~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke Randdebiliteit ~
~ HÉT "progressief" Orgaan Der "Hangmatsocialisten" ~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke & Politieke Randdebiliteit
28-03-2010
EEN AANRADER: Voortreffelijke Nederlandse studie over biobrandstoffen!
We gaan op bezoek bij de bovenburen. Recent mochten we immers
vaststellen dat ze daar soms intelligente dingen zeggen. En op een dag
als vandaag waarop de Vlaamse pers niks beters weet te melden als dat De
Wever de populairste politicus is in Vlaanderen en zijn partij de NVA
de tweede grootste partij zou zijn indien er nu verkiezingen
plaatsvinden, zoeken we dus wat verpozing bij intelligente volkeren.
Deze keer zijn dat onze leuke buren van de Verenigde Provinciën. Wat
vinden we daar? Wel een interessante studie van de organisatie Natuur
en Milieu over biobrandstoffen: http://www.snm.nl/page.php?pageID=88&itemID=5772
De
studie werd ondermeer uitgevoerd door de universiteit van Wageningen en
de resultaten zijn vrij ontluisterend wat betreft de Europese politiek
over biobrandstoffen
Wij kunnen onze lezertjes warm
aanbevelen om de brochure van de studie te downloaden en eens aandachtig
te lezen en liefst zo breed mogelijk te verspreiden want dit soort
politiek heeft nog ergere gevolgen dan deze van de NVA. We moeten wel
opletten dat we nu oog geen klacht van De Wever aan ons broek hebben.
Lezen en downloaden, beste lezertjes of is het omgekeerd?!
Teelt van
biobrandstoffen verergert klimaatverandering
PERSBERICHT
Automobilist
betaalt voor slecht klimaatbeleid
27 maart 2010 - Het
Nederlandse en Europese beleid voor biobrandstoffen werkt niet, omdat
het de uitstoot van broeikasgassen niet vermindert, maar juist vergroot.
Dit komt omdat biobrandstoffen naast de bekende effecten ook een
verborgen klimaateffect hebben, waarover nu steeds meer bekend wordt.
Nederland moet in de komende maanden een standpunt innemen over dit
verborgen klimaateffect, omdat de Europese Commissie daar dit jaar over
beslist. Mirjam de Rijk, directeur van Stichting Natuur en Milieu: Dit
verborgen klimaateffect leidt bij vrijwel alle biobrandstoffen die
geteeld worden tot meer uitstoot van broeikasgassen dan fossiele
brandstoffen. Automobilisten dreigen meer te moeten betalen voor
biobrandstof, terwijl het klimaatprobleem er alleen maar door
verergert.
In het rapport Het verborgen klimaateffect van
biobrandstoffen beschrijft Natuur en Milieu de risicos voor het klimaat
van de huidige biobrandstoffen op basis van wetenschappelijke
onderzoeken. Daaruit blijkt dat bijna alle biobrandstoffen die geteeld
worden negatief zijn voor het klimaat, als je de effecten van vergroting
van het wereldwijde landbouwoppervlak meerekent.
Het verborgen
klimaateffect ontstaat door de enorme vraag naar extra landbouwgrond die
het Europese biobrandstofbeleid genereert. Omdat wereldwijd alle
beschikbare landbouwgrond nodig is voor de sterk stijgende voedselvraag,
moeten hiervoor natuurgebieden gecultiveerd worden. De enorme
hoeveelheden broeikasgassen die dan vrijkomen uit de bodem en
oorspronkelijke begroeiing doen de positieve effecten van
biobrandstoffen geheel teniet.
Als er bijvoorbeeld door de aanleg
van een palmolieplantage elders tropisch veenbos gekapt wordt voor
nieuwe landbouwgrond, duurt het vierhonderd jaar voordat die
broeikasgassen weer uit de atmosfeer gehaald zijn met
biobrandstofproductie. Pas daarna is sprake van klimaatwinst.
Biobrandstoffen vragen om veel grond. Zo zijn er 260 voetbalvelden
landbouwgrond nodig voor één retourvlucht Amsterdam New York van een
Boeing 747.
Natuur en Milieu vindt dat de overheid moet stoppen
met het stimuleren van biobrandstoffen waarvoor landbouwgrond nodig is.
Met reststromen uit industrie, landbouw en duurzaam bosbeheer kunnen wel
duurzame biobrandstoffen gemaakt worden. Die reststromen en groen gas
kunnen ongeveer voorzien in 5% bijmenging van biobrandstoffen. De
belangrijkste klimaatwinst in het verkeer kan bereikt worden met veel
zuinigere autos. De rest van de beoogde CO2-vermindering kan behaald
worden met elektrisch rijden.
Amid recession, Memphis becomes America's hunger
capital
A look at hunger in the U.S.
By Shashank Bengali | McClatchy Newspapers
MEMPHIS, Tenn. It wasn't long ago that Rachel Cales volunteered at her
church's food pantry, bagging canned goods and emergency provisions for
families that had fallen on hard times.
Last May, however,
Cales lost her job managing a yogurt shop. Her elder daughter was about
to be married and her two teenage children were living at home and
looking for work. Suddenly, she couldn't afford the groceries her family
needed, and she had to turn to the pantry for help.
"I never
thought we'd have to ask anyone for food," said Cales, who lives on a
tree-lined street in eastern Memphis, in a two-story house with prim
blue shutters.
She's far from alone. This Southern city, long
famous for blues and barbecue, has earned a grim new distinction: the
hunger capital of the United States.
As more and more Americans
struggle to pay their bills, a recent survey co-sponsored by Gallup
found that 26 percent of people in greater Memphis couldn't afford to
buy the food their families needed at some point over the previous 12
months, the highest rate in the nation.
The nationwide recession
has compounded the region's economic woes, which experts say stem from
the steady decline of family farms, a shortage of skilled workers and
few major employers. Slammed with job losses, many middle-class families
such as the Caleses find themselves forced to choose whether to pay
their house, car, utilities and medical bills or buy groceries.
"We
have seen need grow at certain times, but we have never seen a national
economy like this," said Susan Sanford, who's headed the Mid-South Food
Bank in Memphis for the past two decades. "And we have never seen so
many middle-class people lose their jobs and have to depend on emergency
food assistance."
Last year, some 186,500 people in 31 Arkansas,
Mississippi and Tennessee counties that surround Memphis relied on
agencies for their next meals, a 28 percent increase from four years
ago, the food bank reported. Paradoxically, the region also suffers from
high rates of obesity, which experts say is the result of families
eating cheaper and less nutritious food.
"It's no surprise that
this is a very poor area," Sanford said. "But I never would have
expected to be No. 1 in food insecurity in the entire country."
'THERE WAS NO WARNING'
Cales never thought she'd be in her
position, either. She and her husband, Donald, bought their home seven
years ago and felt comfortable enough to spring for a few creature
comforts: a big-screen TV, the premium cable package.
While her
husband's job as a truck driver covered most of the family's bills, over
three years Cales worked her way up to become the manager of a TCBY
yogurt shop. Her $13.50 hourly wage gave the family a slight financial
cushion, but last May the owner came in and told Cales that her position
was being eliminated.
"There was no warning," Cales recalled.
"She said I could be a regular employee at $7 an hour ... and I told
her, no, I didn't want to do that. So she told me to get my stuff and
leave."
Now the premium cable is gone. Cales and her husband
shopped around and found a cheaper car insurance policy. Every Friday
after he's paid, they huddle around a computer and pay their bills,
hoping there's some cash left over.
"Groceries are always last on
the list," Cales said. "We pay our house note, pay the bills, get all
that stuff out of the way, and sometimes there's just not enough left."
There's
always something in the cupboard at home pasta, maybe, or some
instant meals but when there isn't money for fresh meat and produce,
Cales visits the food pantry at her church, Raleigh Assembly of God.
Her
husband was reluctant to ask for help at first. Even now, Cales won't
take a full bag of free groceries, like the ones she used to pack as a
volunteer. She takes just enough to get the family through until her
husband's next payday.
With tired eyes, she looked across the
living room at her 19-year-old daughter, Tiffany, who was preparing for
her wedding by making bouquets of plastic flowers, a cost-saving
measure.
"With my income, we were doing it," Cales said. "But
without it. ... " Her voice trailed off.
A NATIONWIDE PROBLEM
At
Memphis' food pantries most of which are run by faith-based groups
and staffed by volunteers the demand has never been greater. Any day
of the week, families troop in for sacks loaded with an assortment of
food, most of it nonperishable: beef ravioli, ramen noodles, pinto
beans, canned carrots, peanut butter, chili.
The scenes are
playing out nationwide as food shortages become a growing national
problem. Feeding America, the country's largest network of emergency
food providers, reported that its pantries, soup kitchens and shelters
served 37 million Americans last year, a 46 percent jump from 2005.
In
a recent national survey, nearly half the group's clients said they had
to choose between paying for food and paying their heating or
electricity bills. More than one-third of the people it served were
children.
The growing demand comes amid a fundamental change in
the way that nonprofit food banks operate. For years, regional food
banks, the primary suppliers to pantries and kitchens, filled their
stockpiles primarily with surplus food donated by giant food
manufacturers.
"When I arrived at this food bank 20 years ago, the
food that we had to distribute, we just sat here and waited for it to
come in," Sanford said. "And there was a lot of it."
As food
manufacturers have become more efficient, however, those surpluses are
disappearing. In recent years, food banks have had to buy food from
brokers and retail stores.
Sanford said that more than 10 percent
of the food that was distributed to Memphis pantries and soup kitchens
last year was purchased, and that share figures to increase as the
recession's impact lingers.
"What we know from studying earlier
recessions is that unemployment is a lagging indicator ... and poverty
lags unemployment by one or two years at a minimum," said Elaine Waxman,
the director of social policy research for Feeding America. "We're not
likely to get back to the poverty rates we saw pre-recession for at
least the next 10 years."
THE NEW HUNGRY
The
profile of hunger has changed dramatically, said Mike Brown, who runs
the pantry at Mississippi Boulevard Christian Church in depressed
central Memphis, on a street fringed with boarded-up shops.
"We
see people come up (driving) nice cars; people dressed nice," Brown
said. "They just don't have the money."
One of the city's "new
hungry" is Debra Williams, 45, who was laid off from her job as a school
janitor last May after eight years. She lives with her husband and two
children in a single-story frame house with a patchy lawn and a rusting
Mazda sedan parked in the driveway, its left taillight busted.
Her
husband's steel factory job pays $400 per week barely enough to cover
their bills and they don't qualify for government assistance, she
said. Two years ago, the couple declared bankruptcy after running up
about $25,000 in credit card debt. Her cell phone had just been cut off
and she was debating whether to give up their land line.
She
started visiting church food pantries on weeks that their money ran out.
She and the children don't have health insurance and haven't seen a
doctor in more than a year, so she's tried to ensure that the family
eats healthfully: cooking at home almost every night, meat whenever
possible and not skipping meals.
"There was a bigger choice"
before she lost her job, she said. "Now you have to get what you can
afford. You might not have steak; you might have to have chicken two
days in a row."
As she searches the want ads fruitlessly, there's
one bright spot: Her 16-year-old son, Jordan, just started a job as a
cashier at a McDonald's, working after school and on weekends. Whatever
he earns he'll keep for himself, Williams said; she'd rather he learn
how to manage his own finances. The family will continue to scrape by
with help from their church.
"We're living day by day," Williams
said, wiping away a tear.
De berichten over sexuele uitspattingen van priesters en geestelijken
blijven maar duren . Uiteindelijk moeten we beginnen te geloven dat de
meerderheid van dat soort zieltjeswinners doodgewoon een bende perverten
zijn of waren. Maar nu komt ook opperjurk Benedictus in opspraak. Niet
onmiddellijk als pervert maar als diegene die niet ingreep. Wat al even
erg is in onze ogen. Het is ook niet onmiddellijk een rebelse bron die
hierover schrijft! Lees het zelf maar zoals we gewoonlijk zeggen:
AP Photo/Jeffrey PhelpsArthur
Budzinski, 61, center left wearing black black leather coat, a former
student at St. John's School for the Deaf in St. Francis, and his
daughter, Gigi Budzinski, center right, who is interpreting for him,
speak to members of the media at a news conference outside the Catholic
Archdiocesan headquarters in St. Francis, Wis. Budzinski is one of some
200 deaf boys Rev. Lawrence Murphy is accused of molesting at St. John's
School for the Deaf in St. Francis.Arthur
Budzinski says the first time the priest molested him, he was 12 years
old, alone and away from home at a school for the deaf. He says he asked
the Rev. Lawrence Murphy to hear his confession, and instead the priest
took him into a closet under the stairs and sexually assaulted him.
Budzinski,
now 61, was one of about 200 deaf boys at the St. John's School for the
Deaf in St. Francis, Wis., just outside Milwaukee, who say they were
molested by the priest decades ago in a case now creating a scandal for
the Vatican and threatening to ensnare Pope Benedict XVI.
Some of
the allegations became public years ago. But they got renewed attention
this week after documents obtained by The New York Times showed that
Murphy was spared a defrocking in the mid-1990s because he was protected
by the Vatican office led by Cardinal Joseph Ratzinger, now the pope.
The
Vatican on Thursday strongly defended its decision not to defrock
Murphy and denounced what it called a campaign to smear the pope and his
aides.
In recent weeks, Benedict has also come under fire over
his handling of an abuse case against a priest in Germany three decades
ago when he was a cardinal in charge of the Munich Archdiocese.
In
the Milwaukee-area case, Murphy was accused of molesting boys in the
confessional, in dormitories, in closets and during field trips while
working at the school for the deaf from the 1950s through 1974. Murphy
died in 1998 at age 72.
Budzinski, now a bicycle and furniture
assembler at a department store, said Murphy preyed on him during the
1960s. The priest was fluent in sign language and often told the boys
they were handsome, Budzinski said Thursday during an interview in which
his daughter interpreted his sign language.
He said he avoided
Murphy as much as he could afterward, but when he went to Murphy's
office the following year to make another confession the priest led him
to an adjoining room and sexually assaulted him again.
"It seemed
like my father would be walking into a trap every time," said
Budzinski's 26-year-old daughter, Gigi Budzinski.
He said Murphy
assaulted him a third time the next year in Budzinski's bed in his
dormitory room. Other boys were similarly assaulted, he said.
"They
would sleep in a large open room in bunk beds," Budzinski's daughter
said. "My father saw other boys being molested, too. They'd never talk
about it."
Church and Vatican documents showed that in the
mid-1990s, two Wisconsin bishops urged the Vatican office led by
Ratzinger to let them hold a church trial against Murphy.
However,
Ratzinger's deputy at the time decided the alleged molestation occurred
too long ago and said Murphy -- then ailing and elderly -- should
instead repent and be restricted from celebrating Mass outside of his
diocese, according to the documents.
Murphy's alleged victims
also included at least one teen in a juvenile detention center in the
1970s.
Donald Marshall, now 45, said Murphy visited him several
times a week at the detention center where he was sent at age 13 for
burglary. Murphy seemed nice when others were around, Marshall said. But
Marshall said he was later isolated in a cell after a fight -- and the
priest paid him a visit there.
"He was sitting on my bed, reading
the Bible to me, and he put his hand on my knee," Marshall said. "He
leaned over and started kissing me. That's when he tried to put his hand
down my pants."
The Associated Press does not normally identify
victims of sex crimes but Budzinski and Marshall allowed their names to
be used.
One of the documents, written by the Rev. Thomas
Brundage and dated October 1997, said some of Murphy's assaults began in
the confessional, where he began by asking the boys about their being
circumcised. Brundage said at least 100 boys were involved.
"Odds
are that this situation may very well be the most horrendous,
number-wise, and especially because these are physically challenged,
vulnerable people," Brundage wrote.
