kitokojungle

..welkom ! ..welkom ! ..welkom !

~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke Randdebiliteit ~

~ HÉT "progressief" Orgaan Der "Hangmatsocialisten" ~
Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke & Politieke Randdebiliteit

24-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De deltastichting en de bolsjewieken....
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Maar na deze lange uiteenzettingen over de band tussen Nieuw Rechts en de Vlaamse Beweging grijpen we even terug naar de Deltastichting. Inmiddels weten we van waar die fameuze delta vandaan komt maar soms staan we nog voor verrassingen. Verrassingen die nog maar eens ten overvloede bewijzen hoe dicht extreem rechts en extreem links bij elkaar kunnen aansluiten. Eerst gaan we terug naar 2005 en een uitnodiging van onze vrienden van de Delta-stichting:


Op 11 november 2005 vindt in Antwerpen een Colloquium plaats van Delta-Stichting i.s.m. de Werkgroep Identiteit, dat in het teken staat van het Europa van morgen. Na de referenda eerder dit jaar over Europa en de grote weerstand tegen de Turkse toetreding tot de EU is het van groot belang na te denken, te discussiëren over en te werken naar het Europa van morgen. Als waardige Vlaams-Nederlandse vertegenwoordiger van de Europese nieuwrechtse denkrichting gooit zij de knuppel in het hoenderhok door op dit Colloquium een vraagteken te stellen bij de structuren van het huidige Europa.

 


Onder het thema “Welk Europa voor morgen ?” zullen o.a. Robert Spieler en Guido Naets spreken over respectievelijk “De volkeren van Europa” en de toekomst van Europa na “Twee mislukte referenda”. Vanuit Rusland mogen we de adviseur van president Putin begroeten, Alexander Dugin, die als vertegenwoordiger van de Eurasian Movement de visie van het ‘grotere Europese project’ komt verwoorden. Pierre Vial (Terre et Peuple), hoogleraar en oud-bestuurslid van GRECE, zal de “Euro-Siberische idee” tegenover het ‘Eurasia-project’ zetten. Met dit Colloquium onder dit thema zal Delta-Stichting, met haar blad TeKoS, een duidelijke stempel zetten op de discussies rondom Europa en zoals het de nieuwrechtse denkstroming gewoon is, provocerend vooruitlopend op de visies van morgen !

11 november 2005 - 10.00 - 17.00 uur te Antwerpen. Zie affiche voor meer informatie.

 

 

14 de collocuium van de Deltastichting en Identiteit
Homo Americanus: Bedreiging voor Europa?

Op zaterdagnamiddag 29 november 2008 organiseert vzw Deltastichting in samenwerking met Identiteit haar 14de colloquium. Professor Sunic (zie boekbespreking) zal er samen met de bekende conservatieve Amerikaanse publicist Paul Gottfried en professor Y. Van den Berghe spreken, met als thema “Homo Americanus: bedreiging voor Europa?”

Het colloquium gaat dit jaar door in Izegem, laat dat echter geen probleem zijn. Wij leggen dit jaar bussen in met opstapplaatsen op verschillende locaties in Vlaanderen.

Hou deze datum alvast vrij!
Meer informatie volgt in de toekomstige nieuwsbrieven.

 

 

 

 

 

Hohoho wat leest ons lodderig oog? Een adviseur van Poetin? Bon, da’s misschien een truuk om mensen te lokken en we hebben toch ook zo onze twijfels over dat “adviseurschap”. Toch lijkt het ons prettig om een na te vlooien wie deze Alexander Dugin is… en kijk er blijkt toch wel waarheid in te zitten in dat adviseurschap….

 

 

Aleksandr Dugin

From Wikipedia, the free encyclopedia

Jump to: navigation, search

Aleksandr Gelyevich Dugin (Russian: Алекса́ндр Ге́льевич Ду́гин, born 7 January 1962) is a politologist and one of the most popular ideologists of Russian expansionism, nationalism, and fascism,[1][2][3][4] with close ties to the Kremlin and Russian military.[5]
 
He was the leading organizer of National Bolshevik Party, National Bolshevik Front, and Eurasia Party.
His political activities are directed toward restoration of the Russian Empire through partitioning of the former Soviet republics, such as Georgia and Ukraine, and unification with Russian-speaking territories, especially Eastern Ukraine and Crimea.[6][7] He is known for the book Foundations of Geopolitics.

·          

Early life and education

Dugin was born in Moscow, into a family of a high-ranking Soviet military intelligence officer.[5] His mother was a doctor. In 1979 he entered the Moscow Aviation Institute. His father helped him to get a job in the secret KGB archives in the beginning of 1990s.

Early career and political views

See also: Foundations of Geopolitics

Dugin worked as a journalist before becoming involved in politics just before the fall of communism. In 1988 he and his friend Geydar Dzhemal joined the nationalist group Pamyat. He helped to write the political program for the newly refounded Communist Party of the Russian Federation under the leadership of Gennady Zyuganov.[5]

In his 1997 article “Fascism – Borderless and Red”, Dugin exclaimed the arrival of a “genuine, true, radically revolutionary and consistent, fascist fascism” in Russia. He believes that it was "...by no means the racist and chauvinist aspects of National Socialism that determined the nature of its ideology. The excesses of this ideology in Germany are a matter exclusively of the Germans, ...while Russian fascism is a combination of natural national conservatism with a passionate desire for true changes.".[8] "Waffen-SS and especially the scientific sector of this organization, Ahnenerbe," was "an intellectual oasis in the framework of the National Socialist regime", according to him. Dugin also described Reinhard Heydrich, an organizer of the Holocaust a “convinced Eurasianist”.[8]

Dugin soon began publishing his own journal entitled Elementy which initially began by praising Franco-Belgian Jean-François Thiriart, supporter of a Europe "from Dublin to Vladivostok." Consistently glorifying both Tsarist and Stalinist Russia, Elementy also revealed Dugin's admiration for Julius Evola. Dugin also collaborated with the weekly journal Den (The Day), a bastion of Russian anti-Cosmopolitanism previously directed by Alexander Prokhanov.[5]

Dugin was amongst the earliest members of the National Bolshevik Party (NBP) and convinced Eduard Limonov to enter the political arena in 1994. A part of hard-line nationalist NBP members, supported by Dugin split off to form the more right-wing, anti-liberal, anti-left, anti-Kasparov aggressive nationalist organization, National Bolshevik Front. After breaking with Limonov, he became close to Yevgeny Primakov and later to Vladimir Putin's circle.[9]

Formation of The Eurasia Movement

The Eurasia Party, later Eurasia Movement, was officially recognized by the Ministry of Justice on May 31, 2001,[5] and is said by some observers to enjoy financial and organizational support from Vladimir Putin's presidential office. The Eurasia Party claims support by some military circles and by leaders of the Orthodox Christian, Muslim, Buddhist, and Jewish faiths in Russia, and the party hopes to play a key role in attempts to resolve the Chechen problem, with the objective of setting the stage for Dugin's dream of a Russian strategic alliance with European and Middle Eastern states, primarily Iran. Dugin's ideas, particularly those on "a Turkic-Slavic alliance in the Eurasian sphere" have recently become popular among certain nationalistic circles in Turkey, most notably among alleged members of the Ergenekon network, which is the subject of a high-profile trial (on charges of conspiracy). Dugin also advocates for a Russo-Arab alliance.[10]

“

In principle, Eurasia and our space, the heartland Russia, remain the staging area of a new anti-bourgeois, anti-American revolution." ..."The new Eurasian empire will be constructed on the fundamental principle of the common enemy: the rejection of Atlanticism, strategic control of the USA, and the refusal to allow liberal values to dominate us. This common civilizational impulse will be the basis of a political and strategic union.

„

—The Basics of Geopolitics (1997)

He has criticized the "Euro-Atlantic" involvement in the 2004 Ukrainian presidential election as a scheme to create a "cordon sanitaire" around Russia, much like the British attempt post-World War I.

Dugin has criticized Putin for the "loss" of Ukraine, and accused his Eurasianism of being "empty." In 2005 he announced the creation of an anti-Orange youth front to fight similar threats to Russia. The Eurasian Youth Union created and sponsored by Dugin was accused of vandalism and extrimist activities. The organization was banned in Ukraine by the courts and Alexander Dugin was declared persona non grata due to his anti-Ukrainian activities.[11][12]

Before war broke out between Russia and Georgia in 2008, Dugin visited South Ossetia and predicted, "Our troops will occupy the Georgian capital Tbilisi, the entire country, and perhaps even Ukraine and the Crimean Peninsula, which is historically part of Russia, anyway." [13] Afterwards he said Russia should "not stop at liberating South Ossetia but should move further," and "we have to do something similar in Ukraine." [14]



Morgen brengen we jullie wat meer over de interessante ideeën van deze Nazi-bolsjiviek...

24-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
22-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stiglitz over Euro en Europa
Nu onze beminde vorst tijdens zijn 21-juli-toespraak  ook waarschuwd voor het gevaar van de populisten, de poujadisten en nog vele andere kwalijke tisten dragen ook wij ons steentje bij.
Wij vonden deze bijdrage van iemend die het kan weten en willen jullie deze niet onthouden. Merk op dat men over een Europees sociaal model spreekt dat in de meeste landen lijkt te werken. Als we sommige pertijen hun gangetje laten gaan dan valt te vrezen dat ze in hun blinde adoratie van het brutale Amerikaanse model waar geen bijvoeglijk naamwoord “sociaal” bij past ook hier zullen invoeren.
Poets jullie beste Engels op en lees wat hieronder staat…ook de passage over jeugdwerkloosheid niet overslaan…
 
 
http://www.nytimes.com/2011/07/20/opinion/20iht-edstiglitz20.html?_r=1
 
 
 
I.H.T. Op-Ed Contributor

Europe's Travails and Our Collective Fate

By JOSEPH STIGLITZ
Published: July 19, 2011

o                                                         

 

ATHENS — An emergency meeting of European leaders in Brussels on Thursday to discuss another Greek bailout will decide the future of the euro. If they do what they have done so often since the crisis first began in Greece some 18 months ago, they will simply have kicked the can down the road. Contagion is almost inevitable. A problem that began in the periphery has now moved to the center, and while Spain and Italy have been the most shaken, other nations will almost surely be affected in coming months.

What needs to be done is by now well-known: Issue European bonds, using the collective borrowing power of the European Union, and pass the low interest rates onto the countries in need, combined with a growth strategy that will engender needed revenues.

As in the United States, much of the revenue shortfall arises simply from the weak economy. Putting Greece, Spain and the other countries that are languishing back to work would do more to restore fiscal order than all the speeches and austerity measures combined.

Reforms are needed, and are being undertaken. But it is foolish to think that the full fruits of these reforms will be seen any time soon, and certainly not within the short time horizon of myopic bond markets.

Europe and the rest of the world (including the United States) should understand how much is at stake, both for the global economy and for global peace and security. Recent U.S. jobs data show the fragility of the recovery there. The United States had hoped to export its way out of the downturn, but if the country’s major trading partners in Europe are in crisis, and if the euro is weak (so the dollar is strong), there is little likelihood of this happening. We cannot be certain that the continuation of the European crisis will push the North Atlantic into a double dip, but we can be fairly sure that, at best, the likelihood of a long Japanese-style malaise will rise markedly.

The political stakes are large. The world has been thrilled by the democratic awakening in the Middle East, likening it to the transition toward democratic market economies in Eastern Europe and the former Soviet Union. But that transition is far from certain. The direction that these societies take is still under debate. Even where the market reforms advocated by the World Bank and the International Monetary Fund brought growth (as they did in Egypt and Tunisia), it was not shared growth. Unemployment remained high. Poverty increased. Even the people in the middle did not benefit. Privatizations were corrupt, and gave rise to new wealthy elites, and the striving for greater efficiency contributed to the growing unemployment.

In short, the market model has been discredited.

The success of Eastern Europe was, more than anything else, tied to the integration of these countries with Western Europe through the European Union. Indeed, from a global perspective, this has been the Union’s real achievement, more than the gains to the Continent’s G.D.P. from integration. Nothing holds out the promise of a successful transition for the countries of the Arab Spring more than closer ties with a stable and prosperous European Union.

But Europe cannot be stable and prosperous if large parts of the Continent are in economic turmoil, with youth unemployment rates that rival those in the Middle East. Nor can it provide a model to which people in the region should, or will, aspire.

But, one may ask, where else can they turn?

The Nasserite socialist model has also failed, even worse than the neoliberal market model. It didn’t even produce growth.

Unfortunately, there are those who are arguing for a different direction, pointing to the failures of the Western models. These include Islamic fundamentalists, nationalists and advocates of a variety of forms of populism. Of course, in large parts of Europe, the European social model has worked extraordinarily well, and not just in Germany. It provides a well-articulated alternative market model to neo-liberalism, one that is consistent with the values and aspirations espoused by the youth that led the Arab Spring.

But if Europe cannot show sufficient solidarity in helping the troubled countries on the northern coast of the Mediterranean, if those countries sink into prolonged recession with high unemployment, then the European model will become totally discredited. Without Europe setting a good economic example, the path to a peaceful Arab Spring transition will be much more difficult.

Globalization has meant that we have become more interdependent: What happens in one part of the world has repercussions elsewhere. America’s flawed economic policies may have caused the Great Recession, but now the euro’s troubles will come back to haunt the United States and the Middle East. The trouble in the European economy will not only hurt the chances of a successful Arab Spring, it will exacerbate migration pressures that will in turn put more pressure on Europe.

Saving the euro — coming to the assistance of the countries of the Continent’s periphery — is not just a matter of charity or solidarity. It is also a matter of self-interest.

Joseph Stiglitz is a Nobel laureate in economics and a professor at Columbia University.

