of beroepsonderwijs te kiezen. Op die manier neemt de onderwijssegregatie
in Brussel de vorm aan van een dubbele dualisering, zowel sociaal als etnisch:
arbeiderskinderen en allochtone kinderen komen in de zwakste scholen terecht,
vaak in het technisch en beroepsonderwijs. In deze scholen ligt ook de onderwijskwaliteit
dikwijls lager, wordt les gegeven door minder goed gevormde leraars en
garandeert de sfeer niet echt een optimaal leerproces. 4. Bijgevolg verlaten heel wat leerlingen het secundair onderwijs zonder diploma en ligt de leerachterstand van de Brusselse leerlingen significant hoger dan deze in Wallonië en Vlaanderen. (grafiek 5) Op basis van de huidige evolutie wijst niets er op dat de kloof ook op korte of middellange termijn zal gedicht worden. b. Taal en onderwijs 5. Het taalonderwijs in Brussel maakt bij voorkeur geen gebruik van de aanwezige
rijkdom. Er wordt vastgehouden aan de idee dat er zoiets als Nederlandstalige en
Franstalige scholen bestaan waar geen ruimte is voor kruisbestuiving. Dit komt het
onderwijsleerproces niet ten goede. Zeker in het beroepsonderwijs wordt vaak te weinig
rekening gehouden met de noodzaak en de mogelijkheden van het taalonderwijs. c. Pedagogische begeleiding 6.: De moeilijke onderwijssituatie maakt ook dat leraren minder geneigd zijn om zich binnen de Brusselse scholen te engageren omdat ze in klassen in Wallonië en Vlaanderen meestal niet met een dergelijke diversiteit in de klas worden geconfronteerd. In hun opleiding wordt evenmin veel aandacht geschonken aan het omgaan met deze grootstedelijke realiteit geschonken. De afhaakcijfers spreken voor zich. Door het lerarentekort wordt de precaire situatie van sommige leerlingen nog versterkt
want het zijn net de scholen met de moeilijkste leerlingen die bij de potentiële
leraars het minst populair zijn. 3. Demografisch-geografische problemen 7: Brussel wordt net zoals andere steden gekenmerkt door achtergestelde buurten en een inherente oververtegenwoordiging van mensen met een lager diplomaniveau. Het feit dat het onderwijsniveau van de jongeren sterk correleert aan dat van de ouders illustreert dat het onderwijsniveau nog steeds van generatie op generatie wordt overgedragen (zie kaart 1) en de sociale mobiliteit van het onderwijs in Brussel eerder beperkt is. Vooral het grote aantal inwoners in achtergestelde buurten maakt het probleem des te urgenter. 8: De residentiële segregatie brengt ook een dualiseringsproces tussen de scholen op gang waarbij de grote groep van scholen, die tussen zwarte scholen en elite scholen hangt, angst heeft naar dit eerste type te verglijden en daardoor proberen hun leerlingen te selecteren naargelang hun sociale achtergrond. Dit proces, waarbij ouders ongeacht de capaciteiten van hun kinderen liever opteren voor witte ASOscholen dan zwarte technische- of beroepsscholen, versterkt het watervalsysteem binnen het onderwijs (Donat Carlier 2008). Binnen het Nederlandstalig onderwijs versterkt dit mechanisme eveneens de kloof tussen thuistaal en onderwijstaal. 4. Sociaal-culturele problemen. a. Onderwijs en dualiteit
9. Algemeen kan men stellen dat de ongelijkheden in het onderwijssysteem worden
gevoed door de dualiteit tussen arm en rijk in de Brusselse samenleving maar deze
dualiteit ook verder bestendigen, zowel sociaal, etnisch als tussen de verschillende
generaties.
