We halen er wat dingen uit die ons nu al uitermate intrigeren:
Ten eerste yekyekyek
Een warme samenleving vereist een intensieve bestrijding van de armoede. Het armoedebeleid moet een inclusief beleid zijn en vergt een integrale, gecoördineerde aanpak. Daarom voorzien we een nieuw actieplan armoedebestrijding. Ondertussen voorzien we in het regeerakkoord in alle beleidsdomeinen hefbomen om armoedesituaties te voorkomen en/of terug te dringen. Dit is bijvoorbeeld het geval in de hoofdstukken die betrekking hebben op werkgelegenheidsbeleid, onderwijs, huisvesting, welzijns- en gezondheidszorg, energie, cultuur en sport, toerisme.
Ten tweede yakyakyak
De Vlaamse Regering zal een actieve aanwezigheidspolitiek voeren in Europees en internationaal verband. We positioneren ons sterk in Europa en benutten volop de kansen die het Europees voorzitterschap biedt om een positief imago van Vlaanderen kracht bij te zetten. We voeren een actief buitenlands beleid en bouwen culturele -, economische -, en publieksdiplomatie uit. We versterken onze inzet en onze solidariteit voor ontwikkelingslanden.
Ten derde yikyikyik
We blijven de crisis kordaat bestrijden en helpen de gezonde bedrijven door de crisis omdat ze voor de duurzame jobs van de toekomst kunnen zorgen. We zetten in op beperking van het jobverlies omdat de maatschappelijke kosten van re-integratie in de arbeidsmarkt na de crisis hoger zijn dan de inspanning om jobs te behouden. Een proactief arbeidsmarktbeleid met de nadruk op competenties stelt ons in staat om in te spelen op de specifieke behoeften van doelgroepen. We streven ernaar mensen en bedrijven sterker uit de crisis te laten komen. Daarom willen we een duurzaam werkgelegenheids- en investeringsplan opstellen. Over dat plan zullen we overleggen met de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties.
Ten vierde Yokyokyok
Van een sluitende aanpak naar een sluitend maatpak We maken ruimte om via een arbeidsintensieve face-to-face-aanpak alle werkzoekenden, ook diegenen die het moeilijk hebben om een plaats te vinden op de arbeidsmarkt, te begeleiden. We breiden daarom stelselmatig de relevante ingrediënten van het gedifferentieerde begeleidingsmodel van het Jeugdwerkplan uit naar andere categorieën, onder andere naar de 25- tot 49-jarigen. Om de werkzaamheidsgraad van de 50+ers te verhogen is de uitvoering van het 50+-akkoord Samen op de Bres noodzakelijk. De systematische benadering wordt bij een positieve evaluatie stapsgewijs en rekening houdend met de economische conjunctuur, uitgebreid naar alle 50+ers die instromen in de werkloosheid. Om mensen langer aan de slag te houden wordt werk gemaakt van een geïntegreerde sensibiliseringscampagne.
ten vijfde yukyukyuk
Aangepaste aanpak voor werkzoekenden die ver van de arbeidsmarkt afstaan, onder meer voor mensen in armoede of voor mensen met een medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek We voorzien in een structureel aanbod op maat van werkzoekenden die ver van de arbeidsmarkt afstaan, via integrale trajecten met doorgedreven maatwerk en met aandacht voor zorg, welzijnsbevordering, competentieversterking en arbeidsoriëntering. We investeren in een systematische samenwerking tussen de OCMWs en de VDAB voor een betere doorstroming van leefloners naar de arbeidsmarkt. We investeren in geïntegreerde welzijn-werktrajecten voor mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan. Op het lokale niveau wordt vanuit de Lokale Werkwinkel een systematische samenwerking opgestart met de relevante regisseur voor het welzijnsdeel. Als betaalde arbeid niet mogelijk blijkt, moet gekeken worden of er overdrachten mogelijk zijn naar niet arbeidsmarktgerichte activiteiten met een aangepast vervangingsinkomen (bijvoorbeeld arbeidszorg). Dat veronderstelt een nieuw beleidskader, onder meer rond arbeidszorg, en goede afspraken tussen werk en welzijn, zowel op lokaal, regionaal als federaal vlak (op het domein van transmissies). Er is in Vlaanderen ook een grote groep niet-actieven onder wie. herintreders en alleenstaande ouders. Voor hen ondernemen we specifieke acties van begeleiding, sensibilisering, toeleiding en oriëntering.
ten zesde gnagnagna, woehahahahaha
We versterken de competenties van iedereen Het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) wordt ontwikkeld. We realiseren daarvoor het digitaal competentieportfolio. De samenstelling van dat portfolio start in het onderwijs en bevat een overzicht van alle verworven diplomas, competenties, ervaring, Een noodzakelijke voorwaarde daarvoor is de uitbouw van een Vlaamse kwalificatiestructuur om tot een concrete inschaling van onder andere deelcertificaten te komen. We voeren het POP gefaseerd in, en starten bij voorkeur met de schoolverlaters en de mensen die getroffen worden door herstructureringen. In de toekomst zal elke werknemer, ongeacht de grootte of sector van het bedrijf, waarin hij werkt en ongeacht het statuut en opleidingsniveau recht hebben op een persoonlijk ontwikkelingsplan. Daarmee worden de competenties van de werknemer stelselmatig in kaart gebracht. Via een goede kanalenmix zorgt de VDAB voor de juiste begeleiding van elke werknemer op basis van zijn POP. Voor werknemers wordt het POP ingebouwd in de laagdrempelige basisdienstverlening van de lokale werkwinkels. Werknemers en werkgevers worden gestimuleerd om van het POP gebruik te maken, nog voor het bedrijf of de werknemer eventueel in een moeilijke situatie komt. We waken erover dat het POP een instrument wordt voor iedereen. Voor werknemers worden in de basisdienstverlening
ten zevende grinnikgrinnik
Aantrekken van talent van buiten Vlaanderen We zetten in op het verhogen van de interregionale mobiliteit en tewerkstelling. Als de conjunctuur opnieuw aantrekt, verhogen we de inspanningen. Regio-overstijgend openbaar vervoer is daarbij een aandachtspunt. We zetten daarvoor volop in op Nederlandse taalverwerving. Als toch blijkt dat voor sommige vacatures het talent niet aanwezig is op de arbeidsmarkt in Vlaanderen en België, wordt buitenlands talent aangetrokken. Dat wordt georganiseerd op basis van snel en accuraat in kaart gebrachte toekomstige competentie- en arbeidsmarktbehoeften. Om de mobiliteit binnen de EU te faciliteren bouwen we de vacature- en werkzoekendendatabanken verder uit en nemen we, waar dat nodig is, flankerende maatregelen, bij voorkeur via sectorale afspraken. Er wordt meer werk gemaakt van een onthaalbeleid en we investeren in taalopleidingen.
ten achtste grijnsgrijns
We blijven inzetten op een activerend herstructureringsbeleid via de sociale interventieadviseurs, de tewerkstellingscellen, de tussenkomst van het interventiefonds en het bevorderen van activerende begeleidingsplannen via de regionale toetsing. We versterken het beleid door scherper toe te zien op de kwaliteit, het maatwerk en het uitstroomresultaat van de outplacementtrajecten. Het frontoffice, het e-loket voor herstructureringen, wordt georganiseerd in samenwerking met de federale overheid. In geval van tijdelijke arbeidsduurvermindering zetten we de overbruggingspremie in en volgen die nauwgezet op. Als dat nodig is, wordt ze verlengd.
ten negende houhouhou
Maatgerichte begeleiding en loonkostenondersteunende en -verlagende maatregelen zijn daarbij twee onlosmakelijk verbonden instrumenten. Met dat doel wordt de sociale economie verder vereenvoudigd tot twee pijlers: een pijler maatwerkbedrijven voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, - rekening houdend met het principeakkoord-maatwerk - en een pijler lokale diensten voor ondersteuning in het aanbieden van maatschappelijk verantwoorde diensten die economisch niet rendabel zijn. De klaverbladfinanciering voor lokale diensteneconomie binnen andere beleidsdomeinen wordt structureel verankerd. Alle werkvormen worden onder die twee pijlers (of een combinatie ervan) gepositioneerd. Het ondersteuningsaanbod aan sociale economiebedrijven wordt hervormd op basis van de behoeften van de sector en met het oog op de vereenvoudiging en ondersteuning van innovatie in de sociale economie. Om de doorstroming van sociale economie naar reguliere bedrijven te bevorderen wordt een beleidskader uitgewerkt voor een versterkte begeleiding op de werkvloer. We werken ook het rugzakprincipe verder uit met het oog op een optimale doorstroom van kansengroepen op basis van de afstand tot de arbeidsmarkt en het rendementsverlies van de doelgroepmedewerker. Maatwerkbedrijven die voldoende doelgroepmedewerkers tewerkstellen krijgen ondersteuning. Met duidelijke afspraken tussen de reguliere en sociale economie voorkomen we concurrentievervalsing.