22-07-2011 om 09:47 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 5
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ondertussen kwamen in het weekblad ‘Hier Dinaso!’ onmiskenbaar sympathieën voor nazi-Duitsland en anti-joodse uitspraken naar voren. Van Severen weigerde die tegen te spreken, hoewel hij persoonlijk van mening was dat het Verdinaso geen boodschap had aan buitenlandse fascistische en nationaal-socialistische stromingen. Vanaf 1935 haalde hij ook uit naar het communisme als de grote bedreiging van het Westen.[745] Op het hoogtepunt van de Tsjechoslowaakse crisis op 28 september 1938 stuurde Van Severen een telegram aan eerste minister Spaak waarin stond dat het Verdinaso "in volkomen loyaliteit en tucht achter koning Leopold, in de onvoorwaardelijke dienst van volk en land" stond.[746] In de jaren voordien had Van Severen contacten gelegd met personen uit het Belgische politieke establishment, onder ander met De Man. Na 28 september verhoogde Van Severen nog zijn steun aan de regering en aan de neutraliteitspolitiek. De internationale toestand heeft hem er ongetwijfeld toe gebracht een aantal doctrinaire scherpe kanten af te slijpen. Zelfs een toenadering tot de verkiezingen van 2 april 1939 zat erin. Maar tezelfdertijd bleek dat sinds 1936 vele vooraanstaande Dinaso's het moeilijk met hem eens konden zijn. Eigenlijk was hij als leider, na het wegvallen van Wies Moens, steeds meer vereenzaamd. De mobilisatie ontkrachtte verder het organisatiekader van de beweging.[747] Op 10 mei 1940 werd Van Severen door de Staatsveiligheid aangehouden. Interventies van onder meer senator Pierre Nothomb richtten niets uit. Op 15 mei werden Van Severen, Rijckoort en Léon Degrelle op transport geplaatst, vier dagen later arriveerden de gevangenen in Abbeville. Op 20 mei 1940 werd hij door Franse soldaten dood geschoten. De dood van Van Severen was meteen een fatale slag voor het Verdinaso. De beweging die sterk aan zijn persoon gebonden was geweest en steeds slingerde tussen een politieke vormingsformatie en een uitdagende militie, viel uiteen. Een deel van de volgelingen stapte in 1940-1941 de collaboratie binnen, een ander deel verkoos de kant van het verzet.[748] Van Severen en het Verdinaso worden door TeKoS zeer positief benaderd. Het Verdinaso wordt voorgesteld als een beweging die een constructieve strategie hanteerde in een decadente en verloederde periode. “Het Verdinaso wilde niet profiteren van de decadentie van de parlementaire democratie om aan de macht te komen, zoals de rexisten hoopten en evenmin in blinde woede de Belgische staat vernietigen, zoals vele Vlaams-nationalisten. Het Verdinaso wilde de oorzaken van het verval bestrijden en een nieuwe staat opbouwen.”[749] Net als Nieuw Rechts, wilde het Verdinaso een tegenproject uitbouwen dat een alternatief moest bieden voor de (gepercipieerde) decadentie van het eigen tijdperk. De afwijzing door Van Severen van het gedachtegoed van de Franse Revolutie is een ander aspect waarom hij op zo veel sympathie kan rekenen. TeKoS beschouwt Van Severen als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de conservatieve revolutie in het interbellum in Vlaanderen. Hij wordt omschreven als de meest uitgesproken jongconservatief in Vlaanderen.[750] Zijn nadruk op orde, elite en staat, zijn anticommunisme en zijn keuze voor het rijk zijn elementen die duidelijk overeenkomsten vertonen met de jongconservatieve stroming in Duitsland (zie hoofdstuk “De conservatieve revolutie in de Weimarrepubliek”). TeKoS benadrukt daarbij dat Van Severen een geheel eigen conservatief-revolutionaire beweging uitbouwde en zeker geen kopie nastreefde van de bewegingen van Hitler en Mussolini.[751] Hij wordt voorgesteld als een groot politiek denker: “Wanneer politiek betekent “macht veroveren” dan dienen Joris Van Severen en Louis Gueuning gerangschikt te worden onder de grandioze mislukkingen. Wanneer met dit dubbelzinnig begrip de zorg om de “polis” bedoeld wordt en het zoeken naar wegen die leiden naar een menswaardig bestaan, waarbij persoon en gemeenschap naar hun ultieme bestemming worden geleid, dan behoort Joris van Severen, samen met Louis Gueuning tot de grote politici. Beide behoren zij tot de falanks die de strijd aanbonden tegen “de ideeën van 1789”. In denken en handelen ontwikkelden zij alternatieven voor een samenleving op maat van de mens en beantwoordend aan de hoge roeping van de mens.” [752] Volgens Luc Pauwels was het Verdinaso vooral een vormingsbeweging en geen militie. De politieke methode van Van Severen steunde volgens hem op de voorbeeldfunctie en de veroveringskracht van de nieuwe elite die door het Verdinaso moesten worden belichaamd. Van Severen gaf zijn volgelingen een “fiere ziel” mee. De aristocratische elite waar Van Severen voor pleitte, moest een dienende elite zijn, een elite die offervaardigheid en discipline voorstond.[753] Volgens Nieuw Rechts is er vandaag de dag dringend nood aan een dergelijke elite. Er is nood aan een staatsdragende klasse, een door onbaatzuchtigheid en plichtsbesef gekenmerkte politieke elite die garant staan voor de rechtsstaat en bekwaam leiding kan geven.[754] Het ontbreekt ons de dag van vandaag aan “fiere zielen”, aan belangloze, soevereine persoonlijkheden zoals Van Severen.[755] Luc Pauwels stelt het in een artikel uit 1994 in TeKoS zo: “De morele kwaliteiten van Joris van Severen, zijn aristocratisch non-konformisme, zijn beleefde waarachtigheid en zijn tot het eindpunt doorgezette stoische levenshouding blijven het voorbeeld van een werkzaam tegengif tegen de Zeitgeist van deze late twintigste eeuw.”[756] 2.2.3.3 De vergoelijking van de collaboratieIn TeKoS zijn een vijftal artikels verschenen die specifiek aan de collaboratie gewijd zijn, daarnaast zijn er ook verschillende bijdragen gepubliceerd die handelen over individuele collaborateurs. Van die vijf artikels zijn er vier geschreven door Frans de Hoon, zelf een voormalig collaborateur. Frans de Hoon was tijdens de tweede wereldoorlog een overtuigd lid van de SS-DeVlag. Na de oorlog schreef hij voor verschillende tijdschriften van verenigingen van oud-collaborateurs (zie 2.1.3 De Vlaamsgezinde achtergrond van enkele redacteurs van TeKoS ). Frans de Hoon kan geplaatst worden in het milieu van Vlaams-nationalistische collaborateurs die zich na de oorlog verenigden en weigerden de oorlog stilzwijgend achter zich te laten. Binnen deze kringen werd de oorlog geïdealiseerd. De collaboratie werd voorgesteld als een tactische vergissing van een beweging die het goed meende met het Vlaamse volk. Het rechtse aspect werd weggegomd en de ‘foutgelopen’ repressie werd scherp bekritiseerd. Het idee ontstond dat de Belgische staat de repressie had gebruikt om de Vlaamse Beweging te breken en dat de repressie hard en onrechtvaardig was. In zijn artikels over de collaboratie in TeKoS volgt Frans de Hoon in grote mate hetzelfde discours. Hij idealiseert de oorlog wel niet, maar de collaboratie wordt wel vergoelijkt. Volgens de Hoon kan niet ontkend worden “dat de Vlaamse collaboratie in haar overgrote meerderheid ingegeven was door een Vlaamse motivering.” De verwerping van het begrip België als ‘un et indivisible’ is volgens hem de kern van de oorzaken en beweegredenen van de Vlaams-nationale collaboratie. “Zij, deze Vlamingen hadden geen vaderland om te beminnen maar waren integendeel reeds lang op zoek naar een vaderland (…) In 1914 trokken duizenden jonge bewuste Vlamingen vrijwillig ten strijde met het Belgische leger in de overtuiging en betrouwend op het woord van hun koning, een nieuwe “slag der gulden sporen” voor Vlaanderen te kunnen slaan. Voor zover zij niet als Vlaming moedwillig aan het front geofferd werden, keerden de meeste van hen terug: gegriefd, vernederd, verslagen en als vijanden van de staat!” Frans de Hoon legt de nadruk op de tweederangspositie die Vlamingen in het België van voor de tweede wereldoorlog zouden hebben bekleed. Ze werden achteruitgesteld of geweigerd in de Belgische administratie, de Belgische magistratuur, de Belgische politiek en het Belgische leger alleen maar om hun bewust Vlaming zijn. Ze moesten de wortels van hun cultuur gaan zoeken in het buitenland omdat zij als Vlamingen geen perspectieven en geen waardering vonden in het Belgische establishment.[757] De Hoon wijst ook met een beschuldigende vinger in de richting van koning Albert I. Had de koning zijn belofte gehouden omtrent gelijkheid in recht en feit voor de Vlamingen dan was het waarschijnlijk anders gelopen.[758] Een ander beweegreden is volgens de Hoon te vinden in het feit dat de toenmalige ‘zogenaamde democratische regimes’, in hoofdzaak door eigen schuld, niet meer opgewassen waren tegen de toenemende moeilijkheden.[759] De Hoon stelt dat de Westerse democratieën tijdens het interbellum overspoeld werden door een golf van schandalen en corruptie en dat ze met het begrip democratie enkel nog de term gemeenschappelijk hadden. Het is volgens hem dan ook niet verwonderlijk dat velen hoopvol in de richting van Duitsland keken en hoopten op dezelfde vergaande en ingrijpende hervormingen die het recht en de orde in eigen land zouden herstellen.[760] Een derde en laatste historische omstandigheid die men volgens de Hoon in rekening moet brengen om de collaboratie te begrijpen, is het anti-bolsjewisme die toen een belangrijke rol speelde. De Hoon benadrukt dat het marxistisch bolsjewisme toen de publieke vijand nummer één was.[761] “De antichrist was toen het Bolsjewisme, het gevaar voor Europa het kommunisme.”. In Duitsland ging het volgens hem niet meer over de vraag of dit land al dan niet democratisch zou zijn, maar wel of het communistisch of nationaal-socialistisch zou zijn.[762] Op het verwijt dat ex-collaborateurs niet moeten doen alsof zij gans Vlaanderen vertegenwoordigden, repliceert hij dat doorheen heel de geschiedenis het steeds beperkte minderheden zijn geweest die de revolutie en de evolutie mogelijk hebben gemaakt, de massa volgde gewoon. “De massa is steeds niet meer dan de bij uitstek manipuleerbare “openbare mening” (...) Bij een Duitse overwinning zou deze “openbare mening” op minder dan geen tijd achter de nieuwe orde zijn gaan staan zoals zij nu na de bevrijding, in grote massa aan weerstand is gaan doen”.[763] De Hoon stelt de repressie voor als hard en onrechtvaardig. Ook het idee dat de Belgische staat de repressie heeft aangewend om de Vlaamse Beweging klein te krijgen, klinkt door in zijn betoog: “Wie zich in de repressieperiode en in de eerstvolgende jaren daarna durfde te beroepen op Vlaams-nationale motieven voor zijn kollaboratie, mocht er zeker van zijn dat dit hem als ekstra bezwarende omstandigheid zou aangerekend worden.”. De Hoon stelt dat de repressie in België voor een groot gedeelte doorgevoerd werd op basis van retroactieve wetgeving en voor uitzonderingsrechtbanken, maar hij klaagt vooral het feit aan dat de repressie doorgevoerd zou zijn louter op basis van haat en wraakgevoelens. In 1981 heeft de Hoon het over 600.000 repressiedossiers (in een later artikel uit 1997 citeert hij Luc Huyse die het heeft over 405.067 collaboratiedossiers). Samen met de onrechtstreeks betrokkenen (de familie) komt de Hoon tot een aantal dat schommelt tussen het anderhalf en twee miljoen betrokkenen bij de collaboratie… Volgens de Hoon zou men de vraag moeten stellen waarom zoveel mensen in dit land zich niet meer met de staat konden vereenzelvigen.[764] In een later artikel haalt hij Paul Struye aan “van wie we weten” dat onmiddellijk na de capitulatie op 28 mei 1940 80% van de bevolking bereid was om met de Duitsers samen te werken. Ook hier stelt de Hoon dat men zich de vraag moet stellen waarom zoveel mensen in dit land bereid waren om met ‘de vijand samen te werken’.[765] De Hoon pleit dus voor begrip voor de collaboratie. Zoals gezegd was die volgens de Hoon ingegeven door een combinatie van bekommernis om de Vlaamse belangen, afkeer voor de decadente democratie en een oprecht anticommunisme. Het rechtse aspect van de beweging wordt weggegomd, evenals de misdaden die sommige collaborateurs op hun geweten hadden. Dit pleidooi voor begrip voor de collaboratie echoot ook door in de afwijzing van TeKoS van de stelling van professor Bruno de Wever dat het VNV vanaf het begin een fascistische partij was. Luc Pauwels onderstreept met klem dat het VNV niet fascistische was. Het geschilpunt betreft niet het historisch werk of het bronnenonderzoek, maar de “ideologische interpretatie” die er aan wordt gegeven. In feite stelt Pauwels dat het beeld dat professor Bruno De Wever schetst van het VNV juist is, maar dat de term fascistisch zou moeten vervangen worden door conservatief-revolutionair. Het etiket ‘fascistisch’ stigmatiseert volgens Pauwels ten onrechte het VNV en staat een coherent en onbevooroordeeld beeld in de weg. Het VNV was een coalitie van verschillende gezindheden, bijna alle varianten van het Vlaams-nationalisme waren er in terug te vinden, maar fascisten waren er niet bij. Pauwels stelt dat het VNV vooral bijeengehouden werd door het antibelgicisme. Ondanks veel verbale aandacht voor het solidarisme, een organische volksstaat e.d. heerste er bij een groot deel van de leden een relatieve onverschilligheid tegenover dit soort intellectuele maatschappijvisies. Het emotionele antibelgicisme verdrong alle andere ideologische componenten naar een tweede plaats. De kracht van dit antibelgicisme, deze “mythische emotionele prioriteit”, verklaart waarom het VNV in de jaren ’30 qua maatschappijvisie zo ver naar rechts kon opschuiven, zonder een noemenswaardig aantal leden of kaders te verliezen, zelfs bij die fracties die het er duidelijk niet mee eens waren. Dit antibelgicisme was een belangrijke collaboratiemotief en deze attitude werd bevestigd door de willekeurige aanhouding en de wegvoering van een aantal prominente Vlaams-nationalisten in mei 1940 én het gedrag van de Belgische regering. Hiernaast waren vooral opportunisme en het beeld dat leefde bij Vlaams-nationalisten van het idealistische en integere activisme belangrijke collaboratiemotieven. Pauwels erkent wel dat dit natuurlijk niet de rechtvaardiging van de collaboratie inhoudt, maar het maakt ze wel meer begrijpbaar. De collaboratie was fout, maar…[766] 2.2.4 De visie op de Vlaamse beweging na de tweede wereldoorlog en nu In TeKoS wordt de dominantie van het katholiek traditionalisme sinds 1945 in de Vlaamse beweging aangeklaagd. Volgens Luc Pauwels stemmen de waarden en het ideologisch klimaat van de hele Vlaamse beweging duidelijk overeen met de karakteristieken van het confessionele flamingantisme “kleinburgerlijk, statisch, toch altijd weer wat hypocriet, Romehorig, vrij fanatiek in de eigen Vlaamse rangen en vrij toegeeflijk in het onderhandelen met de tegenstrever, eenzijdig taalgericht”.[767] Peter Logghe heeft het over “de primitivisering van de Vlaamse beweging”.[768] In TeKoS wordt de stelling verdedigd dat de Vlaamse numerieke meerderheid moet worden omgezet in een politieke meerderheid, dit wil zeggen “de staat veroveren door het laten gelden van het democratisch beginsel.”[769] Deze stelling sluit aan bij het programma van de Vlaamsche Volkspartij van Lode Claes. Ook daarin stond de valorisatie van de Vlaamse meerderheid al centraal.[770] Zoals gezegd heeft Nieuw Rechts weinig op met de sterke taaloriëntering van de traditionele Vlaamse beweging. Om de eentaligheid van Vlaanderen te bereiken zijn er veel te vergaande concessies gedaan. De Vlamingen hebben een federale staatsinrichting aanvaard die formeel op een 50/50 machtsverdeling stoelt. Het feitelijk federalisme met drie brengt het Vlaamse machtsaandeel ruim beneden de vijftig procent. Dat wil zeggen dat Vlaanderen zijn enige politieke machtsinstrument uit handen gaf waarover het beschikte, namelijk zijn demografische meerderheid. De Vlaamse meerderheid zit nu ‘opgesloten’ in een pariteit.[771
] Nieuw Rechts laat echter de moed niet zakken. Volgens haar valt het langzaam, maar versneld uiteenvallen van de Belgische staatsconstructie niet te ontkennen. De splitsing van de geesten is voltrokken en het bestaan van een dynamiek naar een onafhankelijk Vlaanderen is onmiskenbaar. Het separatisme verliest zijn taboe, niet als gevolg van een separatistisch propagandaoffensief, maar louter als gevolg van de Waalse arrogantie.[772] Hier wordt instemmend Mark Grammens geciteerd die het heeft over “de Waalse arrogantie die het federalisme beschouwt als een middel om de francofone heerschappij in België te bestendigen en om Vlaanderen te doen betalen voor de Waalse onmacht een leefbaar gewest tot stand te brengen.”[773] Met de onafhankelijkheid in zicht moet de Vlaamse beweging zijn strategie aanpassen. Het moet streven naar de bescherming en de ontwikkeling van de identiteit van ons “Nederlands deelvolk”, naar het verwerven van de onafhankelijkheid op korte termijn en naar de opleiding van een eigen Vlaamse elite die die onafhankelijkheid kan invullen.[774] Vlaanderen moet er zich ook mentaal op voorbereiden dat het aan zijn zuidgrens in de toekomst twee kleine staten zal vinden: Wallonië (beperkt tot de huidige provincies Henegouwen, Namen en het grootste deel van Luik) en Luxemburg (het Groothertogdom, met de provincie Luxemburg en het Duitstalig gebied dat nu in de provincie Luik ligt). Het is daarbij niet in het belang van Vlaanderen dat aan zijn zuidgrens “een verarmd Wallonië vegeteert als haard van economisch verval, permanente sociale onrust en politieke instabiliteit”. Een nieuw Benelux samenwerkingsverband zal nodig zijn, met een strikt respect voor elkaars zelfstandigheid en met Vlaanderen als natuurlijk centrum