Another deaf student, Steven
Geier of Madison, said Murphy molested him four times in a St. John's
closet in the mid-1960s starting when Geier was 14. During the first
assault Murphy demanded Geier remove his pants, and when he refused
Murphy pulled them off, Geier said through a sign language interpreter.
"Father
Murphy put everything into the context of God. I felt like I was really
brainwashed," Geier said. He spoke in harsh terms about the pope,
calling him "stupid" for allowing the abuse of children even though he
is supposed to be doing God's work.
The Archdiocese of Milwaukee
entered mediation in 2004 with a number of people who claimed to have
been victimized by priests. The archdiocese has paid compensation to
Murphy's victims, but spokeswoman Julie Wolf would not say how much.
Budzinski said he received $80,000.
Through mid-2009, the
archdiocese said, it paid out $28 million to settle allegations of
clergy sexual abuse.
"Murphy's actions were criminal and we
sincerely apologize to those who have been harmed," the archdiocese said
in a statement Thursday.
Budzinski said that when he was 26, he
and two others victimized by Murphy went to police. He said the police
investigated Murphy but didn't arrest him.
E. Michael McCann,
then the Milwaukee County district attorney, said his office reviewed
the case but couldn't file charges because the six-year statute of
limitations had run out.
Budzinski said he suspected that Murphy
targeted deaf boys whose parents weren't deaf. Back then, he said, those
parents didn't know how to communicate with their deaf children, so
those youngsters were less likely to expose Murphy's actions.
The
Vatican issued a strong defense of its handling of the Murphy case. The
Vatican newspaper L'Osservatore Romano said there was no cover-up and
denounced what it said was a "clear and despicable intention" to strike
at Benedict "at any cost."
The Vatican spokesman, the Rev.
Federico Lombardi, issued a statement noting that the Murphy case did
not reach the Vatican until 1996 -- some 20 years after Milwaukee church
authorities first learned of the allegations. Lombardi said the absence
of more recent allegations was a factor in the decision not to defrock
Murphy.
On Thursday, a group of Americans who say they were
sexually abused by clerics held a news conference outside St. Peter's
Square in Rome to denounce Benedict's handling of the case.
Peter
Isely, the Milwaukee-based director of SNAP, the Survivors Network of
those Abused by Priests, called the Murphy case the most
"incontrovertible case of pedophilia you could get."
"The goal of
Cardinal Ratzinger, now Pope Benedict, was to keep this secret," he
said.
___
Ehlke reported from Milwaukee. Associated Press
writers Todd Richmond in Madison and Carrie Antlfinger in Milwaukee
contributed to this report.
Top Vatican officials including the future Pope Benedict XVI did
not defrock a priest who molested as many as 200 deaf boys, even though
several American bishops repeatedly warned them that failure to act on
the matter could embarrass the church, according to church files newly
unearthed as part of a lawsuit.
Enlarge This Image
Jeffrey Phelps for
The New York Times
Arthur Budzinski, at a
cemetery behind St. John's School for the Deaf, says he was first
molested in 1960 when he went to Father Murphy for confession.
The internal correspondence from bishops in Wisconsin directly to
Cardinal Joseph Ratzinger, the future pope, shows that while church
officials tussled over whether the priest should be dismissed, their
highest priority was protecting the church from scandal.
The
documents emerge as Pope Benedict is facing other accusations that he
and direct subordinates often did not alert civilian authorities or
discipline priests involved in sexual abuse when he served as an
archbishop in Germany and as the Vaticans
chief doctrinal enforcer.
The Wisconsin case involved an
American priest, the Rev. Lawrence C. Murphy, who worked at a renowned
school for deaf children from 1950 to 1974. But it is only one of
thousands of cases forwarded over decades by bishops to the Vatican
office called the Congregation for the Doctrine of the Faith, led from
1981 to 2005 by Cardinal Ratzinger. It is still the office that decides
whether accused priests should be given full canonical trials and
defrocked.
But Cardinal Bertone halted
the process after Father
Murphy personally wrote to Cardinal Ratzinger protesting that he
should not be put on trial because he had already repented and was in
poor health and that the case was beyond the churchs own statute of
limitations.
I simply want to live out the time that I have
left in the dignity of my priesthood, Father Murphy wrote near the end
of his life to Cardinal Ratzinger. I ask your kind assistance in this
matter. The files contain no response from Cardinal Ratzinger.
Father
Murphy not only was never tried or disciplined by the churchs own
justice system, but also got a pass from the police and prosecutors who
ignored reports from his victims, according to the documents and
interviews with victims. Three successive archbishops in Wisconsin were
told that Father Murphy was sexually abusing children, the documents
show, but never reported it to criminal or civil authorities.
Instead of being disciplined, Father
Murphy was quietly moved by Archbishop William E. Cousins of Milwaukee
to the Diocese of Superior in northern Wisconsin in 1974, where he spent
his last 24 years working freely with children in parishes, schools
and, as one lawsuit charges, a juvenile detention center. He died in
1998, still a priest.
Even as the pope himself in a recent
letter to Irish Catholics has emphasized the need to cooperate with
civil justice in abuse cases, the correspondence seems to indicate that
the Vaticans insistence on secrecy has often impeded such cooperation.
At the same time, the officials reluctance to defrock a sex abuser
shows that on a doctrinal level, the Vatican has tended to view the
matter in terms of sin and repentance more than crime and punishment.
The Vatican spokesman, the Rev. Federico Lombardi, was shown the
documents and was asked to respond to questions about the case. He provided
a statement saying that Father Murphy had certainly violated
particularly vulnerable children and the law, and that it was a
tragic case. But he pointed out that the Vatican was not forwarded the
case until 1996, years after civil authorities had investigated the
case and dropped it.
Father Lombardi emphasized that neither the
Code of Canon Law nor the Vatican
norms issued in 1962, which instruct bishops to conduct canonical
investigations and trials in secret, prohibited church officials from
reporting child abuse to civil authorities. He did not address why that
had never happened in this case.
As to why Father Murphy was
never defrocked, he said that the Code of Canon Law does not envision
automatic penalties. He said that Father Murphys poor health and the
lack of more recent accusations against him were factors in the
decision.
The Vaticans inaction is not unusual. Only 20 percent
of the 3,000 accused priests whose cases went to the churchs doctrinal
office between 2001 and 2010 were given full church trials, and only
some of those were defrocked, according to a recent interview in an
Italian newspaper with Msgr. Charles J. Scicluna, the chief internal
prosecutor at that office. An additional 10 percent were defrocked
immediately. Ten percent left voluntarily. But a majority 60 percent
faced other administrative and disciplinary provisions, Monsignor
Scicluna said, like being prohibited from celebrating Mass.
To
many, Father Murphy appeared to be a saint: a hearing man gifted at
communicating in American Sign Language and an effective fund-raiser for
deaf causes. A priest of the Milwaukee Archdiocese, he started as a
teacher at St. Johns School for the Deaf, in St. Francis, in 1950. He
was promoted to run the school in 1963 even though students had
disclosed to church officials in the 1950s that he was a predator.
If he was a real mean guy, I would have
stayed away, said Mr. Budzinski, now 61, who worked for years as a
journeyman printer. But he was so friendly, and so nice and
understanding. I knew he was wrong, but I couldnt really believe it.
Mr. Budzinski and a group of other deaf former students spent more than
30 years trying to raise the alarm, including passing out leaflets
outside the Milwaukee cathedral. Mr. Budzinskis friend Gary Smith said
in an interview that Father Murphy molested him 50 or 60 times, starting
at age 12. By the time he graduated from high school at St. Johns, Mr.
Smith said, I was a very, very angry man.
In 1993, with
complaints about Father Murphy landing on his desk, Archbishop Weakland
hired a social worker specializing in treating sexual offenders to
evaluate him. After four days of interviews, the social worker said that
Father Murphy had admitted his acts, had probably molested about 200
boys and felt no remorse.
However, it was not until 1996 that
Archbishop Weakland tried to have Father Murphy defrocked. The reason,
he wrote to Cardinal Ratzinger, was to defuse the anger among the deaf
and restore their trust in the church. He wrote that since he had become
aware that solicitation in the confessional might be part of the
situation, the case belonged at the doctrinal office.
With no
response from Cardinal Ratzinger, Archbishop Weakland wrote a different
Vatican office in March 1997 saying the matter was urgent because a
lawyer was preparing to sue, the case could become public and true
scandal in the future seems very possible.
Recently some
bishops have argued that the 1962 norms dictating secret disciplinary
procedures have long fallen out of use. But it is clear from these
documents that in 1997, they were still in force.
But the effort
to dismiss Father Murphy came to a sudden halt after the priest
appealed to Cardinal Ratzinger for leniency.
In an interview,
Archbishop Weakland said that he
recalled a final meeting at the Vatican in May 1998 in which he
failed to persuade Cardinal Bertone and other doctrinal officials to
grant a canonical trial to defrock Father Murphy. (In 2002, Archbishop
Weakland resigned after it became public that he had an affair with a
man and used church money to pay him a settlement.)
Archbishop
Weakland said this week in an interview, The evidence was so complete,
and so extensive that I thought he should be reduced to the lay state,
and also that that would bring a certain amount of peace in the deaf
community.
Father Murphy died four months later at age 72 and
was buried in his priestly vestments. Archbishop Weakland wrote a last
letter to Cardinal Bertone explaining his regret that Father Murphys
family had disobeyed the archbishops instructions that the funeral be
small and private, and the coffin kept closed.
In spite of
these difficulties, Archbishop Weakland wrote, we are still hoping we
can avoid undue publicity that would be negative toward the church.
Electro-magnetische velden. Zijn de Ollanders dan toch slimmer?
Nu we weten dat Le Soir een slechte gazet is voor onze weldenkende
democratische vlaams-nationalisten, plaatsen we ze op onze shortlist
verplichte lectuur. Wat vonden we in deze haatgazet die nauwelijks
onderdoet voor Radio Mille Collines? We een zeer degelijk artikel
geschreven door de energiespecialist van franstalig Belgistan namelijk
Joan Condijts. Deze brave mens maakt de zelfde analyse van de
liberalisering van de energiemarkt dan wij. Met één verschil, hij
schrijft veel beter...
La conclusion est éloquente : « Pour
certains consommateurs, même en choisissant le fournisseur le plus
intéressant, il nest plus possible dobtenir de meilleurs prix que ceux
qui auraient été possibles dans lancien système régulé ».
Ces quelques lignes émanent dune publication de la Commission de
régulation de lélectricité et du gaz (Creg). Que signifient-elles ? La
libéralisation du marché électrique est un échec. Pourquoi ? Comme le
dit le gendarme du marché énergétique, un client wallon mais les
Bruxellois sont dans la même situation et les Flamands nen sont guère
éloignés aurait bénéficié dune facture plus légère si le marché ne
sétait pas ouvert à la concurrence.
La cause ? Le système
choisi. Larchitecture même de cette libéralisation voulue par des
idéologues de la Commission européenne que les gouvernements nont pas
arrêtés dans leur course effrénée et aveugle. Le marché a raison, telle
est leur devise. Le marché se plante ? Le marché sautorégule, telle est
leur défense.
Si la réponse apportée est « le marché »,
la question était « quelle est la solution pour obtenir le modèle de
fourniture délectricité le plus efficace ? » La Creg démontre
aujourdhui que cette réponse nest pas la plus efficace. Et cette voix
ne fait que rejoindre un concert qui senrichit semaines après semaines.
Même le régulateur britannique, apôtre par excellence du libéralisme, a
admis que le marché ouvert napportait pas les réponses aux défis
énergétiques qui attendent le Royaume-Uni.
Les Etats-Unis qui ne
sont pourtant pas les plus frileux en matière de concurrence, lont
compris de longue date : la plupart des Etats américains ont abandonné
le modèle libéralisé « à leuropéenne » ou y ont renoncé, préférant
souvent une concurrence en amont (limitée au niveau de la production).
Le Brésil opère également de la sorte. Avec succès : les producteurs de
courant se disputent une concession (la construction et lexploitation
dune centrale) pour plusieurs dizaines dannées en tentant doffrir le
meilleur prix du courant. Le plus bas lemporte.
LEurope a
préféré un modèle dune complexité horrible. Et coûteuse. Changeons le
modèle.
Hoor je het ook eens van iemand anders...
En
we vertoeven nog even in het energielandschap waar recent onze
minister-kneus Van Deurzen half Vlaanderen een hartinfarct bezorgde met
zijn uitspraken over de invloed van de magnetische velden van
hoogspanningslijnen op de gezondheid van onze kinderen. En dan krijg je
dit als reacties:
Antwerpen was
aangenaam verrast 19 maart via de media te vernemen dat u waarschuwt
voor de gezondheidsrisico's van wonen onder hoogspanningslijnen, vooral
voor kinderen. Wij citeren: "Wetenschappers houden rekening met de mogelijkheid
van één tot twee kinderen met leukemie in een periode van twee jaar in
Vlaanderen. U toont hiervoor uw bezorgdheid hoewel u opmerkt dat er geen
bewezen oorzakelijk verband bestaat.
Wij zijn verheugd dat u
als minister van o.m. volksgezondheid en gezin blijkt belang te hechten
aan het voorzorgsprincipe. Wij durven op deze basis een beroep op u doen
dat u ook in de beslissing rond de Antwerpse mobiliteit, waarin uw naam
ten onrechte nooit genoemd wordt, de belangen van alle inwoners van
deze stad zou willen vertegenwoordigen. Wat stellen we vast? De
beslissing over het oosterweel tracé dateert van begin van deze
eeuw.Toen waren er reeds langdurige studies bezig over de relatie tussen
fijn stof, lawaai en vele vormen van ziekte en menselijk lijden en
sterven. Maar deze werden pas gepubliceerd in bladen als "The Lancet" in
juli 2007 (Glauderman et al) en in the journal of medecine, en vele
anderen. Ook Europa deed grootschalig onderzoek, o.m. in de CAFE studie
van 2004. Daarin staat dat er in Europa door verkeersgebonden fijn stof
meer dan 300,000 "vroegdoden" per jaar te betreuren zijn, waarvan ca.
13,000 in België. Of, dat de gemiddelde Belg een klein jaar korter leeft
als gevolg van verkeersgebonden luchtverontreiniging. Wat geluid
betreft stelde Europa vast dat er ca. 250,000 hartinfarcten per jaar
zijn als gevolg van verkeersgebonden lawaai. Waarvan 50,000 dodelijk. En
de geluidskaarten van Antwerpen tonen aan dat 1 op 2 Antwerpenaren
leeft en slaapt met overdreven verkeerslawaai.
Zeer geachte heer
Minister, beste Jo, wat Antwerpen betreft hebben we het dus niet over
rekening houden met één kind dat per jaar wellicht een
levensbedreigende ziekte krijgt, maar over wetenschappelijke
zekerheden. Het staat nl. wetenschappelijk vast dat bepaalde
levensbedreigende ziektes op significante wijze veelvuldiger voorkomen
naarmate meer mensen dichter bij intensief autoverkeer wonen. Prof. Tim
Nawrot (UHasselt), Prof. Benoit Nemery (KULeuven), Prof. Dirk Avonts, UA
en Ugent, Dr. Mark Goethals e.v.a. zullen dit gaarne bevestigen.
In
Vlaanderen woont men bijna altijd te dicht bij verkeer. Maar nergens
zoals in Antwerpen. Door een historisch falen takken er binnen Antwerpen
maar liefst 6 drukke, overvolle autobanen aan op de stedelijke halve
ringweg. Hierover rijden 150 tot 200,000 voertuigen per dag. 5 werkdagen
per week. Nergens in Vlaanderen lopen overdrukke autobanen zo pal door
de stad dan in Antwerpen. Dit laat zich bewijzen door volgende cijfers:
van alle Vlamingen die dichter dan 1,500 meter bij een autobaan wonen
woont ca. de helft in Antwerpen: ca. 250.000. (1 op 2 Antwerpenaren!).
