~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke Randdebiliteit ~
~ HÉT "progressief" Orgaan Der "Hangmatsocialisten" ~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke & Politieke Randdebiliteit
28-07-2011
Oproep aan Jean-Pierre, Siegfried en Benno
Zo beste lezertjes, deze formidabele doordachte toespraak van een groot Vlaemsch denker vat netjes samen hoe er dus gedacht et gepraat wordt in Vlaanderens rechtse intellectuele middens. Hoe positioneert men de hardwerkende en natuurlijk steeds perfecte Vlaming (tenzij hij links zou zijn) tegenover de "sandalendragende kutmarokkaantjes", welke stroming draagt in feite de verantwoordelijkheid voor het nationaal-socialisme in Duitsland, de sociaal-democratie natuurlijk, de beken Vlaamse intellectuele bekeerlingen zoals Rondas, Bracke en Bernhardt... Nu we het daar toch over hebben over die stroom van bekeerlingen...we hadden toch eens graag wat commentaren gehoord van deze nieuwe zogenaamde bekeerlingen over hun nieuwe vrienden die hen zo graag koesteren omwille van hun deze keer wel correcte ideeën...Voor praatvarens als Rondas en Bracke moet dat toch niet meteen een probleem zijn om zeer klaar en duidelijk komen uit te leggen wat ze van zulke nette vrienden als deze Frans Crols denken? Of zien we het verkeerd als eminente leden van de linkse kerk? Zeg ons wie je vrienden zijn en wij zeggen wie je bent. Ok een cliché en niet altijd waar maar dit is dan een gelegenheid om de "flou artistique" weg te nemen. Neen, we maken ons geen begoocheling over de impact van dit blogje. Ze kunnen het eens proberen rond het thema Islam en immigratie om hun persoonlijke stellingen zeer duidelijk uit te leggen op één of andere Vlaamse cultuurzender of liever nog vlak na de zoveelste heruitzending van een aflevering van De Kampioenen" als gans Vlaanderen kijkt en luistert....en zet de rest van het "Vlaemsche Ratpak" er ook maar bij. De Sanctorums, Stormes enz...we kijken er al naar uit op welke ideologische punten deze denkers verschillen van de Noorse flippo...en ze zullen wel afkomen met de theorie van vrijheid van meningsuiting maar uiteindelijk zullen ze weinig nuancering toevoegen aan de radicaliteit van de Noorse flippo of van één of andere extreme imam. Want extremisme valt in feite steeds terug op het scenario van een John Wayne-Western. Wij zijn de goeie helden met een witte hoed en de slechten dragen een zwarte hoed of hebben pluimen in hun haar... en de volgende dagen doen we het wat rustiger aan want we gaan ook op trainingskamp ...in Blankenberge
Frans Crols een groot-Russisch Vlaemsch-nationalist
Lees en proef de hieronder opgenomen toespraak van Vlaams denker en eminent spreker Frans Crols, lid van alles en nog wat datidioot rechtse lulkoek verkoopt.
Eerst uitleggen wieFrans Crols is. Want gelijk welke van Pieperzele kan dwaze klap verkopen en dat via Internet als een nieuwe ideologie verspreiden. Deze Frans is echter andere koek. Het gaat hier om een rasechte Vlaemsche intellektuweel een groot denker en daar blinkt Vlaanderen wel erg in uit vooral als het gaat over dit soort rechtse sotternijen. Begin al vast jullie Russisch te oefenen, beste lezertjes
Hij zorgde voor controverse toen hij als gastspreker op de IJzerwake in augustus 2009 stelde desnoods Brussel te laten vallen om Vlaamse onafhankelijkheid te bereiken.
Hij is kernlid van de Vlaams-republikeinse denkgroep Res Publica.
En dit moet wat geactualiseerd worden want onze Frans is inmiddels gepensioneerd directeur bij Trends maar blijft voorzitter van de adviesraad
Beminde gelovigen van de rechtse kerk
Dit is een gastartikel door Frans Crols, lid van de Academische Raad van LIBERA!. Plaatsing van een gastartikel op de Libera!-site betekent niet dat Libera! het op alle punten eens hoeft te zijn met de auteur(s).
Hieronder volgen stukken uit de toespraak van Frans Crols op het TeKoS-colloquium van 2 april jongstleden aan de Universiteit Antwerpen. De volledige tekst zal te lezen zijn in het nog te verschijnen extra nummer van TeKoS.
Beminde gelovigen van de rechtse kerk,
De trotskist en hoogleraar Jan Blommaert ontkent het licht van de zon in zijn essay Links van de kerk in Knack van 16 maart en op de webstek kifkif.be. Een boek over zijn verzinsel is op komst bij uitgever EPO, het gauchistische uitgeefhuis. Wat is het verzinsel? Het essay Links van de kerk weerlegt dat er een linkse kerk is en ontkent dat de progressieven jarenlang het debat over de multiculturele samenleving hebben gedomineerd. Neen, beminde gelovigen, het is rechts dat het debat over de multiculturele samenleving naar zijn hand heeft gezet; wij, conservatieven, rechtsen hebben het hoogste gekraaid, en kregen de meeste steun, over standpunten als Vlaanderen voor de Vlamingen, selectieve inwijking, voorrang voor de Europese Leitkultur. Blommaerts polemiek is van een haast Goebelliaanse gotspe. Of er een linkse kerk, een verzameling van linkse kapelletjes of een linkse oecumene is, is een kwestie van woorden, van semantiek. Feit is en blijft dat tot voor een korte tijd de vooruitstrevenden, zoals het apostelen van Gramsci past, ALLE, ALLE sleutelposities innamen in de media en daardoor ALLE debatten naar hun hand konden zetten. Ik denk aan de recente en schitterende essaybundel De Islam van Wim Van Rooy en Sam Van Rooy waar ik op terugkom. De Van Rooys hebben daarover sinds november 2010 interviews weggeven in de Nederlandse kwaliteitskranten, waren te gast in De Balie in Amsterdam, kwamen er mee op de Nederlandse televisie. In Vlaanderen dat geen linkse kerk, geen linkse censuur heeft volgens Jan Blommaert, is De Islam tot vandaag doodgezwegen door De Standaard (buiten een akkefietje van Mia Doornaert in haar column), De Morgen, Knack, de VRT, VTM en noem maar op.
Intellectueel is een sappig en heerlijk woord. Een intellectueel maakt deel uit van een intellocratie en daarin is het goed toeven: gekeken wordt in de huiskring van de ïntellocraat naar Canvas, geluisterd wordt naar Klara, gelezen wordt in De Morgen of Humo, en ver is men van de hufters die zich verlustigen aan pulp als Goedele, Familie, Thuis en Big Brother. Onder intellectuelen was het, zeker in Vlaanderen, tot voor kort mega-tof.