10. Dat in de Europese context het verschil tussen de schoolprestaties van de eerste en tweede generatie migranten in België klein is maar de kloof met de autochtone leerlingen bij de grootste in Europa ligt is opvallend (EU-Groenboek, 2008). Het gebrek aan onderwijskwalificaties bij een deel van de Brusselse jeugd belet hun sociale mobiliteit via de arbeidsmarkt. Ongetwijfeld speelt ook het taalonderwijs een belangrijke rol, maar het onderwijs is niet de enige factor die deze ontwikkeling verklaart (zie bijvoorbeeld Devillé, 2008). Fenomenen als de discriminatie van allochtonen
bij de aanwerving van werknemers, de gevraagde overkwalificatie voor bepaalde
jobs, de stadsvlucht van een deel van de middelhoge en hoge inkomensklasse,
de impact van de pendelarbeid, nieuwe migratie, herstructureringen op de werkvloer
en andere socio-demografische factoren dragen eveneens bij tot deze situatie. b. Onderwijs en arbeidsmarkt 11. Er is geen eenduidige relatie tussen opleiding en tewerkstelling. In vele opzichten geeft de situatie op de arbeidsmarkt een vertekend beeld van de Brusselse onderwijssituatie. Daarnet werden reeds een aantal mechanismen geschetst die maken dat een deel van de jongeren moeilijk aan de bak komt, zelfs bij gelijke onderwijskwalificatie. Dit leidt bij deze groep tot demotivatie en een keuze voor publiek minder gewaardeerde studierichtingen. Maar meer structureel scherpen de hoge eisen van de Brusselse arbeidsmarkt de inherente competitie tussen de scholen voor de betere leerlingen nog verder aan. De werksfeer in de scholen met de zwakste leerlingen leidt er op haar beurt toe dat hier ook een tekort aan geschikte leerkrachten ontstaat. Ook het feit dat heelwat hogergeschoolden die in Brussel werden opgeleid de stad verlaten en dat nieuwe, geschoolde of ongeschoolde, immigranten zich in Brussel komen vestigen maakt dat de band tussen de onderwijskwaliteit van de Brusselse scholen en de hoge werkloosheidscijfers toch enigszins moet genuanceerd worden. 12. De grote groep Brusselaars met een laag opleidingsniveau contrasteert met de hoge eisen die aan werknemers in de Brusselse dienstensector worden gesteld. Hierdoor krijgt men in Brussel een combinatie van hogere werkloosheid en een groot aantal oningevulde jobaanbiedingen. In het recente actieplan tegen de Brusselse jeugdwerkloosheid (Regering van het Brussels Hoofdstedlijk Gewest, 06/02/ 08) staan bijkomende beroepsopleidingen en taalopleidingen centraal. Deze remediërende aanpak wijst terzelfdertijd op de mancos van het onderwijsveld. Het gebrek aan tweetalig personeel wordt door verschillende bedrijfsleiders als een belangrijk probleem ervaren (Mettewie & Van Mensel, 2006). c. Onderwijs en diversiteit 13. Nergens in België is de kloof tussen de leefwereld van de kinderen en de
schoolwereld zo groot als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor het grote
aantal allochtone leerlingen is noch de thuistaal noch de eigen culturele achtergrond
de maatstaf binnen het onderwijs. Vooral in het Nederlandstalig onderwijs (zie Kris
Van den Branden, 2007) maar ook in het Franstalig onderwijs wordt vastgesteld dat
deze leerlingen vaak wel de contextgebonden, cognitief eenvoudige alledaagse taalvaardigheid
beheersen maar de switch naar de gedecontextualiseerde, cognitief
complexe wetenschappelijke taalvaardigheid moeilijk kunnen maken. Tevens stelt
zich het probleem van het gebruik van de thuistaal van de kinderen en de vraag of
hiervoor al of niet plaats is in het reguliere onderwijs. Ook met de culturele achtergrond
van leerlingen wordt vaak weinig rekening gehouden. Ook deze elementen
moeten op een of andere manier een plaats krijgen binnen het onderwijs. Deze elementen
vormen de bouwstenen voor de identiteit van de kinderen en voor het functioneren