ten tiende hihihi
De Vlaamse overheid zelf versterkt ook haar inspanningen om meer personen met een handicap en meer allochtonen aan te werven, alsook haar inspanningen op het vlak van competentieontwikkeling en EVC. Ze versterkt haar voorbeeldfunctie, onder meer door doelstellingen over evenredige arbeidsdeelname in de beheersovereenkomsten en jaardoelstellingen van de leidend ambtenaar op te nemen. De Vlaamse overheid stimuleert de instroom van kansengroepen door, waar dat mogelijk is, de structurele barrières in de regelgeving aan te pakken, bijvoorbeeld in verband met de nationaliteitsvoorwaarde en de diplomavereisten.
ten elfde hohoho
We faciliteren de werkgevers en de vakbonden om een akkoord te sluiten voor meer werkbaar werk. We stimuleren in dat verband sectorale actieplannen die de verbetering van de werkbaarheid op het oog hebben. Sociale innovatie-initiatieven worden gecontinueerd.
ten twaalfde grolgrolgrol
Op de eerste plaats willen we investeren en investeringen stimuleren in een meer hernieuwbare energievoorziening. Die benadering omvat drie delen: energiebesparingen en energie-efficiëntie stimuleren, er actief voor zorgen dat we de doelstellingen voor hernieuwbare energie kunnen bereiken en windmolenparken op de Noordzee faciliteren. Daarvoor vormen we onze huidige participaties in hernieuwbare energiebedrijven om tot een Vlaams energiebedrijf. Er zal worden onderzocht welke structuur de meest wenselijke is voor dat energiebedrijf. Het Vlaams energiebedrijf zal participeren in groene energieproductie en in verschillende vormen van investeringen voor energiebesparing. We creëren de voorwaarden zodat in Vlaanderen een slim elektriciteitsnetwerk tot stand komt, dat aangepast is aan een meer decentrale productie. Daarvoor stimuleren we de energiedistributie-intercommunales. Tegelijk onderzoeken we hoe we de uitbouw van het Elianetwerk in Vlaanderen kunnen faciliteren om de stroom van de windmolenparken op zee vlot naar de grote verbruikscentra te vervoeren. Maar bovenal stimuleren en ondersteunen we gezinnen, bijvoorbeeld door het aanpakken van nog niet geïsoleerde daken en het plaatsen van condensatieketels en hoogrendementsbeglazing. We ondersteunen ondernemingen, verenigingen en lokale besturen om hun energieverbruik betekenisvol te beperken. Een Vlaamse energiedienstverleningsonderneming die zich richt op projecten van overheidsgerelateerde gebouwen (ESCO binnen het Vlaams energiebedrijf), kan mee helpen zorgen voor het nodige kapitaal.
ten dertiende lalala
We streven naar een maximale kleuterparticipatie, onder andere door een versterking van de samenwerking met Kind en Gezin, die kan signaleren en sensibiliseren. Dit is vooral belangrijk om mogelijke achterstand bij kinderen uit arme of anderstalige gezinnen te voorkomen. Om de kleuterklassen te verkleinen, zetten we de geleverde inspanningen voort. Tegen het einde van de legislatuur wordt - stapsgewijs - een gelijke behandeling betracht tussen het lager en het kleuteronderwijs voor de omkadering en werkingsmiddelen, met prioritaire aandacht voor de omkadering.
ten veertiende hophophop
Ook ouderen die niet meer opgenomen zijn in het arbeidsproces moeten via levenslang en levensbreed leren kansen krijgen om leerervaringen op te doen. Die ervaringen zijn gericht op het verwerven van inzichten, vaardigheden en houdingen, en zijn verbonden met de uitdagingen in die levensfase. De toegang en het gebruik van informatietechnologie aanmoedigen en vergemakkelijken is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
ten vijftiende opladioplada
De ouders van niet-Nederlandstalige kinderen moeten zelf ook het Nederlands beheersen. De overheid moet daarom zorgen voor een voldoende dekkend aanbod NT2 op of in de onmiddellijke omgeving van de school. We moeten de ouders ook, via de school, stimuleren om in te gaan op dat aanbod.
ten zestiende tararara
Om minder gegoede huurders te ondersteunen, breiden we het stelsel van huursubsidies uit. We gaan het toenemende aantal thuislozen in onze maatschappij tegen door te investeren in doortastende preventie van thuisloosheid.
ten zeventiende toetertoeter
We maken op een economisch draagbare, gefaseerde en gecontroleerde manier werk van de modernisering van energiemeters en de optimalisatie van energienetten (smart meters en smart grids). Een grootschalig proefproject is operationeel in deze regeerperiode. Deze meters moeten niet alleen een slim net mogelijk maken, met inbegrip van de aansluiting van decentrale elektriciteitsproductie-installaties, maar ook leiden tot meer comfort en minder verbruik voor de energiegebruikers. Ze moeten ook bijdragen tot een betere werking van de energiemarkt. We richten een Vlaams energiebedrijf op waarin we de Vlaamse milieuholding en participaties van PMV onderbrengen. Het Vlaams energiebedrijf zal onder andere de volgende taken op zich nemen: hernieuwbare energie in Vlaanderen stimuleren door het nemen van participaties; investeren en participeren in innovatieve energie-efficiëntieprojecten; deelnemen aan internationale klimaatprojecten ter verwerving van Kyoto-eenheden; energie-efficiëntieprojecten in Vlaamse overheidsgebouwen faciliteren en financieren. De Vlaamse Regering optimaliseert het systeem van de gratis kWh in functie van een effectieve en efficiënte ondersteuning van sociaal zwakkeren en met het oog op het zorgen voor een betere sociale bescherming. In uitvoering van het Europees energie- en klimaatpakket 2020 wordt de richtlijn hernieuwbare energie vertaald in Vlaamse beleidsmaatregelen en wordt in het bijzonder werk gemaakt van een afdoende regeling ter aansluiting van installaties voor hernieuwbare energie en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling. We passen, zoals decretaal voorzien, de doelstellingen op het vlak van groene stroom naar boven aan als de lastenverdeling binnen de EU en tussen de gewesten binnen België dit vereist, als certificaten van buiten het Vlaams Gewest of van offshore windenergie op de Noordzee worden aanvaard of als het elektriciteitsverbruik minder stijgt dan verwacht. We ijveren voor een billijk aandeel van Vlaanderen in de Belgische doelstelling van 13% hernieuwbare energie tegen 2020 en we streven ernaar een zo groot mogelijk deel, en bij voorkeur het geheel, van de doelstelling binnenlands te bewerkstelligen. We bevorderen het gebruik van de nieuwe generaties biobrandstoffen om de ter zake vooropgezette doelstellingen te halen. We verbruiken als Vlaamse overheid zelf 100% groene stroom en sporen andere overheden aan hetzelfde te doen. We onderzoeken in welke mate groene warmte, groene stroom en biobrandstoffen kunnen worden aangewend voor eigen gebouwen, terreinen, installaties en voertuigen. We gaan zo nodig na op welke manier regelgevend moet worden opgetreden. We stellen tegen 2012 een klimaatbeleidsplan 2013-2020 op om, in overleg met het middenveld, mee de oorzaken en de gevolgen van de opwarming van de aarde te bestrijden.
ten achttiende oups!