Iedereen dacht Politiek Correct en wie niet PC was bestond niet, verdiende verdelging door de malcontent dood te zwijgen, publicatierecht te ontnemen, een uitgever af te pakken, een professoraat of een mediajob te weigeren.
De heren en dames intellectuelen ankeren sedert mei 68 gemoedelijk en exclusief ter linkerzijde. Simpel. Een rechtse intellectueel is een contradictie, kan niet bestaan, heeft niks te vertellen. Johan Huizinga, Leo Strauss, C.S. Lewis, Ludwig Witgenstein,
Roger Scruton, Andreas Kinneging, Theodore Dalrymple, om slechts enkele behoudende, rechtse mensen op te sommen, missen geloofsbrieven in de ogen van de Politiek Correcten. Evenzeer als de mindere goden Pim Fortuyn, Martin Bosma, en recente bekeerlingen van links: Jean-Pierre Rondas, Wim van Rooy, Benno Barnard, Siegfried Bracke en we vergeten er. Het beekje van progressieve kameleons die rechts, centrum, conservatief vervellen wordt een riviertje.
Je moet van goeden huize zijn om de Deltastichting te kennen, Tekos te kennen, publieke intellectuelen te kennen als Luc Pauwels, Johan Sanctorum, Paul Belien, Koenraad Elst, de genoemde Van Rooys (mensen met een linkse en loge-achtergrond). Het cordon sanitaire heeft op een haar na zijn antidemocratische muren niet meer kunnen optrekken rond de zelfverklaarde conservatief Bart De Wever. Dat is Vlaanderen, en dat is het effect van de onbestaande linkse kerk.
Nooit zal ik vergeten wat de Nederlandse socioloog en historicus, J.A.A. van Doorn bewees in zijn schitterende Duits socialisme, het falen van de sociaal-democratie en de triomf van het nationaal-socialisme (2007): het verraad van het Duitse volk door de klerken van de sociaal-democratie opende de deuren voor een variant van het socialisme, het nationaal-socialisme. Geert Wilders en Filip De Winter zouden niet bestaan, zonder het nuffige discours van de heren en dames van stand van links.
WIE ZIJN WIJ? Wat is onze identiteit?
Ik kijk naar u en mij, naar ons in de spiegel van kutmarokkaantjes in Brussel, van allochtone jongeren die meewerken aan de zender Kif. Zij noemen zich les Borromites, zeven jongens en vier meisjes en stappen rond met micros en opnameapparatuur in het Brusselse Allochistan. De Vlaming is voor de jonge allochtoon in de eerste plaats une victime, een slachtoffer, de seut, de zwakkeling. Het is iemand die je voor je kar kunt spannen, bijvoorbeeld op school. Je kunt er geld van aftroggelen, hij is genereus en naïef. Een geïnterviewde zegt: Een Vlaming? Dat is iemand die altijd het onderspit delft. Quand ils passent dans Ie quartier, on les rackette. We geven die af en toe meppen, des tartes in het Frans, om de oren... De jongeren hebben het niet over taal. Een Flamand kan in hun ogen net zo goed een Franstalige Brusselaar zijn. Als hij maar studieux is, ijverig op school. Vlaming-zijn wordt door allochtonen geassocieerd met sociale status. Met rijkdom. Een Vlaming is geslaagd in het leven. Cest quelquun qui fait les choses bien. Het levert de merkwaardige uitdrukking op devenir un flamand, wat zoveel wil zeggen als: opklimmen op de sociale ladder. De Vlaming is gedisciplineerd, is op school met alles in orde, heeft altijd zijn vieruurtje bij, betaalt zijn busabonnement, eet met zijn familie op vaste uren. Enzovoort.
DAT ZIJN WIJ, en geef toe die kutmarokkanen zijn volleerde en slimme sandalendragende sociologen.
IK HEB HET ondanks de intelligente waarnemingen van de Brusselse allochtoontjes gehad met het multiculturele verhaal.
IK HEB HET gehad met het eensluidende ophemelen van alles wat de Verlichting ooit zou gebracht hebben, er zijn elementen in de anti-Verlichting, de anti-Lumières die een debat waard zijn.
IK HEB HET gehad met dat grote, bureaucratische, onwerkbare, leuterende Europa. Mijn hart en geest gaan naar de Nederlanden en een Rijnbond.
IK HEB HET gehad met de verwerping van de geopolitiek en nieuwere begrippen als geo-economie om mensen en klemtonen van honderd jaar geleden. Want geo-economie is voor Vlaanderen en Nederland een geopolitiek bindmiddel.
Een nieuwe Rijnbond. In snel tempo wordt duidelijk dat de Europese Unie splitst. Duitsland domineert het noorden, Frankrijk loopt hijgend het zuiden achterna. Vlaanderen moet uit economisch belang aansluiten bij de Rijnlanden.
Zelfs Paul Magnette (PS), la voix de son maître di Rupo, weet het. Hij ziet een verwantschap tussen België en Duitsland en sprak over toenadering. Die stelling gaat nog meer op voor Vlaanderen. Of er een grote of een kleine breuk komt door confederalisme of independentisme maakt voor dit thema niet uit: Vlaanderen dient kleur te bekennen en zich te openlijker dan ooit te wenden naar Duitsland. Dat is de economische en politieke motor van de Europese Unie, of wat er van zal overblijven als de zuidelijke leden verder kwakkelen. De berichten blijven eensluidend: Duitsland doet het prima. Frankrijk dat economisch tien jaar verloor, kijkt naar de oosterbuur. In 2000 bedroeg de Franse uitvoer 55% van de Duitse, vandaag 40%. Eurocommissaris voor Economie, Olli Rehn, bevestigde op 1 maart dat de noordelijke landen met een sterke exportsector, het nummer 1 is Duitsland, in 2011 sneller groeien dan de zuidelijke lidstaten. En dat is geen toeval, maar een constante door de Duitse noestheid en nuchterheid.
Dr. Dirk Rochtus, expert Duitsland, docent Diplomatieke Geschiedenis van de Lessius Hogeschool (Antwerpen), ex-beleidsmedewerker van Vlaams minister Geert Bourgeois (toen bevoegd voor het buitenlandbeleid, nu is Kris Peeters chef buitenland in zijn Vlaamse regering): Jarenlang heb ik in Antwerpen het Centrum voor Duitslandkunde van de Lessius Hogeschool mee geleid. Dat is economisch en politiek belangrijk voor de haven en voor Vlaanderen. De economische temperatuur van Duitsland bepaalt voor een groot deel de economische temperatuur van Vlaanderen. Dan heb ik het nog niet over de specifieke verbindingen tussen de chemienijverheid van Vlaanderen en haar, dikwijls, Duitse moederbedrijven, en de auto-industrie. Duitsland zal in de toekomst belangrijker worden voor ons.
Rochtus pleit voor een meer open en gedurfde band tussen Vlaanderen en Duitsland. Vlaanderen is een goed partnerland met Nederland en Duitsland langs de delta van Schelde, Maas en Rijn en mits wij meer eigen beleid kunnen voeren hebben wij veel affiniteit met een gezonde euro, of neuro _ een noordelijke euro of DM-euro.