89 % van alle Anwterpenaren slaapt bij 55 db en meer.
Beste Jo,
erger nog: meer dan de helft van alle ziekenhuizen staan binnen de 500
meter van autobanen in Antwerpen. Hierin staan ca. 75 % van alle
ziekenhuis bedden. Meer dan 55 scholen staan op minder dan 500 meter van
drukke autobanen. Meer dan 50% van alle sociale en maatschappelijke
instellingen en kinderdag- verblijven staan te dicht bij drukke
autobanen. En daarbij komt dat de binnenstad een totaal gebrek heeft aan
groen en parken. De Antwerpenaren lijden onder de slechtste lucht en
het meeste lawaai.
Het onwaarschijnlijke doet zich voor, geachte
Heer Minister, daar waar u terecht bezorgd bent over dat ene Vlaamse
kind dat wellicht per jaar leukemie krijgt van te dicht bij
hoogspanningskabels te wonen, dat uw collega's weigeren de gegevens
omtrent de verkeersgebonden problematiek van Antwerpen ernstig te nemen.
Geen enkel argument kan uw naaste collega's tot het inzicht brengen dat
het beter is van mening te veranderen dan zich op te sluiten in het
eigen ongelijk. "They walk and refuse to look back".
Wij verzoeken
u dan ook namens deze bedreigde stad zitting te nemen in het comité van
ministers dat deze noodlottige beslissing dreigt te nemen om Antwerpen
een Lange Wapper light door de strot te duwen. Hoewel uw Minister
President talloze malen gezegd heeft dit niet te zullen doen. U hebt in
het verleden bewezen dat voor u een gegeven woord ernstig was, ja bijna
heilig. Wij doen dan ook een dringend beroep op u, als stad in nood,
"Gelieve onze stad te vertegenwoordigen in het comité van de Oosterweel,
waak over onze gezondheid en maak een einde aan dit schuldig verzuim.
Door dit te doen zult u bijdragen tot het broodnodige herstel van
vertrouwen tussen politiek en publiek.
Jo Van Deurzen lanceert wat terecht heet- een een
verontrustende boodschap : leven onder hoogspanningskabels is
levensgevaarlijk want bron van kinderleukemie
Iemand van CD&V die EIN-DE-LIJK
openlijk de link durft leggen tussen elektromagnetische velden en
kanker, zij het dan dat hij zich al bij al nog voorzichtig uitdrukt en
het in hoofdzaak heeft over de kleinsten onder ons.
Uit Het Nieuwsblad:
De
cijfers zijn erg verontrustend: bij hoogspanningslijnen van 380.000
volt is de magnetische straling zelfs te hoog op 80 meter afstand van de
kabels. Is het dan niet beter om mensen gewoon te verbieden om in de
buurt van een hoogspanningslijn te gaan wonen? 'De internationale normen
daarvoor liggen op 100 microtesla, hier spreken we van 0,4 microtesla',
'Als er een oorzakelijk verband is, zorgt dat in
Vlaanderen voor één extra geval van kinderleukemie om de twee jaar. Het
is te veel om te negeren, maar het heeft ook weinig zin om miljarden te
investeren en die mensen allemaal te laten verhuizen of al die kabels
onder de grond te stoppen. Een vrijblijvende waarschuwing als deze is
dan beter.'
Hoogspanningsnetbeheerder Elia is zich bewust van de
gevaren en werkt samen met een groep wetenschappers die de stralen
onderzoeken en hun bevindingen aan Elia overmaken. De Vlaamse regering
gaf strenge richtlijnen voor de plaatsing van nieuwe lijnen.
Ik vraag me
af hoe beleidslui zich nu moeten voelen, en zeker die van de
traditionele meerderheidspartijen. Zij die al generaties lang de
waterdragers zijn van Elektrabel en andere industriële lobbies. Bekruipt
hun hetzelfde gevoel als wanneer ze in groep aanschuiven bij de witte
lijkkistjes van vermoorde en verdwenen meisjes: ontroering gedrenkt in
plaatsvervangende schaamte voor de beleidsmatige flaters van zichzelf en
van hun voorgangers? Is hier plaats voor een mea culpa?
Wanneer
durft ACW-Jo het uit zijn getormenteerde Limburgse mond laten rollen dat
leukemie als het ware ook "verzonden" kan worden vanuit de zendmasten
van GSM-operatoren, vaak (met toelating van de kerkfabriek/gemeente)
geïnstalleerd op kerktorens dichtbij de Don Bosco- en zeg maar Sinte
Barbara- en andere scholen.
Sinte
Barbara, patrones van de zoete dood
Laat de mare van Jo Van
Deurzen nu uitgesproken zijn net op de dag dat zijn CVP-collega Crevits
laat publiceren dat er misschien een tweede Brusselse Ring komt, tussen
Aalst en Mechelen HANGT ER DAN NIET GENOEG FIJNSTOF IN DE LUCHT
MISSCHIEN? DOORKRUIST MEN HIER NIET EEN VAN DE DRUKST BEVOLKTE GEBIEDEN
VAN HET ZO GEPREZEN PLATTELANDSE VLAANDEREN???
Wéér een autoweg bij omwille van
Flanders Logistics!!!
Londerzeel, pas op!! Het
spook van de autoweg over Steenhuffel en Londerzeel duikt weer op !!!
De
CVP kan straks uit Europese zak misschien nog wat extra subsidies
halen, bestemd voor een aangepaste plattelandsontwikkeling: die ter
bestrijding van de extra-longkankers en hartkwalen
Politiek? Als (bepaalde)
kwallen padden werden, zou ik ze s avonds bij de overtrek inderdaad
platrijden !
Altijd raak
wanneer je suggereert dat er een verband is tussen kanker en
elektro-magnetische velden. Kijk beste lezertjes, we hebben het nu even
niet over kleine kinderen omdat daar inderdaad statistisch materiaal
bestaat uit langdurige studies dat er wel meer leukemie voorkomt bij
kinderen die onder hoogspanningslijnen wonen. Van Deurzen liegt niet
maar had wat meer duiding moeten geven.
Maar één ding is ook
zeker een band tussen leukemie en elektro-magnetische velden bij
volwassenen is er NIET. Waarom zijn wij daar zo zeker van? Wel
doodeenvoudig omdat er intussen toch al meer dan honderd jaar mensen
werken in en op hoogspanningsposten en -lijnen en daar NOOIT en ook
NERGENS een beroepsziekte werd opgemerkt die Leukemie heet en evenmin
wordt bij deze groep technici een verhoogd aantal kankerpatiënten
vastgesteld. Het is dus geen Eternit-story van "zoete dood" in deze
sector.
Nu
betekent dit niet dat er geen maatregelen kunnen gevonden worden om de
elektro-magnetische velden rond hoogspanningslijnen gevoelig te
verminderen. We weerhouden al zeker en vast niet het ondergronds
aanbrengen van deze lijnen wegens veel te duur (en dus door u en ik te betalen via mijn energiefactuur) en technisch onhaalbaar.
Er bestaan echter nog andere oplossingen en we verwijzen hiervoor naar
ons bevriend buurvolkje met hun leuke mutsjes. Meer bepaald naar Tennet
of de Ollandse Elia. Daar hebben ze namelijk hoogspanningsmasten met
gereduceerd magnetisch veld...
Zo komen we dus ook eens constructief uit de hoek al verwachten we niet meteen die masten in Belgistan te zien opduiken.Moeten jullie zelf maar uitzoeken wie in Belgistan de masten levert ...
How Washington Murdered Privacy at Home
and Abroad
By PAUL CRAIG ROBERTS
In the Swiss newspaper Zeit-Fragen, Professor Dr. Eberhard
Hamer from Germany asks, "How Sovereign is Europe?"
He examines the issue and concludes that Europe has
little, if any, sovereignty.
Professor Hamer
writes that the sovereign rights of Europeans as citizens of nation
states were dissolved with the coming into force of the Lisbon Treaty on
Dec. 1, 2009. The rights of the people have been conveyed to a
political commissariat in Brussels. The French, Germans, Belgians,
Spanish, British, Irish, Italians, Greeks, and so forth, now have
"European citizenship whatever this may be."
The
result of aggregating nations is to reduce the political participation
of people. The authority of parliaments and local councils has been
impaired. Power is now concentrated in new hierarchical structures
within the European Union. European citizenship means indirect and weak
participation by people. Self-rule has given way to authoritarian rule
from top to bottom.
Professor Hamer then examines
the EU commissariat and concludes that it, too, lacks sovereignty,
having submitted to the will of the United States. The problem is not
only that Europeans are waging an unconstitutional war ordered by the
U.S. in a region of the world where Europe has no interests. Europes
puppet state existence goes far beyond its mercenary service to the
American Empire.
The EU has given in to
Washingtons demand for "free access to the banking data of the central
financial service provider, Swift, in Europe. All financial flows in
Europe (and between Europe and the rest of the world) will now be
monitored by the CIA and other American and Israeli intelligence
services." The monitoring will include transfers within Germany, for
example, and within individual cities. "The data, even data of
completely innocent citizens, have to be stored for five years, of
course, at the expense of the banks and their customers."
How sovereign is the EU when it it unable to protect the
financial privacy of its citizens from foreign governments?
For some time Zeit-Fragen has been reporting
Washingtons pressure on the Swiss government to violate Swiss statutory
law in order to comply with American demands to monitor financial flows
within Switzerland and between Switzerland the world. Writers show
their astonishment at the total contempt Washington has for the
sovereignty of other countries and the privacy rights of their citizens.
We Americans should not be surprised. Not withstanding
statutory laws, our privacy rights are long gone. In the U.S. privacy
has become a cruel and expensive joke. It means that parents cannot find
out about the college grades of a son or daughter without the
permission of the son or daughter. It means that credit card companies,
banks and other financial institutions are required to waste money
sending a steady stream of privacy notices to customers about the use
of the customers information. It means an American cannot get
information about his account with a credit card company, telephone,
cable, and Internet provider, bank, utility company or make any
alteration in his account without providing a stranger with his Social
Security number or other private information over and beyond ones name,
address, and account number. This routine is a joke when the government
has access to everything. It is part of our Orwellian world that
privacy is protected by the requirement to give strangers private
information over the telephone.
The American
sheeple quietly accepted the complete destruction of their right to
privacy. Encouraged by success in smiting the American people,
Washington has now destroyed the privacy of Europeans.
Indeed, the "freedom and democracy" government spies on
the entire world and sends drones into foreign countries to murder
people disapproved by Washington.
Washington
denounces other governments for human rights violations while itself
violating human rights every day.
Washington puts
foreign leaders on trial for war crimes, while committing war crimes
every day.
What happens when the dollar goes and
Washington no longer has the money to bribe compliance with its demands?
When that day arrives, freedom will reemerge.
Paul
Craig Roberts was an editor of the Wall Street Journal and an
Assistant Secretary of the U.S. Treasury. His latest book, HOW
THE ECONOMY WAS LOST, has just been published by CounterPunch/AK
Press. He can be reached at: PaulCraigRoberts@yahoo.com
Het is weer raak. De communautaire oorlog is weer eens losgebarsten. Ons
aller NVA dient klacht in tegen Le Soir en dan nog wel bij het Centrum
voor Gelijke kansen en Racisme. Het Vlaams belang zal vuur spuwen want
daar ijveren ze al jaren om dat centrum af te schaffen. Hun grootste
concurrent gebruikt het om hun gram te halen. Nationalisten hebben
blijkbaar afwijkende meningen en strategieën. Maar waarover gaat het?
Eerst
het gewraakte artikel en laat ons duidelijk zijn in ons woordgebruik:
het is een column en een zeer goed geschreven en zelfs degelijk
onderbouwde column. En we zeggen dat als Vlamingen en tegenstanders der
Vlaamse wooncode
Dus Le Soir ...
Le
Wooncode et la loi du talion
Jean-Paul Marthoz Journaliste et essayiste
mardi 16 mars 2010, 10:36
Le
désir de vengeance est lune des pulsions les plus ataviques de
lhomme. Un prêté pour un rendu, tit for tat, leer om leer : les
lexiques regorgent de mots qui expriment ce puissant désir de
représailles.
Dans certains pays marqués par des traditions
claniques, cette obsession du règlement de comptes débouche
régulièrement sur des vendettas et des assassinats. Le crime dhonneur
en est lune des illustrations les plus veules.
il pour il,
dent pour dent : la loi du talion exerce également ses ravages entre les
communautés ethniques ou religieuses. La semaine dernière, le massacre
de centaines de chrétiens par des extrémistes musulmans au Nigeria a été
justifié par ses auteurs comme un « juste retour des choses », comme
une réponse à une tuerie dont les musulmans avaient été les victimes
quelques mois plus tôt.
Dans les pays de droit, heureusement, la
vengeance est domestiquée par de multiples règles qui interdisent de se
faire justice soimême ou encore de répondre à la discrimination par
linjustice.
La tentation est grande, pourtant, dutiliser les
mêmes armes que ladversaire, de répondre par des excès à ses abus, de
lui rendre la monnaie de sa pièce.
Cette « réciprocité négative »
menace à tout moment les relations entre des communautés. Le
gouvernement marocain vient, par exemple, dexpulser des missionnaires
étrangers en les accusant de prosélytisme. « Cette mesure sinscrit
dans le cadre de la lutte menée contre les tentatives de propagation du
credo évangéliste, visant à ébranler la foi des musulmans », a
déclaré le ministère marocain de lIntérieur.
Pourquoi, ont
protesté des évangéliques, les musulmans bénéficieraient-ils en Europe
ou aux Etats-Unis de lois qui reconnaissent légalité des droits des
croyants, alors que la plupart des Constitutions des pays de confession
islamique officialisent la discrimination, voire la répression, à
lencontre des autres religions ?
Le même réflexe guette certains
francophones qui soffusquent avec raison de lapplication par la
Région flamande dun code du logement crûment discriminatoire. Pourquoi,
sinterrogent-ils, nimposerions-nous pas les mêmes critères aux
Flamands désireux dacheter un chalet en Ardennes ?
Réciprocité,
loi du talion ? Cest ici que les eaux se partagent, que la division
sopère entre larchaïsme et la modernité. Le comportement des autorités
marocaines, comme celui du gouvernement flamand, relève dune
conception pré-moderne et pré-démocratique de lEtat et de la société.
Il nous renvoie à la dhimmitude du vieil Empire ottoman, qui tolérait
les minorités chrétiennes et juives sans leur accorder les mêmes droits
quaux musulmans. Il semble ne pas avoir été touché par ce 18e siècle éclairé qui, avec les Révolutions américaine
et française, marqua une rupture avec lordre ancien en décrétant les
principes de liberté, dégalité et de fraternité.
Plus de deux
siècles plus tard et appliquées cette fois à lensemble des citoyens « quels
que soient leur race, leur sexe ou leur religion », la Constitution
américaine et la Déclaration des droits de lhomme et du citoyen
continuent dincarner les valeurs qui inspirent linvention démocratique
et qui démarquent celle-ci de ses adversaires : lultranationalisme, le
cléricalisme et le communautarisme.
Ce modèle démocratique exige
de traiter tous les membres dune société selon les mêmes principes et
les mêmes lois. Si discrimination il y a, elle ne peut être que «
positive », cest-à-dire être conçue de telle manière quelle permette
effectivement aux citoyens de jouir des droits inscrits au fronton de la
République.
En dautres termes, et comme laurait dit Monsieur
de La Palice, une vraie démocratie ne se comporte pas comme une
non-démocratie. Elle ne confère pas à la majorité issue des urnes le
droit de régner selon son bon plaisir. Elle lui interdit en particulier
dimposer des règles et des lois qui violent les autres fondements
essentiels de lEtat de droit : les garanties individuelles, légalité
devant la loi et la protection des minorités.