Ter uitvoering van het derde Europees energiepakket worden de elektriciteit- en aardgasrichtlijnen tijdig en terdege omgezet in Vlaamse regelgeving, met bijzondere aandacht voor privénetten en directe lijnen en leidingen. Ook wordt een samenwerkingsakkoord voorbereid betreffende de vertegenwoordiging van de regulatoren. Op grond van de studie en consultatie op het gebied van het marktmodel worden initiatieven genomen die de marktwerking versterken en verbeteren.
ten negentiende joepie
Energie is een randvoorwaarde om menswaardig te leven. We zorgen voor energie-efficiëntie voor iedereen door investeringen in daken, ketels en beglazing te ondersteunen. Ook kansarmen moeten kunnen ingaan op kostprijsverlagende aanbiedingen. Armoede mag geen aanleiding geven tot mensonwaardige levensomstandigheden door een gebrek aan warm water, verwarming of elektriciteit. We brengen van overheidswege zelf energiebesparingsinvesteringen aan bij kansarme gezinnen.
ten twintigste taraboum
De bestrijding van armoede is een topprioriteit. Zeker in deze tijd van economische crisis maken we de keuze dat de meest kwetsbare mensen het minst in de problemen komen. We werken, samen met elk betrokken beleidsdomein en de stakeholders, een nieuw Vlaams actieplan armoedebestrijding uit. We vertrekken hiervoor van de vaststellingen van het ViA-atelier van 27 april 2009 en de meetbare doelstellingen die met de sociale partners en het verenigingsleven in het Pact 2020 naar voren werden geschoven. Naast strategische en operationele doelen, formuleren we ook indicatoren die de monitoring van de effecten van het gevoerde armoedebestrijdingsbeleid mogelijk maken
Vlaanderen werkt haar armoedebestrijdingsbeleid uit, in nauwe samenwerking met het federale niveau (onder meer via de interministeriële conferentie sociale integratie), de provincies en het lokaal beleid (onder meer via sociale beleidsplannen). Dialoog met en participatie (ondermeer aan het beleid) van mensen in armoede is essentieel in de armoedebestrijding. We bouwen de ondersteuning van de verenigingen waar armen het woord nemen verder uit. De mogelijkheid tot inschakeling van opgeleide ervaringsdeskundigen zal worden verruimd. De Vlaamse overheid blijft investeren in preventie van overmatige schuldenlast. Onderwijs en gerichte preventiecampagnes dragen bij tot het verhogen van de weerbaarheid voor misleidende reclame en kredietverschaffers. Daarnaast willen we dat alle mensen met schuldproblematiek toegang hebben tot kwaliteitsvolle schuldbemiddeling. We werken een subsidiesysteem uit voor de diensten schuldbemiddeling, mogelijk via bovenlokale samenwerking. Als welvarende regio biedt Vlaanderen vele sociale rechten. Voor mensen in armoede werken we aan een systeem dat automatische toekenning van deze rechten (bijvoorbeeld studietoelagen) waarborgt.
ten eenentwintigste jouplaboem
Elke Vlaming heeft recht op een Vlaamse basishospitalisatieverzekering. Deze verzekering gaat uit van een hospitalisatie in een tweepersoonskamer en moet voor iedereen betaalbaar zijn. Met het oog op het beheersen van de kosten zullen met de betrokken actoren - waaronder ziekenhuizen, ziekenfondsen, verzekeraars, artsen - concrete afspraken gemaakt worden. De nieuwe Vlaamse regeling van financiële ondersteuning van kinderen zal bestaan uit: a) een nieuwe, in te voeren financiële tegemoetkoming voor kinderen bij geboorte en naar aanleiding van hun eerste en tweede jaar. Dit recht wordt geëffectueerd bij inschrijving bij Kind en Gezin; b) de verhoogde schooltoelage vanaf 3 jaar, die geëffectueerd wordt door de inschrijving in het kleuter-, lager of secundair onderwijs. Een nieuw systeem van begrenzing van de kosten voor residentiële ouderenvoorzieningen moet ertoe leiden dat de kostprijs van deze voorzieningen gereglementeerd wordt en heeft op termijn tot gevolg dat de kostprijs voor de resident het inkomen niet overschrijdt
en lees de rest maar zelf want wij liggen hier al in kakkershoek
ondertussen tsjongetsjongetsjonge en dat allemaal met 9 ministerkes....
zozo, beste lezertjes, waarschijnlijk dachten een aantal van jullie dat
het vorige artikel over grote zonne-energiecentrales in Noord-Afrika
een soort scienhce-fiction was van een gek blogje dat zo maar wat onzin
uitkraamt. Nou goed hoor, op de verjaardag van de officiële
bekendmaking door het Amerikaanse leger van een neergestorte UFO in
Rosswell en al de heisa rond de Mayakalender die de wereld zou zien
vergaan op 21/12/2012 kan dit er wel bij. Maar wat lazen we in Het Nieuwsblad op 17/6 ? http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleid=GIC2BGU33
17/06/2009
Elektriciteit via zonnespiegels in de Sahara Energie opwekken in de woestijn
Een consortium van een
twintigtal Duitse bedrijven, waaronder Siemens, heeft concrete plannen
voor een gigantische zonnekrachtcentrale in het hart van de Sahara om
Europa van energie te bevoorraden. De eerste elektriciteit zou binnen
tien jaar worden geleverd.
De Sahara is met circa negen miljoen vierkante
kilometer de grootste woestijn ter wereld. De zon haalt er temperaturen
tot vijftig, zelfs zestig graden Celsius. Stel je voor dat de mens erin
zou slagen die zonnekracht op te vangen, om te zetten in elektriciteit
en vervolgens te verspreiden over de wereld. 'De woestijn vangt in zes
uur tijd meer zonne-energie op dan de hele mensheid in een jaar kan
verbruiken', beweert Dr. Gerhard Knies, drijvende kracht achter het
project Desertec. De man ijvert al jaren voor een heus netwerk van
zonnekrachtcentrales. De hele technologie is gebaseerd op spiegels die
de energie van de zon bundelen, omzetten in stoom en op die manier
stroom opwekken via turbines. Een nog uit te bouwen transportnet moet
de geproduceerde energie dan vanuit Noord-Afrika onder de Middellandse
Zee naar Europa vervoeren en daar verspreiden.
Toch hebben we hier lang niet met een gekke professor Zonnebloem te
maken. Verre van zelfs. Het hele project bouwt voort op plannen van de
Club van Rome, een eerbiedwaardige denktank van Europese wetenschappers
die nadenken over de toekomst van de wereld. Het idee krijgt nu de
steun van een twintigtal Duitse ondernemingen, waaronder Siemens (dat
turbines zou gaan leveren), Deutsche Bank, herverzekeraar Munich Re en
de energieconcerns RWE en E.ON. Bovendien wezen gelijksoortige
initiatieven in Spanje (20 megawatt, goed voor 10.000 huizen in en rond
Sevilla) en in de Mojave-woestijn in Californië (met 354 megawatt de
grootste zonnekrachtcentrale ter wereld) al uit dat het project
technisch haalbaar is.
Volgens onderzoek zou het
volstaan om nog geen 0,3 procent van de Sahara te bedekken met
zonnespiegels om de huidige energiebehoefte van de 25 landen van de
Europese Unie plus Noord-Afrika en het Midden-Oosten te dekken. En nog
voldoende rek over te houden om de stijgende vraag naar energie de
komende jaren het hoofd te bieden. Het Desertec-project in de Sahara
zou uitgaan van een vlakte van 130 vierkante kilometer. Met het hele
project is een monsterinvestering van dik 400 miljard euro gemoeid.
Tien tot twintig miljard daarvan zijn nodig voor de aanleg van het
stroomtransportnet, waarvoor een gloednieuwe hoogspanningslijn moet
worden aangelegd tussen de Sahara en Europa.
Op
13 juli komen alle bedrijven die bij het grootste
privégroenestroomproject aller tijden betrokken zijn voor het eerst
bijeen. Eens operationeel moeten de zonnespiegels in de Sahara instaan
voor 15 procent van Europa's stroombehoeften.
Kris Simoens
Awel beste lezertjes????? Zo gek is het dus niet als er reeds een consortium van 20 Duitse bedrijven het zelfde denkt of dachten jullie dat Duitsers weeral megalomane ambities hadden...???? Nu nog grote zonnespiegels in het Vlaamse parlement want daar zitten ook een paar zonnekoningen dus dat moet dan wel lukken....
hohoho, er komt een Vlaamsse Energiemaatschappij. Dit was een eis van
onze vrienden van de NV-a. Dat gaat meteen het ganse energiedebat
aanzwengelen. tenminste zo hopen we dat toch. Want dat er een aardig
potje te discussiëren valt over ons enegiebeleid zal menig trouwe lezer
niet geheel ontgaan zijn . Hopen we tenminste. http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=UU2CC1DC&word=energiemaatschappij
BRUSSEL - De nieuwe Vlaamse regering stopt rond de 515 miljoen euro in een eigen energiemaatschappij met de werknaam Vl.Energie. De bedoeling is groene energieproductie fors op te trekken.
Van onze redacteur
De onderhandelaars van CD&V, SP.A en N-VA bereikten
gisteravond een akkoord over een ontwerp van regeerakkoord. 'De eerste
lezing', heet dat. Vanaf vandaag begint de tweede lezing met het
discussie over 'de financiële ruimte'.