22-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
21-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 4
Klik op de afbeelding om de link te volgen Bij anderen leidde dit tot een uitgesproken linkse koers, een Vlaams getint socialisme of zelfs communisme. Boudewijn Maes wordt door Pauwels genoemd als voorbeeld van een nationaal-revolutionair.[705] Boudewijn Maes was een overtuigd vrijzinnige flamingant. Bij de Duitse inval was hij van oordeel dat de Vlamingen de Duitsers moesten bestrijden en dat ze daarvoor na de oorlog zouden worden beloond. Tijdens de bezetting verzette hij zich openlijk tegen het activisme. In de nadagen van de oorlog bracht hij er echter begrip voor op, al bleef hij zich onthouden van openlijk engagement. Hij verloor in ieder geval zijn vertrouwen in België en hoopte dat revolutionair geweld vanwege Fronters en activisten de 'Belgische' macht in Vlaanderen zou breken. Maes leidde na 1919 het Gentse Vlaamsche Front en werd voor die partij tot volksvertegenwoordiger gekozen. Hij was een aanhanger van de Groot-Nederlandse strekking van het weekblad ‘Vlaanderen’ (1922-1933). Als overtuigd vrijzinnige kwam hij in botsing met de katholieke en groeiende rechtse krachten binnen het Vlaams-nationalisme. In 1926 stichtte hij daarom de Vlaamsch-Nationale Partij. In 1929 en 1932 kwam die met een dissidente lijst op, maar de partij behaalde slechts een onbeduidend aantal stemmen. Maes verafschuwde het Duitse nationaal-socialisme, de toenemende ideologische verwantschap met de hoofdstroom van het Vlaams-nationalisme en het feit dat vele Vlaams-nationalisten rekenden op deze Duitse bondgenoot. Hij trad terug uit het Vlaams-nationalisme en evolueerde naar een vaag communisme.[706] Volgens Luc Pauwels vertegenwoordigde hij “een niet te overtreffen zuiver radicalisme, waarmee hij socialisten en kommunisten links wilde voorbijsteken”.[707] 4) De BündischenVolgens Luc Pauwels kunnen de Vlaamse jeugdbewegingen Rodenbach, het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (AKVS) en het Diets Jeugdverbond, ideologisch niet vergeleken worden met de Bündischen. Het grootste deel van deze jeugdbewegingen maakte volgens hem deel uit van de völkische groep, terwijl anderen aansluiting vonden bij de christen-democratie.[708] In een ander artikel wijst Luc Pauwels er wel op dat er een duidelijke gelijkenis bestaat tussen de Duitse Wandervögelbeweging (zie hoofdstuk “De conservatieve revolutie in de Weimarrepubliek”), de voorloper van de Bündischen, en de Vlaamse Blauwvoeterij,[709] de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1875-1880) en de inspiratiebron voor latere heelnederlandse jeugdbewegingen. Deze Blauwvoeterij werd gekenmerkt door de cultus van de gewesttaal, kritiek op de classicistische opvoeding en op het gezag en een gering vertrouwen in staat en politiek.[710] Zowel de Blauwvoeterij als de Wandervögel werden volgens Pauwels gekenmerkt door een autonoom jeugdbewegingkarakter, een romantische basis, het positief beleven en uitbouwen van een generatiekloof enz.[711] 5) De LandvolkbewegungDeze beweging was zoals gezegd een boerenopstand in Sleeswijk-Holstein en heeft dus niets te maken met Vlaanderen. 2.2.3.2 De bewondering voor Joris Van SeverenTeKoS telt verschillende bewonderaars van Joris Van Severen onder zijn redacteurs. Hildegonde de Bois, de voormalige echtgenote van Luc Pauwels, is afkomstig uit een Dinaso-familie.[712] Hoofdredacteur Luc Pauwels schreef zijn licentiaatsverhandeling over Van Severen, evenals Jan Creve. Beiden zijn ook actieve medewerkers van het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen, evenals de redacteurs Kurt Ravyts en Pieter Jan Verstraete. Tot begin 2001 werden er in TeKoS een tiental artikels gepubliceerd die uitsluitend gewijd waren aan Van Severen en zijn ideeën. Vooral zijn aristocratische stijl en zijn pleidooi voor een dienende elite kunnen bij Nieuw Rechts op veel goedkeuring rekenen (zie verder). Omwille van de positieve houding van TeKoS tegenover Van Severen wordt hier dieper ingegaan op zijn persoon en zijn ideeën. Joris Van Severen werd op 19 juli 1894 geboren als oudste zoon in een notarisgezin. Hij groeide op in een tweetalig burgergezin op het platteland, waar de ‘Vlaamsvoelendheid’ een onderdeel van het katholicisme vormde. Na zijn schoolopleiding aan het Sint-Barbaracollege te Gent, schreef hij zich in 1912 in aan de Gentse universiteit in de kandidatuur wijsbegeerte en letteren als voorbereiding op de rechten. Aan de universiteit werd hij voorzitter van de Rodenbach’s Vrienden, de katholieke flamingantische studentenkring.[713] Begin augustus 1914 viel Duitsland België binnen, zes weken later, op 24 september 1914, werd Van Severen opgeroepen. Hij ging voor een kaderopleiding naar Frankrijk en in maart 1915 kwam hij als sergeant aan het IJzerfront. In januari 1917 werd hij bevorderd tot onderluitenant.[714] Hildegonde de Bois schrijft over deze periode in TeKoS: “In januari 1917 wordt Joris van Severen onderluitenant, een uitzondering –Vlaamse officieren zijn schaars in het Belgische leger, dat nochtans voor bijna 80% uit Vlamingen bestaat. Als officier wordt hij gewaardeerd door zijn oversten én door zijn soldaten, wegens zijn dapperheid en onverstoorbare koelbloedigheid: zijn sektie heeft bijzonder weinig verliezen te betreuren, alhoewel ze aanhoudend in de vuurlinie staat. (…) Hij eet, slaapt, vecht en lijdt samen met zijn manschappen; hij doet ook alles om hun leven te sparen (…)”.[715] De Bois schetst hier een heel lovend portret van Van Severen, die wordt voorgesteld als een ware leider en held. Van Severen onderhield aan het front goede contacten met Cyriel Verschaeve. Hij maakte ook deel uit van een groep Vlaamsgezinde studenten en intellectuelen, die zich tussen mei en september 1916 verenigden met de bedoeling om via de pers en studiekringen een Vlaamsgezinde werking onder de soldaten te organiseren. Het blad ‘Ons Vaderland’ werd de dagelijkse spreekbuis van deze radicale flaminganten.[716] De groepering steunde de vraag naar een belofte van de regering voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit na de oorlog. Toen de regering in oktober 1916 dit publiekelijk weigerde te beloven, radicaliseerde deze groep en ging ze een geheime werking uitbouwen, de Frontbeweging.[717] Volgens Vanlandschoot was Van Severen niet actief betrokken bij deze Frontbeweging. Toch zou hij in 1917 tweemaal te maken hebben met repressieve maatregelen omwille van zijn Vlaamsgezindheid.[718] Volgens Lode Wils nam Van Severen weliswaar deel aan de Frontbeweging, maar na 1916 speelde hij daarin geen rol van betekenis.[719] Deze visie wordt tegengesproken in TeKoS. De Bois benadrukt dat Van Severen actief deelnam aan de Frontbeweging en dat hij daardoor twee keer in een militair strafkamp belandde. Twee keer wordt hij eruit gehaald “omdat men een officier van zijn kwaliteit maar al te graag in de vuurlinie heeft.”[720] Ook Jan Creve onderstreept dat Van Severen wel actief was in de Frontbeweging. Hij verwijst hiervoor naar “de maatregelen” die in 1917 tegen Van Severen genomen zijn, “de taal die hij in zijn brieven hanteerde” en “de getuigenissen van Theo Hoste en Vital Haesaert”.[721] Jan Creve gaat er dus blijkbaar van uit dat hij voor een publiek schrijft die in grote mate vertrouwd is met de geschiedenis van Van Severen. De verstrooiing van de frontsoldaten na 11 november 1918 veroorzaakte een diepe depressie bij Van Severen, die wenste dat de Frontbeweging op haar elan van 1917 zou doorgaan in de strijd tegen de oorlog en tegen de vaderlandsliefde die oorlogen veroorzaakt. Op 6 februari 1919 keerde hij naar de Gentse universiteit terug en werd hij voorzitter van de afdeling van het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond. Hij zou zijn studies echter nooit afmaken. Na de demobilisatie slingerde hij tussen het internationalisme en de volksnationalistische meetings van de Fronters. De toon en de inhoud van zijn toespraken uit de jaren 1919 en 1920 verraden dat Van Severen de algemene opinie van de Frontpartij vertolkte. Hij behoorde niet tot de groep rond priester Robrecht de Smet die de activistische verzuchtingen wilde doordrukken en liet zich ook niet in met de eerste naoorlogse verkiezingen van 16 november 1919. Mede gesteund door Verschaeve, richtte Van Severen in januari 1921 een tijdschrift op onder de titel ‘Ter Waarheid’.[722] In de woorden van Hildegonde de Bois “Een prachtig kultureel maandblad (…) Het blad blinkt uit door zijn hoog niveau en zijn verzorging. Want ook hier toont Joris van Severen stijl.”[723] Op 20 november 1921, werd Van Severen in het arrondissement Roeselare-Tielt tot volksvertegenwoordiger gekozen. Hij verwaarloosde echter zijn parlementaire werk en beperkte zich in 1922 en 1923 tot een vijftal redevoeringen in de Kamer.[724] Volgens de Bois was dit omdat “het parlementaire spel hem niet lag: te veel voze verbaliteit, te veel schijnvertoning.”[725] In ‘Ter Waarheid’ bepleitte Van Severen aanvankelijk een radicaal democratisch gedachtegoed en een volstrekt antimilitarisme. Vanaf het midden van 1922 oriënteerde hij zich naar een meer uitgesproken katholieke koers en in januari 1923 meldde de redactie dat ze de rooms-katholieke levensleer als de enige en absoluut ware beschouwde. In maart 1923 vroeg hij om de opheffing van de Godsvrede, de zogenaamde neutraliteitsafspraak binnen Het Vlaamsche Front, hierin vagelijk gesteund door zijn West-Vlaamse achterban. Daarmee zette hij het proces in gang van omvorming van de nationalistische partijformatie. Dit leidde tot een ideologische en organisatorische verwarring die jaren zou aanslepen en uiteindelijk uitmondde in de stichting van het Verdinaso. Het nationalisme kreeg bij Van Severen niet alleen een katholiek karakter, maar ook een conservatief-integralistische overtuiging. In verscheidene artikels uit 1923-1924 zette hij daaromtrent zijn theoretische beschouwingen uiteen. Die moesten volgens Van Severen klaarheid scheppen in de Vlaams-nationale organisatie voor de aanstaande verkiezingen van april 1925. Dit opzet mislukte. In de Vlaams-nationalistische kringen heerste verdeeldheid en Van Severen kreeg steeds meer kritiek te verduren omwille van zijn eigengereid denken, zijn aristocratische handelwijze en zijn reactionaire, antidemocratische gezindheid. Dit belette niet dat hij in 1925 voor het tot Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (KVNV) omgedoopte Vlaamsch Front werd herkozen tot volksvertegenwoordiger.[726] Van Severen evolueerde steeds verder weg van de nationalistische partijorganisatie. De electorale perikelen van 1925 en de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1926 deden hem het geloof in de democratische ordening geheel verliezen. Meer en meer verkondigde hij een autoritaire staats- en maatschappijopvatting.[727] Ook Lode Wils gaat ervan uit dat de radicalisering van het anti-Belgische en antidemocratische denken van Van Severen in verband stond met het echec van de Frontpartij in de verkiezingen. Ook de weigering om de gelijkheid van de landstalen te erkennen, de verwerping van de vernederlandsing van de Gentse universiteit en de afwijzing van Nederlandstalige legereenheden door de regering zouden tot deze radicalisering hebben bijgedragen.[728] In TeKoS wijst Jan Creve er echter op dat Van Severen reeds veel eerder bedenkingen had bij de democratie, een stelling die ook door de Bois wordt gevolgd.[729] Ook Luc Pauwels verwerpt de redenering dat Van Severen een radicaal tegenstander van de democratie geworden is doorheen alle electorale perikelen en zijn ervaringen als volksvertegenwoordiger. Volgens hem was Van Severen reeds jaren een radicaal tegenstander van de democratie. Hij was in zijn periode als volksvertegenwoordiger een pragmatisch democraat, maar één met een revolutionaire agenda die op een onverholen dictatuur was gericht en toen nog van linkse signatuur was.[730] Van Severen ging steeds meer zijn eigen weg. Zijn heelnederlandse bekommernis kwam meer op de voorgrond. Het ging hem ook niet meer in de eerste plaats om de oplossing van een Vlaams of Belgisch probleem, maar om de vestiging van een nieuwe orde in het door oorlog en revolutie verscheurde Europa.[731] Op het Groot-Nederlands Studentencongres te Gent op 29 maart 1926, kondigde hij zijn nieuwe doelstellingen aan: politiek Groot-Nederland, de corporatieve staatsordening en de verovering van de macht door de vorming van milities. Zijn politiek voorbeeld was het Italiaanse fascisme. Van Severen manoeuvreerde zich steeds meer in een uitzonderlijke positie. Hij deed de pogingen tot unificatie van de Vlaams-nationalistische groepen steeds verder van een oplossing afdrijven. Bij hem ging het steeds meer over een fundamentele herinrichting van staat en maatschappij, waarbij zijn integralistische uitgangspunten van 1923 nu in versneld tempo opschoven naar een rechts radicalisme. De reorganisatie van het feitelijk bestaande Vlaams-nationalisme, de aanpassing van de partijstructuren lieten hem omzeggens koud.[732] In 1928 kwam het lang nagestreefde Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond (AVNV) op papier tot stand, met Van Severen als een van de vijf leden van het directorium. Dit AVNV heeft echter op geen enkel ogenblik gefunctioneerd. Het mislukte in eerste instantie omdat het door Van Severen doelbewust werd gekelderd. Hij hanteerde een integraal Grootneerlandisme om een radicaliseringproces op gang te brengen. In een rede in de kamer in november 1928 stelde hij dat het doel van het Vlaams-nationalisme het herstel van de Nederlandse nationale eenheid was. Hij bracht hulde aan het activisme en de ‘sublieme deserteurs’.[733] Na de verkiezingen van mei 1929 viel Van Severen uit de boot bij de zeteltoewijzing. Deze verkiezingen waren voor de nationalisten succesrijk, maar leken weinig indruk op Van Severen te maken. In de zomermaanden dacht hij reeds hardop aan een eigen militie. Op 3 mei 1930 nam hij ontslag uit het KVNV, dat hij in 1925 had helpen stichten. Ook buiten West-Vlaanderen werden de scheidingslijnen duidelijker. Alle voormannen stonden eind 1930 voor de keuze: voor Van Severen of voor de meer gematigden die door hem smalend de "neobelgicistische advocaten" werden genoemd. De ontknoping viel in het voorjaar 1931. Van Severen werd in het AVNV-directorium in de minderheid gesteld. Toen hij in september de oprichting aankondigde van een nieuwe organisatie werd hij uitgesloten. Op 6 oktober maakte hij officieel de stichting van een Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) bekend: Moens, Thiers, Antoon Samyn, Pol van Herzeele, De Clercq, Jef François, Jef Missoorten en Leo Poppe volgden hem. Ook Cyriel Verschaeve betuigde ostentatief zijn sympathie voor de nieuwe beweging. ‘Hier Dinaso!’ werd het blad van de beweging.[734] Het Verdinaso combineerde de heelnederlandse gedachte met een solidaristische maatschappijvisie. Met het Italiaans fascisme als voorbeeld werd gepleit voor een corporatistische nieuwe orde in een autoritaire Dietse staat. Volgens professor Bruno De Wever werd het Verdinaso gesticht als een zuiver fascistische groepering. Een bewijs daarvoor is terug te vinden in het programma dat door Wies Moens op de eerste landdag op 10 juli 1932 in Roeselare werd afgekondigd en dat door Pol le Roy een jaar later in brochurevorm werd uitgegeven. Het Verdinaso was antiliberalistisch, antimarxistisch en anticonservatief. Het was tegen de democratie en tegen het partijenstelsel. Het had een pannationaal doel en ijverde voor een nieuwe staat met een totale transformatie van de sociale relaties: het nationaal-solidarisme (in feite een corporatieve staat). ‘De vreemden’ waren per definitie vijanden van de staat. De stijl van het Verdinaso beantwoordde volledig aan die van een fascistische partij. Militarisme was er de hoofdtrek van. De geweldfactor ontbrak niet.[735] De stelling dat het Verdinaso fascistisch zou zijn wordt met klem verworpen door TeKoS. Hildegonde de Bois schrijft bijvoorbeeld “(…) bij alle aversie die hij (Van Severen) zal ontwikkelen voor het partijenregime, wordt hij geen fascist in de gemeenzame betekenis van dit woord. Hij zal dit aan Degrelle en enkele andere overlaten, voor wie hij nooit anders dan diep misprijzen zal betonen.”[736] Ook Jan Creve benadrukt dat Van Severen geen fascist was.[737] Luc Pauwels stelt dat het Verdinaso weliswaar duidelijk antidemocratisch was, “maar eerder in de traditionalistische variant en niet in de fascistische laat staan de nationaal-socialistische”. Verder schrijft hij: “In 1937, op een openbare redevoering te Antwerpen neemt Van Severen afstand van fascisme en nationaal-socialisme met de woorden “Geen Duitsche orde, geen Italiaansche Orde (…) Neen: de Dietsche Orde: een orde aangepast aan ons wezen en aan dezen tijd.” Men kan zich een krachtiger distantiëring voorstellen, maar goed.”[738] De ideologische evolutie van Van Severen en tactische bekommernissen leidden tot een radicale ommezwaai in 1934. Van Severen zag duidelijk in dat de Belgische regering maatregelen tegen het Verdinaso zou nemen die de groei van zijn beweging fel zouden kunnen hinderen. Bovendien werd hij meer en meer gesterkt in zijn overtuiging dat de politieke machtsverwerving over een Belgische weg moest gaan. Deze inzichten leidden tot de zogenaamde 'nieuwe marsrichting' die Van Severen openlijk proclameerde in augustus 1934.[739] Het ging daarbij om twee koerscorrecties. Ten eerste een tactische: Van Severen wilde de staat niet langer omverwerpen, maar veroveren met vreedzame middelen. De tweede correctie was een inhoudelijke: Dietsland moest niet samenvallen met het Nederlands taalgebied. De Walen mochten zich afscheiden als ze dat wilden of ze mochten binnen het Dietse rijk blijven met een autonoom statuut. Hetzelfde gold mutadis mutandis voor de Friezen en de Luxemburgers.[740] Vanaf 1936 liet Van Severen ook de term Dietsland vallen, voortaan sprak hij achtereenvolgens meer en meer over ‘het Dietse Rijk’, ‘De Lage Landen’, ‘de Nederlanden’, ‘het Dietsche Rijk der Nederlanden’ en ten slotte vanaf 1938 over ‘de Zeventien Provinciën’. Het taalcriterium werd nu geheel verlaten, naast geopolitieke argumenten kwam het gemeenschappelijk verleden van de Nederlanden in de plaats. De eeuwenoude lotsverbonden gemeenschap van Dietsers, Friezen, Walen en Luxemburgers moest worden hersteld door staatkundige eenmaking in een rijksgemeenschap onder Dietse hegemonie. Niet veel later verklaarde Van Severen de Walen op basis van afstamming en bloed tot geromaniseerde Dietsers. De historische gemeenschap der Nederlanden werd nu eveneens een volwaardige volksgemeenschap. De weg naar de Dietse natiestaat lag nu over de staatkundige hereniging van België, Nederland en Luxemburg. In dit feitelijk hersteld Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zou de verscheidenheid van de Dietsers worden beschermd via provinciaal federalisme, een restauratie van de zeventien provinciën.[741] De nieuwe marsrichting betekende het einde van het antibelgicisme waarvan het Verdinaso de radicale voorvechter was geweest. De nieuwe koers leidde tot het vertrek van een aantal medestanders waaronder Wies Moens.[742] Door de 'nieuwe marsrichting' raakte het Verdinaso ook steeds meer in een geïsoleerde positie in de Vlaamse beweging. Door de afwijzing van het Vlaams-nationalisme was de Dietse oriëntering de enige band met de Vlaamse beweging die overbleef.[743] Van Severen pleitte voor een vernieuwde staat België in een Diets rijk, een autoritaire Dietse staat gebaseerd op het corporatisme en de vernietiging van de erfenis van de Franse Revolutie.[744] Zijn ideeën voerden hem naar een haast naïeve verering van koning Leopold III wiens neutraliteitspolitiek hij volledig onderschreef. In een antidemocratisch en autoritair versterkt koninklijk regime zag hij een bevestiging van de staatsorganisatie zoals hij die voor ogen had.