Cest à laune de
ces principes que doivent être jugés les pays qui se réclament de la
démocratie et de la modernité, que ce soit la Flandre et son Wooncode,
le Maroc et sa discrimination religieuse, lItalie et ses rafles
dimmigrés, lAmérique de George Bush et sa justification de la torture.
Une vraie démocratie sinterdit par principe dutiliser certaines
méthodes et de recourir à certaines pratiques. Lorsque ses soldats
tirent de manière indiscriminée au milieu de populations civiles,
lorsque ses services de sécurité tabassent des prisonniers, lorsque ses
gardes-côtes renvoient dans des pays autoritaires des candidats réfugiés
sans respecter le droit de ces derniers à être entendus, ils commettent
moralement un acte de haute trahison, car ils subvertissent lordre et
les valeurs démocratiques quils sont censés protéger.
La loi du
talion constitua, aux époques barbares, une forme de progrès car elle
instaura le principe de la proportionnalité dans la vengeance. Le vol
dune poule nexigeait plus nécessairement le massacre de toute la tribu
du brigand. Mais elle ne peut pas servir de code moral ni de cadre
légal à une démocratie moderne.
Certes, celle-ci na pas de
vocation suicidaire et personne ne lui demande de tendre lautre joue à
ses ennemis. Mais un Etat qui se dit démocratique soumet tout simplement
sa riposte aux principes déthique et de droit qui lui donnent sa
légitimité.
Cette règle sapplique aux lois de la guerre, mais
aussi au savoir-vivre et au vivre ensemble. En dautres termes, pour
paraphraser Yvon Toussaint dans sa récente et flamboyante chronique «
La Belgique a peur ? » (NDLR : Le Soir du vendredi 12 mars),
une démocratie qui se respecte répond au Wooncode, aux fatwas et aux
identités crispées, par de « grands courants dair pour chasser les
remugles ». Elle répond aux obsédés de la pureté du sang, de la
sainteté du sol et de lunicité de la foi par un attachement serein et
résolu aux valeurs dégalité, douverture et de modernité.
N-VA dient opnieuw klacht in tegen Le Soir
(23/03/10)
Vorige week dinsdag 16 maart heeft Le Soir het
gepresteerd om een artikel te publiceren met als titel Le
Wooncode et la loi du talion, met
daarbij een grote foto van een massagraf in Nigeria vol slachtoffers van
een etnische zuivering. Na rijp beraad en overleg met juridische
experts, besliste de N-VA daarom om een klacht in te dienen bij het
Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR) wegens het
aanzetten tot haat en racisme.
De N-VA is het hartsgrondig beu dat de Vlamingen
door Le Soir voortdurend vergeleken worden met massamoordenaars
die zich schuldig maken aan etnische zuiveringen. Ditmaal gebeurde het
weliswaar in een vrije tribune maar dan wel van Jean-Paul Marthoz, één
van de vaste columnisten van Le Soir, die bovendien door de
redactie van de krant opgesmukt werd met de aangehaalde foto.
Bart De Wever: Wij pikken dat niet langer. De
Vlamingen worden collectief omschreven als een volk dat pre-moderne et
pre-démocratique is en worden in dezelfde zak gestoken als etnische
zuiveraars. Welke Vlaamse krant zou zoiets over Walen publiceren? Om het
met de woorden van Yves Leterme te zeggen, Le Soir wordt hoe langer
hoe meer La Gazette des Mille Collines. Waarom Le Soir nog zo
fanatiek vasthoudt aan België, terwijl men daar met zon afschuwelijke
Vlaamse gemeenschap moet samenleven, is echt een raadsel.
Het is de doodnormaalste zaak van de wereld dat
de Vlaamse overheid aan mensen die een beroep doen op een sociale woning
gesubsidieerd door de gemeenschap, vraagt om ten minste de inspanning
te leveren om de taal van die gemeenschap aan te leren. Daar en alleen
daarover gaat de Vlaamse wooncode, die bovendien met een enorm
grote meerderheid in het Vlaams parlement is goedgekeurd.
Deze wooncode wordt in Le Soir nog maar eens
verward met het recht op wonen in eigen streek, wat een onderdeel
vormt van het grond- en pandendecreet. Daar is het enkel en alleen de
bedoeling van de Vlaamse overheid om in 69 gemeenten met een hoge
migratiedruk en daardoor exploderende woningprijzen een kleine
sociale correctie door te voeren voor wat betreft de nieuw aan te
snijden woonuitbreidingsgebieden. Dit heeft dus geen enkele
repercussie op bestaande woonkavels. De vorige bevoegde ministers Keulen
en Van Mechelen zijn echter slordig geweest in de formulering van dat
decreet, waardoor de tekst kan gelezen worden als zijnde van toepassing
op alle woonuitbreidingsgebieden en niet alleen op de nieuw
aan te snijden woonuitbreidingsgebieden. Toen dit bekend werd, heeft
het Vlaams parlement enkele weken geleden zelf onmiddellijk aan de
huidige minister van Wonen gevraagd om dit recht te zetten.
Bart De Wever: Wat nog opmerkelijker is: de
Franstaligen hebben zelf een soortgelijk systeem in hun sociaal
huurbesluit. Sociale huisvestingsmaatschappijen werken daar met een
soort puntensysteem waarbij de band met de gemeente een zeer belangrijk
criterium vormt, zelfs meer punten oplevert dan het hebben van een
gehandicapt kind. Maar als de Vlamingen zon systeem invoeren, dan
worden wij meteen met massamoordenaars vergeleken. Ik pik niet langer
dat mijn gemeenschap en de 6 miljoen Vlamingen door Le Soir voortdurend
beledigd worden. Na de vorige opstoot van haat tijdens de
communautaire onderhandelingen van 2007-2008, toont Le Soir vandaag
opnieuw zijn ware gelaat.
Auteur: Bart De Wever Voorzitter
N-VA
Zwaar conflict dus en
gelukkig hebben we nog geen regionale legers want anders was een
genocide waarschijnlijk niet ver meer af...en theoretisch heeft Bart en
C° wel een punt maar praktisch stelt er zich stilaan een levengroot
probleem en we vinden het zelf niet uit maar we lezen het in de krant
die toch niet meteen als fransdol kan bestempeld worden: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=RI2NQHBR
In Vlaanderen let u beter op uw woorden
maandag 22 maart 2010
Auteur:
MARC REYNEBEAU
BRUSSEL -
Nederlands spreken moet, maar het volstaat nog niet om in Vlaanderen te
mogen wonen. Zes maanden geleden begon de Vlaamse regering het wonen in
eigen streek' te bevorderen. Dat leidde niet tot betaalbaar wonen, wel
tot veel bureaucratie. En tot nu toe al tot elf weigeringen.
VAN ONZE REDACTEUR
Het deint uit als een olievlek, maar deze
keer is het niet de verfransing zoals ze ooit vanuit Brussel begon. Het
is de dam die Vlaamse overheden ertegen proberen op te werpen. Dat twee
deelnemers aan het populaire VTM-programma Mijn restaurant zich
verplicht zagen om de naam van hun eethuis in Halle te veranderen van
Les Deux in Halletwee, is daarvan een anekdotische maar toch
veelzeggende uitwas. Dat de Halse burgemeester stelt dat hij geen druk'
uitoefende op het duo, maar slechts heeft gewezen op zijn bekommernis'
over het Vlaamse karakter van de streek, is dat evenzeer. Het luistert
nauw allemaal.
Iets minder anekdotisch was het geval van een
Franstalige vrouw die in Sint-Genesius-Rode geen huis mocht kopen. Ze
woont er al bijna twee jaar, volgt lessen Nederlands en haar kind gaat
er naar de crèche, maar dat volstaat niet als band' met de gemeente.
Want het Vlaamse grond- en pandendecreet dat een half jaar geleden van
kracht werd, legt strenge normen op voor wie van plan is in Vlaanderen
te gaan wonen. Eerder al mocht een Brussels paar, dat al decennia een
appartement heeft in Koksijde, daarom geen huis kopen in Oostduinkerke.
Onder Vlaams-nationalistische druk bevat het grond- en pandendecreet
dat in september 2009 van kracht werd, immers een passage over wonen in
eigen streek'. Dat heeft niets met taal te maken. Het wil op het eerste
gezicht voorkomen dat kapitaalkrachtigen van buiten de gemeente
onroerend goed kopen, ten nadele van lokale bewoners, een sociale
verdringing die wel vaker opduikt in aantrekkelijke, groene gemeenten.
Het verklaarde de Brusselse olievlek van vroeger, toen rijke (en dus)
Franstalige Brusselaars in de groene rand rond de hoofdstad kwamen
wonen.
Volgens het decreet moet wie een woning wil kopen,
bewijzen een gemeentelijk autochtoon te zijn: er zes jaar wonen, er
minstens halftijds werken of er een zwaarwichtige en duurzame
maatschappelijke band' mee hebben. Dat zorgde vorig jaar voor veel
ophef, maar toch waren die criteria toen niet zo nieuw. De Vlaamse
regering legt letterlijk identieke voorwaarden op in haar besluit van 29
september 2006 aan wie een onroerend goed van een sociale
huisvestingsmaatschappij wil kopen. Dat regeringsbesluit hoort bij de
Vlaamse Wooncode, die voor veel politiek gekwebbel zorgde omdat ze al
een restrictie inhield: ze verwacht van huurders van sociale woningen
dat ze bereid zijn om Nederlands te leren.
Zo hangt de
olievlek' van maatregelen aan elkaar: een verplichting om Nederlands te
leren voor sociale huurders in de Vlaamse Wooncode, een beperking om
sociale woningen en kavels te kopen in de marge van die wooncode, die nu
ook opduikt in het grond- en pandendecreet, wat parallel loopt met
maatregelen van onder meer Vilvoorde, dat zijn woningen ook alleen onder
taal- en woonvoorwaarden wil verkopen.
Rompslomp
Het onderdeel wonen in eigen streek' van het grond- en pandendecreet
gaat niet over sociale huisvesting, maar grijpt in de privémarkt in. En
dat niet alleen in de Rand rond Brussel, maar in 69 Vlaamse gemeenten.
Die lijst is louter kwantitatief berekend, volgens een formule die
steunt op grondprijzen en migratiebewegingen. De Vlaamse regering ziet
dus een verband tussen stijgende prijzen en hoge in- en uitwijking of
wil ze alleen in dat verband aanpakken. Zo kwamen gemeenten in de
bekende gevoelige gebieden op de lijst, zoals de Rand rond Brussel, de
Kust of de Noorderkempen, maar ook Leuven, Gent of Antwerpen of zelfs
het vredige Lovendegem.
Die zijn daar niet allemaal even
gelukkig mee, omdat de Vlaamse regering met het decreet beleidsopties
oplegt die niet noodzakelijk met het lokale beleid overeenkomen. De
betutteling dreigt Vlaanderen tot een sovjetrepubliek' te maken, vindt
Groen!-politicus Luckas Vander Taelen (DS 4 maart). En door de
dorpsvlucht tegen te gaan, bevordert het decreet de klassieke Vlaamse
honkvastheid. Net die kerktorenmentaliteit zien arbeidssociologen als
een beletsel voor een meer flexibele arbeidsmarkt, omdat ze de
arbeidsmobiliteit hindert.
Doordat de lijst alleen kwantitatief
is samengesteld, komt er geen enkele Limburgse gemeente op voor, al
bestaat in het noorden van de provincie nogal wat druk door inwijking
van rijke Nederlanders. Wat niet wegneemt dat de provincie bepaald niet
rouwig is dat ze, naar eigen zeggen, aan dat deel van het decreet is
ontsnapt'. Omdat ze liever haar eigen woonbeleid bepaalt, maar vooral
omdat het een bureaucratische rompslomp veroorzaakt.
De
kandidaat-koper moet zijn band met de gemeente bewijzen door vooraf een
hele papierwinkel te bezorgen aan een speciaal daarvoor opgerichte
provinciale beoordelingscommissie, die doorgaans maandelijks vergadert.
Elke aankoop is dus voorwaardelijk. Oordelen over zes jaar wonen of ten
minste halftijds werken in een gemeente is relatief simpel. Maar wat is
een zwaarwichtige en duurzame band'? Dat vraagt een inschatting
waarvoor geen objectieve norm bestaat. Daarrond kan alleen een
feitelijke jurisprudentie groeien. Maar hoe dat concreet moet, laat de
Vlaamse regering koud. Tot nu toe liet ze na om uitvoeringsbesluiten te
maken waarmee de commissies bij haar over hun werk kunnen rapporteren.
Maar daarmee houdt de onzekerheid niet op. Want met het grond- en
pandendecreet is iets grondig mis. De tekst ervan is strijdig met de
memorie van toelichting erbij. Het is, kortom, weer zo'n voorbeeld van
slordige wetgeving. Het is van kracht in woonuitbreidingsgebieden, maar
geldt dat enkel voor nog aan te snijden' of ook voor bestaande
dergelijke gebieden? Geldt het alleen voor gronden of ook voor de
constructies' (woningen) die erop staan?
Minister van Wonen
Freya Van den Bossche (SP.A) stelt nu een reparatiedecreet in het
vooruitzicht, al zal dat via een parlementair initiatief gebeuren, om de
zaak te versnellen. Dat zal de toepassing van wonen in eigen streek'
beperken tot nieuwe (en dus nog onbebouwde) woonuitbreidingsgebieden,
waardoor het toepassingsveld aanzienlijk beperkter wordt. Maar', zegt
een lid van een beoordelingscommissie, voorlopig moeten wij het decreet
toepassen zoals het nu voorligt.' Strenger dus.
Schadevergoedingen
Dat dit een wereld van verschil maakt, geldt alvast voor het geval in
Sint-Genesius-Rode. Dat ging over een verkaveling die al dertig jaar
bestaat', zegt Anne Sobrie, de Vlaamse schepen van de gemeente.
Bovendien spreken het Bijzonder Plan van Aanleg en het Gewestelijk
Structuurplan elkaar tegen over het statuut van het gebied waar het huis
in kwestie staat.
Zorgt de maatregel ook voor goedkoper wonen?
Nee,' zegt Sobrie, of misschien op lange termijn. Maar het effect zal
klein zijn omdat er niet veel woonuitbreidingsgebieden in Rode zijn.'
Het concept wonen in eigen streek' is inderdaad niet echt een sociale
maatregel die zal leiden tot betaalbaar' wonen, al werd het wel zo door
de nationalistische initiatiefnemers aangeprezen.
Het is niet
sociaal omdat de criteria ervoor louter geografisch zijn en niet
afhangen van het inkomen. En het leidt niet tot betaalbaar' wonen,
omdat de impact ervan op de grondprijzen hooguit marginaal kan zijn. Het
enige effect ervan is dat het vreemdelingen' als kandidaat-kopers
uitsluit. Wie zich tevoren al de huizen niet kon permitteren, al woont
hij in de gemeente, zal dat nu ook niet kunnen.
Zelfs de
efficiëntie van het decreet valt te betwisten, want net in de Vlaamse
Rand verliest het oude Vlaamse argument van de Franstalige
verbrusseling' fel aan betekenis. De voorbije tien jaar is minder dan
10 procent van de nieuwkomers daar Belg; de rest bestaat voor driekwart
uit EU-burgers, naast Marokkanen of Congolezen. Kamerlid Luc Van Biesen
(Open VLD) berekende dat de Franstaligen in de faciliteitengemeenten
over tien jaar hun meerderheid verliezen als gevolg van de instroom van
eurocraten' (DS 19 maart). Volgens Kind & Gezin is het
aantal kinderen in de Vlaamse Rand dat het Frans als thuistaal heeft, nu
al aan het dalen.