In de hoofden van de Europese leiders, en dat zijn niet de premiers van de kleine landen, wel van hun confraters van de grote landen, zit een onzichtbare grens. Die loopt langs de noordgrens van België en scheidt Nederland, Duitsland en de noordelijke EU van het zuiden. Dat houdt in, dat er een stille eensgezindheid is bij de hoogste Europese beslissers om Vlaanderen te blijven toewijzen aan Frankrijk. Parijs speelt enthousiast mee. België en Vlaanderen zijn Franse economische koloniën, ook in 2011. De Paribas BNP Fortis-affaire is de laatste bevestiging van deze trend.
Wie twijfelt moet enkel uit zijn boekenrek, of uit de bibliotheek, twee reeksen essays, samengebracht door Hans Brockmans, halen en doorbladeren: Vlaanderen, Een Franse kolonie (Davidsfonds, 1993) en 200 jaar filiaal, De Franse greep op de Vlaamse economie (Davidsfonds, 1995). De eerste reactie van de Franstalige media en elite op die boeken was: Dit is verwerpelijke ethno-economie. De sfeer draaide toen hun eigen Brusselse of Waalse voormannen door de Franse bazen bij het huisvuil werden gezet: burggraaf Davignon verpieterde tot een lakei van Parijs om zijn hachje te redden, Philippe Bodson verloor het gevecht om Tractebel uit de greep van Suez te houden. De situatie is er, zie onder meer het bancaire plaatje, niet op verbeterd.
Vlaanderen heeft talent om op het economische vlak de band aan te snoeren met Duitsland. Thomas Leysen (50), zoon van André Leysen, in de herfst voorzitter van KBC, en redder, met Karel Vinck, van Union Minière, kort nadien herdoopt tot Umicore, is een symbool van de relaties tussen Vlaanderen en Duitsland. Hij is onder meer Duitstalig van huis uit, beweegt bekwaam en met gezag in hoge Belgische en internationale zakelijke kringen, woont in Antwerpen, leidt het VBO tot april 2011, is bestuurder bij de Duitse bank Metzier en voorzitter van Corelio (De Standaard, Het Nieuwsblad, enz.). KBC heeft jarenlang KBCtjes gemaakt of opgekocht in Midden-Europa. De blik naar het oosten zit ingesleten in de bankstrategie.
IK HEB HET gehad met de onwaarheden in Europa over de niet-westerse inwijking en de werkelijkheid van de islam.
IK HEB HET gehad met de onkunde, het onbegrip over het conservatisme in Vlaanderen.
Ik pleit voor politieke stappen: Fase 1 is Vlaamse onafhankelijkheid, Fase II is een Confederatie van de Lage Landen, Fase III is een Rijnbond van Duitsland, Nederland en Vlaanderen, en Fase IV is een archipel van substructuren à la een Rijnbond binnen een Europese Gemeenschap van de Atlantische Oceaan tot de Oeral.
Ik pleit om die fases intellectueel te ondersteunen door: klassieker middelbaar en hoger onderwijs, afremming en omkering van de niet-westerse immigratie en het herstel van een door christelijke en conservatieve idealen doordesemde Europese Leitkultur.
en we nodigen iedereen uit om eens wat commentaren te lezen in grote Vlaamse kranten om duidelijk te maken wat we bedoelen met "de geest van Jef Cognac". Als je na de gebeurtenissen in Noorwegen nog zulke dingen schrijft dan zou de advocaat van de Noorse flippo eveneens krankzinnigheid pleiten. Als je je menselijk gedrag moet enten op het gedrag van je Duitse herdershond als ideologische basis voor je paranoia, dan hoor je eigenlijk thuis in een instelling... We stellen jullie ook voor aan collega-blogger en idioot eerste klas : http://www.bloggen.be/tafelspringer/ je moet daar maar even gaan surfen en bedenken dat dit blog nr 1 staat op de lijst van de politieke blogs in Vlaanderen... Waar blijven ze toch zulke onzin halen? Waar halen ze hen vandaan dat de dader ooit lid is geweest van de Noorse arbeiderspartij?
En altijd maar dat woordje duiden : elke gebeurtenis moet geduid worden, ttz. voorzien van de ideologische kleur van de brenger vaN het nieuwsfeit. Ha Ja! Want de mensen zijn te stom om te zien en te begrijpen. Zelfs mijn Duitse Herders moeten niet geduid worden als iemand aanbelt en binnenkomt op hun terrein : in en wildvreemde herkennen ze automatisch de vriend of de te wantrouwen bezoeker
Duiden in mijn ogen is trachten te beïnvloeden. Als ik zeg Pak ze, dan is dat duiden. Ook als ik zeg Af is dat duiden, want instinctmatig heeft het beest veel vroeger dan wijzelf de toestand doorzien. En het zijn maar beestjes ..
In het geval Noorwegen is de oorspronkelijke agressieve duiding tegen hun kop aan het slaan .Als we nog een paar maanden verder zullen zijn, zal wel blijken waarom juist de dader, die uit de Arbeiderspartij komt, juist deze Partij en vooral haar toekomst wilde treffen Hij is trouwens daarin voor zover gelukt, waant het zal nooit meer zijn zoals voorheen .