21-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
20-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen De Franse Nouvelle Droite speelde een centrale rol in deze vernieuwing van de rechtse ideologie. De culturele vereniging GRECE (Groupement de Recherche et d'Etudes pour la Civilisation Européenne), met als belangrijkste ideoloog Alain de Benoist, was en is er de belangrijkste vertegenwoordiger van. GRECE werd in de tweede helft van de jaren ’60 opgericht met als taak een coherente en onderbouwde rechtse ideologie te ontwikkelen, de dominante linkse cultuur te ondermijnen en een rechtse maatschappijvisie algemeen ingang te doen vinden via een metapolitieke strategie.[612] Het wil deze metapolitieke strijd onder meer voeren door de uitgave van boeken en tijdschriften (waarvan ‘Nouvelle Ecole’ en ‘Eléments’ de belangrijkste zijn) en het organiseren van colloquia.[613] De doctrine van deze Franse Nouvelle Droite inspireerde ook een aantal rechts-radicale groepen in België. Een direct gevolg ervan was de lancering van het ‘Nouvel Europe Magazine. La voix de la majorité silencieuse’ (NEM) in 1971. Rond het blad werden NEM-clubs gevormd in heel het land die uitgroeiden tot een indrukwekkend netwerk met vertakkingen aan de Franstalige universiteiten. Ook de voormalige militant van Jeune Europe, Jean Thiriart, sloot er zich bij aan. De ideologische herleving van radicaalrechts drong op het einde van de jaren ‘60 ook in Vlaanderen door via de groep rond het Aktiecentrum Delta, de verspreiding van ‘Nouvelle Ecole’ door Luc Pauwels en de bijdragen van Roeland Raes in ‘Dietsland Europa’. De Nouvelle Droite ideeën waren ook gemakkelijk te versmelten met de doctrine die de Van Severen aanhangers propageerden.[614] Het lag voor de hand dat de Nouvelle Droite ideeën ook veel weerklank zouden vinden bij de sterk door de Van Severen verering getekende Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen, waarvan het in het begin van de jaren '60 ontstane Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ) de belangrijkste was geworden.[615] Dit VNJ sloot volgens Bart De Wever evenwel steeds meer aan bij de traditionele stroming binnen het Vlaams-nationalisme. Dietsland in zijn taalnationalistische betekenis, was voor het VNJ wel het utopisch einddoel, maar de facto bleef het een anti-Belgische stijlfiguur.[616] Dit neemt niet weg dat de Nouvelle Droite ideeën via de Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen bij de jongere generatie radicaalrechtse Vlaams-nationalisten verspreid zouden raken en ingang zouden vinden.[617] Aan de Vlaamse universiteiten vonden de ideeën van de Nouvelle Droite gemakkelijk gehoor bij een radicale studentenminderheid die de Vlaams-nationalistische traditie nieuw leven inbliezen. Dat gebeurde aanvankelijk nog in de oude studentenvereniging Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, maar in 1976 ontstond een afscheuring naar aanleiding van onenigheid binnen het toenmalige presidium tussen een radicaalrechtse, in Were Di-richting georiënteerde groep enerzijds en een meer pluralistisch nationalistische strekking anderzijds. De eerste groep stichtte de Nationalistische Studentenvereniging (NSV). Het NSV combineert radicale Vlaams-nationalistische doelstellingen met Nieuw Rechtse ideologische thema's. Inhoudelijk leunt het sterk aan bij Were Di en ‘Dietsland Europa’. Dit tijdschrift wordt overigens door de NSV-leiding beschouwd als de ideologische basis voor de eigen activiteiten.[618] Het NSV slaagde erin zich te consolideren en in 1981 een eigen scholierenvereniging op te richten, het Nationalistisch Jongstudentenverbond of NJSV. Het werd een verzamelpunt voor de jonge Nieuw Rechtse intelligentsia en een vormingscentrum voor een nieuwe generatie rechts-radicale Vlaams-nationalisten.[619] Verschillende redactieleden van TeKoS van de jongere generatie zijn in het NSV actief geweest, onder meer Eric Arckens, Peter Logghe en Jan Creve. Koenraad Logghe was in zijn jeugd lid van het NJSV.[620] Halfweg de jaren ‘70 ontstonden er in Were Di wrijvingen tussen enerzijds op actie gerichte 'militanten' en ideologische 'intellectuelen' en anderzijds tussen 'rigoristen' en 'toleranten' inzake persoonlijke morele standaarden.[621] Dit leidde in 1976 tot de oprichting van Voorpost door een aantal leden van Were Di die op zoek waren naar een manier om meer actiegericht te kunnen werken. Stichter was Roeland Raes. Voorpost werd een extreemrechtse radicale Vlaams-nationale actiegroep met vooral jonge militanten. Qua programma bleef er een grote overeenstemming bestaan met Were Di en ‘Dietsland Europa’.[622] Voorpost wordt door Patrick Rentmeesters beschouwd als een duidelijke vertegenwoordiger van Nieuw Rechts binnen de Vlaamse beweging. De Nieuw Rechtse thematiek is volgens hem in nagenoeg elk nummer van ‘Revolte’, het blad van Voorpost, aanwezig. Nieuw Rechtse thema’s zijn onder meer de aandacht voor metapolitiek, het anti-egalitarisme, de afwijzing van het christendom en het pleidooi voor het Indo-europese heidendom, het antikapitalisme, anti-Amerikanisme en anticommunisme en het pleidooi voor een organische maatschappij geleid door een elite. Verantwoordelijk voor deze nieuw Rechtse invulling zijn medewerkers als Peter Logghe en Roeland Raes en de artikels van Frank Goovaerts.[623] Namen die men later ook in TeKoS zal terugvinden. Spanningen binnen het VMO leidden in 1978 tot het vertrek van Xavier Buisseret, die toen samen met Raes en anderen 'Haro' begon uit te geven, een maandblad "voor de conservatieve revolutie".[624] Het blad beschouwde de Vlaamse strijd als inherent aan zijn streven, maar zag het niet als zijn taak hier verder op in te gaan. Het wenste zich vooral rechts en vrijzinnig-nationalistisch te profileren. ‘Haro’ besteedde onder meer aandacht aan rechts-nationalistische groepen elders in Europa, het negationisme, het ideeëngoed van de conservatieve revolutie en Nieuw Rechts. Er werden ook heel wat artikels vertaald overgenomen uit ‘Nouvelle Ecole’. Het blad had nooit meer dan 200 abonnees. In 1980 werd het een louter contactblad en het jaar nadien verdween het.[625] Het Egmontpact zorgde ervoor dat in de radicale Vlaams-nationalistische kringen het ongenoegen over de oriëntering van de Volksunie (VU) zijn culminatiepunt bereikte. Die radicale kringen hadden al in 1973 en 1974 -nog voor het Egmontpact- op initiatief van Were Di Vlaams-nationale landdagen gehouden en een Vlaams-Nationale Raad opgericht onder voorzitterschap van Karel Dillen. Aanvankelijk moest die nog druk uitoefenen op de VU, maar na de ondertekening van het pact in 1977 schreef ze de VU af en begon ze te werken aan een alternatieve rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij. Ook de solidaristische groep Stichting Deltapers, met Pauwels als spilfiguur, was intussen al begonnen zijn positie daarover in te nemen. In 1977 was gestart met maandelijkse conferenties in kasteel Steytelinck te Wilrijk, waar thema's uit de Nouvelle Droite ideologie aan de orde kwamen en ook Alain de Benoist het woord voerde. Na de goedkeuring van het Egmontpact werden in 1977 twee nieuwe rechtse partijen opgericht: de Vlaams-Nationale Partij (VNP) van Dillen, die een exclusief volksnationalistische en separatistische anti-Belgische lijn volgde en de Vlaamse Volkspartij (VVP) van Lode Claes met Luc Pauwels als partijsecretaris, die een brede conservatieve partij wilde zijn en een Nieuw Rechtse maatschappelijke blauwdruk wilde ontwikkelen. In 1978 vormden deze partijen met het oog op de verkiezingen een kartel onder de naam Vlaams Blok. Toen enkel Dillen werd verkozen, werd het kartel verbroken en verdere samenwerking met het VNP werd door Claes afgewezen. Hierop liepen de voorstanders van samenwerking, onder meer Roeland Raes en Francis van den Eynde, over naar de partij van Dillen. Daarmee werd het verval van de VVP als partij ingeluid. De Nieuw Rechtse lijn bleef wel bestaan in het in '79 opgerichte tijdschrift 'Teksten, Kommentaren en Studies' van Pauwels. Dit tijdschrift zou de volgende twee decennia steeds meer de ideologische oriëntering van het rechts-radicalisme in Vlaanderen bepalen. Het werd sinds de jaren '80 zelfs belangrijker dan ‘Dietsland Europa’ en sprak vooral de jongere radicaalrechtse generatie aan.[626] 2.1.3 De inbedding in de Vlaamse beweging: de Vlaamsgezinde achtergrond van enkele redacteurs van TeKoS Deze band met de rechts-radicale traditie in de Vlaamse beweging weerspiegelt zich ook in de achtergrond van sommige redacteurs van TeKoS. Het volgende overzicht steunt onder meer voor een deel op gegevens uit de thesis van Patrick Commers die zijn informatie haalde uit een vragenlijst die verschillende redactieleden van TeKoS op zijn verzoek hebben ingevuld. In een interview met Patrick Commers uit 1997 zegt Luc Pauwels dat zijn Nieuw Rechtse levensbeschouwing doorheen de jaren gegroeid is vanuit de Katholieke Actie en de traditionele Vlaamse beweging. In zijn jeugd was hij actief in verschillende katholieke en Vlaamsgezinde bewegingen, onder andere de Eucharistische Kruistocht en Pro Apostolis, Europakring, het Algemeen Diets Jongeren Verbond en de Katholieke Studentenactie-Jong Vlaanderen.[627] Later trad hij toe tot de Vlaamse Volksbeweging, een Vlaams-nationale drukkingsgroep opgericht in 1952, en werd hij lid van de Volksunie. Daarnaast was hij ook lid van Jong Europa en later Europafront. In 1965 werd Pauwels stichter en voorzitter van de Stichting Deltapers, die vormingsavonden en colloquia organiseert en sinds 1979 ook Teksten, Kommentaren en Studies (TeKoS) uitgeeft.[628] Hij werkte verder mee aan het tijdschrift ‘De Anderen’ van het Aktiecentrum Delta en hij is ten slotte ook lid van de Beweging voor de Verenigde Staten van Europa van Walter Kunnen.[629] Uit onvrede met de ondertekening van het Egmontpact verliet hij de VU in 1977. Zijn grootste verwijt aan Hugo Schiltz was dat regeringsdeelname het streefdoel was geworden. Samen met Lode Claes richtte hij de Vlaamse Volks Partij op, waarvan hij algemeen secretaris was. Sinds de ondergang van het VVP beschouwt Pauwels zich als “politiek dakloos”. [630] Op latere leeftijd studeerde hij geschiedenis aan de KU Leuven. Zijn licentiaatsverhandeling handelde over de ideologie van Van Severen, deze verscheen in 1999 in boekvorm en werd uitgegeven door het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen. Luc Pauwels behoort ook tot de kernredactie van deze vzw.[631] Verschillende artikels van zijn hand in TeKoS gaan over de Vlaamse beweging en Van Severen. Frans de Hoon maakte vanaf de oprichting van TeKoS deel uit van de kernredactie van het tijdschrift. Hij kan duidelijk geplaatst worden binnen het radicaalrechtse milieu in de Vlaamse beweging. Hij was tijdens de tweede wereldoorlog een overtuigd lid van de SS-DeVlag. Na de oorlog schreef hij voor ‘Periodiek Contact’, het tijdschrift van Hertog Jan Van Brabant, een vereniging die oud-Oostfronters groepeert.[632] Hij schreef ook voor verschillende tijdschriften van oud-collaborateurs zoals ‘Wachtpost’. Daarnaast was hij ook gastschrijver voor het blad ‘Branding’, het maandblad van het NSV. Frans de Hoon was tevens lid van de Beweging voor de Verenigde Staten van Europa en de VVP van Lode Claes waar hij in contact kwam met Luc Pauwels.[633] Hij wordt door Bart De Wever omschreven als een gewezen jong-Dinaso en onverbeterlijke nationaal-socialist. Dit zou ook de reden zijn waarom hij uit de BVSE stapte.[634] Hij publiceerde in TeKoS verschillende artikels over de collaboratie. Hij overleed in 1999.[635] Guy de Maertelaere wordt door Patrick Commers omschreven als “het buitenbeentje van TeKoS”. Hij werd in 1985 actief medewerker van TeKoS en publiceerde voornamelijk artikels over spiritualiteit en ecologie. In zijn studententijd was hij een Belgische patriot en jongerenvoorzitter van het Nationaal Aktiekomitee voor de eenheid van het land en de taalvrijheid. De reden waarom hij hier toch wordt vermeld, is het feit dat hij medewerker was van ‘Mjollnir’ en de ‘Vrijbuiter’.[636] ‘Mjollnir’ was het tijdschrift van de vzw Orde der Eeuwige Wederkeer dat eind 1983 opgericht werd door Koenraad Logghe en Peter Devaere. Beiden waren afkomstig uit het Brugse Nationalistisch Jong Studenten Verbond. Het was een vereniging waarin een volksgerichte wereldbeschouwing, het heidendom en de Indo-europese eigenheid en erfgoed centraal stonden. Roeland Raes leverde enkele bijdragen en in ‘Revolte’, het blad van Voorpost, en in TeKoS werden enkele advertenties opgenomen.[637] De organisatie en haar blad verdwenen in 1986. De ‘Vrijbuiter’ ontstond als tijdschrift in 1982 in het Waasland. Oorspronkelijk ging het om het tijdschrift van het plaatselijke Nationalistisch Jong Studentenverbond. In oktober 1986 hervormde deze afdeling zich tot de onafhankelijke jeugdwerking De Vrijbuiter. Onder meer Jan Creve en Koenraad Logghe behoorden tot de medewerkers. Ook verschillenden van hun collega’s maakten deel uit van het Vlaams nationalistische milieu. Dirk Leen en Patrick Molle bijvoorbeeld zijn beide actief geweest in het Brusselse NSV. De vereniging kenmerkt zich door zijn sterke volkse inslag, zijn aandacht voor de conservatieve revolutie en zijn Nieuw Rechtse standpunten zoals het heidendom en het antiliberalisme. Vrijbuiter reageert ook tegen de verburgerlijkte rechtse Vlaamse beweging en het opduikend populisme. Zo werd het Vlaams Blok een aantal keren zwaar op de korrel genomen.[638] Koenraad Logghe vervoegde de redactie van TeKoS in 1989. Hij was in zijn jeugd lid van het Nationalistisch Jong Studentenverbond. In 1983 richtte hij samen met Peter Devaers de Orde der Eeuwige Wederkeer op. Hij was ook hoofdredacteur van ‘Mjollnir’. Nadat deze vereniging ophield te bestaan, stapte hij over naar De Vrijbuiter.[639] In 1993 richtte hij de vzw Traditie op waarvan hij de voorzitter werd.[640] Deze vzw wordt op haar website omschreven als “een werkgroep (…) een overkoepeld orgaan voor families die de Weg van het Noorden volgen, in vakjargon Asatrú (…)”.[641] In het linkse tijdschrift ‘De Fabel van de Illegaal’ wordt Logghe een belangrijke schakel genoemd tussen radicaalrechtse organisaties en Asatrú-bewegingen.[642] Ook Jan de Zutter schrijft rechts-radicale sympathieën toe aan Logghe. Hij zou onder meer goede relaties onderhouden met de Vlaams Blok senator en heiden Wim Verreycken. Traditie publiceert in het gelijknamige tijdschrift voornamelijk onschuldige artikels over Asatrú, maar bijvoorbeeld ook bijdragen van de Friese oud-SS’er Hans Klinkenberg die na de oorlog actief was in verschillende rechts-radicale groeperingen.[643] Koenraad Logghe wordt in het nummer 100 (2001) van TekoS niet meer vermeld als redacteur. Erik Arckens is redactielid van TeKoS van 1989 tot 1999. Tijdens zijn studententijd was hij actief in het NSV te Leuven waarvan hij praeses was in het academiejaar 1982-1983. Hij schreef zijn licentiaatsverhandeling over de Nouvelle Droite.[644] Na zijn studies werd hij lid van de studiedienst van het Vlaams Blok.[645] Tegenwoordig is hij afgevaardigde van het Vlaams Blok in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.[646] Peter Logghe schreef zijn eerste artikel voor TeKoS in 1990. In zijn studententijd was hij bestuurslid van de Vlaams Nationale studentenunie (VNSU), praeses van het NSV en Voorpost militant. In 1989 werd hij hoofdredacteur van ‘Revolte’ het tijdschrift van Voorpost. Hij is ook lid van het Davidsfonds en bestuurslid van de Vlaamse Volksbeweging.[647] Pieter Jan Verstraete publiceerde verschillende artikels over de Vlaamse beweging in TeKoS. In 1994 trad hij toe tot de redactie van het tijdschrift, maar zijn eerste artikel verscheen reeds in 1993. In zijn studentenperiode was hij actief in de Vlaams Nationale studenten Unie te Gent en in het anti-Egmontkomitee te Kortrijk. Later was hij hoofdredacteur (1989-1990) van het tijdschrift ‘Nieuw Vlaanderen’[648], een tweemaandelijks heelnederlands jongeren- en vormingstijdschrift (1967-1990).[649] Hij is tevens actief lid van het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen.[650] Hij is nooit actief geweest binnen de partijpolitiek. Zijn publicaties getuigen van een interesse voor het radicaalrechtse segment binnen de Vlaamse beweging. Zo kreeg hij in 1990 de Dr. Snellaertprijs voor zijn werk Odiel Spruytte, een priesterleven in dienst van het vlaams-nationalisme. Hij is tevens de auteur van “Karel Dillen. Portret van een rebel”, coauteur van het gedenkboek Joris Van Severen en van een boek over Tollenaere.[651] Ook zijn artikels in TeKoS getuigen van deze interesse. Jan Creve trad toe tot de redactie van TeKoS in 1995. Hij was verschillende jaren lid van de KSA. In zijn studententijd was hij actief in het NSV en het VMO.[652] Hij studeerde geschiedenis en schreef zijn licentiaatsverhandeling over het Verdinaso (‘Recht en trouw. De geschiedenis van het Verdinaso en zijn milities’). Hij is ook actief in De Vrijbuiter en de milieugroep Polders in Nood die ageert tegen de uitbreiding van het Verrebroeckdok.[653] Zijn artikels getuigen van zijn Vlaams-nationalistische sympathieën. Creve wordt niet meer vermeld als redactielid vanaf het nummer 99 (2000). Koenraad Elst trad in 1992 toe tot de redactie van TeKoS, hij stapte er echter in 1995 al uit.[654] In 2002 maakte hij deel uit van het redactieteam van ‘Punt’ een Vlaams conservatief tijdschrift dat echter geen lang leven beschoren bleek.[655] In dat zelfde jaar werd het al opgedoekt. Hij is oriëntalist en in die hoedanigheid heeft hij voordrachten over de Islam gegeven voor het Vlaams Blok en het Vormingsinstituut Wies Moens.[656] Op het Vlaams Blok colloquium “Immigratie: het westen voor de keuze” trad hij op als gastspreker. De titel van zijn voordracht luidde “De dreiging van de Islam”.[657] In 1993 heeft hij voor het Vormingsinstituut Wies Moens in het kader van een vormingscyclus een lezing “Islam zonder sluier” gegeven.[658] Jan Sergooris werd in 2000 redacteur van TeKoS. Hij verliet echter de redactie reeds het jaar daarop. Hij studeerde geschiedenis in Gent. In 2002 maakte hij deel uit van de redactie van het Vlaams conservatief tijdschrift ‘Punt’.[659] Kurt Ravyts ten slotte werd in 1994 opgenomen in de redactie. Hij is fractievoorzitter van het Vlaams Blok in de provincie West-Vlaanderen.[660] Ook sommige auteurs waarvan slechts sporadisch artikels verschijnen in TeKoS kan men situeren in het Vlaams-nationale en rechts-radicale milieu. Van de hand van Maurits Caillieau verschenen tot begin 2001 drie artikels in TeKoS. Caillieau was actief in diverse heelnederlandse jeugdverenigingen. Hij was lid van het ADJV en kwam in 1958 in de verbondsleiding van het tot Blauwvoetjeugdverbond omgedoopte ADJV terecht.[661] Na de ontbinding van dit verbond in 1961 was hij medeoprichter van het Algemeen Diets Jongerenverbond (ADJoV). Dit nieuwe verbond stond net als het vroegere ADJV op een heelnederlands standpunt. Het had als voornaamste doel de bestaande jeugdgroepen ideologisch op de neo-Dinasolijn te krijgen.[662] Cailliau bleef actief in het ADJoV en zijn opvolger het Algemeen Nederlands Jongerenverbond (ANJV) tot de groep in 1973 verdween. In 1964 kwam hij ook in de redactie van ‘Dietsland Europa’ terecht waar hij redactielid bleef tot 1983.[663] In 1970 werd Cailliau bestuurslid van de Zannekin-vereniging, in 1971 secretaris en in 1990 eindredacteur van het Jaarboek Zannekin.[664] Hij was ook stichtend lid en is secretaris van de vzw Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen.[665] Marc Grammens werd in Knack omschreven als “de senior van de radicale Vlaamse beweging”.[666] Tot begin 2001 verscheen slechts één artikel in TeKoS van zijn hand: ‘Integratie van migranten is een ideologie. De polarisatie-ijver van pater Leman’.[667] Grammens publiceert op regelmatige tijdstippen in het Vlaams-nationalistische satirische weekblad ‘’t Pallieterke’ en zijn eigen eenmansblad ‘Journaal’.