Ondertussen zijn de vier provinciale
beoordelingscommissies aan de slag. Sinds de invoering van het grond- en
pandendecreet ontvingen ze samen 169 dossiers. Van de 155 die al werden
behandeld, stuitten er elf op een weigering, zeven in Vlaams-Brabant en
vier in West-Vlaanderen. De vraag is nu of de geweigerden een
schadevergoeding kunnen eisen als zou blijken dat het decreet door de
aanpassing die minister Van den Bossche daarop zal doorvoeren, op hun
dossier niet eens van toepassing was, zoals het geval is met de zaken in
Sint-Genesius-Rode en Oostduinkerke.
Dat zou betekenen dat deze
manke wetgeving Vlaanderen wel eens veel geld zou kunnen kosten. En dat
voor een nationalistische fermheid die weinig meer dan symbolisch is
al is ze voor de elf gedupeerden erg concreet. Tenslotte is het
toepassingsgebied van het omstreden decreet klein, zeker wanneer het is
aangepast; een 16.000 hectare.
Als de Raad van State er
uiteindelijk geen bezwaar tegen maakte, was dat ook omwille van die
kleinschaligheid'. Maar dat wonen in eigen streek' zal vooral de
internationalisering van het Brusselse randgebied of de rest van
Vlaanderen niet kunnen beletten.
Ha, die Ollanders, daar
staan jullie van te kijken nietwaar van zoveel spitstechnologie in onze
Zuidelijke Provinciën. En kom niet af dat jullie nu plots "een een
zwaarwichtige en duurzame maatschappelijke band' met ons hebben. We
hebben jullie oranje Willem d'r uit gekieperd en willen wel die leuke
Argentijnse inruilen voor onze eigen toekomstige hark maar zo ver zijn
we nog niet! En beste Unoxmutsjes, als jullie bekomen zijn van de
verbazing na het lezen van zo veel vrolijke dingen wees er van overtuigd
dat er niks mis is met de kwaliteit van ons drinkwater en dat onze
veestapel niet besmet is met hersendodende virussen. Zulke initiatieven
en de gevolgen in vorm van columns en hierop volgende klachten maken
gewoon deel uit van onze identiteit. Net zoals jullie daarboven mekaar
de hersens inslaan na het zien van een praktiserende moslim naast een
oliebollenkraam ergens in Den Haag en onder leiding van een kloon van
Beethoven. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is nietwaar. Maar
misschien moeten we toch eens raad vragen aan één of andere nog niet
helemaal verknoeide Amazonestam om te weten hoe we best kunnen
overleven in een gevaarlijke omgeving. Ondertussen overwegen wij een klacht tegen De Wever wegens het compleet ridiculiseren van HET VLAAMSE VOLK. Voilà
Na de Dag van het
Socialisme: Politiek als beweging
We waren op zaterdag 20 maart met zon zevenhondervijftig in de Vooruit.
Zevenhonderdvijftig mensen van alle generaties en alle mogelijke
achtergonden, beginners, herbeginners of gevorderden in het socialisme,
en allemaal enorm enthoesiast over het gebeuren. Het was een
fantastische dag, zeker ook voor de Ronde Tafel van Socialisten, de
initiatiefnemers. Maar het echte werk begint nu pas.
Jan Blommaert
De Dag van het Socialisme is nu al een
brokje geschiedenis: een moment van samenhorigheid, een dag waarop de
oude linkse passie plots terugkeerde, de dag waarop links uit zijn lange
winterslaap ontwaakte na twee decennia stilte. De Dag betekende, zeker
voor de initiatiefnemers, een breuk met het verleden. Klein Links is
dood, groot links is terug. Gedaan met de cultuur van kibbelen en
vliegen afvangen, en resoluut het spoor op van de dialoog, van
pluralisme, samenwerking en solidariteit, en terug naar de essentie. Wie
naar de bekvechtende liberalen luistert merkt trouwens dat zij nu Klein
Rechts geworden zijn; de kibbelcultuur laten we dus gaarne aan hen.
Het
was een fantastisch moment. Maar één ding is duidelijk: het mag geen
socialisme voor één dag blijven. Na deze hoogmis moet een volgehouden en
doorgedreven werking in de breedte en de diepte ontwikkeld worden.
Hiervoor kunnen we enkele grote lijnen schetsen en wat volgt is een
voorzet in die richting. Ik zie ze zelf als de lessen die ik persoonlijk
heb getrokken uit de Dag van het Socialisme.
1. We moeten
werken aan een politieke beweging. Die beweging moet en zal
intens samenwerken met georganiseerde structuren zoals partijen en
vakbonden. Haar werking mag er echter niet toe herleid worden. Politiek
als beweging betekent immers lange termijn politiek, geen politiek die
zich enkel richt op het onmiddellijke electorale resultaat, en evenmin
een politiek die zich veel moet gelegen laten aan vragen zoals die naar
opportuniteit (is dit wel het juiste moment?), aansluiting bij de
dominante ideeën en structuren, de zoektocht naar macht en zo meer. Dat
betekent eveneens dat dit soort politiek principieel is, en zich niet
hoeft te laten leiden door pragmatische berekening.
We zijn de
laatste decennia dit model van politiek als beweging kwijtgeraakt., want
de professionele politiek heeft zichzelf geherorganiseerd als een
permanente campagne-machine die bestendig verkiezingen voorbereidt en
zich derhalve enkel door marktstudies en opiniepeilingen laat leiden.
Men heeft in dezelfde beweging het middenveld opgegeven en aan de media
overgeleverd. Die media eisen nu de rol op van het vroegere middenveld,
bombarderen dat middenveld met infotainment en leggen daardoor de kern
van het middenveld lam: de kracht en de wil om zichzelf te informeren en
op basis van die informatie in actie te komen. Die kracht en die wil
zijn historisch altijd de grote kwaliteiten van het middenveld geweest.
Het
feit dat dit laatste nog kan, dat dit broodnodig is, en dat dit het
verschil kan maken, werd aangetoond tijdens het Lange-Wapper Referendum
van afgelopen jaar. Daar kwam een beweging in actie, gevoed door
uitmuntende expertise en een goede verspreiding van informatie, en
aangedreven niet door forse kapitaalsinjecties van het VBO, de
havenbonzen en UNIZO (de vroegere werkgever van Kris Peeters, zoals we
weten), maar aangedreven door gemotiveerde vrijwilligers. Als we
socialisme terug op de kaart willen zetten, en als we socialisme terug
als reële politieke macht willen herstellen, dan moeten we dit model
volgen. We zullen het immers niet moeten hebben van UNIZO; we moeten het
hebben van mensen die zich verenigen rond een aantal duidelijke
idealen.
2. We moeten informeren en aan
standpunten-ontwikkeling doen. Twintig jaar stilte rond
socialisme en zijn Marxistische instrumenten hebben ertoe geleid dat
vele mensen gewoon niets afweten van dit ideeëngoed. Dat geldt voor een
groot deel van de jeugd, maar ook voor heel veel leerkrachten en voor
het overgrote deel van de journalisten die ik ken. We moeten mensen
informeren over socialisme als idee en als brok geschiedenis, hen
informeren over onze argumenten, en hen zo in staat stellen om rond de
grote themas van deze tijd eigen en afwijkende standpunten op te bouwen
standpunten die een echt alternatief bieden voor de pensée unique die
thans domineert en haar failliet voortdurend bewijst. Dat is een
essentieel socialistisch beginsel: dat we mensen zelf in staat moeten
stellen om hun eigen analyse van de realiteit te maken, daar hun eigen
plek in te vinden en hun eigen belangen leren te zien. Mannekens, ga
eens terug Marx lezen is dus een uitspraak die we dikwijls (en zonder
schaamte of schuchterheid) zullen herhalen.
In zo een project van
informering en standpuntenbepaling moeten we niet rekenen op de grote
media. Zij zijn niet ons doelpubliek, en wij zijn voor hen ook niet
meteen hip en hot als socialistische beweging. Een initiatief zoals De
wereld Morgen daarentegen is cruciaal in dit alles. Het is daar dat we
terug anders kunnen informeren, een andere reeks argumenten kunnen laten
horen en een ander doelpubiek kunnen aanspreken. Samenwerking met dit
medium vind ik dan ook van kapitaal belag (forgive the pun) voor deze
beweging.
Het is eveneens een essentieel socialistisch standpunt
dat we net daardoor werken aan een betere, complete democratie. Een
democratie kan enkel gebouwd worden op kritische, goed geïnformeerde en
autonoom denkende burgers. Dus niet op doodgewerkte workoholics voor wie
het leven bestaat uit steeds meer stresserend werk, onderbroken door
lange uren televisiekijken en occasionele consumptie-explosies. Die
One-dimensional Man, zoals Marcuse hem benoemde, is wat anderen als
ideale democratische burger zien. Dat ligt voor de hand, want een
dergelijke burger is eindeloos te manipuleren en uit te buiten. Wij
willen werken aan een ander burgerschap, gebaseerd op mensen die
zichzelf compleet kunnen ontplooien als mens, niet enkel als
arbeidskracht. Het is die visie die onze kritiek op het huidige
arbeidsklimaat aanjaagt, op de actieve welvaartstaat waarin
gepensioneerden eindeloos moeten bijklussen omdat de pensioenen
ontoereikend zijn, en op het onderwijs dat steeds meer evolueert naar
een productielijn voor grotendeels afgewerkte producten voor de
arbeidsmarkt. We hebben echte mensen nodig, geen murw geslagen robotten.
3.
We moeten mensen weer ideologisch helpen denken. Dat wil
zeggen: we moeten ze helpen denken in termen van een Groot Verhaal, niet
van een veelheid aan kleine verhaaltjes. Die kleine verhaaltjes hebben
de politiek vanaf de jaren 1990 volledig gedomineerd: alle partijen
praten nu nog enkel over concrete en haalbare oplossingen en
antwoorden op vragen die ze zelf hebben bedacht, en die in zoveel
gevallen een zeer dubieuze realiteitswaarde hebben. Het is door die
verschuiving dat we heel wat sociale kwesties denk aan armoede,
marginalisering en dakloosheid nu onder veiligheidsbeleid laten
schuilgaan. De grote en diepe bewegingen, de systeem-eigenschappen, die
aan dergelijke fenomenen ten grondslag liggen die zien we niet meer.
Het is de samenhang tussen duizend-en-één kleine feiten die we moeten
benadrukken, het feit dat al die schijnbaar los staande gevallen samen
horen in grotere patronen en bewegingen, en dat men dus een Groot
Verhaal nodig heeft om hierin helder te zien. Socialisme is een Groot
Verhaal, een fundamentele kritiek, niet van details (is Freija nu wéér
zwanger??) maar wel van een groot en allesomvattend systeem dat
kapitalisme heet. Daarop moeten we onze pijlen richten.
4.
Doorheen dit alles moeten we ons bewust zijn van de diepe invloed van
het neoliberalisme. Twintig jaar pensée unique heeft ervoor
gezorgd dat mensen allerhande zaken zonder verdere bedenkingen
aanvaarden. Ze nemen termen over zoals de concurrentiekracht van onze
bedrijven, terwijl die bedrijven vanzelfsprekend niet van ons zijn
Opel, Carrefour en zoveel andere gevallen maken dat nu toch wel heel erg
duidelijk. Wie dan zegt dat wij onze banken hebben gered moet
beseffen dat dit inderdaad wij zijn wij moeten de enorme factuur van
die reddingsoperatie betalen. Maar het zijn alweer niet onze banken:
het zijn de banken van de grote aandeelhouders, ze zijn geen eigendom
van de samenleving. Mensen spreken ook makkelijk van bedrijfslasten
terwijl het hier om solidariteitsbijdragen gaat, in een systeem dat er
(althans oorspronkelijk) op gericht was allerhande catastrofale
eigenschappen van het kapitalisme te verzachten werkloosheid is daar
het duidelijkste element in. Dat soort bijdragen zijn dan ook enkel
lasten voor de privé ondernemer; voor de samenleving zijn ze (en vergeef
me even deze niet helemaal gelukte woordspeling) lusten en geen lasten.
Die diepe invloed van het neoliberalisme zal ons parten blijven
spelen in heel wat van de standpuntenbepaling die we moeten uitvoeren.
In de media, bij de overheid, in het onderwijs en in de volksmond is het
neoliberale jargon het standaardpatroon geworden. Iedereen vindt het de
normaalste zaak van de wereld dat een journalist of een minister
spreekt over het redden van het bedrijf wanneer dat bedrijf honderden
mensen afdankt, en weinigen stellen de vraag wie of wat er hier
eigenlijk gered wordt. Hier is flink wat werk aan de winkel, maar ook
hier hebben wij (als enigen) een echt alternatief te bieden. Als we dit
alternatief ingang kunnen doen vinden, dan zullen we echt aan de
bevrijding van de mensen hebben gewerkt. En daar doen de nieuwe
socialisten van de Dag van het Socialisme het voor.
We waren er zelf niet bij maar we steunen dit initiatief natuurlijk
voluit al geloven we niet zo heel erg meer in grote debatten. Maar het
heeft inderdaad toch iets teweeg gebracht in de linkerhoek die in
Vlaanderen al te lang verdeeld en vooral stil is gebleven tegen al dat
nationalistische en neo-liberale geraaskal. Het wordt dus hoogste tijd
om links een eigen smoel te geven en, om het op zijn Grieks te zeggen,
de huidige aan de macht zijnde plutocratie weer schrik aan te jagen.
Want de rijke elites hebben voldoende bewezen dat enkel het eigen gewin
hun drijfveer is en daarom verklaren we hen de oorlog. Punt gedaan. Zij
zorgen er voor dat duizenden, miljoenen in de miserie zitten, al is het
ook een beetje onze eigen schuld want we kunnen met zijn allen met heel
wat minder leven en anderen tenminste een leefbaar minimum garanderen.
Hieronder een zeer interessant site met zeer interessante artikels en we
geven jullie d'r een heel lang maar uiterst interessant gratis voor
niks cadeau: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/03/21/waarom-onze-economie-de-knoei-zit-en-wat-eraan-te-doen
alleen
vinden we het niet kunnen maar toch veelbetekenend voor de huidige
media, dat bovenaan ongewilde reclame gemaakt wordt voor de liberale
vakbond. Laat het ons hier nu eens erg duidelijk stellen tot spijt van
wie het benijdt, een "liberale vakbond" is een zichzelf tegensprekende
combinatie van twee woorden. Punt uit.
Waarom onze economie in de
knoei zit, en wat eraan te doen
In Vooruit in Gent hebben zaterdag 750 mensen de Dag van het Socialisme
bijgewoond, met voordrachten en discussie in acht werkgroepen. Deze
voordracht 'Mondiale arbeids- en inkomensverdeling, ook in
sociaalecologisch perspectief' is gehouden op uitnodiging van de
werkgroep economie.
Mondiale
arbeids- en inkomensverdeling, ook in sociaalecologisch perspectief'
Niemand
kan uitleggen waarom vele hard werkende mensen amper een euro per dag
verdienen terwijl mislukte bankiers tientallen miljoenen inpikken.
Zo
mogelijk nog minder valt te verdedigen dat onze economie ooit maar goed
zou kunnen werken en voor onze welvaart blijven zorgen als ze haar
grootste kapitaal - de planeet aarde - opvreet, van klimaatverandering
tot overbevissing en ongezien verlies van biodiversiteit.
En
geen een die kan verklaren waarom we niets te vertellen zouden mogen
hebben aan monopolistische of slecht geleide energieconcerns, banken,
autoconstructeurs, telecombedrijven, farma- of zaadmultinationals
terwijl we al vele jaren voor alle reuzenwinsten zorgen... of net moeten
vermijden dat ze bankroet gaan.