Intussen is de beslissing genomen om een Vlaamse energiemaatschappij
op te richten. Voorlopig heeft die de werknaam Vl.Energie. 'Het nieuwe
energiebedrijf is een van de weinige forse investeringen van de nieuwe
Vlaamse regering, een ambitieus project', licht een onderhandelaar toe.
In een eerste fase zal Vlaanderen al zijn huidige
participaties in (groene) energiebedrijven bundelen, goed voor zo'n 315
miljoen euro. Via de PMV is Vlaanderen nu al mede-eigenaar van onder
meer Thenergo en Biofer (biomassa), Electrawinds en Belwind
(windenergie) en via de Vlaamse Milieuholding van Aquafin en Indaver
(verbrandingsovens). Daarnaast komt er een kapitaalinjectie, het cijfer
van 200 miljoen circuleert. Daarmee kan VL.Energie dan participeren in
onder meer Aspiravi (windenergie) en Enfinity (zonne-energie).
'Bedoeling is om zo een speler te creëren die van de schaalvoordelen
kan profiteren én het huidige oligopolie van Electrabel en SPE wat kan
bevechten. Belangrijk is sneller de Europese doelstellingen over groene
stroom te halen. Een andere activiteit wordt de export van groene
technologie.' Over een instap in het netbeheer wordt nagedacht. Een
gedecentraliseerde energieproductie met veel wind- en zonne-energie kan
alleen slagen als het huidige net wordt aangepast.
Daarnaast wil de nieuwe Vlaamse regering werk maken van een
energie-efficiëntere overheid. Heel het vastgoedpark van de Vlaamse
regering - van rusthuizen tot scholen - moet energievriendelijker
functioneren. 'Ook dat wordt een belangrijke taak voor de nieuwe
maatschappij.'
Daarbij trekt men de parallel met Telenet, met Vlaamse
overheidssteun opgericht om Belgacom te bekampen. 'Alleen gaan we een
Vlaams energiebedrijf deze keer niet te snel verpatsen.'
Jullie lezen het dus samen met den deze ..."een
gedecentraliseerde energieproductie met veel wind- en zonne-energie kan
alleen maar slagen als het huidige net wordt aangepast" Waarover we
hier dus nog maar eens struikelen, beste lezers en lezeressen, is de
vanzelfsprekendheid van zulke politiek van gedecentraliseerde
productie. Mogen we dan toch eventjes beleefd vragen WIE HEEFT DAT
BESLIST? Waar werd dat besproken? En tenslotte heeft er iemand ooit een
kostprijsberekening gemaakt van dit soort oplossingen? Kom niet meteen
naar ons hollen met de oplossing dat Europa dat zou beslist hebben want
dat is larie en apekool punt. Ok doelstellingen voor groene energie
maar een decentrale productie????? Dat wil zeggen dat men zou afstappen
van grote productiecentrales....tja we hadden dus daar graag een
diepzinnig gesprekje over willen horen voeren want zo gaat dat maar
niet hoor. Wie gaat dat factuurtje betalen en denken die slimmerdjes
dat decentrale productie op Vlaams niveau enige toekomst heeft? Wij
wachten weer vol ongeduld op enig antwoord vanwege de onbekende
beslissers...Wij denken daar het onze van maar we zullen weer niks
begrepen hebben. Ondertussen modderen we maar verder aan met al die
alternatieve oplossingen die door onze groene Frankensteins zo netjes
worden onderbouwd als nieuwe mythologie voor een betere en schonere
wereld. We geven jullie twee mooie stukjes om te lezen en om bij na te
denken. Het eerste is een mooie analyse van hoe de cowboys van de
groene energie vandaag handelen en het tweede is een zeer gedegen
stukje om misschien een kleine aanzet te geven voor een debat ten
gronde over de vraag of groene energie op Vlaemsche schaal al of niet
gefundeerd is. En wij schreven het artikels niet zelf! Echt niet! http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=G12CD5UJ&word=windmolens
Schone energie, wie kan daar nu tegen zijn? Onder meer STEFAN BRIJS,
tenminste als het gaat om energie geleverd door 'windcowboys die met
een schot hagel op de landkaart de geschikte locaties voor windmolens bepalen' en zo de levenskwaliteit van de omwonenenden aantasten.
Een
praktijkvoorbeeld: op een dag krijgt een boer ongevraagd drie mensen
over de vloer die een werkgroep voor groene energie en een
energiebedrijf vertegenwoordigen. Ze hebben een contract bij zich dat
gedurende 22 jaar vijftienduizend euro pachtgeld per jaar belooft voor
een stukje van twintig bij twintig meter van zijn weiland, waarop dan
een windturbine zou komen van zowat honderd meter hoog met wieken van
om en bij de veertig meter. Of de boer even wil tekenen?
Dergelijke taferelen spelen zich tegenwoordig in heel
Vlaanderen af. De genoemde bedragen variëren van tienduizend tot
twintigduizend euro per jaar - over indexering valt te praten - de
hoogte van de turbines is soms wat meer soms wat minder, de
energiebedrijven kunnen onder meer Ecopower, Electrabel, Aspiravi of
zelf uit de grond gestampte coöperatieven zijn. Behalve landbouwers
worden ook steeds vaker burgemeesters benaderd om gemeentegrond te
verpachten, vaak voor nog hogere bedragen. Over mogelijk nadelige
gevolgen van een dergelijke windmolen voor de gezinnen in de buurt
wordt met geen woord gerept. De buurt zelf weet niet eens dat er
plannen zijn om vlakbij zulke enorme windtorens te plaatsen.
Iets dergelijks heeft zich een paar weken geleden in mijn
naaste omgeving afgespeeld. De boer in kwestie is niet op het aanbod
ingegaan, maar heeft zijn buren ingelicht, ook al hadden de
onderhandelaars gevraagd het voorlopig niet verder te vertellen. In dit
geval gaat het om een project voor drie windmolens op het grondgebied van Berlaar, aan de grens met Lier. Binnen een straal van 500 meter van de geplande locaties voor de windmolens
staan zowat 250 woningen en op minder dan een kilometer liggen de
dorpskernen van Berlaar en Koningshooikt (Lier). Bovendien zou een van
de turbines boven de hoofden van negen gezinnen op een bedrijvenpark
komen te hangen, waarvan één gezin zonet voor 30.000 euro zonnepanelen
op zijn dak heeft geplaatst, die nu permanent in de schaduw dreigen te
komen. Dat het mogelijk is om zo'n ingrijpend project zo willekeurig in
te plannen is het gevolg van de magere richtlijnen uit een
rondzendbrief van de Vlaamse overheid uit 2006, die niet eens bindend
zijn en onder meer slechts een mimimumafstand van 250 meter ten
opzichte van de dichtstbijzijnde woning of woonzone aanbevelen -
gezinnen die op een bedrijvenpark wonen, tellen sowieso niet mee.
Hierdoor krijgen de energiebedrijven haast een vrijgeleide om zowat
overal in Vlaanderen steeds hoger wordende windmolens
te plaatsen, die - laten we even de groene energie vergeten - een
louter commerciële aangelegenheid zijn, waarin eventueel geparticipeerd
kan worden door gemeentes, burgers en/of bedrijven.
Na het uitlekken van de plannen in Berlaar heeft de buurt
de krachten gebundeld om te protesteren tegen dit privé-initiatief,
waarbij ook enkele mensen van de gemeenteraad betrokken waren. Zelf heb
ik het buurtcomité ook meteen vervoegd. Behalve de haast maffioze
manier van handelen stellen wij ook de geluidsoverlast en de
schaduwhinder aan de kaak, die deze windturbines voor onze
dichtbevolkte buurt zullen veroorzaken. Een objectieve studie door de
Nederlandse Gezondheidsdiensten, ook uit 2006, zegt dat de minimale
afstand tot bebouwing 350 tot 700 meter zou moeten bedragen om de
geluidsoverlast tot een minimum te beperken en dat er onder meer
slagschaduw (van de draaiende wieken) te verwachten is tot op een
afstand van 12 keer de rotordiameter - die laatste is gemiddeld tachtig
meter. Of het vergezicht ernstig aangetast wordt is al langer een punt
van discussie en smaak, maar vrijwel zeker is dat woningen in de buurt
in waarde zakken. Het besluit van het onderzoek luidt onder meer:
'Mensen kunnen hinder ervaren van windturbines. Ook kunnen deze een
gezondheidsrisico vormen. Mogelijke problemen zijn geluidsoverlast en
hinder als gevolg van slagschaduw. Fysieke veiligheidsrisico's zijn
meestal afdoende afgedekt, maar men kan zich wel nog zorgen maken over
laagfrequent geluid, aantasting van de leefomgeving of waardedaling van
eigendommen.'