[668] Dit tweewekelijks opinieblad werd overigens uitgedeeld op het zevende colloquium van TeKoS (11 november 2001) “Globalisering of lot in eigen handen”. Er verschenen ook reeds vier artikels van de hand van Roeland Raes in TeKoS. Hij was en is actief in tal van extreemrechtse organisaties. In zijn studententijd aan de RUG werd Raes secretaris van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Nog als student sloot hij zich aan bij de Volksunie (VU). Een jaar later, in 1958, richtte hij aan de RUG de Volksunie-studenten op. Tussen 1968 en 1971 was Raes VU-provincieraadslid voor Oost-Vlaanderen en tussen 1970 en 1977 voorzitter van de VU-afdeling Gent. Van meet af aan stond hij in de rechtervleugel van de VU en ageerde hij tegen elke ‘verlinksing’, onder meer via het in 1967 mee door hem opgerichte Aktiecentrum Delta, dat het nationaal-revolutionaire tijdschrift ‘De Anderen’ uitgaf. Tussen 1962 en 1964 was hij medewerker van ‘Ter Waarheid’, hij stapte in 1964 samen met de andere redactieleden over naar ‘Dietsland Europa’. In 1970 werd hij ondervoorzitter van Were Di en in juli 1975 voorzitter. In maart 1976 stapte Raes op bij Were Di (hij bleef wel meewerken aan ‘Dietsland Europa’) om samen met enkele andere voormalige leden van Were Di de heelnederlandse organisatie Voorpost op te richten. Raes was tot 1980 voorzitter van Voorpost en tot 1989 hoofdredacteur van haar vormingsblad ‘Revolte’. Tussen 1977 en 1980 was hij tevens redactielid van ‘Haro’. Raes onderhield ook nauwe contacten met gelijkgezinde buitenlandse groepen. Na het Egmontpact in 1977 stapte Raes uit de VU en sloot hij zich aan bij de Vlaamse Volkspartij (VVP). De kartelgesprekken met de Vlaams-Nationale Partij (VNP) leidden tot de oprichting van het Vlaams Blok. Na de verbreking van het kartel door Claes stapte hij over naar de partij van Dillen. Raes werd ondervoorzitter van deze partij en in 1988 voorzitter van het partijbestuur. In november 1991 werd Raes verkozen tot senator; in mei 1995 werd hij herkozen. Raes heeft ook zitting in diverse nevenorganisaties van het Vlaams Blok als secretaris van de vzw’s Vlaamse Concentratie en het Frank Goovaerts Fonds en van de Nationalistische Omroepstichting.[669] Hij fungeert nog steeds als een belangrijke verbindingsman tussen het Vlaams Blok en bevriende radicaalrechtse verenigingen.[670] Jos Vinks (eigenlijk Adriaan Jozef) publiceerde een drietal artikels in TeKoS. Voor de oorlog was Vinks betrokken in de Vlaams- nationalistische jeugdbeweging. Later werd hij lid van het VNV. Hij was actief op gewestelijk niveau in de vormingsdienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij deel uit van de Vlaamsche Wachtbrigade. Na de oorlog werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens collaboratie. Na zijn vrijlating publiceerde hij talloze bijdragen gaande van literaire kritieken tot hagiografische studies en portretten van vooral bekende Vlaams-nationalisten in onder meer ‘’t Pallieterke’. Tot 1977 was hij redacteur van het Volksunie-weekblad ‘Wij’ en werkte hij mee aan ‘Dietsland Europa’ waarvan hij in 1976 hoofdredacteur werd. Daarnaast was Vinks onder meer hoofdredacteur van ‘Wachtpost’ en losse medewerker van ‘Gazet van Antwerpen’, ‘Alternatief’[671] en ‘’t Pallieterke’. Hij stichtte de Vereniging van Vlaams-Nationale Auteurs waarvan hij penningmeester en voorzitter werd en was erelid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. Vinks publiceerde ook gedichten.[672] Marc Joris schreef tot begin 2001 drie artikels voor TeKoS. Ook hij kan gesitueerd worden in het Vlaams-nationalistische radicaalrechtse milieu. Dit blijkt vooral uit zijn engagement in het Vlaams Blok. Op de website van de Vlaams Blok Jongeren wordt hij omschreven als de “huiscolumnist van de VBJ”.[673] Hij was een medewerker van het Vlaams Blok en sinds mei 1995 zetelt hij voor deze partij in de provincieraad van Oost-Vlaanderen.[674] 2.2 De visie van TeKoS op de Vlaamse beweging 2.2.1 De aandacht voor de Vlaamse beweging TeKoS publiceerde tot begin 2001 een vijftigtal artikels over de Vlaamse beweging en haar vertegenwoordigers. Wat daarbij opvalt is het feit dat de overgrote meerderheid van die artikels gepubliceerd zijn in de jaren ‘90. Vóór 1989 zijn er maar vijf artikels verschenen die te maken hadden met dit onderwerp. Ongeveer de helft van alle artikels over de Vlaamse beweging handelt over individuele vertegenwoordigers. Meestal blijft de inhoud daarvan beperkt tot een schets van de levensloop van de persoon en worden zijn/haar ideeën maar kort aangeduid. Volgens Georgi Verbeeck vertoonden de standpunten van TeKoS aanvankelijk weinig raakvlakken met de klassieke thema's uit de Vlaamse beweging. Hij stelt dat de belangstelling voor het Vlaams-nationalisme toenam naarmate overeenkomsten werden ontdekt met 'conservatief-revolutionaire' stromingen in het buitenland.[675] Deze stelling moet worden gecorrigeerd. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangetoond, kan TeKoS worden ingepast in de radicaalrechtse traditie binnen de Vlaamse beweging: verschillende thema’s die in TeKoS worden behandeld, leefden reeds in het radicaalrechtse Vlaams-nationalistische milieu. Luc Pauwels erkende in 1981 in TeKoS al dat Nieuw Rechts een duidelijke relatie heeft met de Vlaamse beweging (hij onderstreepte daarbij wel dat het daarin een eigen geluid laat horen).[676] Het jaar daarvoor verschenen overigens al twee artikels die de conservatieve revolutie in Vlaanderen behandelden.[677] De toename van de artikels over de Vlaamse beweging is voor een groot deel toe te schrijven aan de toetreding van enkele nieuwe auteurs tot de redactie van TeKoS. Pieter Jan Verstraete, die in 1994 in de redactie werd opgenomen, publiceerde reeds tien artikels over figuren uit de Vlaamse beweging. Ook van de hand van Koenraad Logghe, Kurt Ravyts en Jan Creve, respectievelijk toegetreden tot de redactie in 1991, 1994 en 1995, verschenen verschillende artikels over de Vlaamse beweging.[678] 2.2.2 De Vlaamse beweging volgens Nieuw Rechts: volksgericht en heelnederlands Nieuw Rechts verwerpt de enge taaloriëntering van de Vlaamse beweging. ‘De taal is gans het volk’ is volgens haar een volkomen fout uitgangspunt. Ze erkent wel dat de eigen taal een belangrijk deel uitmaakt van de cultuur van een volk. Nieuw Rechts pleit er dan ook voor dat de eigen taal met alle macht verdedigd wordt, maar wijst er tegelijk op dat ‘volk’ veel meer betekent. Volk is een gemeenschappelijke afkomst en cultuur bezitten en vooral een samenhorigheidsgevoel voor de toekomst, geworteld in het bewustzijn van een gemeenschappelijk verleden.[679] De stelling van Marc Reynebeau dat de Vlaamse identiteit een mythe is die gecreëerd is in de laatromantische stroming van de 19de eeuw,[680] wordt dan ook scherp bekritiseerd. Peter Logghe ziet daarin een zoveelste poging van de heersende intelligentsia om komaf te maken met nationalistische concepten.[681] Volgens Nieuw Rechts moet de Vlaamse beweging streven naar het herstel van het eigen Vlaamse wezen, het eigen normbesef, het eigen gemeenschapsbesef en naar de herintegratie van het eigen heelnederlandse verleden. We moeten “onze eigenheid terug tot de spil maken van ons voelen en denken”.[682] Nieuw Rechts maakt deel uit van de heelnederlandse strekking in de Vlaamse beweging. Vlamingen en Nederlanders behoren volgens haar tot hetzelfde volk. In TeKoS wordt er van uitgegaan dat het bewustzijn van de ‘generaliteit’ van de Nederlanden de scheiding van de zeventiende eeuw heeft overleefd. Dit bewustzijn heeft zich ook telkens opnieuw geuit doorheen de geschiedenis. Deze generaliteitsgedachte zou ook aan de grondslag liggen van de Vlaamse beweging, die in haar oorsprong geenszins een anti-Belgische, in de zin van separatistische, beweging was, omdat ze gans het zuiden, met inbegrip van de ‘Romaanse provincies’, als integraal deel van de Nederlanden bleef zien.[683] Verschillende artikels in TeKoS weerspiegelen deze heelnederlandse en volksgerichte (i.p.v. taalgerichte) visie op de Vlaamse beweging. Het zijn vooral personen, tijdschriften en verenigingen die een zelfde standpunt vertolk(t)en die aandacht krijgen. Een voorbeeld hiervan is het artikel van Koenraad Logghe over Jan Frans Willems. In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging wordt hij omschreven als de "vader van de Vlaamse beweging" wiens visie de Vlaamse beweging voor lange tijd tot een hoofdzakelijk cultureel georiënteerde beweging maakte.[684] Zijn heelnederlandse oriëntering en zijn gerichtheid op het culturele, in plaats van enkel op de taal, kunnen logischerwijs op veel sympathie rekenen van Nieuw Rechts. Jan Frans Willems wordt in TeKoS voorgesteld als de strategisch en tactisch begaafde historische vader van de Vlaamse beweging die de jonge beweging een metapolitieke impuls gaf die vele decennia zou doorwerken. Hij wordt omschreven als een markant strijder die na zijn literaire en maatschappelijke doorbraak te Antwerpen tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, in 1931 werd ‘verbannen’ naar Eeklo tijdens de eerste jaren “van de kunstmatige staat België” omwille van zijn orangistische sympathieën. Na zijn rehabilitatie als ambtenaar in 1835 zou hij in Gent de Vlaamse beweging oprichten. Zijn pleidooi voor de bevestiging van de Vlaamse volksaard, voor de erkenning en heropleving van de Nederlandse taal en voor de toenadering van Noord- en Zuid-Nederland worden in TeKoS geprezen.[685] Aan de Nederlander Gerardus Bolland wijdde TeKoS reeds twee artikels. Daarin gaat de aandacht niet naar zijn filosofie, maar wel naar zijn beperkte vooroorlogse rol in de Vlaamse beweging, toen die volop in de strijd verwikkeld was voor een Nederlandstalige universiteit in Gent. De artikels focussen op de voordrachtreeks Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes die Bolland eind 1911, begin 1912 in verschillende Belgische steden heeft gegeven. Bolland legde daarin sterk de nadruk op de geschiktheid van het Nederlands als taal voor de filosofie. Frans was volgens hem goed genoeg voor gebruik in de opera, boulevardkranten en de roman. Hij maande de Vlamingen aan om het Frans te verloochenen en hij geselde de “Vlaamsche laksheid”. Zijn heelnederlandse gezindheid en volksgerichtheid moeten onder meer ook blijken uit het feit dat hij zijn redevoering begon met “geliefde stamgenoten”.[686] Een laatste voorbeeld ten slotte is de beschrijving van het ANV in TeKoS naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van deze vereniging. Het Algemeen Nederlands Verbond werd in 1895 door Hippoliet Meert te Brussel opgericht en had aanvankelijk de belangen van de Nederlandse taal als strijddoel, maar later ook die van de zogenaamde 'Nederlandse stam'.[687] Het idealisme en de militante heelnederlandse overtuiging van de initiatiefnemers worden in TeKoS geloofd. De kloof die vanaf de eerste wereldoorlog ontstond tussen de Nederlandse en Vlaamse afdeling van het verbond, als gevolg van de kleinnederlandse houding in Nederland -“een nette herenclub, voortdurend bezorgd om de staatssubsidies”- en de Vlaams-nationalistische tendensen, wordt aangeklaagd. Ook de hiermee samenhangende verschaling van de werking na de eerste wereldoorlog en de dominantie van de ‘politieke correctheid’ in ‘Neerlandia’, het blad van het verbond, worden bekritiseerd.[688] 2.2.3 De visie op het rechts-radicalisme in de Vlaamse beweging tijdens het interbellum en de tweede wereldoorlog 2.2.3.1 De conservatieve revolutie als kaderIn TeKoS wordt zeer veel aandacht besteed aan de zogenaamde conservatief-revolutionairen binnen de Vlaamse beweging. Het model van de conservatieve revolutie van Mohler wordt in TeKoS getransponeerd naar Vlaanderen, hoewel wordt erkend dat de overdraagbaarheid van zijn indeling naar andere landen moeilijk is. De meeste personen en verenigingen die in TeKoS tot de conservatieve revolutie worden gerekend, maakten deel uit van de rechts-radicale strekking in de Vlaamse beweging en velen stapten tijdens de oorlog in de collaboratie. Zij worden in TeKoS consequent aangeduid als conservatief-revolutionairen. Het etiket fascisme wordt met klem afgewezen. 1) De VölkischenHoewel gans de Vlaamse beweging in feite rond taal en volk draait, de twee centrale notities bij de Völkischen, kan volgens Nieuw Rechts slechts een kleine fractie als völkisch worden beschouwd, met name een deel van de heelnederlandse strekking die expliciet het ‘organisch volksbeginsel’ of ‘volksnationaal beginsel’ boven iedere andere politiek-filosofische overweging stelde. Volgens TeKoS sluit Cyriel Verschave volledig bij deze stroming aan.[689] Deze Vlaams-nationalistische priester legde sterk de nadruk op de cultuurpolitieke eenheid van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika. Aan deze opvatting koppelde hij een uitgesproken anti-Belgische houding. Tijdens de eerste oorlog behoorde hij niet formeel tot de Frontbeweging, maar dankzij veelvuldige contacten en geschriften verwierf hij er een grote invloed. Verschaeve radicaliseerde tijdens het interbellum verder in anti-Belgische en antidemocratische zin en raakte sterk onder de invloed van het Duitse nationaal-socialisme. De Duitse bezetting betekende voor hem de kans voor de instelling van Vlaams zelfbestuur. Hij stapte overtuigd in de collaboratie. Verschaeve was ook sterk anticommunistisch en steunde onvoorwaardelijk de oostfrontstrijders. Na de oorlog werd hij bij verstek ter dood veroordeeld. Hij vond onderdak te Solbad Hall in Oostenrijk, waar hij op 8 november 1949 overleed.[690] In de TeKoS-reeks verscheen de brochure Verschaeve’s visioen van een Germaans beleefd christendom en van een Germaans Rijk (Wijnegem, Deltapers, 1995, 132p.) van de hand van Kurt Ravyts. Ook het tijdschrift Dietbrand van Wies Moens behoorde volgens Pauwels tot de völkische strekking.[691] Dietbrand, "Tijdschrift van het Dietsche Geslacht", werd in oktober 1932 op initiatief van Wies Moens opgericht en hield na december 1939 op te verschijnen. De toon van het blad was in hoofdzaak heelnederlands. De solidaristische opvattingen van de redactie gaven onvermijdelijk aanleiding tot pro-Duitse en pro-Italiaanse sympathieën. In het tijdschrift klonken ook vrij regelmatig antisemitische geluiden en nogal wat medewerkers uit Noord en Zuid kozen uiteindelijk voor het nationaal-socialisme en de collaboratie.[692] De Jong Nederlandse gemeenschap van Robrecht de Smet kan volgens Pauwels eveneens gerekend worden tot de völkische stroming.[693] Deze ‘Jong Nederlandsche Gemeenschap’ werd in 1931 opgericht en fungeerde de facto als een jongerenorganisatie, met nogal wat jeugdbewegingskenmerken. Het ideaal dat de vereniging nastreefde was de vorming van een Groot-Nederlandse autoritaire staat. De Smet wilde daartoe een elite vormen en niet de massa veroveren. Als gevolg van interen strubbelingen werd het verbond al in 1935 ontbonden.[694] Kurt Ravyts noemde deze Jong Nederlandse gemeenschap “ongetwijfeld een uniek experiment van directe samenwerking tussen katholieke Vlamingen en calvinistische Nederlanders met betrekking tot de realisatie van een Heelnederlands ideaal”. [695] Volgens hem is de beweging er echter nooit in geslaagd boven haar wat romantische en mystieke inslag uit te groeien.[696] Naast deze personen en verenigingen van een duidelijk rechts-radicale signatuur, vermeldt Pauwels ook de antropoloog Gustaaf Schamelhout bij de völkische stroming.[697] Schamelhout was van opleiding arts. In Brussel raakte hij actief betrokken bij de Vlaamse studentenbeweging. Hij zette zich onder meer in voor de vernederlandsing van de wetenschapsbeoefening. Als antropoloog poogde hij het etnische onderscheid tussen Vlamingen en Walen wetenschappelijk aan te tonen. Hij weerlegde vooral de thesis van de Brusselse antropoloog Emile Houzé als zouden de Vlamingen tot een inferieur ras behoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Schamelhout buiten de collaboratie. Als overtuigd nationalist, vrijzinnig humanist en pacifist stond hij in oppositie tegenover elke vorm van totalitarisme of vreemde overheersing.[698] In TeKoS wordt sterk de nadruk gelegd op het feit dat Schamelhout én Vlaming én Europeaan was. Hij wordt geloofd omwille van zijn antropologisch en etnologisch werk. Met zijn boek Herkomst en etnische samenstelling van het Vlaamse volk heeft hij volgens Frank Goovaerts een belangrijke bijdrage geleverd aan de Vlaamse ontvoogding op het gebied van antropologie en de etnologie.[699] Het is mij niet volledig duidelijk waarom Schamelhout door Pauwels wordt ingedeeld bij de conservatieve revolutie. Schamelhout had weliswaar een grote belangstelling voor volk en etnie, maar hij kantte zich niet tegen de idealen van de Franse Revolutie… 2) De JongconservatievenDe twee grote namen die door Luc Pauwels tot de jongconservatieven in Vlaanderen worden gerekend zijn Odiel Spruytte en Joris van Severen.[700] Odiel Spruytte wordt in TeKoS omschreven als “een van de voornaamste conservatief-revolutionaire theoretici in Vlaanderen tussen de twee wereldoorlogen”.[701] Odiel Spruytte, een Vlaamsgezinde priester en aanhanger van de heelnederlandse gedachte, wilde in het begin van de jaren ’20 een nieuwe volksbeweging opbouwen die zowel op sociaal als op Vlaams gebied voldeed aan de moderne maatschappijopvattingen en geïnspireerd was op een soort katholiek nationalisme. Zijn poging om tot een volksbeweging te komen mislukte echter. Vanaf dan ging hij steeds meer de weg op van het radicaal Vlaams-nationalisme en antibelgicisme. Hij zocht een rechtvaardiging van het Vlaams-nationalisme in het thomistisch natuurrecht en was een van de eersten om in Vlaanderen de corporatistische gedachte van Othmar Spann te propageren. Spruytte ontwikkelde zich tot een uitgesproken tegenstander van de parlementaire democratie en opteerde voor een elitair, katholiek en nationaal-solidaristisch gedachtegoed. Na de stichting van het VNV werd Spruytte in het midden van de jaren ’30 de geestelijke raadsman van Staf de Clercq. Hij was de belangrijkste 'denktank' van de rechts-radicale, anti- parlementaire en Dietse fractie binnen het VNV. Hij overleed in 1940.[702] In TeKoS wordt een lovend portret van hem geschetst. Er wordt opnieuw benadrukt dat Spruytte een conservatief-revolutionair is en zeker geen fascist. Frank Goovaerts verwoordt het zo: “Van Odiel Spruytte kan met zekerheid worden vastgesteld dat hij tot de konservatief-revolutionaire strekking binnen de Vlaamse beweging behoorde. En met een even grote zekerheid dat hij zowel intuïtief als intellectueel het fascisme en het nationaal-socialisme heeft verworpen. Hij heeft er nooit de potentiële realisatie van zijn denkrichting in gezien. Daarvoor had hij een te lucide, afstandelijke benadering van het tijdsgebeuren, gepaard aan een grote onverschilligheid t.o.v. uiterlijkheden en openbaar vertoon.”[703] Een ander voorbeeld van het positieve beeld dat van hem geschetst wordt is de omschrijving van zijn antiparlementarisme: “Spruytte stond bekend als een scherp en intelligent tegenstander van het als “demokratie” geserveerde parlementaire treurspel der dertiger jaren maar hij heeft vanuit zijn positie als theoreticus niets nagelaten om de demokratie in gezondere banen te leiden. Voor hem betekende demokratie: volksmedezeggenschap in de ruimste zin van het woord.”[704] Het artikel over Odiel Spruytte is overigens één van de weinigen waarin dieper wordt ingegaan op de ideeën van de persoon. Aan Joris Van Severen wijdde TeKoS verschillende artikels waaruit duidelijk een zekere bewondering blijkt. Daarom wordt daar in het volgende deel wat dieper op ingegaan. 3) De nationaal-revolutionairenDeze groep is volgens Pauwels een typisch product van de Duitse frontgeneratie en daardoor voor Vlaanderen moeilijk toepasbaar. Dit nationaal-revolutionaire type was in Vlaanderen wel aanwezig, maar het was zelden of nooit meer dan een ‘doorgangsfase’. Een aantal extreme flaminganten hebben een eigen synthese gezocht van Vlaams-nationale inzet en sociaalrevolutionair streven. Na korte of lange aarzeling is dat bij de enen geëvolueerd naar nationaal-socialisme (in de etymologische betekenis van het woord).