als burger in de Brusselse samenleving. III. Mogelijke beleidsoplossingen1 In dit laatste deel komen mogelijke politieke opties aan bod die kunnen leiden tot de oplossing van een aantal aangehaalde problemen. Door de veelheid en complexiteit ervan beperken we ons hier tot een aantal algemene opties. Zeker op het politiekinstitutionele vlak is het niet mogelijk om op basis van wetenschappelijk onderzoek een unieke politieke denkrichting voor te stellen en zijn er meerdere mogelijkheden, en dus meerdere mogelijke politieke beslissingen. 1. Samenwerking en herstructurering van het onderwijslandschap 1. Een eerste voorwaarde om tot een geïntegreerd beleid te komen is een gedegen inzicht in de verschillende onderwijsproblemen. Dergelijk wetenschappelijk onderzoek is erg schaars. Meestal beperkt het onderzoek zich tot ofwel het Nederlandstalig ofwel tot het Franstalig onderwijs. Dit is logisch gezien de manier waarop onderwijsonderzoek wordt gefinancierd. Van uit de (Brusselse) overheid dient de mogelijkheid gecreëerd om onderzoek te financieren waaraan onderzoekers uit beide gemeenschappen kunnen samenwerken en die het onderwijsveld in zijn totaliteit tot onderwerp hebben (bvb via Research in Brussels). Themas die zich op het terrein urgent manifesteren en waar verder onderzoek essentieel is zijn bijvoorbeeld het onderzoek naar inclusief onderwijs , naar de effecten van de leerlingenpopulatie op het functioneren van de leerlingen en de school, naar de rol van de thuistalen van de leerlingen binnen de onderwijssetting etc. 2. Op beleidsvlak is structurele administratieve samenwerking tussen zowel het Nederlandstalig als het Franstalig onderwijs een eerste noodzakelijke stap. Problemen zoals het absenteïsme, de capaciteitsproblematiek, ... moeten in eerste instantie op die manier opgelost worden. Dit impliceert eveneens dat de gegevensverzameling op elkaar wordt afgestemd en naast gegevens op schoolniveau ook individuele gegevens over de leerlingen moeten worden bijgehouden en uitgewisseld 3. Om echt tot fundamentele oplossingen te komen is verdere structurele samenwerking nodig. In deze samenwerking moeten alle actoren van het Brusselse onderwijsveld worden betrokken: beide taalgemeenschappen, VGC en COCOF, Europese scholen, gemeenten ... maar ook het Brussels Gewest en verenigingen en organisaties van het Brusselse middenveld. Dit betekent niet dat men tot een gezamenlijke structuur moet komen maar dat afhankelijk van de problematiek de actoren die daar specifiek bij betrokken zijn op een structurele manier aan een oplossing kunnen werken. Eigenlijk geldt ook hier het subsidiariteitprincipe. Dit kan een regionalisering van bepaalde aspecten van het onderwijsbeleid inhouden, denken we maar aan de inplanting van de scholen, de infrastructuur Andere problemen, zoals de aanpak van het lerarenverloop, vragen dan weer een grotere autonomie van de schooldirecties. 2. Een betere sociale mix voor de Brusselse scholen 4. Samenwerking is ook belangrijk om een effectief desegregatiebeleid te voeren en de maatschappelijke kloof tussen de scholen te dichten. Een betere sociale mix van de leerlingenpopulatie is hierbij essentieel. Het voorrangsbeleid in het Nederlandstalig onderwijs geeft hiertoe reeds de aanzet, maar haar actieradius is beperkt. Ook vanuit het Franstalig onderwijs werden reeds bepaalde initiatieven en voorstellen gelanceerd: het inclusief onderwijs dat tot de leeftijd van 15 tot 16 jaar een hoge algemene vorming ambieert, een toegangsbeleid dat een betere sociale mix moet garanderen, de brede school die structureel samenwerkt met andere sociale en educatieve actoren binnen de directe schoolomgeving, het idee van de bassin solaire, samenwerking tussen concentratiescholen en elitaire scholen bijvoorbeeld op het vlak van immersieonderwijs etc. 3. Een andere taalonderwijs 5. Er bestaat een eenvoudige manier om het onderwijs in het algemeen en het taalonderwijs
in het bijzonder aantrekkelijk te maken, het tezelfdertijd aan te passen aan
de realiteit en leerlingen bovendien een cognitieve meerwaarde mee te geven. Het
gaat hier om het zgn. meertalige onderwijs in Europese zin, ook wel CLIL genoemd
(content and language integrated learning; EMILE in het Frans enseignement dune
matière par intégration dune langue étrangère). Hierbij wordt een deel van het curriculum
in het Frans of het Nederlands (of in voorkomend geval in andere talen) onderwezen.