Voilà, zo hebben onze nieuwsgierige lezertjes kunnen kennismaken met de waanideeên van nieuwe Raspoetins die in sommige Vlaemsch-nationale en vooral erg belegen kringen als grote denkers worden binnengehaald. Misschien zullen de meesten onder onze lezertjes, behalve de Tanguykes dan, wel de bedenking koesteren dat niemand zulke idioten gelooft. Ha neen? Wel morgen leveren we jullie een mooi bewijs van het tegendeel en dan nog wel uit zeer onverdachte Vlaemsch-nationalistische hoek. Je weet wel uit de hoek waar men beweert het testament van onze "IJzerjongens" uit 1914-1918 in ere te houden en opkomt voor een Vlaemsche staat. We hebben zelf verschillende "IJzerjongens", Fronters en zelfs collaborateurs uit 40-45 "voor de goeie zaak" in onze kennissen- familiekring gehad. Mensen vol idealen, mensen die geloofden in rechten voor Vlamingen, mensen die in de bond voor vlaamse ambtenaren hebben moeten vechten tegen de franstalige vooroordelen over de Vlaamse collaboratie. Mensen die dus ook op bepaalde momenten verkeerde keuzes hebben gemaakt en die zich nadien heel pijnlijk bewust zijn geweest van die verkeerde keuzes. Maar nooit zou iemand van deze mensen de dwaze praat die nu door bepaalde Vlaemsch-nationalisten wordt verteld serieus hebben genomen. Morgen publiceren we zo een volledig idiote toespraak van enen niet volledig onbekende Frans Crols die beweert een intellectueel te zijn en hiervoor ook doorgaat. Want je ziet die man allerlei in allerlei kringen en verenigingen speeches komen geven. Als je vandaag in de kranten moet lezen dat de advokaat van de Noorse flippo nu reeds zonder medisch onderzoek beweert dat zijn cliënt krankzinnig en dus ontoerekeningsvatbaar is omdat - en we citeren -"hij denkt dat hij de enige is die begrijpt wat de waarheid is" en "mijn cliënt denkt dat hij een oorlog voert" dan vrezen we dat we meer dan de helft van de nieuw-rechtse Vlaemsch-nationalisten en neo-verdinaso's moeten interneren op basis van deze kenmerken. Als je merkt dat het "boer gansendoncksyndroom" dat niet meer is dan de alombekende parvenu-mentaliteit een bepaald soort "intellectuelen" doet bijeenklitten in kringen waar uiteindelijk nog slechts dwaas gewauwel wordt verteld dat echter gevaarlijke gevolgen kan hebben op jonge mensen die liever daden zien dan steriele debatten met cognac- en cointreauwalmen dan wordt je toch even stil. De oudsten onder ons zullen begrijpen wat het betekent wanneer we zeggen dat de geest van "Jef Cognac" weer uit de fles is. Jef Cognac, alias Jef Vandewiele had ook zijn gelijke niet in gewauwel en heeft veel jonge mensen zo zot gekregen dat ze hun leven hebben gegeven voor zinloze en valse idealen. Hij was niet alleen natuurlijk en hij was niet de laatste. Zijn erfgenamen zijn weer druk bezig... en voor de jonkies onder onze lezertjes geven we graag wat duiding over "Jef Cognac" die ook "hogere studies" had gedaan wat hen nooit heeft belet om dwaasheden te verkondigen en wat zeker geen alibi mag zijn om alles klakkeloos te geloven wat zulke "orakels" zeggen.
Jef van de Wiele was de zoon van August van de Wiele, de burgemeester van Deurne (provincie Antwerpen). Hij promoveerde in 1936 in de Wijsbegeerte en Letteren. In datzelfde jaar werd hij hoofdredacteur van het tijdschrift DeVlag, onderdeel van de Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft, kortweg DeVlag genoemd. Naast het hoofdredacteurschap trad Van de Wiele ook op als organisator van de Vlaams-Duitse Cultuurdagen waar Duitse en Vlaamse DeVlag-leden 'culturele informatie' uitwisselden.
Na de Duitse inval in Polen werden de activiteiten van DeVlag door de Belgische regering opgeschort. Toen België echter bezet werd door de Duitsers kon DeVlag weer van start. Omdat de meeste Vlaamse en Waalse fascisten door de Belgische regering naar Frankrijk waren gedeporteerd, maar dat met Van de Wiele niet het geval was, meldde Van de Wiele zich direct na de Belgische capitulatie bij de Duitsers en bood zijn diensten als collaborateur aan. Zeker het eerste jaar van de bezetting was DeVlag de belangrijkste collaborerende organisatie in Vlaanderen, omdat het VNV (Vlaamsch-Nationaal Verbond), nog enigszins twijfelde over collaboratie.
Omdat DeVlag geen politieke partij was, maar een culturele organisatie konden er ook VNV'ers tot DeVlag toetreden, hetgeen aanvankelijk maar mondjesmaat gebeurde.
Na de Duitse inval in de Sovjet-Unie in 1941 stond Van de Wiele vooraan om de Duitsers te helpen. Samen met ander DeVlag-aanhangers propageerde hij Vlaamse deelname in de Waffen-SS om aan het oostfront te strijden.
Jef van de Wiele van net als andere DeVlag-aanhangers voorstander van Vlaamse opname in het Derde Rijk.
Als hoofdredacteur van het tijdschrift DeVlag maakte hij zich schuldig aan antisemitisme. Hij citeerde vaak letterlijk de Duitse antisemieten Julius Streicher en Joseph Goebbels.
Op 30 augustus in 1944, toen de geallieerden de Belgische grens bereikten, riep Van de Wiele de leden van DeVlag op om naar Duitsland te vluchten. Samen met andere collaborateurs werd Van de Wiele lid van de Landsleiding een soort nationaalsocialistische Vlaamse regering in ballingschap.
Na de Duitse capitulatie (mei 1945) liet men Van de Wiele aanvankelijk ongemoeid. Van de Wiele werd privé-leraar voor de kinderen van een Duitse baron. In december 1945 veroordeelde een Belgische rechtbank Van de Wiele ter dood. In mei1946 werd hij door de geallieerden van Duitsland naar België overgebracht. In november 1946 werd het vonnis omgezet in levenslange gevangenisstraf. In 1963 werd hij vrijgelaten en ging werken voor de vertaaldienst van een Duitse fabriek. Later leefde hij in Nederland, waar hij de aandacht trok door zijn contacten met de weduwe Rost van Tonningen. Op hoge leeftijd keerde hij naar België terug.
Allez hop, ze zullen ons weer lezen bij de anti-terreur .
Gemerkt dat onze Noorse flippo namen citeerde (buiten die van zijn "kennis" Tanguy Veys) die we pas hebben vermeld rond dat zogenaamd kritisch denkende tijdschriftje Tekos, laureaat van het gouden lampje voor het vrije denken uitgereikt door een literair gezelschap aan de KUL?
Lees, geniet en gniffel (moest het minder dramatisch zijn)
Anders Breivik bereidde zijn operatie niet alleen op logistiek vlak goed voor, hij zorgde er ook voor dat de hele wereld zijn verhaal zou horen. Een vuistdik manifest geeft inzicht in het hoe en het waarom. Opvallend is dat ook ons land daarin meermaals aan bod komt. De Belgische antiterreurdiensten gaan het document nu grondig onderzoeken.
Meer dan 1.500 pagina's had Breivik nodig voor zijn manifest dat hij een Europese onafhankelijkheidsverklaring' voor het jaar 2083 noemt. Hij ondertekent het met het Engelse pseudoniem Andrew Berwick en verschillende van zijn titels' als Tempelier. Een dagboek met zijn maandenlange voorbereidingen eindigt met: Ik denk dat dit mijn laatste notitie is. Het is nu vrijdag, 22 juli, 12 uur 51.' Enkele uren later ontplofte zijn bom in Oslo.
Doelwitten en lid in ons land
Ook in België wilde Breivik liefst 10.807 politici, journalisten en dergelijke opruimen. Hij lijst ook doelwitten op in ons land: vier olieraffinaderijen in Antwerpen en de kerncentrales van Doel en Tihange.
Enkele Belgen krijgen ook een eervolle vermelding. Op de lijst met foute' partijen, staat alleen Vlaams Belang niet vermeld. En conservatieve publicisten als Paul Beliën en Koenraad Elst worden een paar keer geciteerd.