Machtsverhoudingen nog
altijd van tel
De aanpak van de financiële crisis vertelt dat
machtsverhoudingen nog altijd van tel zijn, en zelfs doorslaggevend. Wat
onze overheden echt hadden moeten doen, is de financiële sector streng
reguleren en vooral de privé grootbanken inruilen voor overheidsbanken
én ruimte creëren voor coöperatieve spaarbanken. Het is niet gebeurd,
integendeel. De grootbankiers zijn bij machte om de staten naar hun
pijpen te laten dansen en de financiële middelen die wij met z'n allen
ophoesten bijna exclusief te laten inzetten voor hun redding.
Die
macht valt nog meer op voor wie de tegenstelling opmerkt met de aanpak
van al die andere crises. Anders dan bij falende banken - door hun eigen
schuld, laten we dat vooral niet vergeten - weigeren onze overheden in
te grijpen. Neem de voedselcrisis. Voor het eerst in de menselijke
geschiedenis zijn er nu meer dan 1 miljard hongerige mensen. En meer dan
ooit zijn degenen die zorgen voor ons eten, bijna anderhalf miljard
boeren en boerinnen, bedreigd in hun bestaan. Velen van hen lijden zelf
honger. Deze landbouw- en voedselcrisis is overduidelijk het gevolg van
overheden die zich verplicht zien wel bankiersbonussen te redden, maar
niet bereid zijn de boeren en boerinnen te redden die ons eten
voortbrengen. Ze weigeren de markt te helpen met het vastleggen van
leefbare voedselprijzen voor de boeren. Evenmin creëren overheden een
geldstroom, niet om weg te gooien in bodemloze bancaire putten, maar om
te investeren in een productievere en duurzame landbouw, in echte
welvaart dus.
Net zo leert de sociale crisis ons over heel manke
economische en sociale machtsverhoudingen. Die ongelijkheid vertaalt
zich in een onthutsende, een verbijsterende vaststelling: de helft van
alle mensen die werken verdient minder dan anderhalve euro per dag...
kent iemand een land waar daar menselijk van te leven valt? Dit moet
beter. Waar blijven de staten om deze ongelijkheid aan te pakken, en hun
middelen aan te wenden om aan inkomensoverdracht te doen naar wie daar
echt recht op heeft. Oh ironie, die middelen vloeien vlotjes naar de
bankiers... en de groeiende inkomensongelijkheid is net voor het
grootste deel veroorzaakt door het financiële kapitalisme dat door hen
is aangestuurd. De ecologische crisis wijst evenzo op ongelijke
machtsverhoudingen. Want in essentie draait die crisis om verhoudingen
waarbij het dominante financiële en economische bestel erin slaagt te
ontsnappen aan zijn plicht de grenzen van de aarde te respecteren... en
op die manier in sneltreinvaart ons ecologische kapitaal, ons grootste
kapitaal, om zeep helpt. Opnieuw, ook hier is een andere keuze mogelijk.
Meer zelfs, die is levensnoodzakelijk.
De crisis van de
democratie dan, en van de politiek in het algemeen, die bestaat er
fundamenteel in dat zij weigert al deze crisissen als onomstotelijke
vertrekbasis te nemen voor elk beleid, in de overtuiging dat hiermee
geen stemmen of publieke steun te rapen zouden zijn. En dus analyseert
de politiek onvolkomen of zelfs foutief wat ons overkomt, verzuimt zij
de noodzakelijke antwoorden te formuleren en weigert zij de financiële
en economische wereld dwingend te sturen in de richting van een
sociaalecologische economie en van een meer democratische economie
waarin werknemers, burgers en samenleving meer greep hebben op hun
economische bestaan.
Juist ja, er is onmiskenbaar ook een crisis
van de massamedia. Die hebben - zelfs al willen heel veel journalisten
het anders - blijkbaar andere zaken aan het hoofd dan ons wegwijs te
maken in al die crises én te zoeken naar de goede antwoorden. Zo
verzaken ze aan hun plicht.
Waarover zou het publieke debat
kunnen gaan? Misschien over welvaart, werk en hoe de crisis overstijgen
We
beleven de grootste crisis in tachtig jaar en onze regeringen en
overheden, in Vlaanderen, in België, in Europa én op het mondiale vlak,
ze staan er vooral bij en kijken ernaar. Nog altijd gaat het publieke
debat veel te weinig concreet én diepgaand over hoe we morgen welvarende
samenlevingen kunnen bouwen. Trouwens, kan iemand uitleggen waarom de
politieke wereld al die tijd heeft gewacht? Waarom ze niet al maanden,
jaren en zelfs decennia geleden in gang is geschoten?
De
geschiedenis waarschuwt nochtans hevig. De eerste globalisering van onze
economie vanaf midden negentiende eeuw kreeg een zware schok met de
Eerste Wereldoorlog begin vorige eeuw en ging ten onder in de
financieel-economische crisis van de jaren dertig, gevolgd door het
verdwijnen van bijna alle democratieën en het bloedbad van de Tweede
Wereldoorlog.
Wie vandaag niet wil zien dat onze huishouding net
als toen meer dan stevig uit de haak is en we in een diepe crisis van
dat economische systeem zijn beland, negeert de feiten. Wereldwijd
minstens vijftig miljoen werklozen erbij, op alle continenten een steeds
kleiner deel van de welvaartstaart voor wie van zijn of haar werk moet
leven, en de helft van alle werkende mensen die minder verdienen dan
anderhalve euro per dag: dit is een gevaarlijke cocktail die
samenlevingen en democratieën ernstig bedreigt en zelfs kan doen
kapseizen. Politici die geen topprioriteit maken van een economie die
welvaart creëert én verdeelt, zijn ziende blind en onverantwoordelijk.
Een
slechte economische globalisering
Wat is er gebeurd? We
hebben de markten mondiaal vrij gemaakt voor de financiers en voor de
economie, eerst vooral voor de industrie. Dat is nog verdedigbaar op
voorwaarde dat de werknemersrechten beschermd zijn zodat we een opgaande
sociaaleconomische spiraal beleven. Vervolgens zijn we dat ook gaan
doen voor diensten en landbouw, met veel minder succes.
Met de
inschakeling in de wereldeconomie van China, India, de vroegere
Sovjetunie en andere voormalige communistische landen is de hoeveelheid
arbeid in de mondiale economie verdubbeld terwijl er veel minder
kapitaal is bijgekomen. De verhouding is dus veranderd in het nadeel van
de werkenden.
Intussen maakt de derde industriële revolutie
economische globalisering makkelijker: niet alleen industriële, ook heel
wat dienstenjobs kunnen gedelokaliseerd, onder andere via de virtuele
globale fabriekshal die het internet is.
Zo komt het dat de
economie in hoge mate vrij spel heeft gekregen om de wereld rond op
jacht te gaan naar de goedkoopste arbeid: dat is ons mondiale
uitzendkantoor.
We zijn beland in een omgekeerde wereld: normaal
is het geldwezen (spaar- en kredietwezen) er voor de economie, en
economie hebben we nodig om onze samenlevingen mogelijk te maken en goed
te kunnen leven. Die logica is nu al zowat 30 jaar volledig omgedraaid
We
geven wereldwijd afdwingbare rechten aan geld, aan goederen en aan
diensten. Maar tot nu hebben we geen of veel te weinig afdwingbare
rechten gegeven aan wie werkt evenmin trouwens aan het milieu. Zelfs
de fundamentele arbeidsrechten zijn niet gegarandeerd. Dit is de wereld
op zijn kop, een wereld waarin je recht hebt om te speculeren op honger,
waarin Argentijnse fabrieken dichtgaan om de munt te redden, waarin
jobs worden weggesneden en dus inkomens afgepakt omdat het een hogere
bonus oplevert
Europa en de Wereldhandelsorganisatie organiseren
de Europese en de globale markt waar het bedrijfsleven op zoek kan (en
zelfs moet) naar de goedkoopste productiefactoren.
Maar waar
blijven de sociale en ecologische regels? De verplichting van
minimumlonen zodat werknemers fatsoenlijk kunnen leven van hun arbeid?
van werk voor ieder die wil en kan werken? Het is jammer voor de
Britten, maar het sociale Europa is niet mogelijk met hen, dus moeten we
het (voorlopig) maken zonder hen. Als het zonder hen kan voor de euro,
of voor Schengen, waarom dan niet voor het sociale Europa?
De
basisnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie, de verplichting om
vakbondsvrijheid te respecteren, het mensenrecht op sociale zekerheid
en een leefbaar inkomen (die staan in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens), wanneer gelden die overal? Kan de wereld
aanvaarden dat werknemers elkaar beconcurreren met hun sociale
zekerheid, met hun inkomen, zo noodzakelijk om te leven?
Wil dat
alles nu zeggen dat grotere markten en globalisering noodzakelijk slecht
moeten zijn? Neen, zeker niet. Het is een groot geluk b.v. dat de
economieën van Europa zo verweven zijn geraakt als vandaag. Het heeft de
oude nationalismen en oorlogen wellicht voorgoed ondenkbaar en
onmogelijk gemaakt. Maar bijna al die Europese welvaartstaten huldigden
wel een model van sterke sociale correcties, een stuk democratisering
van de economie, het idee dat vakbonden best sterk zijn om voor het
nodige evenwicht te zorgen en optreden van de overheid waar nodig. Dat
zijn we aan het vergeten.
Terecht kan men er op wijzen dat de
inpassing van Spanje, Portugal en Ierland, veel armere landen, in Europa
geen problemen heeft veroorzaakt, dat zij en wij er eigenlijk beter van
zijn geworden.
Het is héél juist dat Europa aan de opkomst van de
nieuwe industrielanden in Azië en Oost-Europa voordeel heeft gedaan.
Onze handelsbalansen met de meeste van die landen was positief. Als we
er in slaagden om de gaten die hier vielen door delokalisatie op te
vangen door sociale begeleiding, en vooral, door nieuwe werkgelegenheid
met meer toegevoegde waarde, dan wonnen we allebei.
Maar er is
geen enkele wet die garandeert dat we altijd zulke positieve economische
en sociale spiraal beleven. Het kan ook omgekeerd. En dat is wat me
momenteel riskeren en zelfs meemaken met de intrede van massaal veel
weinig beschermde of zelfs onbeschermde arbeid op de wereldmarkten.
Onvervalste
economische oorlogen op de wereldwijde markten
Zo komt het
dat op onze planeet oorlogen woeden die onnoemelijk veel meer
slachtoffers maken dan gewapende conflicten of terrorisme, en ons
bestaan veel ernstiger bedreigen. Merkwaardig genoeg besteden we daar
vrij weinig aandacht aan, en gaan we er zelfs veelal achteloos aan
voorbij.
Op de wereldwijde markten woeden onvervalste economische
oorlogen. De uitkomst van die botsingen van belangen tussen de
economisch machtigen en de massa onmachtigen is dat de opbrengsten en de
inkomsten steeds verder in de richting van de machtigen verschuiven. In
de loopgraven van deze economische oorlogen komen elke dag
tienduizenden mensen om en verliezen honderdduizenden anderen hun
bestaan. Dit zijn uiterst smerige oorlogen, die net zoals landmijnen
dikwijls geniepig hun slachtoffers maken.
De markten en de
machtigen moeten geen verantwoording afleggen over de rijkdommen die
overal door malafide bedrijven worden ingepikt voor te weinig geld,
waardoor samenlevingen geen middelen overhouden voor
inkomensherverdeling, goede gezondheidszorg en onderwijs; ze moeten zich
niet verantwoorden voor de veel te karige beloning voor arbeid,
waardoor zelfs werkende mensen niet fatsoenlijk kunnen leven van hun
loon; ze verantwoorden zich niet voor de inkomensongelijkheid die ze
veroorzaken, en niet voor de honger die ze creëren; ze doen dat evenmin
voor de corruptie die ze installeren, voor hun belastingontduiking, voor
hun vernietiging van milieugoederen, voor hun weigering betaalbare
geneesmiddelen te verschaffen of voor hun ondermijning van de
democratie
De markten en machtigen voeren dag na dag hun grote
oorlog tegen de mensenrechten, een oorlog die miljoenen mensen hun
rechten op leven ontneemt, en ze lijken daarbij onschendbaar. Althans,
zo laten wij ons wijsmaken, want ze kunnen enkel zo tekeergaan omdat we
hen laten begaan. Niets verbiedt ons om de markten te verplichten de
mensenrechten te respecteren.
Ons ruimteschip aarde staat in
brand
Maar deze crisis is nog erger. Van klimaatverandering tot
overbevissing doorboren we met onze huidige economie ditmaal ook de
ecologische pijngrenzen van onze aarde. Ons ruimteschip aarde, ons huis,
staat in brand. Of we het graag hebben of niet, het meest
waarschijnlijke scenario voor onze wereld is dat van een
sociaalecologische ineenstorting over minder dan vijftig jaar. Dan
stuikt onze welvaartsproductie in elkaar en vallen onze samenlevingen
uiteen. Voor al wie dit ongeloofwaardig of onmogelijk acht, alle
verdwenen beschavingen dachten wellicht ook dat hun beschaving niet ten
onder kon gaan, bijna tot vlak voor hun ondergang. Zo verging het de
bewoners van Paaseiland, zo verging het ook de Maya beschaving. Let wel,
een scenario, hoe waarschijnlijk ook, is geen voorspelling. Niemand
verplicht ons die koers te blijven aanhouden. We zijn volledig vrij om
het stuur te keren, weg van de sociaalecologische catastrofe.
De
Derde Wereldoorlog
Jawel, intussen is ook een nieuwe
wereldoorlog begonnen, ook al beseffen weinigen dit. Hij haalt
natuurlijk niet het televisiejournaal of de voorpaginas van de
populaire kranten. Toch is hij zelfs al lang voorbij de fase van de
drôle de guerre die sommigen menen te ontwaren. Het is de oorlog die we
voeren tegen onze eigen planeet. We voeren een biogenocide tegen de
biodiversiteit. Dat woord is geenszins overdreven want we laten planten
en dieren verdwijnen aan een tempo dat naar schatting duizend keer hoger
ligt dan de natuurlijke snelheid van uitsterven. Nochtans is de mens
voor zijn overleving afhankelijk van die biodiversiteit.
En we
warmen onze planeet op. De gevolgen van die mishandeling zijn deels
onvoorspelbaar, maar ze zijn wel altijd pijnlijk want de leefbaarheid
van ons huis zal achteruit gaan. Voor de achterhoede van
klimaatsceptici: het is waar, natuurlijk is er leven na de opwarming.
Het is niet omdat Amsterdam, Antwerpen, New York en Sjanghai − en nog
veel meer steden, en vele van de vruchtbaarste landbouwgebieden op onze
aarde onder water verdwijnen dat de menselijke samenleving niet zou
kunnen overleven. We kunnen er zelfs voor kiezen om onze grote
kuststeden te verhuizen en een nieuw onderkomen te geven op hoger
gelegen plaatsen. Maar dit is niet de makkelijkste weg. Het is
rationeler om dat alles niet te ondergaan en voor een andere weg te
kiezen. Diegenen die het minst of zelfs helemaal niet verantwoordelijk
zijn voor de opwarming, krijgen trouwens de zwaarste klappen. Arme
eilandstaten verdwijnen (deels) onder water, grote delen van Afrika
worden droger, de landbouwopbrengsten zakken, tientallen miljoenen
inwoners van het dicht bevolkte Bangladesh moeten verhuizen, en nog veel
meer mensen in andere ondergelopen regios en steden overal ter wereld
verliezen alles.
Alle landen die weigeren om het extra
broeikaseffect dat de mens creëert af te remmen, verklaren de oorlog aan
onze planeet en aan de huidige en vooral toekomstige slachtoffers van
die opwarming. Zij zijn, met de voorlopig grootste supermacht jammer
genoeg op kop, verantwoordelijk voor het ondergraven van onze economieën
en de ongeziene welvaartsdaling die op ons afkomt. Die zal massaal veel
mensen onnodig het leven kosten en nog veel meer mensenlevens ruïneren,
zelfs in de VS, of zijn we de orkaan Katrina al vergeten? Het is
trouwens een vooraanstaande Amerikaan en Nobelprijswinnaar die zijn
eigen land een schurkenstaat noemt omdat het bereid is het welzijn van
de wereld in gevaar te brengen om zijn eigen kwistige levensstijl te
behouden.