20-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
19-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 2
Klik op de afbeelding om de link te volgen Naast de Vlaamse neo-Dinasobeweging ontstond er ook een Belgische neo-Dinasostrekking. Zij verdedigde op nationalistisch en maatschappelijk vlak hetzelfde project als de Vlaamse strekking, maar ze onderscheidde zich ervan doordat ze de Vlaamse beweging vooral als een tegenstander zag. De belangrijkste vertegenwoordiger hiervan was Louis Gueuning, voormalige leider van de provinces romanes van het Verdinaso.[585] Hij werd in 1947 de uitgever van het toen al twee jaar bestaande tijdschrift ‘L'Actualité Politique’. Daarin verdedigde hij Leopold III en pleitte hij voor Benelux en Europese samenwerking. De dag dat Leopold abdiceerde stichtte hij een Comité d'action pour la Liberté et L'ordre/ Actiecomité voor Vrijheid en Orde, dat onder meer de tijdschriften ‘Hier Dinaso!’ en ‘De Uitweg’ (later ‘Politiek Nu’) uitgaf, waarin het parlementarisme werd verworpen en werd gepleit voor een sterke staat in een aristocratisch Benelux/Groot-Nederland.[586] De stijl van het Verdinaso was ook inspirerend voor meer op de daad gerichte militanten die in 1950 een extreemrechtse Vlaams-nationalistische militie vormden met als naam Vlaamse Militanten Orde (VMO). Dit VMO werd opgericht als een propaganda- en actiegroep ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Ze evolueerde doorheen de jaren ‘70 geleidelijk van "vooral Vlaams-nationalistisch" naar een "uiterst rechtse” militie en knokploeg (in 1983 werd de organisatie ontbonden na een gerechtelijke veroordeling als privé-militie). Het VMO onderhield een gespannen relatie met de leiding van de in 1954 nieuw opgerichte VU, waarvan het zichzelf als een soort voorhoede presenteerde. [587] Een discussieforum dat oud- en neo-Dinaso's en 'zuivere' Vlaams-nationalisten bij mekaar bracht en op die manier het meest invloedrijke vehikel werd langs waar de ideologische herbewapening van het rechts-radicale Vlaams-nationalisme werd gerealiseerd, was het in 1956 door Karel Dillen opgerichte solidaristische tijdschrift ‘Dietsland Europa’, dat deel uitmaakte van een breder Europees netwerk. ‘Dietsland Europa’ werd vooral in de jaren ‘60 belangrijk toen het uitgroeide tot het orgaan van het in 1965 opgerichte Were Di.[588] 2.1.2.2 De directe voorlopers van TeKoS in de Vlaamse beweging In de jaren ‘60 zagen nieuwe rechts-radicale groepen in België het licht. Sommige waren voorlopers van de Nouvelle Droite in de jaren ‘70, andere bleven verwijzen naar Nieuwe Orde-formaties uit het verleden. Twee ontwikkelingen speelden een centrale rol in deze opleving: enerzijds het snelle dekolonisatieproces van Afrika met de onafhankelijkheid van Belgisch-Congo in 1960, anderzijds de toenemende communautaire spanningen die leidden tot een nieuwe doorbraak van het Vlaams-nationalisme bij een jongere generatie.[589] De onafhankelijkheid van Belgisch Congo in juni 1960 leidde tot het ontstaan van enkele rechts-radicale groepen die misnoegd waren over deze onafhankelijkheid. Louis Gueuning richtte in 1960 de CABDA (Comité d' Action et de Défense des Belges en Afrique) op en in 1961 de OSP/AOW (Organisation du Salut Publique/Organisatie voor Algemeen Welzijn). Deze organisaties keerden zich af van het parlementarisme en pleitten voor een sterk gezag. Gueuning wilde een regering 'van algemeen welzijn' gevormd zien, los van de politieke partijen en onder leiding en gezag van de koning, die een nieuwe staat van meer autoritaire signatuur zou creëren. Een andere rechts-radicale formatie was de Mouvement d' Action Civique (MAC ) met Jean Thiriart, die snel evolueerde van Belgisch nationalistisch naar een rechts-radicale 'westerse' ideologie van fascistische inspiratie.[590] Deze vereniging werd in 1962 de Belgische tak van het Franse Jeune Europe (JE). Al een jaar eerder was Jeune Europe erin geslaagd in het Nederlandse taalgebied een afdeling op te richten onder de naam Jong Europa, die zowel Nederlanders als Vlamingen groepeerde.[591] In deze vereniging waren onder meer Karl van Marcke, Paul Hendrik Leenaards en Luc Pauwels actief, die allen deel zullen uitmaken van de kernredactie van TeKoS vanaf haar oprichting.[592] In 1963 kwam het tot een rebellie tegen Thiriart die zelf een aantal leden uit Jong Europa stootte, formeel wegens de te sterke Germaanse oriëntering van het blad van de vereniging (‘Jeugdbrief’) en de te uitgesproken neonnazi-sympathieën van enkele leden.[593] Verhoeyen noemt in dit verband Karl van Marcke die neonazistische sympathieën zou hebben en lid zou geweest zijn van de Teutoonse Orde.[594] De Belgische en Nederlandse opposanten van Thiriart, onder wie Luc Pauwels, de redacteur van 'Jeugdbrief', en Paul Hendrik Leenaards, stichtten daarop de vereniging Europafront. Hun gelijknamig tijdschrift ijverde voor de eenheid van de Nederlanden, voor de verdediging van het blanke ras en een nieuwe Europese orde en kantte zich tegen het belgicisme, het communisme, de politieke corruptie en de afhankelijkheid van de Verenigde Staten. Europafront verdween in 1965.[595] De Europese focus en het anticommunisme en anti-Amerikanisme zijn thema's die later ook in TeKoS duidelijk aan bod zullen komen. De meeste Vlaamse leden van Europafront vonden elkaar terug in het Aktiecentrum Delta, dat volgens Louis Vos beschouwd kan worden als een van de meest authentieke vertegenwoordigers van radicaalrechts in Vlaanderen in die periode.[596] Deze vereniging groepeerde vooral de rechtervleugel van de VU die zich kantte tegen de verruimingspolitiek die de partij voerde vanaf de jaren ’60.[597] Aan het tijdschrift van de groep, ‘De Anderen’, werkten onder meer Roeland Raes, Pauwels en Leenaards mee, met als correspondent voor Frankrijk de Nouvelle Droite ideoloog Alain de Benoist.[598] Allemaal mensen die later in TeKoS zullen publiceren. Het blad verdedigde traditionele thema's zoals de herstructurering van België op federale basis, het bewaren van de integriteit van het Nederlands, de hereniging van de Nederlanden door actualisering van de Benelux en een uitgesproken anticommunisme. Ook nieuwe thema’s kwamen aan bod zoals het pleidooi voor het handhaven van het etnisch karakter van Vlaanderen, de eenmaking van Europa op een zo breed mogelijke basis en onafhankelijk van de grootmachten, het behoud van een blank Europa en solidariteit met het blanke ras in andere continenten.[599] Het besteedde ook veel aandacht aan het zoeken naar 'wetenschappelijke' bewijzen voor de ongelijkheid van de mensen en werkte aan een blauwdruk voor een sociale orde waarin de positie van het individu bepaald zou worden door zijn dienstbaarheid aan de gemeenschap.[600] Elementen die duidelijk terug te vinden zijn in het gedachtegoed van TeKoS. Het belang van het aktiecentrum Delta lag volgens Rentmeesters vooral in het geven van een vernieuwende input aan het rechtse Vlaams-nationalistische gedachtegoed door te wijzen op de noodzakelijkheid van een wetenschappelijke ondersteuning van de ideologie.[601] Een idee dat ook door TeKoS wordt uitgedragen. Vanaf 1967 verscheen ‘De Anderen’ veel onregelmatiger. Twee jaar later kreeg het zware financiële moeilijkheden en werd het stopgezet. Pas in 1972 kreeg het zeer kortstondig een nieuwe adem vanuit de toen pas in Antwerpen opgerichte Nouvelle Europe Magazine-clubs (zie verder).[602] In deze periode kwam ook het politieke Vlaams-nationalisme terug meer op de voorgrond. Door het schoolpact van 1958 kwam er ruimte vrij om 'de taalkwestie' op te lossen, wat de regering via een aantal maatregelen in het begin van de jaren ‘60 ook probeerde. Intussen groeide de electorale aanhang van de Volksunie, een Vlaams-nationalistische partij die zich als democratisch profileerde, maar ook solidair was met de 'slachtoffers van de repressie', pleidooien hield voor amnestie en de collaboratie vergoelijkte door het beeld van de 'Vlaamse underdog', die door de Belgische staat onrechtvaardig was behandeld, te verdedigen. Op die manier hielp de VU de rechts-radicale traditie in het Vlaams-nationalisme te continueren. Anti-Belgische propaganda in allerlei Vlaams-nationale verenigingen brachten ondertussen de oude radicaalrechtse ideologische concepten terug op de voorgrond. De völkische rechtervleugel van het Vlaams-nationalisme ging zich steeds sterker manifesteren als gevolg van de ontwikkeling van een democratisch en progressief Vlaams-nationalisme in en buiten de VU in de jaren ’60.[603]. Als reactie op de ontwikkeling van dit linkse Vlaams-nationalisme richtten Bert van Boghout en Karel Dillen in 1964 de Vlaams-nationalistische vormings- en drukkingsgroep Were Di op, waarvan ‘Dietsland Europa’ de spreekbuis werd. Volgens Patrick Rentmeesters kan men in Were Di -evenals in de latere afscheuring Voorpost- een duidelijke Nieuw Rechtse lijn onderscheiden. In het ideeëngoed van Were Di (zoals verkondigd in de brochure ‘Onze Grondslagen’ van 1975) kan men drie centrale elementen onderscheiden: het streven naar de vernietiging van de Belgische staat en het herstel van de heelnederlandse gemeenschap, het pleidooi voor het ‘Europa der volkeren’ en het solidarisme.[604] Het ideeëngoed van Were Di was dus in de eerste plaats gestoeld op de heelnederlandse gedachte. Vanuit deze opvatting was Were Di voorstander van een hertekening van de Europese kaart op basis van het etnische nationalisme. Op socio-economisch vlak kunnen haar ideeën omschreven worden als conservatief-revolutionair met een solidaristische inslag. Were Di kantte zich tegen kapitalisme, communisme en technocratie. Het wilde een volksgemeenschap opbouwen die gebaseerd was op de solidaire samenwerking van alle leden van de gemeenschap en die geleid werd door een dienende elite.[605] Het afwijzen van het egalitarisme, het communisme, het kapitalistisch liberalisme en het multiculturalisme en het pleidooi voor een Europees perspectief en een organische gemeenschap gebaseerd op het volk en geleid door een elite zijn thema’s die later ook centraal zullen staan in het gedachtegoed van TeKoS. Volgens Louis Vos werd Were Di een van de belangrijkste ideologische waakhonden van het Vlaams-nationalisme, dat sterk geïnspireerd was door het vooroorlogse Vlaams-nationalisme en dus ook veel aandacht besteedde aan de oude rechts-radicale thema's. Tegelijk was een aantal van haar voormannen ook erg geïnteresseerd in de Franse Nouvelle Droite ideeën. Roeland Raes bijvoorbeeld stelde in 'Dietsland Europa' regelmatig de opvattingen van Alain de Benoist aan de orde.[606] De Nouvelle Droite werd echter binnen Were Di bekritiseerd voor haar strijd tegen het egalitaire christendom en omdat ze te veel belang zou hechten aan het staatse in plaats van aan het volkse.[607] Het traditionele christelijk geïnspireerde en volkse rechts-radicalisme was in Were Di dus nog duidelijk aanwezig. In TeKoS zal de nadruk op het volk (als basis voor de staat) blijven bestaan, maar wordt het christendom radicaal afgewezen. Een andere heelnederlandse solidaristische vereniging was het Verbond Recht en Orde (VRO), in 1961 ontstaan uit de Berchemse afdeling van het Blauwvoetjeugdverbond. De groep stelde zich onder leiding van Louis Gueuning en telde verschillende oud-Dinaso's in zijn rangen. In 1964 kwam het tot een breuk met de groep Gueuning waardoor de werking van het Verbond verschrompelde. In 1966 hervatte het VRO zijn werking en vanaf 1967 werd gestart met het tijdschrift ‘Samen’ dat in 1969 werd opgevolgd door ‘Vrij Dietsland’. In 1969 leidden interne moeilijkheden tot de ontbinding van het groepje. In de plaats daarvan werd de Diets Solidaristische Beweging (DSB) opgericht dat erin slaagde de meeste voormalige VRO-leden aan te trekken. Het VRO volgde de leer van Joris Van Severen en streefde naar de eenheid der Nederlanden in de geest. Het kantte zich tegen het bestaande politieke regime, was sterk anticommunistisch en pleitte voor een nieuwe solidaristische sociale orde, een gefedereerd Europa en solidariteit met de blanke volksgroepen in Zuid-Afrika. Er werd tevens gestreefd naar de creatie van een nationaal front dat de rechtse nationale oppositie zou bundelen. Daartoe zocht men contact met de Franstalige nationalistische studenten van Révolution Européenne en met het Actiecentrum Delta.[608] Veel van de radicaalrechtse initiatieven in de jaren ’60 stonden in de traditie van een heelnederlandse samenwerking en het solidarisme. Deze ideeën beïnvloedden sterk de rechts-radicalen in Vlaanderen, vooral de bewonderaars van Joris Van Severen. Vanaf het begin van de jaren '60 werden die figuur en zijn ideeën opnieuw voorgesteld in grotere publicaties voor het bredere publiek. Van Severens nadruk op zelfvorming en zijn beklemtoning van een aristocratische levensstijl bleven de leden van de Vlaams-nationalistische jeugdbeweging fascineren. In deze jaren groeide de aandacht voor Van Severen ook in de katholieke jeugdbewegingen, waar in de jaren '50 de Vlaamsgezindheid opnieuw een vast bestanddeel was geworden van de werking.[609] Bart De Wever wijst er echter op dat de neo-Dinaso’s met de nieuwe doorbraak van het Vlaams-nationalisme in de loop van de jaren ’60 steeds meer invloed verloren in de Vlaams-nationalistische beweging. Pogingen tot beïnvloeding door infiltratie liepen op niets uit. Allianties van nationalistisch rechts lagen nochtans voor de hand gezien het insijpelen van linkse invloeden in het Vlaams-nationalisme. De kloof tussen taalnationalisme en Dietse rijksgedachte zou echter steeds te groot blijken.[610] Het radicaalrechtse gedachtegoed kreeg een belangrijke impuls door de ‘verlinksing’ van eerst de studentenbewegingen en later de traditioneel rechtse katholieke jeugdbewegingen en scholen. De studentenrevolte in Leuven in 1963 was voor vele studentactivisten het begin van een antiautoritaire oriëntering, die zich in de tweede revolte om 'Leuven Vlaams' in ‘68 zou doorzetten tot een globale linkse maatschappijkritiek. Sinds 1968 maakte de studentenbeweging -op een traditionalistische restant na- zich los van het Vlaams-nationalisme en koos het voor universele en linkse waarden. Vanaf 1968 kwam er dan ook een einde aan de traditionele voorhoederol van de Vlaamse studentenbeweging in de Vlaamse beweging zoals die al meer dan een eeuw had bestaan. Deze ideologische ommezwaai naar links in studentenkringen veroorzaakte een antioffensief in behoudende, traditioneel Vlaams-nationalistische en rechts-radicale kringen. In de jaren ‘70 werd de politiek bovendien beheerst door communautaire tegenstellingen die door de eerste staatshervorming van 1970 eerder werden aangewakkerd dan afgezwakt. Vanaf 1973 versmolten de communautaire problemen bovendien met de economische crisis. De verschillende economische snelheden in Vlaanderen en Wallonië werd nu een belangrijk thema van het communautaire debat. Daarnaast zorgde de groeiende werkloosheid en de toename van allochtonen in bepaalde stadswijken voor een sterker wordende onvrede bij bepaalde bevolkingsgroepen in Vlaanderen. Radicale Vlaams-nationalisten gingen daarop inspelen door de allochtonen verantwoordelijk te stellen voor de economische crisis en de criminaliteit en dat te verbinden met een radicaalrechts nationalisme. Tegen deze achtergrond kreeg een nieuw rechts-radicalisme vorm. Deze nieuwe radicaalrechtse golf hield zich niet bezig met een nostalgisch terugkijken naar het verleden, maar werkte aan een bruikbaar concept voor de toekomst. In deze nieuwe radicaalrechtse doctrine stond de ongelijkheid tussen mensen en volkeren centraal.[611]