In het manifest is ook sprake van een anonieme Belg die medestichter is van de zogenaamde Tempeliersorde, waarvan Breivik naar eigen zeggen lid is. De oprichting van de orde vond plaats in Londen in april 2002, zo staat te lezen in het document. Er worden twaalf anonieme stichtende leden vermeld, met hun nationaliteit. Een van hen is een Belg, al kon die blijkbaar niet aanwezig zijn bij de stichting.
Eenzame wolf
Het manifest wordt nu door de Belgische antiterreurdiensten grondig onderzocht. 'We hebben hier kennis van genomen en zijn dit aan het opvolgen', bevestigde André Vandoren, directeur van OCAD (Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging).
In de figuur van Breivik is een groeiende bezorgdheid van terreurexperts wereldwijd werkelijkheid geworden. De angst voor de eenzame wolf: de terrorist die op eigen houtje opereert en pas de aandacht van de veiligheidsdiensten trekt wanneer het te laat is. Lone wolves zijn tegenwoordig het eerste gespreksonderwerp in contacten met internationale collega's', zegt Vandoren.
We hebben immers verschillende aanslagen door individuele daders meegemaakt. Om dat in de toekomst te voorkomen, willen we deze lone wolves identificeren voor ze geweld plegen. OCAD werkt sinds twee en een half jaar op dit fenomeen. Het is een moeilijke opdracht, maar we doen er alles aan om beter zicht te krijgen op potentiële daders', klinkt het nog.
En zie:
TeKoS (Dutch: Teksten, Kommentaren en Studies) is a Belgian "Nieuw Rechts" (Nouvelle Droite) publication. It is published by the DeltaFoundation (Deltastichting).
As with other Nouvelle Droite publications, the themes in TeKoS are related to European culture, European nationalism, anti-egalitarianism and ecologism. The editor-in-chief since its founding in 1979 is Luc Pauwels.
co-editors:
·1979: Hildegonde de Bois (until 1999), Marcel Deprins, Frans de Hoon (d. 1999), Paul Hendrik Leenaards (d. 1988), Karl van Marcke.
Gedurende een verblijf aan de Hindoe Universiteit van Benares raakte hij geïnteresseerd in de problemen van het samenleven in India van bevolkingsgroepen met verschillende religieuze achtergronden. Elst schreef daarop een boek over het groeiende conflict tussen hindoes en moslims met betrekking tot een door beide religies geclaimde locatie in de plaats Ayodhya.[1] Het was zijn eerste boek over dit onderwerp.
Elst verwierf zich naam als columnist in diverse Belgische en Indiase kranten. Daarnaast bleef hij zich verdiepen in diverse aspecten van de etnische, religieuze en politieke constellatie van India. Hij interviewde een scala aan Indiase intellectuelen en Indiase religieuze leiders en promoveerde aan de Katholieke Universiteit Leuven op Hindoetva, een Indiase beweging die het hindoeïsme nieuw leven in wil blazen.
De in de buurt van Antwerpen woonachtige Elst geldt in India als een van de belangrijkste denkers over de Indiase cultuur. Daarnaast is Koenraad Elst ook nog sterk geïnteresseerd in directe democratie. In het kwartaalblad Secessie publiceerde hij verscheidene artikels over het democratisch referendum op volksinitiatief.
Hij is kernlid van de Vlaams-republikeinse denkgroep Res Publica.
Koenraad Elst heeft een wankele gezondheid. In de zomer van 2007 onderging hij te Antwerpen een harttransplantatie.
Het blad Secessie hebben we hier reeds behandeld in eerdere bijdragen en we zullen hier nog later op terug komen maar we kunnen eens kijken naar het hierboven eveneens geciteerde Res Publica:
Res Publica is een Vlaamse denkgroep van politici, academici, intellectuelen en opiniemakers, opgericht in 2009, die ijveren voor Vlaamse onafhankelijkheid, los van de Belgische context.
Toen ACV-vakbondsvoorzitter Luc Cortebeeck, in de aanloop van de Belgische federale verkiezingen van 13 juni 2010, advies gaf om niet op "Vlaamse zweeppartijen" te stemmen, publiceerde de groep een open protestbrief, mede ondertekend door kunstenaars zoals Jan Verheyen
Zo veel schoon volk ontroert ons Binnenkort mogen jullie van ons een kleine bijdrage verwachten over de grootse plannen van Frans Crols die netjes passen in het ideeêngoed van de hier uitgebreid voorgestelde Russische "bolsjeviek" Dugin. Raar maar waar. En voorwaar wij zeggen jullie dat Vlaanderen een grote toekomst wacht...Nog een klein beetje geduld..
Hij heeft geen idee waarom hij het document toegestuurd kreeg, maar zal het overmaken aan het gerecht. In aanloop naar zijn dubbelaanslag in Oslo heeft Breivik een vuistdik manifest bijeen geschreven over het doel van zijn missie.
Werkstuk citeert Philip Dewinter
Het werkstuk citeert heel wat Europese politici, onder wie ook Vlaams Belang-kopstuk Philip Dewinter. Kern van Breiviks boodschap is de nood aan een preventieve oorlog tegen de marxistische/multiculturele regimes in Europa.
Enige Vlaams Belanger in de lijst
Vrijdag om 14.09 uur viel het manifest ook bij Tangey Veys in de mailbox, nauwelijks enkele uren voor de ontploffing in het centrum van Oslo en de moorden op Utoya. Tussen Europese geadresseerden staan ook Belgische e-mailadressen, maar niemand anders van het Vlaams Belang, aldus Veys.
Ik heb geen idee hoe die man aan mijn mailadres komt, verduidelijkt Veys aan Belga. Ik heb wel wat internationale contacten die publiceren over de islam, maar dat zijn zeker geen mensen die oproepen tot geweld.
De citaten van Vlaams Belangers in het manifest van Breivik zijn op zichzelf correct weergegeven maar worden tegen wil en dank gelinkt aan terreur, betreurt Veys tot slot. (Belga/SD)
Beste Tanguy,
Het was wel erg attent van jou om onmiddellijk de politie ervan te verwittigen dat je een mail had ontvangen van die Noorse flippo. Enfin, je kon best zo reageren want anders stond de politie sowieso binnen de kortste aan je deur. Toch eigenaardig dat die Noor je adres had. Waarschijnlijk had je hem ook één van je constructieve mailtjes gestuurd om hem vanuit je immense bezorgdheid in het nastreven van de absolute waarheid een aantal terechtwijzingen te formuleren over zijn "zuivere rasideeën" of over zijn tempeliersgezever. We melden je toch, tot onze grote opluchting trouwens, dat wij GEEN Noorse mail hebben mogen openen op dit blogje. Nochtans verwijst dit blog naar Dogville, de film van Lars von Trier waar ook die flippo blijkbaar graag naar keek. We hopen enkel dat we niet op de lijst van de tegen 2083 te elimineren sujetten staan, al vermoeden we dat we daartegen al lang onze pijp aan Maarten zullen hebben teruggegeven. Toch blij voor jou, beste Tanguy, dat je zo veel leuke vrienden blijkt te hebben. Je bent nu nog meer een bekende Vlaming waar we terecht beschaamd mogen over zijn.