En waarom woeden deze oorlogen? Omdat zowel in de
marktenoorlogen als in de ecologische oorlogen kleine minderheden het
winnen van het algemeen belang. Of juister nog: het zijn niet zijzelf,
maar hun kortzichtige economische en financiële belangen die winnen.
Geen
samenleving en geen politiek zonder economie, geen economie zonder
planeet
Wie zou ooit de keuze tussen brandstof voor onze
voertuigen of eten voor de armsten, tussen opwarming van de aarde en
CO2-rantsoeneringen, tussen meer Ferraris laten rijden of sociale
passiefwoningen bouwen, saai durven noemen?
Wie ernstig met
die vragen bezig wil zijn, moet langer en dieper stilstaan bij de
economie in haar brede betekenis. Want economie betekent nog iets anders
en vooral veel meer dan beurskoersen en kwartaalresultaten. De
economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de
mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed
mogelijk te gebruiken om aan de behoeften te voldoen. Economie is dus
kiezen, kiezen welke behoeften vervuld worden en welke niet.
De
economie leert ons wat we produceren, met andere woorden welke goederen
en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan
gebeurt en voor wie we produceren.
De hoe-vraag maakt ons wijzer
over de manier waarop de productiefactoren − arbeid, grondstoffen,
kapitaal en kennis − ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus
ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen
ontkennen, de economie kan maar zo groot zijn als de aarde kan
(ver)dragen.
De vraag voor wie herinnert ons aan het
verdelingsvraagstuk. Al te makkelijk vergeten we dat economie zowel gaat
over het creëren als over het verdelen van de welvaart, ze zijn allebei
even belangrijk en ze horen onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn.
En
telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd
zijn door zogenaamde economische wetmatigheden; het keuzeproces verloopt
allerminst neutraal of waardevrij. Hier zijn, laten we dat hier
extra beklemtonen, de machtsverhoudingen van tel.
Als er al
wetmatigheden gelden, zijn het die van de biofysica. Die vertelt ons wat
de biofysische grenzen van onze planeet zijn die de economie
noodgedwongen moet respecteren. De economie is nu eenmaal een onderdeel
van het begrensde ecosysteem aarde. Wat nog altijd economische groei
wordt genoemd, kan dus onmogelijk eindeloos doorgaan.
Onze
vertrouwde wereld valt aan scherven,
en de nieuwe moeten we nu
dringend maken
Voor wie het nog niet snapt, we beleven een unieke
en ongelooflijk spannende periode waarin onze oude vertrouwde wereld
aan scherven gaat. Daarover moet het debat gaan, en vooral over welke
wegen we nu uit moeten om ook in 2050 goed te leven, in dit land, in
Europa, in heel de wereld.
Het zal sommigen misschien verbazen,
maar eigenlijk weten we in grote mate wat politici kunnen en moeten
doen.
Allereerst, opnieuw greep krijgen op een losgeslagen
geldwezen: geen vrijgeleide meer om met onze voeten te spelen en komaf
maken met het taboe dat rust op overheidsbanken en coöperatieve banken.
Alleen zo kan geld opnieuw een stevige hefboom zijn voor een bloeiende
economie. En anders dan vandaag moet onze welvaartsmachine ecologisch
duurzaam zijn. Kan dat wel, kunnen we én het milieu respecteren én
welvaart scheppen voor iedereen, kunnen we m.a.w. tegelijk ecologisch en
sociaal zijn? Laten we de noodzaak van een ecologisch duurzame economie
koppelen aan de roep naar werk en inkomen. Dan mag de wereld wel
ingewikkeld zijn, soms is de oplossing van een dilemma niet eens zo
moeilijk. Want die ombouw van onze huidige economie naar ecologische
duurzaamheid is één grote schreeuw om werk. Er zijn vele handen nodig om
de hele wereld rond ons al vernietigde natuurlijke kapitaal te
herstellen, evenzo voor een milieuvriendelijke voedseleconomie die alle
mensen voldoende en gezond eten verschaft. Leefbare steden uitbouwen en
renoveren, energiezuinige woningbouw, heel onze transporteconomie
herdenken en hertimmeren, meer welvaart produceren met minder energie,
de economie dematerialiseren, voor al die ambities moeten er dringend
meer hersens en handen aan het werk.
En laten we werk opnieuw in
eer herstellen, vooreerst dat wie werkt daarvan moet kunnen leven en dat
werk geen koopwaar is. Laat het opnieuw en overal een
vanzelfsprekendheid zijn dat werknemers zich verenigen om hun rechten af
te dwingen en te verdedigen. Zorg dat er een mondialisering komt van
het recht op sociale zekerheid. In plaats van de rugzak van sociale
zekerheid van Europese werknemers lichter te willen maken, moet die
rugzak eindelijk meer gevuld geraken voor alle werknemers. En we moeten
het belang herontdekken van volledige werkgelegenheid zinvol en
voldoende betaald werk voor al wie wil werken en van economische
democratie die werknemers meer zeggingschap garandeert.
Als we
daarenboven weten dat het best om leven is in samenlevingen die
voldoende middelen samenleggen om te investeren in goede
gezondheidszorg, betaalbaar onderwijs, sociale zekerheid,
energievoorziening, economische ontwikkeling, ecologische duurzaamheid,
verdedig dan met hand en tand het principe van progressieve belastingen
omdat de sterkste schouders inderdaad de zwaarste inspanningen horen te
leveren, zoveel te meer omdat net zij doorgaans nog de meeste vruchten
plukken van onze collectieve inspanningen voor onder andere onderwijs,
cultuur en tal van infrastructuur.
Het is hoog tijd om de
zogenaamde neoliberale consensus van de voorbije decennia in de
lappenmand van de geschiedenis te gooien en te vervangen door een nieuwe
sociaalecologische en democratische consensus. Die nieuwe kijk moet
uitdrukkelijk erkennen dat welvaart moet worden voortgebracht binnen de
grenzen van wat de planeet toestaat, dat een eerlijke verdeling van die
welvaart absolute voorrang vereist, dat overheden het recht hebben om
het geldwezen en de economie te sturen in dienst van mens en
samenleving, en dat we heel hard moeten zoeken hoe de economische
democratie - even belangrijk als de politieke democratie - te
realiseren.
Dirk Barrez
Deze voordracht is vooral
gebaseerd op het boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke
samenleving
Dirk Barrez is auteur van het boekVan eiland
tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving - klik hier voor info en bestellen en co-auteur
van het boek Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van
globalisering en crisis - klik hier voor info en bestellen
Hieronder
vindt u uit het boek Van eiland tot wereld - de
elementen uit het programma voor een menselijke samenleving die meest
betrekking hebben op zowel het creëren als het verdelen van welvaart. Ze
zijn telkens de neerslag van een hoofdstuk uit het boek
geen
samenleving en geen politiek zonder economie, geen economie zonder
planeet We moeten erkennen dat het ecosysteem aarde begrensd
is en dat onze economie de biofysische grenzen van onze planeet moet
respecteren. Binnen die grenzen kunnen we goederen en diensten
voortbrengen en kan die economie zich dus ontplooien tot de draaischijf
voor onze menselijke behoeften en ambities. De samenlevingen en hun
democratische overheden hebben de verantwoordelijkheid om toe te zien op
wat, hoe en voor wie die economie produceert. Zij moeten onder
andere beslissen in welke mate die economie wordt toevertrouwd aan het
mechanisme van de vrije markt en aan de private sector. In elk geval
leggen zij de economische spelregels vast.
we zijn in
oorlog maar anders dan we spontaan denken Tot nu was er maar
één uitzondering waarvoor de economie moet wijken en dienstig zijn, en
dat is de oorlog in zijn klassieke betekenis. Voor die oorlogen, voor
een misdaad tegen de menselijkheid, eisen we de economie op. Vandaag
zijn we in oorlog tegen de dreigende klimaatverandering en andere
ecologische catastrofes, tegen de moordende inkomensongelijkheid en
tegen de voortdurende aanslagen op de democratie en de mensenrechten. Daarom
is het dat we vanaf vandaag alle mensen en middelen moeten mobiliseren
om deze oorlogen te winnen en een duurzame en menselijke wereld te
maken.
kapitaal voor de mens, duurzaam beheerd Economisch
is het leidende principe niet langer dat het kapitaal arbeid
tewerkstelt en de mens hoogstens wordt beschouwd als een
productiefactor. Om de economie terug in dienst van de mens te
krijgen moet het omgekeerde - principe ingang vinden dat de mens
gebruik maakt van kapitaal en dus recht op kapitaal heeft. Onverminderd
het recht op werk, rechtvaardig loon, gunstige arbeidsvoorwaarden en
alle andere rechten die daarmee samenhangen omvat het recht op kapitaal: -
zeggenschap over de aanwending van de natuurlijke rijkdommen of
productiemiddelen zoals wateren, landbouwgronden, weilanden, bossen en
bodemrijkdommen, een zeggenschap die bij voorrang toebehoort aan wie
daarvan moet leven; deze natuurlijke rijkdommen zijn ofwel publieke
goederen, drinkbaar water bijvoorbeeld, ofwel gemeenschapsbezit, ofwel
privéeigendom onder strikte voorwaarden; - de genetische rijkdom van
planten, dieren en van het menselijke leven is gemeenschappelijk
eigendom van de mensheid. - een verzekerde toegang tot krediet dat
mensen kunnen inzetten als productiemiddel, dit is het recht op
financieel kapitaal; - zeggenschap over de productiegoederen die de
basis vormen van onze welvaartsmachine; - verzekerde toegang tot
kennis, dit is het recht om als mens alles te kunnen weten wat van
belang is, in het bijzonder waar men welvaart mee kan scheppen. Zo
verwerft iedereen het recht om welvaart te creëren. Het recht op
kapitaal verplicht de mens op zijn beurt tot een duurzaam beheer van dat
kapitaal.
de aarde en de natuur, ons grootste kapitaal Het
lot van de mens is in de voorzienbare tijd onverbrekelijk verbonden met
het ecosysteem aarde. Dat is zijn ruimteschip. Mens, samenleving en
economie moeten respectvol en duurzaam omgaan met de aarde en al haar
ecosystemen. Alle menselijke activiteiten moeten binnen de ecologische
grenzen blijven en het natuurlijke kapitaal van de planeet onaangetast
behouden voor de volgende generaties.
recht om welvaart te
creëren De herverdeling van het kapitaal of de
productiemiddelen zoals bepaald in het hoofdstuk kapitaal voor de
mens, duurzaam beheerd - is een bron van economisch dynamisme en van
welvaartscreatie. Want wanneer het kapitaal er is voor de mens,
vloeit daar natuurlijk uit voort dat iedereen de kans en het recht heeft
om welvaart te creëren. Dit is het recht op ondernemen, door goederen
en diensten voort te brengen, voor zichzelf, de familie of de
gemeenschap, of voor de markt. Dit recht is niet absoluut. Het wordt
beperkt door democratische, sociale en ecologische doelstellingen en
regels, en in het algemeen doordat mens en samenleving voorrang kunnen
verdienen op het meer beperkte economische belang.
een
economie van de mens economische democratie Democratie
krijgt pas echt betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel
politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de
politieke democratie als haar economische tegenhangster sterk ontwikkeld
en heel levenskrachtig zijn. Het recht op kapitaal en het recht om
welvaart te creëren basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten
van die economische democratie. Wanneer de mens zijn of haar arbeid
inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiële
doelstelling van het democratiseren van onze economie waar te maken. Ze
krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve
samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere
democratische economische organisatievormen. Samenlevingen hebben
recht op hun deel van de winsten van economische productie-eenheden voor
de publieke bijdrage die ze leveren aan de winsten. Bij grotere
bedrijven of andere economische entiteiten staat tegenover die publieke
inbreng de helft van de aandelen. Overheid en samenleving beheren de
opbrengst van hun participatie of aandeel op het laagst mogelijke
niveau. Zij komen niet tussen in het bedrijfsbeleid, tenzij in
welomschreven uitzonderlijke omstandigheden. Sociale bewegingen die
succesrijk willen zijn en blijven in het forceren van maatschappelijke
veranderingen moeten ook economisch actief zijn.
een
economie voor de mens - wij moeten onze economie sturen Zoals
de mens de economische vrijheid heeft om welvaart te creëren, zo heeft
de samenleving het recht en de plicht om op een democratische wijze de
beschikbare middelen aan te wenden om haar maatschappelijke doeleinden
best te realiseren. Tot die middelen behoort ook de economie. Omdat
de samenleving het algemene belang bewaakt moet zij de economie en de
economisch bedrijvige mens de nodige regels opleggen. Democratische
overheden sturen onze economie in dienst van een duurzame, sociale en
democratische wereld. Overheden en samenlevingen moeten economisch
initiatief ontplooien om hun doelstellingen te realiseren, zeker wanneer
de vrije markt in gebreke blijft, en vanzelfsprekend ook in die
domeinen waar de op financiële winst gerichte privésector geen toegang
toe krijgt.
voorrang voor thuismarkten en regionale
economieën Lokale samenlevingen, staten en regios hebben het
recht om hun lokale en regionale economieën af te schermen van de
wereldmarkt. Meer nog, met het oog op een zo democratisch mogelijke
economie, tevens om de economie te sturen op een bestuursniveau zo dicht
als mogelijk bij de mensen en om die economie de planeet zo min
mogelijk te laten belasten, hebben samenlevingen, staten en regios
tevens een plicht: ze doen er alles aan om hun welvaart, zoveel als
mogelijk en zinvol is, te halen uit en te creëren met wat lokaal en
regionaal mogelijk is. Ze zijn zich daarbij bewust van de altijd
loerende gevaren van belangenvermenging, bureaucratie en protectionisme.
Ze waken er daarom voortdurend over om efficiëntie en rechtvaardigheid,
om het economische en het sociale te verzoenen.
voedselsoevereiniteit
en sociaal contract voor een duurzame landbouw Zeker wanneer
het gaat om het verzekeren van de voedselproductie en het recht op
voedsel zijn regionale gemeenschappelijke landbouwmarkten te verkiezen
boven de volledig open wereldmarkt. Indien nodig zal dit gepaard moeten
gaan met ingrijpende landverdelingen en landbouwhervormingen. Daarom
hebben landen, samenlevingen of regios overal het recht om hun landbouw
af te schermen van de wereldmarkt in de mate dat ze dat zelf willen.
Tevens mogen ze hun landbouw organiseren naar eigen inzicht en volgens
de eigen behoeften. Voor alles wat landbouwers presteren en
voortbrengen genoeg eten voor iedereen, veilig en voedzaam voedsel,
heel wat nuttige grondstoffen, alles ecologisch duurzaam voortgebracht,
een bloeiende plattelandseconomie, rustgevende aangename landschappen,
een rijke plattelandscultuur en bovenal vitale samenlevingen waar het
goed is om leven hebben zij recht op maatschappelijke erkenning en
ondersteuning. Dat kan zich het best vertalen in een sociaal contract
voor een duurzame landbouw: in ruil voor een landbouw die het
voedselvraagstuk oplost op een ecologisch en sociaal verantwoorde wijze,
garandeert de samenleving de landbouwers een eerlijke prijs voor hun
werk en een fatsoenlijk inkomen. Haar beleidsmakers nemen alle
maatregelen die daarvoor nodig zijn, of het nu om aanbodbeheersing,
marktafscherming, minimumprijzen, vergoedingen voor natuurbehoud of
welke maatregel ook gaat. Zo kan de landbouw en de hele
voedseleconomie een pijler blijven onder de bestaande welvaartsstaten.