19-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!
18-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 1
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Om des te beter te begrijpen waarover het gaat als we het hier hebben over het door de KUL gelauwerde tijdschrift Tekos en zijn oprichter Luc Pauwels vonden we voor onze nieuwsgierige lezertjes een zeer gedegen en goed onderbouwde bijdrage over Nieuw rechts en de Vlaamse beweging op

http://biwako.skynetblogs.be/archive/2008/06/15/nieuw-rechts-en-de-band-met-de-radicaalrechtse-traditie-in.html

 

We publiceren dat in verschillende delen wegens “te lang” maar het bewijst dat de beweringen van de nieuwe hoofdredacteur over de band tussen Verdinaso en TEKOS toch iets beter mogen uitgelegd worden dan wat in een interview wordt beweerd…

 

 

·                                

Nieuw Rechts en de band met de radicaalrechtse traditie in de Vlaamse beweging

Nieuw Rechts en de band met de radicaalrechtse traditie in de Vlaamse beweging 2.1.1 Is Nieuw Rechts radicaalrechts? De rechts-radicale traditie binnen de Vlaamse beweging heeft, net als de conservatieve revolutie, haar wortels in de rechtse conservatieve gedachtestroming die zich ontwikkelde in de loop van de negentiende eeuw. Dit rechtse gedachtegoed kantte zich tegen het Verlichtingsdenken en vooral tegen het maatschappijmodel van de Franse Revolutie die deze ideeën in praktijk bracht. Deze contrarevolutionaire stroming ontstond bijna tegelijk met de Franse Revolutie en zou vanaf het einde van de achttiende eeuw tot op de dag van vandaag haar eigen woordvoerders hebben. Tegenover het optimistisch vooruitgangsgeloof en het geloof in de maakbaarheid van de mens en de maatschappij verdedigden ze een meer sceptische kijk op de mogelijkheden tot fundamentele verandering van de wereld. De ophemeling van de rede werd bekritiseerd en principes als vrijheid en gelijkheid werden niet zo maar geaccepteerd. Deze opvattingen waren in sommige periodes wijdverspreid, in andere slechts beperkt aanwezig, maar bleven steeds doorleven.[566] Volgens Jan Sizoo wordt de rechtse gedachtewereld gekenmerkt door een vijftal elementen. Ten eerste een onveranderlijke transcendentale norm die onafhankelijk van tijd en plaats het maatschappelijk leven beheerst. Ten tweede de overtuiging dat de rechten en plichten van de mensen historisch bepaald zijn en dus ongelijk zijn. Een derde kenmerk is de verdediging van godsdienst, christelijke moraal en geestelijke waarden. Ten vierde wordt de samenleving niet gezien als een samenleving die bestaat uit individuen of elkaar bestrijdende klassen, maar uit historisch gegroeide, geografisch en biologisch bepaalde gemeenschappen. Het vijfde kenmerk ten slotte is de opvatting dat de politieke leiding over die gemeenschappen toekomt aan een elite. Dit rechtse ideeëngoed staat in contrast met de verdergaande individualisering, secularisering en democratisering van de Westerse wereld. Rechts heeft deze ontwikkelingen niet kunnen tegenhouden en heeft zich meestal aangepast. De rechtse ambities werden beperkt tot het haalbare, namelijk zoveel mogelijk elementen van het rechtse ideeëngoed verdedigen en in stand houden in een maatschappij gestoeld op de linkse idealen van de Franse Revolutie.[567] Het rechts-radicalisme is ingebed in dit rechtse ideeëngoed, maar legt zich niet neer bij de dominantie van de ‘linkse’ ideeën. Het verwerpt op radicale wijze de filosofische basis van de Verlichting en de Franse Revolutie. Radicaalrechts wil een maatschappij creëren waarin de basiswaarden van het rechtse ideeëngoed integraal gelden. Dit kan enkel via een rechtse revolutie die geleid moet worden door een elite.[568] Men kan globaal genomen vijf samenhangende componenten onderscheiden in dit radicaalrechtse gedachtegoed. Ten eerste een biologisch racisme dat gelooft in erfelijke superioriteitsverschillen tussen rassen en volkeren. Ten tweede een extreme vorm van volksnationalisme dat de klemtoon legt op de natie in plaats van op de staat. De doelstelling van een sterk, verenigd volk staat daarbij centraal. Een derde aspect is de sterke nadruk op het leidersprincipe. Dit hangt samen met het vierde element, namelijk de verwerping van de parlementaire democratie. Een democratisch gekozen parlement wordt beschouwd als een te zwak en te inefficiënt bestuurssysteem om de maatschappelijke problemen op te lossen. Ten vijfde wordt alles wat links is verworpen. Naast een uitgesproken anticommunisme en antisocialisme impliceert dit tevens het geloof dat onze samenleving misleid en ondermijnd wordt door links georiënteerde organisaties, zoals de vakbeweging, progressieve leerkrachten en linkse journalisten. Deze vijf componenten verwijzen naar dezelfde basiswaarde: het geloof in de fundamentele ongelijkheid van individuen, groepen en volkeren. Radicaalrechts verwerpt principieel de gedachte dat mensen gelijk zijn en dus ook het linkse ideeëngoed die deze gelijkheidsgedachte propageert.[569] De vraag luidt nu of Nieuw Rechts tot deze radicaalrechtse traditie kan gerekend worden.[570] Het is in ieder geval duidelijk dat Nieuw Rechts zich niet neerlegt bij de huidige dominantie van het ideeëngoed van de Franse Revolutie. Nieuw Rechts verdedigt een eigen rechts tegenproject, maar wil die NIET realiseren via een revolutie van rechts, die in de gegeven omstandigheden overigens geen kans op slagen heeft. Ze wil haar project realiseren via een metapolitieke strategie. Nieuw Rechts vertrekt van het principe dat het verwerven van de politieke macht slechts mogelijk is na het verwerven van de culturele macht. Deze laatste wordt de dag van vandaag gemonopoliseerd door links. Nieuw Rechts streeft daarom een “contre-pouvoir culturel” na en engageert zich in een strijd op het culturele niveau tegen de hegemonie van links. Het Nieuw Rechtse tegenproject steunt op het radicaalrechtse basisprincipe, met name het anti-egalitarisme. De gedachte dat mensen gelijk zijn wordt principieel verworpen. Wat betreft de vijf deelaspecten moet men nuanceren. Het biologisch racisme, gedefinieerd als uitingen van vijandigheid van het ene ras jegens het ander voortkomend uit een gevoel van meerwaarde, vindt men NIET in dergelijke vorm terug bij Nieuw Rechts. Nieuw Rechts verdedigt ‘le droit à la différence’ en pleit voor het behoud van de culturele eigenheid van elk volk. Daarbij wordt voortdurend benadrukt dat geen enkel ras of cultuur superieur is. Het gevaar van het opduiken van wat Taguieff noemt ‘differentieel racisme’ is hier echter reëel.[571] Het bestaan van superieure rassen of culturen wordt weliswaar verworpen, maar in plaats daarvan wordt de afstand tussen de verschillende culturele gemeenschappen benadrukt en verabsoluteerd. Dit leidt tot een ‘differentieel racisme’ gekenmerkt door de vaste wil om de verschillen tussen culturen tegen elke prijs te bewaren en de angst voor hun vernietiging door rassen- of culturele vermenging. Dit neoracisme wordt dan vaak gepresenteerd als een ‘authentiek’ antiracisme dat ijvert voor de aanvaarding van de ‘ander’ met zijn specifieke eigenheid, maar tegelijk wordt het multiculturalisme afgewezen en een terugkeerbeleid voor migranten bepleit uit ‘respect voor hun culturele identiteit’. De migrant zou immers zijn eigenheid verliezen in de Westerse wereld die niet de zijne is en deze ontworteling werkt criminaliteit in de hand. De multiraciale maatschappij vormt bovendien ook een groot gevaar voor de Europese beschaving omdat het de etnische en culturele homogeniteit van de inwoners van Europa zou vernietigen waarop de Europese identiteit en samenhorigheidsgevoel berusten. Nieuw Rechts verdedigt dan wel niet de superioriteit van de blanke Europese cultuur, maar heeft wel blijk van onverdraagzaamheid ten opzichte van niet-Europese migranten. Het tweede kenmerk van het radicaalrechtse gedachtegoed, een volksnationalisme dat de klemtoon legt op de natie in plaats van op de staat, is aanwezig in het Nieuw Rechtse gedachtegoed. Bij Nieuw Rechts is het volk de onherleidbare eenheid waartoe elk individu behoort. De natie moet berusten op het organisch karakter van de samenleving en de collectieve identiteit van een volk. Behoren tot een land is volgens Nieuw Rechts in de eerste plaats behoren tot een geschiedenis, een erfenis, een taal, een origine. De staat berust op de natie en niet omgekeerd. De sterke nadruk op het leidersprincipe vindt men bij Nieuw Rechts terug in het pleidooi voor een nieuwe elite. Nieuw Rechts stelt dat een elite een noodzakelijkheid is voor elke maatschappij die een beetje georganiseerd is. Er zijn bovendien bekwame leiders nodig die de Westerse beschaving kunnen redden van de decadentie en de cultuurcrisis. Er is volgens Nieuw Rechts immers sprake van een ‘slecht’ gebruik van de goede moderne middelen. Een goed gebruik zou slechts een kwestie zijn van een goede leiding door een bekwame elite. Er moet daarom een einde gesteld worden aan de verheerlijking van de mediocriteit en de negatieve houding tegenover autoriteit die door het egalitarisme wordt uitgedragen. De verwerping van de parlementaire democratie ligt complexer. Nieuw Rechts verwerpt de parlementaire democratie als dusdanig niet. Ze is voorstander van een zogenaamde participatiedemocratie, met directe participatie van de burger onder meer via referenda. Tegelijk worden politici voorgesteld als geldgeil en corrupt en wordt de noodzaak aan ‘bekwame staatsmannen’ benadrukt. Er is met andere woorden nood aan een politieke elite die de verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenschap in zijn totaliteit. Deze elite is in feite de incarnatie van de volksziel. Het autoritaire idee dat de staatsmacht afkomstig is uit de volkswil, kunnen we hierin terugvinden: de politieke elite voelt op een mystiek-rechtstreekse manier aan wat het volk wil.[572] De verwerping van het linkse gedachtegoed vinden we ook bij Nieuw Rechts terug. Zowel het egalitarisme, het liberalisme, het communisme als het multiculturalisme worden door Nieuw Rechts afgewezen. Nieuw Rechts gaat er ook van uit dat de culturele macht vandaag de dag gemonopoliseerd wordt door links. Het geloof dat onze samenleving gedomineerd wordt door links georiënteerde organisaties, zoals de vakbeweging, progressieve leerkrachten en linkse journalisten is ook bij Nieuw Rechts aanwezig. Samenvattend kan men stellen dat Nieuw Rechts een genuanceerd rechts-radicaal gedachtegoed verdedigt dat uitgebreid wordt onderbouwd in talrijke artikels in TeKoS. Het is ook de expliciete bedoeling van Nieuw Rechts om het rechtse gedachtegoed een nieuwe ideologische basis te verstrekken. 2.1.2 De inbedding in de Vlaamse beweging: de voorgeschiedenis van TeKoS De directe voorlopers van TeKoS vindt men terug in het rechts-radicale en Vlaams-nationalistische milieu van de jaren ’60 en ‘70. Volgens Patrick Rentmeesters, en Patrick Commers volgt hem hierin, begint de voorgeschiedenis van Nieuw Rechts in 1960 met de oprichting van CABDA (Comité d' Action et de Défense des Belges en Afrique).[573] In het overzicht dat in deze thesis wordt gegeven, wordt ook kort aandacht besteed aan de jaren ’50. Deze periode is van cruciaal belang geweest voor het doorleven van de rechts-radicale Vlaams-nationalistische traditie na de tweede wereldoorlog. Men kan stellen dat de wortels van radicaalrechts in Vlaanderen vandaag, zowel ideologisch als organisatorisch, voor een groot deel liggen in het nostalgisch en revanchistisch Vlaams-nationalistisch biotoop van na de tweede wereldoorlog. Voor TeKoS is ook het doorleven van het gedachtegoed van Van Severen direct na de oorlog van groot belang geweest. Ook het in 1956 opgericht tijdschrift ‘Dietsland Europa’ speelde een belangrijke rol in de wegbereiding van de Nieuw Rechtse ideeën. Op die manier kunnen de jaren ’50 beschouwd worden als een essentieel onderdeel van de voorgeschiedenis van Nieuw Rechts. De beschrijving van de voorgeschiedenis van TeKoS vanaf de jaren '60 is ook veel uitgebreider dan het overzicht van de wordingsgeschiedenis van het tijdschrift dat wordt gegeven in de thesissen van Commers en Rentmeesters omdat dit overzicht vooral wil aantonen dat TeKoS deel uitmaakt van de radicaalrechtse traditie die na de tweede wereldoorlog in de Vlaamse beweging doorleefde. 2.1.2.1 Het doorleven van het rechts-radicalisme in de Vlaamse beweging De collaboratie van een deel van de Vlaamse beweging bracht de beweging als geheel in diskrediet. De repressie die er op volgde, speelde echter een belangrijke rol in het doorleven van het rechts-radicale Vlaams-nationalisme. De felheid waarmee niet-katholieke dagbladen en partijen de voornamelijk katholieke collaborateurs aanklaagden, leidde tot de verspreiding in brede katholieke kring van het idee dat het ging om een bewuste aanval tegen het Vlaams-katholieke idealisme. Daar kwam bij dat tijdens de oorlog de katholieke zuil en de kerk een accommodatiepolitiek hadden gevoerd die door het linkse verzet nu als collaboratie werd gebrandmerkt. Het gevolg hiervan was dat de Vlaams-katholieke solidariteit werd versterkt en de reïntegratie van de 'zwarte' flaminganten in de Vlaamse beweging werd vergemakkelijkt. Deze tendens werd nog versterkt door de koningskwestie die de Belgische publieke opinie polariseerde. Rechts -zowel katholiek rechts als extreemrechts- stond lijnrecht tegenover links. Dit alles zorgde ervoor dat de rechts-radicale traditie, die zich in het interbellum stevig in het Vlaams-nationalisme had genesteld, kon blijven doorleven. De 'door de repressie getroffenen' verbreidden het beeld van de 'Vlaamse underdog' die door de Belgische staat (niet het Belgische vaderland) onrechtvaardig was behandeld. De collaboratie werd voorgesteld als een tactische vergissing van een beweging die het goed meende met het Vlaamse volk. Het rechtse aspect werd weggegomd en de nadruk kwam te liggen op de 'foutgelopen' repressie. Het idee ontstond dat de Belgische staat de repressie had gebruikt om de Vlaamse beweging te breken en dat de repressie hard en onrechtvaardig was. Via deze beeldvorming werd de sympathie verkregen van de doorsnee Vlaamsgezinde katholiek die niet gecollaboreerd had. Dit beeld versterkte overigens ook het nieuwe wantrouwen tegenover de Belgische staat en zijn politieke elite. Een harde kern van Vlaams-nationalisten verenigde zich na de oorlog en weigerde de oorlog stilzwijgend achter zich te laten. Allerlei Vlaams-nationalistische verenigingen en blaadjes werden opgericht. De belangrijkste van dergelijke bladen was het Antwerpse weekblad ‘’t Pallieterke’.[574] Er werden ook een aantal 'zelfhulpnetwerken' opgericht die de 'slachtoffers van de repressie' materieel konden helpen en er werden gelegenheden en verenigingen gecreëerd waarop gelijkgezinden konden samenkomen. Een van die zelfhulpgroepen was het Sint-Maartensfonds die vanaf 1953 oud-oostfronters van alle strekkingen groepeerde.[575] Terwijl de voormalige collaborateurs zich na de bevrijding in een positie van zelfverdediging bevonden, was dat niet het geval voor de oud-leden van het Verdinaso die niet in de collaboratie waren gestapt. Na de oorlog werden verscheidene neo-Dinasogroepen opgericht en periodieken uitgegeven die de persoon van Van Severen en zijn solidaristische ideeëngoed opnieuw onder de aandacht moesten brengen.[576] De verschillende groepen van neo-Dinasostrekking kwamen echter zelden of nooit tot een betekenisvolle eenheid en bleven versplinterd.[577] In hun publicaties werd sterk de nadruk gelegd op de ideologische verschillen tussen Van Severen en het nazisme of de völkische Nieuwe Orde. Ze plaatsten Van Severen niet bij de Völkischen, maar bij de Jungkonservativen die de moderniteit en de technisch-industriële ontwikkeling aanvaardden, maar die probeerden in te passen in een nieuwe politieke orde die geïnspireerd was op de als christelijk beschouwde middeleeuwse rijksgedachte (zie hoofdstuk “De conservatieve revolutie”).[578] De inhoudelijke constanten binnen deze neo-Dinasogroepen waren een negatieve houding tegenover de Franse Revolutie, een afwijzen van het liberale kapitalisme, een virulent anticommunisme, een verwerping van de parlementaire democratie en het meerpartijenstelsel en een pleidooi voor een organische samenleving, meestal gebaseerd op het solidarisme-corporatisme dat men voorstelde als een ‘echte’ democratie. In deze groepen was ook een sterke idealisering van Van Severen, ‘de Leider’, aanwezig.[579] De 'traditie' van het bekritiseren van de democratie werd na de oorlog in de neo-Dinasogroepen verder gezet. Deze kritiek op de instabiele parlementaire democratie kon op het einde van de jaren ‘40 gemakkelijk inpikken op de koningskwestie. Er werd gepleit voor een sterke staat, ontdaan van de 'particratie' en gebaseerd op een hiërarchische politieke en sociale orde, waarvan de dynastie de hoeksteen zou zijn. Die ideeën vonden gemakkelijker ingang omdat tegen de achtergrond van de koude oorlog het anticommunisme in brede kringen toenam. Toen Leopold III aftrad, versterkte dat bij degenen die nog droomden van een 'autoritaire democratie', de vaste wil om het bestaande politieke systeem te vervangen door een ander dat zou gebaseerd zijn op rechts-radicale uitgangspunten.[580] Tussen deze neo-Dinaso’s en de radicale rechterzijde van het Vlaams-nationalisme bestonden er nauwe contacten. De neo-Dinaso’s oefenden in het bijzonder een grote invloed uit in de Vlaamsgezinde jeugdbewegingen.[581] Er werden daartoe vormingsbladen gelanceerd die zich richtten tot de herlevende Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen, in het bijzonder het Jeugdverbond der Lage Landen (met onder meer Staf Vermeire), dat na een crisis in 1949 werd omgevormd tot Algemeen Diets Jeugdverbond (ADJV).[582] Het Bourgondisch nationalisme van het ADJV en aanverwanten kwam tot uiting in de tijdschriften van de bewegingen. Men kan zich echter de vraag stellen in hoeverre de basis van de jeugdbewegingen van de neo-Dinaso-ideeën doordrongen was. Rekruteringsdomein bij uitstek waren immers de kinderen van ‘zwarten’ en dit waren overwegend Vlaams-nationalisten. Voor hen waren op de eerste plaats het antibelgicisme en het Vlaams-nationalisme aantrekkingspolen van de jeugdbeweging. Diets-nationalisme was geen bezwaar, maar voor de meeste bleef dit allicht refereren aan een taalnationalistische vereniging van Vlaanderen en Nederland. Doorheen deze bewegingen bleef dus een scheidingslijn lopen tussen enerzijds een traditioneel katholiek völkisch nationalisme en aan de andere kant een neo-Dinasostrekking die de rijksgedachte vooropstelde en heelnederlands was.[583] Het is in ieder geval wel duidelijk dat van dergelijke Vlaams-nationalistische jeugdgroepen een grote invloed uitging omdat ze enerzijds een 'kweekschool' waren voor een nieuwe generatie rechts-radicalen, die op zijn minst vertrouwd waren met de solidaristische en heelnederlandse ideeën van Van Severen, en anderzijds oefende hun propaganda ook invloed uit op niet-leden. Met name jeugdleiders uit de katholieke jeugdbewegingen, in het bijzonder de Katholieke Studentenactie (KSA), maakten op die manier kennis met het gedachtegoed van Van Severen.[584