De op winst gerichte energiebedrijven minimaliseren
uiteraard de nadelige gevolgen en wie erover klaagt is een zeur en zit
niets in met het milieu, alleen met zichzelf. Ons buurtcomité, dat
inmiddels 235 gezinnen telt, is echter vastbesloten om te blijven
protesteren tegen de plannen, niet alleen in de hoop dat ze snel worden
afgevoerd, maar ook om de overmacht en overlast aan te klagen waarmee
weldra vele inwoners van Vlaanderen zullen worden geconfronteerd nu er
almaar harder geroepen wordt om groene energie. Een roep die steeds
meer energiebedrijven en coöperatieven ertoe aanzet om elkaar te
beconcurreren en projecten zoals het voornoemde in omgevingen in te
plannen die daar in wezen niet toe geschikt zijn
Nu de nieuwe Vlaamse regering 515 miljoen euro wil
vrijmaken voor groene Vlaamse energie om onder meer te participeren in
windcowboys die met een schot hagel op een landkaart de geschikte
locaties voor windmolens bepalen,
zou ze beter eerst een keer op mensenmaat gemaakte milieunormen
vastleggen in wetten en decreten, zodat de gewone burger niet aan
leefkwaliteit moet inboeten zogenaamd ten behoeve van het algemeen
belang. Tegelijk dringt een coördinerende functie van de Vlaamse
overheid zich op nu ook gemeenten met elkaar in concurrentie gaan om
toch maar zo snel mogelijk te kunnen pronken met een windtoren vier
keer hoger dan de kerktoren, zodat heel Vlaanderen van ver kan zien hoe
milieubewust en vooruitstrevend het lokale bestuur toch is. Schone
energie als vorm van schone schijn. Of hoe de man in de straat weer
eens een rad voor de ogen wordt gedraaid.
Duurzaam opgewekt of niet, elektriciteit moet getransporteerd worden.
Kan de Europese samenleving volledig draaien op
hernieuwbare energie? Aan indrukwekkende plannen ontbreekt het in elk geval
niet: van het bouwen van reuzenwindmolenparken in de Noordzee tot het
importeren van zonne-energie uit de Sahara. Eén 'detail' wordt daarbij meestal
over het hoofd gezien: de nood aan vele honderdduizenden kilometers nieuwe
hoogspanningslijnen en andere transmissie-infrastructuur.
Dat we ons olie- en steenkoolverbruik moeten afbouwen en
vervangen door duurzame energie, daar is bijna iedereen het ondertussen over
eens. Maar over hoe dat nu precies moet gebeuren, heerst de grootst mogelijke
onenigheid. Plaatsen we allemaal zonnepanelen op ons dak en windmolens in de
tuin? Of investeren we in grote windmolenparken op zee en zonnecentrales in
woestijnen? Moet duurzame energie kleinschalig worden aangepakt? Of moeten we het juist veel grootschaliger zien?
Ieder voor zich
Als ieder huishouden of bedrijf zelf energie zou produceren met
zonnepanelen en windmolens, dan kan de hele
transportinfrastructuur voor elektriciteit worden opgedoekt (Greenpeace Engeland wijdde daar onlangs een uitvoerig rapport aan).
Dat
spaart niet
alleen kosten maar ook energie, want tijdens het transport over
hoogspanningslijnen gaat een deel van de opgewekte elektriciteit
verloren. Nog belangrijker is het verlies in de elektriciteitscentrale
zelf: bijna twee derde van de primaire energie die in de centrale wordt
gestopt, gaat verloren als hitte.
Energie
kleinschalig en decentraal produceren is dus veel efficiënter: we
hebben ongeveer drie keer minder energie nodig om evenveel
elektriciteit op te wekken. Zo'n infrastructuur is ook
robuuster en biedt het voordeel dat ze ons verlost van de
onvoorspelbare
energieprijs en de maffia-praktijken van grote energiebedrijven. Eens
de
investering is gebeurd, levert een windmolen of zonnepaneel op je dak
gratis
energie.
Ingebedde energie
Toch kleven er serieuze bezwaren aan dit scenario.
De
omstandigheden voor het opwekken van duurzame energie zijn zelden
ideaal op de plaats waar we wonen. Een windmolen op je dak is een
aantrekkelijk idee, maar helaas valt er in een stedelijk gebied zo weinig wind
te rapen dat windmolens daar vaak meer energie kosten dan ze opleveren. Die dingen moeten
namelijk eerst geproduceerd worden en dat vraagt ook energie.
Een gelijkaardig
probleem stelt zich met zonnepanelen. De opbrengst van zonnepanelen in België
en Nederland is relatief laag, en de productie ervan kost veel energie en toxische stoffen. In het geval van zonnepanelen is de energiebalans wel
positief, als ze tenminste goed worden geplaatst, maar dat neemt niet weg dat
diezelfde zonnepanelen in een zonniger klimaat veel meer energie zouden
opleveren voor een zelfde input van materiaal en energie.
Opslag van energie
Bovendien rijst de vraag hoe je in het geval van
een kleinschalige elektriciteitsproductie windstille en bewolkte dagen
kan opvangen (en hoe je vermijdt dat een overschot aan energie op een
zonnige en winderige dag verloren gaat). Nu worden de meeste
zonnepanelen aan het elektriciteitsnetwerk
gekoppeld, zodat er in dat geval op de grote energiebedrijven gesteund
kan
worden. Maar als iedereen zijn eigen energie opwekt en de
elektriciteitsinfrastructuur
wordt opgedoekt, kan dat niet meer.
Een
lokaal netwerk heeft weinig zin, want
bij de buurman is op dat moment evenveel wind of zon. Batterijen? Niet
bepaald
een milieuvriendelijke optie, en de capaciteit is beperkt. Waterstof?
Nog altijd en mogelijk voor altijd -
een toekomstdroom. Een kleinschalige, decentrale en duurzame
energieproductie lijkt dan ook moeilijk te kunnen zonder een back-up
van een elektriciteitsnetwerk en klassieke steenkool-, gas- en
kerncentrales.
Grootschalige productie van groene energie
Al deze problemen kunnen worden opgelost door
duurzame energieproductie juist op een veel grotere schaal te
organiseren - veel grootschaliger dan onze huidige aanpak, waar landen
voornamelijk hun elektriciteit binnen de grenzen opwekken (zie de
beperkte export en import van elektriciteit binnen Europa in de
illustratie hieronder, bron UCTE).
Een netwerk over de grenzen heen betekent dat windmolens en zonnepanelen geplaatst kunnen worden waar ze het
hoogste rendement behalen. In woestijnen valt er tot 7 keer zoveel
zonne-energie te rapen dan in landen als België en Nederland, in de Noordzee
kan er tot 20 keer zoveel windenergie geoogst worden dan in onze achtertuin. Dat
wil dus zeggen dat we veel minder materiaal en energie nodig hebben om een
groene elektriciteitsproductie uit de grond te stampen. Dat is zowel financieel
als ecologisch een zeer groot voordeel. In zon scenario kan je ook gebruik
maken van duurzame energiebronnen die per definitie verder van bewoonde gebieden
afliggen, zoals golven, getijden en oceaanstromingen.
Betrouwbaar
Bovendien lost duurzame energieproductie op grote schaal ook
het probleem van opslag op. Door een netwerk uit te bouwen dat hernieuwbare
energiebronnen op ver uit elkaar gelegen plaatsen met elkaar verbindt, valt er
altijd wel ergens zon of wind te oogsten. Duurzame
energie wordt zo een energiebron waar je 24 uur per dag en 365 dagen
per jaar op kan rekenen. Er is dus geen nood meer aan steenkool-, gas-
of kerncentrales om slechte weersomstandigheden op te vangen.
Maar terwijl een decentrale energieproductie
belooft om de hele infrastructuur voor het transport en de distributie van
elektriciteit overbodig te maken, vraagt een grootschalige productie van
hernieuwbare energie juist een aanzienlijke investering in bijkomende hoogspanningslijnen
en substations om die elektriciteit uit te wisselen en te verdelen. Daar wordt in de meeste van die
plannen met geen woord over gerept.