Zo kan de landbouw vanaf morgen ook de pijler zijn onder nieuwe
welvaartsstaten in Afrika, Latijns-Amerika en Azië.
thuismarkteconomie
en uitbouw welvaartsmachine Samenlevingen, landen en regios
hebben het recht om voorrang te geven aan hun thuismarkteconomie en aan
regionale economische gemeenschappen. Deze produceren in de eerste
plaats voor de eigen behoeften, helpen tot volledige werkgelegenheid en
inkomensspreiding te komen, kunnen veel betere ecologische prestaties
leveren en dragen bij aan een gezond evenwicht tussen lokale, regionale
en internationale economieën, op voorwaarde dat de economische kosten
niet te hoog zijn en niet uitlopen op een protectionisme dat de welvaart
vernietigt.
handel ja, uitbuiting neen Handel
kan tot wederzijdse verrijking leiden in zover het gaat om echte handel,
dit is een vrije keuze om goederen of diensten te verhandelen waarbij
alle betrokkenen daar reëel voordeel uit halen. Is dat niet het geval,
hebben we te maken met uitbuiting en die wordt verboden. Democratische
internationale instellingen waken over de belangen van al wie handel
drijft, introduceren mechanismen op de wereldmarkten die een betere
spreiding van de opbrengsten uit de wereldhandel verzekeren en steunen
de ontwikkeling van thuismarkteconomieën en van regionale economische
gemeenschappen. Een daartoe opgerichte internationale rechtbank kan
elke vorm van oneerlijke concurrentie en van uitbuiting beoordelen en
bestraffen.
grenzen aan economische machtsconcentratie en
financiële speculatie In overeenstemming ook met de reeds
geuite ambitie van economische democratie, moeten de economische markten
functioneren in het belang van alle mensen. Daartoe worden alle
nodige regels en maatregelen uitgevaardigd, van beperkingen op de
concentratie en de privatisering van economische activiteiten over alle
mogelijke tussenvormen van democratische economische organisatievormen
tot zonodig het instellen van de gezamenlijke eigendom van sommige
productiemiddelen. De politieke overheden herstellen hun greep op het
financieel kapitaal en de financiële markten, en nemen de permanente
bedreiging weg die de wispelturige speculatie nu vormt voor de
economieën overal ter wereld. Dit gebeurt onder andere door de
invoering van kapitaalcontroles en van belastingen op
kapitaalverrichtingen, door de opheffing van de fiscale paradijzen en
door het invoeren van één wereldmunt. Het bank- en verzekeringswezen
is voortaan het exclusieve terrein van publieke of coöperatieve banken
en verzekeraars. De kwijtschelding van de schuldenlast van landen
moet hun hele bevolking ten goede komen.
mondiale sociale
kaderwet Nationale overheden integreren alle internationaal
aanvaarde sociale regels en arbeidsnormen van vooral de Internationale
Arbeidsorganisatie in hun wetgeving en maken ze ook afdwingbaar ten
aanzien van ondernemingen en personen die economisch bedrijvig zijn in
het buitenland zodat ze overal geldig worden. Uiteindelijk moeten die
sociale regels en normen het voorwerp uitmaken van een mondiale sociale
kaderwet die overal en voor iedereen afdwingbaar is, onder andere ook
bij een mondiale sociale rechtbank.
het milieu heeft zijn
rechten Nationale overheden integreren alle internationaal
aanvaarde milieuregels, normen en verdragen in hun wetgeving en maken ze
ook afdwingbaar ten aanzien van ondernemingen en personen die
economisch bedrijvig zijn in het buitenland zodat ze overal geldig
worden. Uiteindelijk moeten die milieuregels en normen het voorwerp
uitmaken van een mondiale ecologische kaderwet die overal afdwingbaar
is, onder andere ook voor een internationale milieurechtbank. Die wet
verplicht mens en economie ecologisch duurzaam te handelen en begeleidt
ons ondermeer naar het tijdperk van de zonne-energie - en al haar
afgeleide vormen van hernieuwbare energie -, van dematerialisering en
van recyclering. Onze economie mag de draagkracht van de planeet en van
haar talrijke ecosystemen niet langer overschrijden. Ze moet ruimte
laten voor natuur en de biodiversiteit van planten en dieren niet
ondermijnen.
een ecologische economie een
sociaalecologische economie De mondiale samenleving zet, van
dorp en stad tot wereld, alle beschikbare mensen en middelen, alle
vernuft en alle kapitaal, in voor de onmiddellijke omschakeling naar
werkelijk sociaalecologische economieën op lokaal, nationaal, regionaal
en mondiaal vlak. Die mogen in geen geval nog de draagkracht van de
aarde en al haar ecosystemen overschrijden. Tegelijkertijd moeten zij
de nodige welvaart voortbrengen om aan de gerechtvaardigde behoeften te
voldoen van alle wereldburgers.
een sociaalecologisch pact De
radicale omschakeling naar een ecologische economie die we nastreven is
eigenlijk een revolutie die een lange, volgehouden inspanning vergt van
de hele samenleving. Die inspanning vereist een duurzame politieke
consensus over de politieke scheidslijnen heen die diverse
regeerperiodes moet overbruggen. Daarom is het dat de samenlevingen,
van lokaal tot mondiaal, nood hebben aan een sociaalecologisch pact.
Daarin kiezen de politieke verantwoordelijken in overleg met de
georganiseerde samenleving en de economische wereld voluit voor de
uitbouw van een sociaalecologische economie. Moeilijke - of als moeilijk
ervaren - politieke beslissingen, zoals massaal investeren in een
grootschalig sociaal woningbouwprogramma en in sociale economie, of het
verhogen van de energieprijs, maken deel uit van zulk pact. Zo is er een
stevig én democratisch fundament om, over alle regeringen of besturen
heen, werk te maken van die sociale en ecologische economie.
dienstbare
technologie gebruik wetenschap en technologie voor wat ze waard zijn Een
duurzame economie moet de gerechtvaardigde materiële behoeften van alle
wereldburgers kunnen invullen zonder het vermogen van de komende
genera¬ties aan te tasten om aan hun behoeften te voldoen. Om die
goederen en diensten voort te brengen op een ecologisch, sociaal en
economisch verantwoorde wijze maakt een duurzame economie volop gebruik
van wat technologie en wetenschap te bieden hebben. Daarom sturen de
overheden waar nodig de technologische ontwikkelingen ten dienste van
die duurzame economie en stemmen ze zo af op de behoeften van de
samenleving.
menswaardig werk voor iedereen Het
is de plicht van onze politici en overheden om de rechten op een
levensvatbaar inkomen, menswaardige werkomstandigheden en duurzaam werk
van alle mensen te waarborgen. Zeker wanneer de markt en de
samenleving er niet in slagen voor voldoende nuttige en fatsoenlijk
betaalde jobs te zorgen, dragen politici en overheden de
verantwoordelijkheid om de nodige goede werkgelegenheid te creëren. Dit
kan zowel bij de overheid, in overheidsbedrijven, in de marktsector als
in de sociale economie.
welvaartsverdeling en sociale
economie Een gedemocratiseerde en sociaalecologische economie
die alle in dit Programma voor een menselijke samenleving bepaalde
spelregels moet eerbiedigen, zal al veel beter presteren op het vlak van
zowel de productie als de verdeling van welvaart dan de huidige
kapitalistische economie. Toch is nog onvoldoende gegarandeerd dat
zij ook de goederen en vooral diensten zal waarderen die buiten de
zogenaamde reguliere economie worden voortgebracht, waar het
winstprincipe niet vooropstaat. Daar is wel degelijk een grote
maatschappelijke vraag naar maar dikwijls is er geen zogenaamd solvabele
vraag voor. Overheden hebben er alle belang bij om deze sociale
economie ademruimte te geven.
voor iedereen een mondiaal
basisinkomen Zelfs een sterk sociaal gecorrigeerde economie
én een behoorlijk uitgebouwde economische democratie kunnen niet
garanderen dat de welvaart zo goed verdeeld raakt dat iedereen voldoende
inkomen verwerft om in de levensnoodzakelijke behoeften te voorzien. Onverminderd
hun andere rechten op werk, op maatschappelijke zekerheid, op kapitaal
en op het creëren van welvaart, hebben alle wereldburgers omdat ze
bestaan en dus in alle omstandigheden recht hebben op een menswaardig
bestaan - recht op een mondiaal basisinkomen, dat hoog genoeg is om in
de basisbehoeften te voorzien. Dit minimum van mondiale solidariteit
is hun onvervreemdbaar aandeel in de aarde en hun waarborg dat ze hun
essentiële mensenrechten kunnen uitoefenen. Tevens is het een stimulans
van de sociale economie. Het is een sleutelelement in de herverdeling
van de mondiale welvaart die zelf ook weer bron van economisch
dynamisme en van de creatie van welvaart is. En het is ten volle de
erkenning dat iedereen schepper is van menselijke en maatschappelijke
rijkdom en daartoe het pure overleven moet kunnen overstijgen. Zo is het
basisinkomen ook een investering in de samenleving. Elke samenleving
is vrij om haar basisinkomen hoger of zelfs veel hoger te maken.
herverdeling
- voor iedereen een maximuminkomen Sociale rechtvaardigheid,
ecologische redenen en de belangen van toekomstige generaties
rechtvaardigen de invoering van een maximuminkomen waarover elke
wereldburger jaarlijks kan beschikken. Dit maximuminkomen is
gekoppeld aan het basisinkomen en kan dus maar stijgen indien ook het
basisinkomen stijgt. In het begin is het maximuminkomen duizend maal
hoger dan het mondiale basinkomen. Maar het maximuminkomen kan slechts
aan een veel trager tempo toenemen dan het basisinkomen om de
bestedingskloof tussen rijk en arm niet verder te laten groeien en om de
al te grote inkomenskloof kleiner te maken. Het maximuminkomen is
samen met het basisinkomen een sleutelelement in de herverdeling van de
mondiale welvaart die zelf ook weer bron van economisch dynamisme en van
de creatie van welvaart is. In elke samenleving zal de best betaalde
of de rijkste uiteindelijk maximaal vijf maal meer besteedbaar inkomen
hebben dan de minst betaalde of de armste.
welvaartsverdeling,
ecologische economie en democratie: aardegebruiksrecht als andere
naam voor maximuminkomen Voortaan zal iedereen van bij de
geboorte zijn of haar gebruiksrechten of trekkingsrechten op de
aarde krijgen, voor iedereen gelijke rechten. Daar zal men het mee
moeten doen, elk jaar opnieuw, een leven lang. Het
milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de
aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en
haar biodiversiteit. Heel snel, van jongs af aan, zal zo geleerd
worden dat iedereen mee verantwoordelijkheid draagt voor die aarde. De
armste mensen en de armste samenlevingen verwerven in een overgangsfase
extra gebruiksrechten. Zo kunnen ze hun welvaartsproductie snel en op
de meest duurzame wijze laten groeien om eindelijk aan de menselijke
basisbehoeften te voldoen. Mensen en/of samenlevingen die hun
gebruiksrechten niet volledig verbruiken, kunnen ze opsparen of
verkopen. Wie meer wil gebruiken van de aarde dan waar men recht op
heeft, kan dat enkel door extra gebruiksrechten aan te kopen. Met de
introductie van het aardegebruiksrecht krijgt de democratie pas haar
volle betekenis omdat het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek en
economisch maar voortaan ook ecologisch van kracht is.
maatschappelijke
zekerheid kinderen, andersvaliden, zieken, werklozen, ouderen Het
mondiale basisinkomen is voor alle mensen de eerste sokkel van de
mondiale sociale zekerheid, gewaarborgd door de internationale
samenleving wanneer en zolang afzonderlijke samenlevingen het niet
kunnen betalen. Naargelang hun mogelijkheden verhogen de
samenlevingen dat basisinkomen zodat het uitgroeit tot een levensvatbaar
minimuminkomen voor al hun inwoners. Maar het menselijke leven is
nooit zeker en dus niet vrij van risicos. Of het vergt extra
inspanningen. Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de
samenlevingen en mogen ze geen last zijn. Wie ziek is, heeft recht op
de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor
zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven. Aan
wie andersvalide is of ongewild werkloos garandeert de samenleving een
gewaarborgd inkomen. Beter nog, de samenleving verzekert hen ook van
nuttig en fatsoenlijk betaald werk, afgestemd op hun mogelijkheden. Voor
wie een heel leven heeft gewerkt, garandeert een welvaartsvast pensioen
een bestaanszekere oude dag. Een goed uitgebouwde sociale zekerheid
met een wettelijke basis en verplicht voor iedereen - waarborgt in alle
samenlevingen alle mensen en alle gezinnen of andere samenlevingsvormen
in alle omstandigheden hun bestaanszekerheid en hun integratie in de
samenleving. Bovenop het basisinkomen verschaft zij daarom voor
kinderen - die de beste opvoeding en onderwijs verdienen -, voor wie
getroffen is door ziekte, voor wie andersvalide is of werkloos en voor
gepensioneerden de nodige extra middelen om die zekerheid te realiseren. Alle
samenlevingen verplichten zich ertoe om, uit de welvaart die ze
creëren, in de mate van het mogelijke de inkomsten te halen om het
basisinkomen voor iedereen en hun sociale zekerheidssysteem zelf te
financieren. Echter, net zoals de mondiale samenleving het
basisinkomen garandeert voor alle mensen overal ter wereld, vervult zij
ook hier haar herverdelende rol. Zeker in het begin staat zij er mee
borg voor dat arme landen over de nodige middelen beschikken om hun
burgers van een minimale sociale zekerheid te laten genieten. Deze is
namelijk een noodzakelijke voorwaarde om welvarende samenlevingen te
kunnen uitbouwen. Van zodra hun welvaart stijgt, halen ook arme
landen daaruit gaandeweg de nodige inkomsten om het basisinkomen voor
iedereen en hun sociale zekerheidssysteem steeds meer zelf te
financieren.
gezondheid, inkomen en verzekerde
gezondheidszorg Genoeg en gevarieerd kunnen eten is veruit
meest belangrijk voor een goede gezondheid. Alle mensen moeten over
voldoende inkomen beschikken zodat armoede niet langer ziek maakt. Ook
daarom is inkomensherverdeling noodzakelijk. Basisgezondheidszorg
verdient voorrang op hospitaalgeneeskunde. Samenlevingen moeten waken
over het goede evenwicht tussen beide. Alle samenlevingen organiseren
een voor iedereen verplichte ziekteverzekering. Die kan volledig
publiek zijn. Of overheden garanderen en bewaken die verplichte
ziekteverzekering in een niet-winstgevende en niet-commerciële sfeer. In
een goede gezondheidszorg vinden zowel overheden, gezondheidswerkers,
maatschappelijke initiatieven zonder winstoogmerk en de privésector hun
plaats. Ze is een samenspel van niet-winstgevend initiatief, van
publieke sector, van markt en van regelgeving. Maar nooit worden
zieke kwetsbare mensen uitgeleverd aan het winststreven van
privébedrijven.
wonen van een dak boven het hoofd tot
leefbare steden Overheden zijn er verantwoordelijk voor dat
iedereen onder dak geraakt van een betaalbare en ecologisch duurzame
woning. Meer nog, zij moeten ingrijpen opdat onze steden leefbaar
zijn en ons alles bieden wat we mogen verwachten. Nog meer, zij
moeten exploreren wat het platteland en de kleinere steden te bieden
hebben aan een moderne samenleving. Meer dan ooit kan het ook daar goed
om werken, wonen en leven zijn. Een levenskrachtig platteland vult onze
grote steden aan en ontlast hen.
Dirk Barrez
Deze
voordracht is vooral gebaseerd op het boek Van eiland tot wereld. Appèl
voor een menselijke samenleving