18-07-2011 om 00:00 geschreven door Vorser-Raadgever  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
Categorie:Een uitgesproken "Grr#!!♪♫@||#♫♪☻"-Kitokojungle-Opinie !!



Inhoud blog
  • The brave new world is werkelijkheid...
  • ook interessant
  • Yaz...Yasmine...
  • en contraceptie in Belgistan...
  • Problemen in Frankrijk en USA met bepaalde contraceptiva...
  • ergerlijk 2013!
  • Femmes de Rue iedereen geeft commentaar, wij dus ook
  • De valsche Fransman nog maar eens verslagen...
  • Armoedebestrijding...Geen enkele minister heeft er naar gevraagd...
  • anderhalf miljard euro subsidies weggegooid in zonnepanelen...
  • Deltastichting niet blij....
  • Dag Allemaal vaandeldrager in de Vlaemsche ontvoogdingsstrijd!
  • Leve de tsjeven met hun kerncentrales en Bart Van Rompuy
  • Artistieke vrijheid in Vlaenderen en op de VRT!
  • EUREKA en DRIEWERF HOERA HIPHIP geen slimme meter in huis!
  • Hier zijn we weer !
  • >Dewinter getuigt over de zwanworstaanval op kinderen...
  • De voedselberg van Steven De Geynst
  • Luc Barbé...een heel kleine rehabilitatie...
  • een hoofddekselvergelijking
  • verlof voor de geërgerden
  • de duizendzevenentwintigste generatie Vlamingen kent grote leerachterstand
  • l'oiseau bleu
  • De blijde (weder)intrede van Maeterlinck in Gent en over perzikken met 2 k's
  • Belgie in het nieuws
  • Bernard de pilchard en het idyllisch kustlandschap
  • de levensverwachting van de Duitse armen biedt een oplossing voor de vergrijzing!
  • Hoera, de gestapo is terug...de Grimbergse kliklijn
  • leve de revolutie
  • ARCO, Tsjevenstreken in het kwadraat!
  • een visie op de Russische verkiezingen...
  • Wij hangen graag de propere uit...
  • Filip De Winter verhuist naar Namibië, hoera!
  • den ellentrik als grondstof
  • Black woman : Tu sens la fleur le matin et le poireau le soir. Non merci !
  • energie veroorzaakt vergeetachtigheid
  • bijna weer oorlog in Mesen...een belgenmop..
  • RIP SVETLANA ALILUYEVA...wie haar niet kent zoekt het maar eens op en leest haar boeken...
  • zonnepanelen zien klaar maar ook nazidassen op de VRT
  • Vlaanderen op zijn smalst en de lul van de dag
  • een monument
  • young media summit
  • met het schaamrood op de wangen
  • Spanje in actie tegen privatisering van het onderwijs
  • Er zijn dus toch nog verstandige mensen in Vlaanderen....de SERV
  • occupy Wall Street
  • Alaa Abdel -Fattah
  • ARCO het einde...
  • Tolerante Vlamingen?
  • madam van de dag: Ann Branbergen
  • De Brusselse metroerger dan Afghanistan?
  • Naast Plopsaland bestond er ook Shitland
  • Indaver Beveren ligt in Afrika
  • sluikreclame voor La source des femmes en Jacques Bloch
  • IN MEMORIAM
  • Amerika het donkerste voorbeeld
  • extreem rechts weer springlevend!
  • Le Pen en Israel één front??????
  • een andere stem in het debat...
  • Charlie a beaucoup d'ami(e)s en een nieuwe blog !
  • Oakland general strike
  • La belle plume française concernat Charlie: Le Monde
  • solidariteit met Charlie Hebdo
  • op naar de barricades!
  • een grote madam in de rechtbank !
  • Met zijn allen naar een Europees referendum, wij zijn allemaal Grieken!
  • Freya we love you!
  • gooi onze kerncentrales maar dicht, we steken de kaarsen wel aan...
  • Dexia we zijn één en al oor!
  • Zullen de Fransen wel slagen waar de Belgistanen falen?
  • Colloceer Vermeiren!
  • energie eindelijk een debat?
  • We are all Americans!
  • occupy....Chicago is nog steeds Chicago van Al Capone al heet hij nu Emanuel Rahm
  • de dubbeldemocratie Belgistan en de groene stroomcertificaten, twee verhaaltjes
  • de casino van ARCO en de rest...
  • vroem vroem
  • sjot ze uit hun pluche zetels!
  • Indignados in Brussel een succes!
  • nog een beetje chili...
  • Camila Vallejo komt naar Brussel!
  • Arvelor Mitaal of een mooi voorbeeld van roofkapitalisme
  • Het zijn weer harde tijden...
  • Privépolitie ...hallucinant...hier kan zelfs Hasselt nog een punt aan zuigen!
  • CAMILA VALLEJO een rolmodelleke
  • de duisternis regeert over grote delen van de wereld...
  • Revoilà le LKP deze keer in Mayotte...
  • niet alleen Obama schrijft mooie toespraken in de USA...
  • Lap, het is prijs!
  • de uitspraak van de dag
  • de éénwording tussen Zuid en Noord-apenland komt nabij! En Dexia is er nog!
  • In Brussel draagt nu elk schoolkind een kuisheidsgordel!
  • Maikel Nabil
  • no comment
  • We love Freya!
  • Arm België ...
  • We are seeing change in our world, block by block – city by city.
  • Freya is de slimste!
  • WE WON'T PAY
  • Griekenland en de vrije pers een voorbode voor Europa
  • Tot Maandag
  • mensen komen tot inzicht maar véééééééééééél te laat De dure energie...en onze luciede politici
  • China komt in opstand...tegen de zonnepanelen...tja
  • We gaan naar Amerika...
  • slimme meters en de sprookjes van onze vriend Bart Martens
  • INFRAX en slimme meters een duidelijk standpunt hoera!
  • slimme meters en slimme netten deel 2
  • slimme meters en slimme netten deel 1
  • slimme netten weer zo een indianenverhaal...
  • slimme meters ...de ondertekenaars...
  • de slimme meters...iedereen wordt stilaan slim...
  • Over de doden wel kwaaie woorden : einde van de zaak zuster Gabrielle?
  • koorknaap Javaux wordt schandknaap
  • Humberto Prato en De Wever, alles bij elkaar geklutst geeft een mooie omelet
  • De held wordt uitgewezen....petitie voor Ly Khaly
  • Maanpizza's?
  • voor vandaag volstaat één enkele zin...
  • Ere wie ere toekomt SVEN GATZ
  • Misschien willen de rijken wel ooit wat betalen maar intussen creperen de armen
  • de Duitse bron is gevonden...pure nazipraktijken dus vanwege de Ollandse bloggers en fora..
  • Hollandse nazitaal over Islamitische Duitse Turken en incest
  • Ce lion était beaucoup trop flamand ... Cela ne pouvait plus durer
  • een kleine nostalgische bevlieging over Franse lessen en 14-18
  • AI WEI WEI legt uit
  • IJzerbedevaart????? de wadde?????
  • ALI FARZAT: niet iedereen heeft blijkbaar de zelfde humor...
  • en hier zijn de invalide Walen met hun reactie...
  • N-VA is radio Mille Collines en een bende debielen...
  • Inge en de god van mededogen is Miss Universe
  • Dupont en Dupond in het Nieuwsblad
  • We kunnen hier niet tot 5 tellen...
  • neen tegen onverdraagzaamheid: oproep van de progressieve Islamieten
  • PUKKELPOP 2011
  • Daar is de orde weer...oneerlijke concurrentie in Marcinelle
  • Ollands partnership voor Stalinmuseum?
  • Jean Bricmont schrijft een artikel in Counterpunch
  • Nette mensen berokkenen even veel schade als britse plunderaars
  • meer belastingen graag en chique rellen in Lloret
  • verstandige taal...
  • over raddraaiers, imbecielen, stormrammen, linkse idioten en wijze zotten
  • Niemand heeft het monopolie van de waarheid maar praten helpt!
  • nog meer krapuul nu ook in Chili...
  • de verloren jeugd en andere bevlogen romantiek
  • Lessen uit het verleden? Vergeet het!
  • Plunderaars lusten geen boeken...
  • Daar komt Baudrillard : England's burning en B-H-V-jeugd brandt shoppingcentrum Anderlecht plat...
  • London's burning het lijkt stilaan wel op een kleine genocide...
  • London's burning maar er zijn zo wel een paar oorzaken...
  • London 's burning
  • Justice, not charity! en de ouwe Voltaire is weer springlevend!
  • Egypte en Israël zelfde strijd...
  • Kaka als onderpand
  • 8 augustus 1956 Tutti Cadaveri
  • toiletperen en zonnepanelen, de index zal weer stijgen....onze concurrentiepositie gaat er aan...
  • de slimme kleuter van de buren...
  • de Carapilsproleague steigert, u toch ook?
  • het tolerante olland lijkt wel een nazikamp...
  • Rothschild Boulevard ....
  • Israel en de indignados van Rothschild Boulevard
  • Betaalde sex om je studie te betalen...???
  • Terug naar Blankenberge...
  • Oproep aan Jean-Pierre, Siegfried en Benno
  • Frans Crols een groot-Russisch Vlaemsch-nationalist
  • Gevaarlijke onzin in Vlaanderen...
  • de geest van Jef Cognac is terug!
  • "Bolsjeviek" Dugin en zijn grootse plannen deel 3
  • Veel schoon volk...
  • Tanguy Veys krijgt een mail
  • "Bolsjeviek" Dugin en zijn grootse plannen deel 2
  • aaargh, this is really insane
  • in memoriam de socialistische jongeren van UTOYA
  • "Bolsjeviek" Dugin en zijn grootse plannen deel 1
  • De deltastichting en de bolsjewieken....
  • Stiglitz over Euro en Europa
  • Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 5
  • Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 4
  • Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 3
  • Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 2
  • Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 1
  • De grote denkers rond TEKOS Van Windekens en Luc Pauwels
  • Tanguy Veys de man die reageert!
  • Wat weten we over Nieuw rechts in Vlaanderen en Tekos? Deel 1
  • Nieuw Rechts Scriptie van Sofie Delporte deel 2
  • VSV wie zijn de leiders? Grinnik grinnik
  • TEKOS of het nieuwe conservatisme in Vlaanderen...een kleine inleiding
  • Tekos of de nieuwe conservatieven van de deltastichting of het vervolg op het Vlaams Syndikaat
  • Daar is de vlaamsche vakbond VSV een zusje van het VNS?
  • Kroll in Le Soir ter gelegenheid van 11 juli...schitterend
  • dens sos geklopt door Groen op links...
  • De rooie toekomst wenkt!
  • Bart non en het olijke duo
  • verboden te denken in Belgistan
  • Moderne slavernij in Flamanville eindelijk aangeklaagd door politici
  • Talibanfeministe Naomi Wolf over porno en mannen
  • Het diruponotaatje en wat commentaar bij artikel 60 en asiel
  • Daar zijn de eerste ronkende verklaringen op de diruponota
  • Natie en volk laat Gilbert de Tour winnen astamblief...
  • wat cijfertjes over jeugdwerkloosheid...
  • Jeugdwerkloosheid...we moeten er toch maar eens over praten
    Zoeken in blog

    Laatste commentaren
  • What is complicated? (Jill Hopkins)
        op Deltastichting niet blij....
  • Re: (Gigi)
        op soms zijn ook je medestanders een bende idioten
  • Re: (Riz)
        op de intellectuele superioriteit der franstaligen en een vakantietrip naar Sarkoland
  • Foto

    Le seul site qui n'a pas une culture très ancienne des vraies valeurs Flamandes
    Archief per week
  • 31/12-06/01 2013
  • 30/07-05/08 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008

    Andere URL'zz van ons...
  • Gastenboek
  • Beginselverklaring
  • Mission Statement
  • Onze AO-POSTERS
  • De Schijtoptant

  • Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek. Het is altijd leuk om eens iets van een ander te lezen.


    Blog als favoriet !

    onze ideologische onderbouw
  • WOII Fascisme
  • Spinoza door Etienne Vermeersch
  • Susse van den Ende
  • subversiviteit en situationisme
  • scepticisme en Jean Bricmont en Sokal
  • de grote roerganger en marxbrother 1

  • Buitenlandse voorbeelden om binnenlands na te volgen
  • ressacs Frankrijk
  • Amerika's beste gazet
  • een jonge vriend uit Latijns-Amerika met stamboom
  • bellaciao Frankrijk
  • Teacher dude Griekenland
  • LKP en UGTG Guadeloupe
  • The Huffington Post USA
  • Haaretz Israel
  • Human rights watch
  • IJsland in crisis

    Onze Esthetishe Bovenbouw
  • Bob De Groof
  • Baudouin Breïker
  • Le dernier cri Frankrijk
  • Art brut en aanverwanten
  • De mededeler en Quelle Horreur Olland
  • Schone Vlaemsche Poëzie
  • Muziek en kleinkunst comme on aime
  • @-C-ART-dzz-Offizz

  • Symphatieke blogs van over de taalgrens en Brussel en wijde omgeving
  • Richard III Duc de Gloucester
  • Brussel voor serieuse mensen
  • Taalhistorisch Brussel
  • afrikaanse madammen

  • LINK-swap
  • http://weblog.startpagina.be
  • http://weblog.startpagina.nl/
  • http://weblog.startkabel.nl/
  • http://weblogger.startbewijs.nl/
  • http://besteblogs.eigenstart.nl/

  • Een interessant adres?





    www.desesperado.be

    View blog top tags


    View blog authority




    Pagerankkeyword ranking search engine

    TECHNORATI
    PROFILE




    DOSSIER ENERGIE-DEBAT
  • BLOGBERICHT
    van PART I t.e.m XIII
  • PDF-DOCUMENT
    van PART I t.e.m XIII


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Bloggen.be, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!