De bekomen resultaten in Brusselse en Waalse scholen waarvan deze
aanpak al langer wordt gebruikt gemaakt, laten zich voelen op zes aspecten: (1) de
kennis van de doeltaal is beter dan in het traditionele onderwijs het geval is, (2) de
kennis van de moedertaal is beter dan in het traditionele onderwijs het geval is, (3)
kennis van de leerstof is beter dan in het traditionele onderwijs het geval is, (4) attitudes
en motivatie t.a.v. de school en de ander zijn beter dan in het traditionele
onderwijs het geval is, (5) er wordt een aantoonbare cognitieve meerwaarde gecreëerd
die o.a. zichtbaar kan worden gemaakt via reken- en taaltoetsen en (6) de
organisatie van het brein van meertaligen is anders dan bij eentalige en wijst waarschijnlijk
op een betere leeraptitude (zie Van de Craen et al 2005a, b, 2007a, b, c;
2008). Een en ander refereert rechtstreeks aan talrijke problemen die hierboven
werden geschetst en overstijgt het remediërende karakter van tal van goedbedoelde
onderwijsinitiatieven van de afgelopen decennia die slechts een beperkte reikwijdte
bleken te hebben. De verschillende opties die hier worden geschetst kunnen een aanzet vormen tot een beter onderwijs voor de Brusselse kinderen. Maar dan moet er wel dringend gehandeld worden. Door financiële, pedagogische en organisatorische omstandigheden slaagt het onderwijs er momenteel niet in de ongelijkheid tussen de Brusselse jongeren op te heffen maar bestendigt het net deze situatie, en lukt ze er evenmin in de kwalificaties van de jongeren af te stemmen op de behoeften van de Brusselse arbeidsmarkt. Deze ontwikkelingen voltrekken zich bovenop een demografische tijdbom ... binnen een periode van 20 jaar zal de capaciteit van het onderwijs in Brussel hoe dan ook met zon 50% moeten toenemen. De uitdaging is dus immens.
Hier ten velde een grote onbekende maar ginds over de grote plas een
legendarische zanger...bekend om zijn "te gekke glitterpakjes" nog voor de geboorte van Garry Glitter en de
ontdekker van de door ons zo teerbeminde Dolly Parton met de goddelijke
stem en andere attributen. Here comes the one and only .... Porter
Wagoner... Spijtig genoeg behorende tot de eeuwige jachtvelden...
en
omdat we jullie extra in de watten leggen vandaag, krijgen jullie twee, nee drie videootjes...het eerste de jonge versie en vervolgens de oude versie
maar wij verkiezen de ouwe...alhoewel die pakjes en die
decors...ongelooflijk mooi en we kunnen het niet laten. Ons Dolly geven we
d'r eveneens bij in dit surprisepakketje... Toch een beetje triestig want we zien hier de onvermijdelijke aftakeling die waar niemand van ons zal aan ontsnappen....kijken en luisteren naar een icoon...