Met begripvolle groeten vanwege dit Marxistisch-Jihadistisch blogje
We geven onze lezertjes een voorbeeld van hoe je blijft gif spuiten in de geesten van een aantal mensen ondanks de dramatische gebeurtenissen in Noorwegen. Sommigen spinnen garen uit alles en nog wat. Je publiceert eerst de integrale nonsens van een kwiet en je noemt ze dan wel incoherent maar je verklaart dan maar meteen dat deze massamoordenaar een bewonderaar is van Obama AAAAAARGH en dan maar verontwaardigd doen als er weer een nieuwe flippo begint te moorden omwille van een "groot ideaal"
You can now find a ghastly manifesto, purportedly by Anders Behring Breivik, on the web. The guy was delusional and insane: its an incoherent 1500 pages long, and it reads like an obsessively fussed-over set of rules for a nerdy fantasy role-playing game except, of [...]
Leftist pundits are announcing that Anders Breivik visited conservative anti-Islamist websites. These same commentators overlook the fact that the killer also admired President Obama.
By Adrian Morgan
Utoya, the island where 84 of the 91 victims died.
In its online edition, British left-leaning newspaper The Guardian has released an article which maintains that the Norwegian mass-murderer Anders Brehing Breivik was in communication with the British anti-Islamic group known as the English Defence League (EDL). The article states that Breivik:
boasted online about his discussions with the far right English Defence League and other anti-Islamic European organisations.
His claims had appeared on various Scandinavian online forums, including a Norwegian forum called Nordisk which is described by the Guardian as a site frequented by neo-Nazis, far right radicals and Islamophobes since 2009. The Guardian continues:
Breivik had talked admiringly about conversations he had had with unnamed English Defence League members and the organisation Stop the Islamification of Europe over the success of provocative street actions leading to violence.
"I have on some occasions had discussions with SIOE and EDL and recommended them to use certain strategies," he wrote two years ago.
"The tactics of the EDL are now to 'lure' an overreaction from the Jihad Youth/Extreme-Marxists, something they have succeeded in doing several times already." Contacted about the allegation by email by last night the EDL had not answered.
Another website on which Breivik published his opinions is Document.no, an anti-Islamic Norwegian website which has published all of the comments made by Breivik. He posted on this site as Anders Behring. These posts can be accessed in a Bing translation.
Behring/Breivik states there, on September 14, 2009:
The pan-European/US environment around Robert Spencer, Fjordman, Atlas, Analekta + 50 other EU/US bloggers (and Facebook groups) is the epicenteret of political analysis and has been there a few years
the EDL PROVIDED/how to create outlines SIOE [for how] such an organization will look like. We can develop the f example SIOE or create a new one. The EDL PROVIDED have been Temple and racists are working hard to get rid of this (all individuals included racist/discriminatory speech is now thrown out).
The support that Breivik had for anti-Islamist websites may cause some embarrassment to websites that do not consider themselves to have connections to neo-Nazis. The Atlas mentioned above is the website Atlas Shrugged, run by Pamela Geller.
The left-leaning former UK ambassador to Uzbekistan, Craig Murray, explores this further on his blog, where he makes a suggestion that:
Anders Behring Breivik posted links to the Atlas Shrugs website of the Tea Partys Pamela Geller. Here you can see him under the name of Anders Behring (his middle name) posting links to Gellers Atlas Shrugs site. That cache page is bing translated from Norwegian.
Here is a video of Pamela Geller addressing the Tennessee Tea Party convention. This is a list of links I just copied off her Atlas shrugs website to a stream of virulent anti Norwegian-Muslim articles Geller has been publishing ..
The suggestion that Murray appears to be making is that Pamela Gellers criticism of Norways political outlook (exemplified by Jens Stoltenberg and this Labor Party) has influenced Breiviks political views. It is only a small step to therefore imply that she influenced Breiviks killing rampage.
This line of argument is dangerous and misguided, and also smacks of poor journalism. The Guardian is similarly keen to suggest that Breiviks mindset which led to murder have been created by others who uphold views they do not like. The EDL and other groups can not be said to have influenced Breivik to become a murderer, unless he himself had expressly stated in some document that this was the case.
To take this argument to its logical conclusion, one could equally state that the economic philosopher John Stuart Mill was responsible for Breiviks rampage of murder and mayhem. After all, the only comment that Breivik had made on his Tweet account, posted on July 17th, only five days before the murders, reads:
One person with a belief is equal to the force of 100 000 who have only interests.
This is a slightly altered quotation from John Stuart Mill, where the original statement referred to 99, rather than 100,000:
To think that because those who wield power in society wield in the end that of government, therefore it is of no use to attempt to influence the constitution of the government by acting on opinion, is to forget that opinion is itself one of the greatest active social forces. One person with a belief is a social power equal to ninety-nine who have only interests.
It is dispiriting to find elements of the media and blogosphere attempting to suggest that Breiviks interests in certain anti-Islamist groups may have influenced his metamorphosis into a mass-murdering terrorist. If there is a pattern to such abuse of logic, it could be suggested that J.D. Salinger, creator of the character Holden Caulfield with whom killer Mark Chapman identified, was responsible for the murder of John Lennon. Similarly, it could be suggested that as the 1931 movie King Kong was apparently Hitlers favorite movie, it had some bearing on Nazi militaristic and genocidal outcomes.
While the left-leaning media is promoting this prurient guilt by association barely 24 hours after the victims bodies have gone cold, it should also be pointed out that Breivik also admired Obama.
I completely agree that Obama is a brilliant retoriker [rhetorician] and communicator, one of the best we've seen over the past 30 years.
It is not the role of any journalists to attempt to define the mindset of a mass-killer by trying to score political points against groups and people they dislike.
After all, why are these same outlets not also highlighting Breiviks admiration for President Obama?