Masterplan Zeekracht
Een goed voorbeeld is het eerder deze maand gepresenteerde
Masterplan Zeekracht,
dat 193.000 vierkante kilometer of 33,8 procent van de Noordzee wil volbouwen
met een ring van aan elkaar geschakelde windmolenparken (zie illustratie hierboven). Dat zou jaarlijks
13.400 terawattuur elektriciteit opleveren en daarmee zou het energieverbruik van
de 7 landen rondom de Noordzee (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België,
Nederland, Duitsland, Denemarken en Noorwegen) in 2050 volledig door
windenergie kunnen worden gedekt.
Let op: het gaat hier niet alleen het om het
elektriciteitsverbruik maar ook om het energieverbruik van transport en
verwarming. Omdat de windmolenparken vele honderden kilometers uit elkaar
liggen, zou er altijd elektriciteit geleverd kunnen worden. Bijkomend voordeel
is dat er op die manier ook grote gebieden ontstaan waar niet gevist kan
worden, en dat er kunstmatige riffen worden gevormd, zodat het zeeleven zich
zou kunnen herstellen.
Wild idee
Dat klinkt allemaal zeer goed, er horen ook mooie plaatjes
bij, en dus haalde het plan - dat ontwikkeld werd door het beroemde
architectenbureau OMA (Office for Metropolitan Architecture) in opdracht van de
milieuorganisatie Stichting Natuur en Milieu - de meeste Nederlandse kranten en
zelfs de internationale pers. Toch gaat het om niet meer dan een wild idee, dat
na een kritische toets niet erg realistisch lijkt.
Dan hebben we het niet zozeer over de kosten
(klassieke energiecentrales bijbouwen is op termijn nog duurder), niet over de
technologie (die is beschikbaar) en niet over de bureaucratische en politieke
uitdaging om tot de nodige internationale samenwerking te komen (al is die ook
niet min). We hebben het over de transport- en distributie-infrastructuur die
bij zon plan hoort. Het plan erkent dat verbinding een sleutelelement is in het project, maar gaat daar niet verder op in.
Energie uit de
woestijn
De plannen voor windmolenparken in de Noordzee (het
Masterplan Zeekracht lijkt erg op eerdere, veel minder ambitieuze plannen van Greenpeace België en van Airtricity - zie illustratie hierboven) sluiten mooi aan
bij het al langer bestaande en zeer goed gedocumenteerde project TRANS-CSP, dat
op grote schaal zonne-energie wil importeren uit Noord-Afrika. Dat plan, dat
ook in 2050 realiteit zou moeten zijn, steunt (onder meer) op grote thermische
zonnecentrales in woestijngebieden.
Thermische zonnecentrales
zijn een lowtech
alternatief voor zonnepanelen en halen energie uit zonnewarmte in
plaats van
zonlicht. De productie van deze energiecentrales kost aanzienlijk
minder energie dan de productie van fotovoltaïsche zonnecellen en ze
zijn met een rendement van 30 procent ook nog eens drie keer
efficiënter. Bovendien kan een deel van de
overdag opgewekte zonnewarmte worden gebruikt om olie, water of zout op
te
warmen, warmte die s nachts of tijdens bewolkte perioden de
elektriciteitsproductie draaiende kan houden.
Thermische zonnecentrales zouden dus ideaal zijn voor een
kleinschalige, decentrale energieproductie (er zijn intussen kleine modules te koop met de afmetingen van een zonnepaneel), maar helaas werken ze
alleen in erg zonnige gebieden. In Europa komt alleen Zuid-Spanje in
aanmerking voor de technologie (hier vind je een gedetailleerd
overzicht van de projecten in Spanje, hier een nieuwssite over zonnecentrales).
In
België of Nederland zouden deze centrales tijdens de wintermaanden zo
goed als geen energie produceren, terwijl ze in de zomer niet eens de
helft van hun capaciteit zouden halen. In de woestijn van Noord-Afrika
draait een thermische zonnecentrale echter 10 van de 12
maanden op volle capaciteit, en het rendement daalt zelfs in de twee
resterende
wintermaanden nooit onder de 80 procent.
Verlies tijdens transport
Maar hoe gaan we die duurzaam opgewekte
elektriciteit
over een afstand van 3.000 kilometer transporteren? (TRANS-CSP neemt
het
Verenigd Koninkrijk als bestemming, dus voor de Benelux is dat net iets
korter). Elektriciteit is lastiger te vervoeren dan olie of gas. De
optie om de energie in de vorm van waterstof via schepen of
pijpleidingen naar Europa te
transporteren, werd door de onderzoekers afgevoerd omdat 75 procent van
de energie
verloren zou gaan bij omzetting, transport en opslag. Maar de bestaande
hoogspanningslijnen zijn evenmin een optie.
Per duizend kilometer gaat er
over een hoogspanningsleiding ongeveer 15 procent van de elektriciteit
verloren, wat voor een afstand van 3.000 kilometer neerkomt op een verlies van
45 procent. Aangezien het om een gratis brandstof gaat, zou je nog kunnen
besluiten om dat verlies op te vangen door twee keer zoveel centrales in de woestijn te
bouwen, maar ook dat brengt geen zoden aan de dijk: de capaciteit van de
bestaande hoogspanningslijnen tussen Europa en Afrika bedraagt momenteel
slechts 0,5 gigawatt, goed voor een maximum overdracht van 2,5 terawattuur per
jaar (of 0,001 procent van het elektriciteitsverbruik in Europa). Die
capaciteit kan via allerlei trucs wel wat worden opgedreven, maar ook dan kom
je niet verder dan een maximum capaciteit van 2 gigawatt.
Gelijkstroom infrastructuur nodig
Willen we op grote schaal duurzaam opgewekte elektriciteit uit
Noord-Afrika importeren, dan zit er niets anders op dan een geheel nieuwe
elektriciteitsinfrastructuur uit te bouwen die steunt op gelijkstroom (HVDC of
high-voltage direct current). Onze bestaande elektriciteitsinfrastructuur
steunt op wisselstroom (HVAC of alternate current), dat beter geschikt is voor kortere afstanden. Het energieverlies
op een HVDC-lijn bedraagt slechts 3 tot 5 procent per 1.000 kilometer, dus 9 tot
15 procent over een afstand van duizend kilometer, inclusief het verlies
van 1,5 tot 2 procent tijdens de omzetting van gelijkstroom naar wisselstroom.
Maar
het
is niet de bedoeling dat deze HVDC-lijnen de bestaande
hoogspanningslijnen gaan vervangen: het gaat om een complementaire
infrastructuur. Het volstaat evenmin om onderzeese kabels aan te leggen
tussen
de twee continenten. De geïmporteerde elektriciteit moet ook ergens aan
land komen en verder in Europa
worden verdeeld, wat betekent dat die nieuwe hoogspanningslijnen
grotendeels over het Europese vasteland zullen lopen. Bovendien
impliceert het inzetten van gelijkstroom ook de bouw van nieuwe
substations, die de elektriciteit opnieuw omzetten naar wisselstroom.
400.000 kilometer hoogspanningsleidingen
Hoogspanningslijnen hebben een nadelige invloed op het
milieu, zowel in zee als op land, maar het grootste obstakel is eenvoudigweg
het ruimtegebruik zelf, en de zichtbaarheid ervan. Getuige
het protest tegen de visuele vervuiling van windmolens kunnen we er gerust van
uitgaan dat niemand zit te wachten op een pyloon of een verdeelinstallatie in
zijn of haar achtertuin, of die elektriciteit nu duurzaam is opgewekt of niet.
Europa
telt momenteel al 230.000 kilometer hoogspanningslijnen (zie kaart hieronder, bron: GENI) en het het middenspannings- en laagspanningsnetwerk,
die de elektriciteit verder distribueren, zijn nog veel langer: alleen al in
Nederland bijna 250.000 kilometer.
Het TRANS-CSP project gaat uit van 20 hoogspanningslijnen met een totale
lengte van ongeveer 60.000 kilometer, die grotendeels over land lopen (drie ervan zijn hieronder afgebeeld). Elk van
die lijnen heeft een capaciteit van 5 gigawatt, in totaal dus 100 gigawatt.
Daarmee kan slechts 15 procent van het elektriciteitsverbruik in Europa worden
opgevangen (het plan steunt verder op 65 procent hernieuwbare energie van eigen
bodem en op 20 procent fossiele brandstoffen).