En speciaal voor onze Ollandse lezers raden we dit linkje erg aan
We beseffen dat elke commentaar op het drama in Noorwegen, aangericht door een rechtse flippo, zeer beladen zal zijn. Zeker omwille van de verwijzingen door de zelfde flippo naar andere flippo's zoals De Winter en Wilders. We publiceren hier nu al een tijdje de warrige nonsens van een internationaal rechts gezelschap dat zich ingegraven heeft in allerlei kringen en cenakels waarvan een aantal vrij eerbiedwaardige, toch op het eerste zicht. Wij konden de gebeurtenissen in Noorwegen niet voorspellen en ze hebben trouwens geen directe band met de ideeën die we jullie hier laten lezen. Het is echter in dit soort kweekvijvers dat jonge geesten definitief worden gestoord? Volledige waanzin over ras en multiculturaliteit doen het goed in deze milieus en worden daar verkondigd door pseudo-wetenschappers met zogezegd goede bedoelingen en helemaal niet racistisch en patati en patata...je hoeft de tekesten er maar op na te lezen...bovendien worden die kringen dan nog beloond met derderangsprijsjes van onkritische literaire kringen van de universiteit van Leuven. Ok, we begrijpen dat de KUL niet alles kan uitvlooien wat er door hen ergens rechtstreeks eof minder rechtstreeks wordt gesteund. Het creëert echter wel een kader dat de geloofwaardigheid van sommige mislukte toogfilosofen in de ogen van jonge mensen onderbouwt. We kunnen daar niet voorzichtig genoeg in zijn. Binnen het Vlaams-Nationalisme waart nog steeds een spook rond van intolerantie en rechts-extremisme dat met wortel en tak moet worden uitgeroeid. We zijn niet blind voor links extremisme, islamfanatisme maar we zijn zeker niet blind voor dat rechts gespuis dat nog steeds tracht een elite te vormen om de superioriteit van het blanke ras te verkondigen aan jonge onervaren mensen die hiermee de meest dwaze daden kunnen stellen. Het is slechts een vermoeden en we hopen dat we verkeerd zijn maar we hebben niet de indruk dat dit de laatste oprisping zal zijn van zulke idiote ideeên. We vrezen dat we in de toekomst nog meer rechtse flippos zullen zien moorden. Het regende eerst in Amerika en het begint stilaan te druppelen in Europa. Alhoewel we zulke zaken al eerder hebben zien gebeuren maar met andere middelen in andere landen. Denk maar even terug aan de rechtse aanslag in het station van Bologna en misschien moeten we onze eigen bende van Nijvel ook in het rijtje plaatsen samen met Van Themsche. Men spreekt nu in de pers over "het professionalisme" evan de dader. Dit is nep. Professionelen die op zulke schaal moorden? Dit zijn zieke fanatiekelingen waartegen helaas weinig tegen te beginnen valt. Professionelen laten zich niet zo maar oppakken. Ze voeren een aanslag uit en verdwijnen. Al of niet met de steun van netwerken; Denken we aan aanslagen zoals Bologna of nog eerder op Julien Lahaut of de bende van Nijvel en vergelijk dit met geïsoleerde flippo's als Van Themsche en deze geschifte Noor.Er zijn fundamentele verschillen en misschien moeten we er eens over nadenken op welke manier het gif verspreid wordt dat jonge mensen aanzet tot zulke misdaden. In elk geval zijn wij er van overtuigd dat ook in rechts Vlaanderen er op dit moment zulke zieke geesten rondlopen. Zowel wat betreft de gifmengers als jongeren die nu reeds denken dat ze een soort hogere missie hebben om zulke laffe daden te stellen of tenminste goed te praten. En we horen ze nu al roepen dat we aan de linkerkan ook maar moeten kijken en dat de Twintowers niet door rechtse extremisten werden vernietigd. We weten dat ook en jullie hebben hier nooit gelezen dat we hier een onderscheid maken tussen goeie en slechte aanslagen; Aanslagen zijn terreur tegen onschuldige burgers punt uit. Maakt niks uit met welke "nobele" bedoelingen ze gepleegd worden. De dader is steeds een moordenaar en moet opgepakt en veroordeeld worden of veroordeeld en psychiatrisch verzorgd. Er moet in elk geval meer gereageerd worden op de ideeën die opduiken achter deze daden. Niet door meer censuur. Dat heeft weinig zin maar je mag ze niet laten woekeren en geesten vergiftigen. Je moet ze bestrijden met open visier want enkel in de beslotenheid van sommige duistere kringen zijn deze ideeën geniaal en zijn hun verspreiders verlichte geesten. In het openbaar debat zijn het enkel nulliteiten die wartaal uitkramen.
Waar kunne we beter te rade gaan over de Russen en hun expansiedrang dan bij "den vijand" namelijk de homo americanus en dus zakken we af naar Princeton :
Maar na deze lange uiteenzettingen over de band tussen Nieuw Rechts en de Vlaamse Beweging grijpen we even terug naar de Deltastichting. Inmiddels weten we van waar die fameuze delta vandaan komt maar soms staan we nog voor verrassingen. Verrassingen die nog maar eens ten overvloede bewijzen hoe dicht extreem rechts en extreem links bij elkaar kunnen aansluiten. Eerst gaan we terug naar 2005 en een uitnodiging van onze vrienden van de Delta-stichting:
Op 11 november 2005 vindt in Antwerpen een Colloquium plaats van Delta-Stichting i.s.m. de Werkgroep Identiteit, dat in het teken staat van het Europa van morgen. Na de referenda eerder dit jaar over Europa en de grote weerstand tegen de Turkse toetreding tot de EU is het van groot belang na te denken, te discussiëren over en te werken naar het Europa van morgen. Als waardige Vlaams-Nederlandse vertegenwoordiger van de Europese nieuwrechtse denkrichting gooit zij de knuppel in het hoenderhok door op dit Colloquium een vraagteken te stellen bij de structuren van het huidige Europa.
Onder het thema Welk Europa voor morgen ? zullen o.a. Robert Spieler en Guido Naets spreken over respectievelijk De volkeren van Europa en de toekomst van Europa na Twee mislukte referenda. Vanuit Rusland mogen we de adviseur van president Putin begroeten, Alexander Dugin, die als vertegenwoordiger van de Eurasian Movement de visie van het grotere Europese project komt verwoorden. Pierre Vial (Terre et Peuple), hoogleraar en oud-bestuurslid van GRECE, zal de Euro-Siberische idee tegenover het Eurasia-project zetten. Met dit Colloquium onder dit thema zal Delta-Stichting, met haar blad TeKoS, een duidelijke stempel zetten op de discussies rondom Europa en zoals het de nieuwrechtse denkstroming gewoon is, provocerend vooruitlopend op de visies van morgen !
11 november 2005 - 10.00 - 17.00 uur te Antwerpen. Zie affiche voor meer informatie.
14 de collocuium van de Deltastichting en Identiteit Homo Americanus: Bedreiging voor Europa?
Op zaterdagnamiddag 29 november 2008 organiseert vzw Deltastichting in samenwerking met Identiteit haar 14de colloquium. Professor Sunic (zie boekbespreking) zal er samen met de bekende conservatieve Amerikaanse publicist Paul Gottfried en professor Y. Van den Berghe spreken, met als thema Homo Americanus: bedreiging voor Europa?
Het colloquium gaat dit jaar door in Izegem, laat dat echter geen probleem zijn. Wij leggen dit jaar bussen in met opstapplaatsen op verschillende locaties in Vlaanderen.
Hou deze datum alvast vrij! Meer informatie volgt in de toekomstige nieuwsbrieven.