Als we ervoor zouden kiezen om alonze
elektriciteit te importeren uit Noord-Afrika, dan zouden we 133 nieuwe
hoogspanningslijnen moeten bouwen met een totale lengte van 400.000
kilometer. Dat is een verdriedubbeling ten opzichte van vandaag. Zouden we
ervoor kiezen om ook voor (elektrische) verwarming en (elektrisch) transport op
geïmporteerde zonne-energie te steunen, vergelijkbaar met de ambities van het
Masterplan Zeekracht, dan zijn er bijna 2 miljoen kilometer nieuwe
hoogspanningslijnen nodig.
Hoeveel ruimte is er nodig?
Het goede nieuws is dat gelijkstroom
hoogspanningslijnen minder plaats nodig
hebben dan wisselstroom hoogspanningslijnen in de breedte en in de
hoogte dan toch. De pylonen
zijn iets lager en de infrastructuur heeft
slechts een strook nodig van 100 meter breedte, tegenover 400 meter
voor een
klassieke hoogspanningslijn. Inclusief de te bouwen substations en
exclusief de onderzeese kabels zou het totale
ruimtebeslag van die transportinfrastructuur (voor 15 procent van het
Europese energieverbruik) volgens de studie 3.600 vierkante kilometer
bedragen. Dat is meer dan het
ruimtebeslag van de zonnecentrales in de woestijn zelf: 2.500 vierkante
kilometer.
Als we alle elektriciteit in Europa zouden willen opvangen met
geïmporteerde zonne-energie dan stijgt het ruimtebeslag van die
transport-infrastructuur (verder bouwend op dat eerdere cijfer) tot 24.000 vierkante kilometer. Transport en
verwarming inclusief wordt dat meer dan 100.000 vierkante kilometer: ruim drie keer
België, volgepakt met elektrische substations en rijen uit elkaar te vouwen pylonen
en hoogspanningslijnen. Bovendien gaan we in deze berekening uit van lijnen
van 800 kilovolt. Als voor een lager voltage wordt gekozen, en daar bestaan
redenen voor, is het ruimtegebruik groter (die lijnen hebben een breedte van 150 meter).
Ondergronds
Het rapport adviseert het
plaatsen van schaamgroen (bomen die de hoogspanningsleiding aan het
zicht
onttrekken) als een middel om het protest tegen de "visuele vervuiling"
van de transportinfrastructuur tegen te gaan. Ondergrondse
hoogspanningslijnen worden als onrealistisch
beschouwd, tenzij op bepaalde plaatsen, omdat ze 5 tot 7 keer duurder zijn dan
bovengrondse lijnen op pylonen. Ook ondergrondse hoogspanningslijnen eisen
overigens een strook op van 5 meter breedte, waar niets gebouwd of geplant kan
worden, en ze hebben evengoed nood aan deelstations voor de omzetting naar wisselstroom. Zo'n station met een capaciteit van 5
gigawatt meet 800 op 700 meter (560.000 vierkante meter).
In het geval van windmolenparken in de Noordzee liggen de
hoogspanningslijnen grotendeels op de bodem van de zee. Het Masterplan
Zeekracht geeft geen enkele informatie over de bijhorende transportinfrastructuur,
maar het iets oudere plan van Greenpeace België doet
dat wel. Dat voorstel telt slechts 100 windmolenparken
verspreid over de hele Noordzee, met een gezamenlijke capaciteit van 68,4
gigawatt, die samen jaarlijks 247 terawattuur energie moeten leveren of 13
procent van het elektriciteitsverbruik (dus exclusief verwarming en transport)
in de 7 landen rondom de Noordzee. De milieuorganisatie berekende dat daar
6.200 kilometer extra hoogspanningslijnen voor nodig zijn.
Noordzee
Extrapoleren we dat naar het Masterplan Zeekracht,
dan komt
dat neer op ongeveer 340.000 kilometer hoogspanningsleidingen. Dit
getal
betreft echter alleen de elektriciteitsleidingen in zee. Daar heeft
niemand
last van, maar al die leidingen moeten natuurlijk wel ergens aan land
komen, en vervolgens doorlopen naar de steden en industriegebieden waar
de elektriciteit wordt gevraagd.
Maar daar geeft ook het plan van Greenpeace België geen verdere details over. Het is zelfs wachten tot de allerlaatste zin van
het meer dan 40 paginas tellende document eer er iets over gezegd wordt:
Als de elektriciteitsvraag zich niet aan de kust zelf bevindt, is een
versterking van de onshore transmissie-infrastructuur even belangrijk als de
ontwikkeling van een offshore transmissie-infrastructuur.
Dankzij de gedetailleerde informatie uit de TRANS-CSP studie
kunnen we wel enig idee krijgen van die benodigde infrastructuur tussen
de kust en het binnenland. Dat plan voorziet (zoals vermeld) in 20 elektriciteitsleidingen van
5 gigawatt om 700 terawattuur zonne-energie per jaar te importeren. Het
Masterplan Zeekracht wil 13.400 terawattuur windenergie importeren uit de
Noordzee, dus daar zijn dan omgerekend 382 bijkomende hoogspanningslijnen en
minstens evenveel deelstations op land voor nodig, te verdelen over de 7
landen. Dat zijn 55 hoogspanningslijnen (elk 100 meter breed) en 55 substations per land, als elk
land even groot zou zijn.
Kenia
Al deze kritiek betekent niet dat we geen duurzame
energieproductie moeten uitbouwen. We
hebben geen andere keus. De alternatieven hebben nog grotere nadelen en
ze zijn
bovendien niet oneindig beschikbaar. Maar of duurzame energieproductie
nu kleinschalig of grootschalig wordt aangepakt, duidelijk is dat het
energieverbruik drastisch omlaag moet, zo niet is een maatschappij die op
honderd procent duurzame energie draait een illusie.
Als Europa er in zou slagen het energieverbruik
te halveren, dan worden deze grootschalige scenarios al een stuk minder onrealistisch.
Merkwaardig genoeg wordt het energieverbruik in al deze plannen als een onveranderlijke
factor beschouwd en probeert men telkens het aanbod aan te passen aan een
alsmaar stijgende vraag.
In andere delen van de wereld is het veel makkelijker om de energieproductie volledig te verduurzamen. Het zopas aangekondigde
windmolenpark van 300 megawatt in Kenia zal maar liefst tot 30 procent van het totale
elektriciteitsverbruik in dat land leveren. Daar hoort één hoogspanningslijn
bij van 426 kilometer. Kenia telt bijna 38 miljoen inwoners.
Dus beste Vlaemsche politici, pieker er nog maar eens een nachtje over
vooraleer jullie ons weer komen lastig vallen met jullie grote
theorieên over Vlaemschen ellentrik....
Electrabel sponsorde met spaanse griep besmette tijgerbeehaa van Lily Allen op Werchter
Nu beseffen we pas welke rampen er boven ons hoofd hangen als we
vernemen dat één van de toeschouwers op Rock Werchter besmet was met
door de Mexicaanse griep. De verkoop van Xanax zal weer pieken bij de
verontruste ouders. Stel je voor dat die besmette jongen geniesd heeft
tijdens het optreden van de Black Eyed Pies of terwijl hij stond te
gluren naar de tijgerb-h van Lily Allen. Tsjonge tsjonge een ware
genocide onder de Vlaemsche jeugd kondigt zich aan. Elke Werchterganger met druipneus
moet onmiddellijk in quarantaine zoniet geëuthanasieerd. Enfin, vinden
wij tenminste maar eens te meer zal er toch niet naar ons worden
geluisterd. Het kan nog veel erger. Want tenslotte hebben ze nog
duur betaald om uitgeroeid te worden ! Sommigen sterven iets minder
duur en zonder van, veel hippe muziek te genieten... http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DMF20090706_015
Tot 90 miljoen meer extreme armen door recessie
maandag 06 juli 2009
Bron: Reuters
Auteur:
wdp
Tot 90 miljoen meer extreme armen door recessie
belga/afp
GENEVE -
De
economische recessie zal het aantal mensen dat in extreme armoede en
hongersnood leeft dit jaar doen aangroeien met 55 à 90 miljoen. Dat
staat in een nieuw rapport van de Verenigde Naties.
Door
de recessie werd een twintig jaar durende, dalende armoedetrend terug
omgebogen. Het aantal extreme armen zou dit jaar met zes procent kunnen
stijgen. Tegen het jaareinde schat de VN dat 17% van de wereldbevolking
van 6,8 miljard mensen in extreme armoede zal verkeren. Dat staat te
lezen in "The Millennium Development Goals Report", dat vandaag in
Genève werd voorgesteld door VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon. Hij
waarschuwt ook dat het terugschreven van ontwikkelingshulp zal leiden
tot meer ziektes en sociale ontwrichting in het zuidelijk halfrond.
Ban Ki-moon roept de G8-landen, die woensdag in Italië
bijeenkomen, op om hun hulp aan de ontwikkelingslanden, en vooral
Afrika, het komende jaar op te voeren. De VN-topman zal de G8-top ook
zelf bijwonen.
Kijk,
die 17% van de wereldbevolking is natuurlijk wel een veel groter aantal
dan alle ten dode opgeschreven Werchtergangers ...en we vrezen dat de
ene groep ongelukkigen niet echt wakker ligt van het noodlot dat de
andere overvalt. Maar we kunnen weer verkeerd zijn. En omdat het de
tijd der augurken en komkommers is wisselen we nare berichten af met
vrolijke maren.
"Het kan onwaarschijnlijk lijken, maar het is realiteit: Electrabel,
de grootste elktriciteitsproducent van België heeft voor de rekening
2008 geen bedrijfsbelastingen betaald", zo schrijft La Libre Belgique
woensdag. Bovendien heeft de groep zelfs een belastingkrediet van 94
miljoen euro gekregen.
Een eerste verklaring is dat het bedrijfsresultaat licht is
gedaald, een verklaring die sommige experts verbaasd. Sommigen "vragen
zich af of er geen transferts hebben plaatsgevonden ten voordele van
moederbedrijf GDF-Suez, onder de vorm van verschillende vergoedingen
voor prestaties van diensten allerhande", aldus La Libre Belgique.
Een ander element is de financiële lasten die sterk zijn toegenomen
(tot 1,239 miljard euro) als gevolg van de overname van de participatie
in Suez Tractebel.
Tot slot laat de notionele interestaftrek toe om de
financieringskost via eigen middelen af te trekken. Zo is het eigen
vermogen van Electrabel gestegen van 8,9 tot 12,2 miljard euro.
een
belastingskrediet van 94miljoen dus...die zullen we dan al maar meteen
aftrekken van die eerste 250 of was het 500 miljoen die Electrabel zou
storten aan de staatskas. Maar die sukkelaars hebben echt wel een
rotjaar achter de rug. Niks dan tegenslagen hebben ze bij Electrabel
gekend...lees zelf maar wels annus horribilis die brave jongens en
madammen van Reddy Kilowatt hebben beleefd: http://www.trends.be/nl/economie/bedrijven/4-222-53968/electrabel-ontkent-berichten-over-prijsmanipulatie-.html
Electrabel ontkent berichten over prijsmanipulatie
12/06/2009 07:00
Energiebedrijf Electrabel zegt dat het de prijzen op de
kortetermijnmarkt voor elektriciteit niet heeft gemanipuleerd.
Electrabel reageert daarmee op een studie van de CREG (Commissie voor
de regulering van Elektriciteit en Gas) over de gedragingen op de
groothandelsmarkt in elektriciteit in 2007 en het eerste semester van
2008, die donderdag werd voorgesteld.
Electrabel bevestigt dat het zijn productiecapaciteit niet volledig
benutte, maar ontkent dat het daarmee de prijzen kunstmatig opdreef,
zoals de CREG stelde. "Electrabel heeft de prijzen op de
kortetermijnmarkt niet gemanipuleerd", zegt Electrabel in een
persbericht. "De CREG weigert rekening te houden met de contractuele
verplichting voor Electrabel, net als voor de andere producenten in
Europa, om over een reservecapaciteit aan productie te beschikken, om
de zekerheid van bevoorrading van haar klanten te garanderen, en het
risico op een black-out te minimaliseren."
De CREG stelde zich in zijn studie vragen bij de hoge prijs die
Electrabel bij herhaling betaalde op de kortetermijnmarkt, terwijl het
zelf zijn productiecapaciteit niet volledig benutte. Volgens Electrabel
betekenden de pieken die de elektriciteitsprijzen op de
kortetermijnmarkt eind 2007 bereikten "een belangrijk financieel
verlies" voor het bedrijf.
Electrabel zou zelf verplicht geweest zijn om zijn elektriciteit
aan te kopen op de beurs om zijn klanten te kunnen bevoorraden.
Electrabel zou daarbij een "veel hogere" prijs hebben betaald dan de
klant.
Electrabel zegt dat de spotprijzen, of de prijzen op de
kortetermijnbeurs, geen enkele invloed hadden op de prijzen voor de
residentiële klanten, de industriële klanten, of op de
groothandelsprijzen. Het zegt dat de "vermeende manipulatie op geen
enkele manier een voordeel voor Electrabel teweeg heeft gebracht, zelfs
integendeel".
Electrabel noemt de beschuldigingen van de CREG "ongegrond". Om het
hoge niveau van de spotprijzen te verklaren, wijst Electrabel op de
"onbeschikbaarheid van bepaalde centrales omwille van onderhoudswerken
en
omwille van onvoorziene technische problemen". Ook waren er
"uitzonderlijke weersomstandigheden waardoor het verbruik plots fors
steeg" en "gelijkaardige en gelijktijdige problemen op de Franse
elektriciteitsmarkt".
Als je ze bezig hoort zijn ze ocharme bijna
failliet...en nochtans betalen de kleinste verbruikers een behoorlijke
prijs zouden we zo zeggen. En dat is natuurlijk volledig logisch in
deze tijden van groene energie en rationeel verbruik, spaarlampen en
slimme meters. Hoe minder verbruik, hoe duurder! Hoe zo, wij zijn niet goed snik? http://www.trends.be/nl/economie/finance/4-231-54118/belgische-elektriciteit-te-duur.html
Belgische elektriciteit te duur
23/06/2009 15:00
Vooral alleenstaanden betalen in België nog steeds te veel
voor hun elektriciteit. Dat blijkt uit een internationale vergelijking
van energietarieven door verbruikersorganisatie Test-Aankoop.
In een recent onderzoek vergelijkt Test-Aankoop de energietarieven
van acht Europese landen. "Vooral de prijzen van de buurlanden zijn
belangrijk", zegt woordvoerder Ivo Mechels van Test-Aankoop. "Want de
Belgische regering heeft al in april 2000 beslist dat de prijzen
afgestemd moeten worden op die van de buurlanden. Maar dat is nog
steeds niet gebeurd."
Laag verbruik is het duurst
Vooral bij een laag verbruik (tot 2500 kWh per jaar) scoort België
slecht. Zo zou een alleenstaande met een jaarlijks verbruik van 1200
kWh in België 306 euro moeten betalen, terwijl dat in Nederland slechts
114 euro is. Bij dit scenario is België niet alleen het duurste land,
het is ook 43 procent duurder dan de buurlanden.
Ook een Belgisch gezin met een gemiddeld jaarlijks verbruik van
3500 kWh geeft tot 17 procent meer uit aan energie dan een gezin in de
buurlanden. Enkel bij een hoog stroomverbruik is het verschil kleiner.
Dan betaalt de Belg 6 procent meer dan het gemiddelde van de
buurlanden.
Geen prijsverschil voor gas
"Toch moeten we de resultaten nuanceren", merkt Mechels op. "Voor
gas is het plaatje veel beter, en zijn de prijzen wel gelijk aan of
zelfs lager dan het gemiddelde van de buurlanden." Een reden voor het
prijsverschil kan Mechels niet meteen aanhalen. "Test-Aankoop heeft
enkel een vergelijkende studie gedaan van de energietarieven, en kan
alleen die cijfers presenteren."
De acht landen die werden vergeleken, zijn België, Frankrijk,
Nederland, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal en het Verenigd
Koninkrijk. Het ging om tarieven van februari 2009, taksen inbegrepen.
Je zou uit pure nood met een Filipijnse madam trouwen ...en mot je
weten, beste Ollandse vrienden die zo zuinigjes betalen bij laag
verbrruik dat Electrabel hier een ganse vloot afgeschreven centrales
doet draaien waarvan een paar nucleaire waaruit dus zeer goedkope
electriciteit komt. Of hoe men lood in goud verandert in deze sector.
En eigenaardig is wel dat de armeren met laag verbruik, net zoals met
die klucht van de zonnepanelen waarover we ons reeds een kramp hebben
geschreven, weer eens de dupe zijn en mee betalen voor de
potverteerders. Dat is pas een mooie toepassing van de Belgische
REG-politiek. REG betekent hier dus wel degelijk "rationele
energie"... Erg rationeel allemaal inderdaad! Geef mij vlug mijn tanga effe door! Lily i'm coming sweetheart!