Hohoho wat leest ons lodderig oog? Een adviseur van Poetin? Bon, das misschien een truuk om mensen te lokken en we hebben toch ook zo onze twijfels over dat adviseurschap. Toch lijkt het ons prettig om een na te vlooien wie deze Alexander Dugin is en kijk er blijkt toch wel waarheid in te zitten in dat adviseurschap .
Dugin was born in Moscow, into a family of a high-ranking Soviet military intelligence officer.[5] His mother was a doctor. In 1979 he entered the Moscow Aviation Institute. His father helped him to get a job in the secret KGB archives in the beginning of 1990s.
In his 1997 article Fascism Borderless and Red, Dugin exclaimed the arrival of a genuine, true, radically revolutionary and consistent, fascist fascism in Russia. He believes that it was "...by no means the racist and chauvinist aspects of National Socialism that determined the nature of its ideology. The excesses of this ideology in Germany are a matter exclusively of the Germans, ...while Russian fascism is a combination of natural national conservatism with a passionate desire for true changes.".[8] "Waffen-SS and especially the scientific sector of this organization, Ahnenerbe," was "an intellectual oasis in the framework of the National Socialist regime", according to him. Dugin also described Reinhard Heydrich, an organizer of the Holocaust a convinced Eurasianist.[8]
Dugin soon began publishing his own journal entitled Elementy which initially began by praising Franco-Belgian Jean-François Thiriart, supporter of a Europe "from Dublin to Vladivostok." Consistently glorifying both Tsarist and StalinistRussia, Elementy also revealed Dugin's admiration for Julius Evola. Dugin also collaborated with the weekly journal Den (The Day), a bastion of Russian anti-Cosmopolitanism previously directed by Alexander Prokhanov.[5]
Dugin was amongst the earliest members of the National Bolshevik Party (NBP) and convinced Eduard Limonov to enter the political arena in 1994. A part of hard-line nationalist NBP members, supported by Dugin split off to form the more right-wing, anti-liberal, anti-left, anti-Kasparov aggressive nationalist organization, National Bolshevik Front. After breaking with Limonov, he became close to Yevgeny Primakov and later to Vladimir Putin's circle.[9]
Formation of The Eurasia Movement
The Eurasia Party, later Eurasia Movement, was officially recognized by the Ministry of Justice on May 31, 2001,[5] and is said by some observers to enjoy financial and organizational support from Vladimir Putin's presidential office. The Eurasia Party claims support by some military circles and by leaders of the Orthodox Christian, Muslim, Buddhist, and Jewish faiths in Russia, and the party hopes to play a key role in attempts to resolve the Chechen problem, with the objective of setting the stage for Dugin's dream of a Russian strategic alliance with European and Middle Eastern states, primarily Iran. Dugin's ideas, particularly those on "a Turkic-Slavic alliance in the Eurasian sphere" have recently become popular among certain nationalistic circles in Turkey, most notably among alleged members of the Ergenekon network, which is the subject of a high-profile trial (on charges of conspiracy). Dugin also advocates for a Russo-Arab alliance.[10]
In principle, Eurasia and our space, the heartland Russia, remain the staging area of a new anti-bourgeois, anti-American revolution." ..."The new Eurasian empire will be constructed on the fundamental principle of the common enemy: the rejection of Atlanticism, strategic control of the USA, and the refusal to allow liberal values to dominate us. This common civilizational impulse will be the basis of a political and strategic union.
Dugin has criticized Putin for the "loss" of Ukraine, and accused his Eurasianism of being "empty." In 2005 he announced the creation of an anti-Orange youth front to fight similar threats to Russia. The Eurasian Youth Union created and sponsored by Dugin was accused of vandalism and extrimist activities. The organization was banned in Ukraine by the courts and Alexander Dugin was declared persona non grata due to his anti-Ukrainian activities.[11][12]
Before war broke out between Russia and Georgia in 2008, Dugin visited South Ossetia and predicted, "Our troops will occupy the Georgian capital Tbilisi, the entire country, and perhaps even Ukraine and the Crimean Peninsula, which is historically part of Russia, anyway." [13] Afterwards he said Russia should "not stop at liberating South Ossetia but should move further," and "we have to do something similar in Ukraine." [14]
Morgen brengen we jullie wat meer over de interessante ideeën van deze Nazi-bolsjiviek...
Nu onze beminde vorst tijdens zijn 21-juli-toespraak ook waarschuwd voor het gevaar van de populisten, de poujadisten en nog vele andere kwalijke tisten dragen ook wij ons steentje bij.
Wij vonden deze bijdrage van iemend die het kan weten en willen jullie deze niet onthouden. Merk op dat men over een Europees sociaal model spreekt dat in de meeste landen lijkt te werken. Als we sommige pertijen hun gangetje laten gaan dan valt te vrezen dat ze in hun blinde adoratie van het brutale Amerikaanse model waar geen bijvoeglijk naamwoord sociaal bij past ook hier zullen invoeren.
Poets jullie beste Engels op en lees wat hieronder staat ook de passage over jeugdwerkloosheid niet overslaan
ATHENS An emergency meeting of European leaders in Brussels on Thursday to discuss another Greek bailout will decide the future of the euro. If they do what they have done so often since the crisis first began in Greece some 18 months ago, they will simply have kicked the can down the road. Contagion is almost inevitable. A problem that began in the periphery has now moved to the center, and while Spain and Italy have been the most shaken, other nations will almost surely be affected in coming months.
What needs to be done is by now well-known: Issue European bonds, using the collective borrowing power of the European Union, and pass the low interest rates onto the countries in need, combined with a growth strategy that will engender needed revenues.
As in the United States, much of the revenue shortfall arises simply from the weak economy. Putting Greece, Spain and the other countries that are languishing back to work would do more to restore fiscal order than all the speeches and austerity measures combined.
Reforms are needed, and are being undertaken. But it is foolish to think that the full fruits of these reforms will be seen any time soon, and certainly not within the short time horizon of myopic bond markets.
Europe and the rest of the world (including the United States) should understand how much is at stake, both for the global economy and for global peace and security. Recent U.S. jobs data show the fragility of the recovery there. The United States had hoped to export its way out of the downturn, but if the countrys major trading partners in Europe are in crisis, and if the euro is weak (so the dollar is strong), there is little likelihood of this happening. We cannot be certain that the continuation of the European crisis will push the North Atlantic into a double dip, but we can be fairly sure that, at best, the likelihood of a long Japanese-style malaise will rise markedly.
The political stakes are large. The world has been thrilled by the democratic awakening in the Middle East, likening it to the transition toward democratic market economies in Eastern Europe and the former Soviet Union. But that transition is far from certain. The direction that these societies take is still under debate. Even where the market reforms advocated by the World Bank and the International Monetary Fund brought growth (as they did in Egypt and Tunisia), it was not shared growth. Unemployment remained high. Poverty increased. Even the people in the middle did not benefit. Privatizations were corrupt, and gave rise to new wealthy elites, and the striving for greater efficiency contributed to the growing unemployment.
In short, the market model has been discredited.
The success of Eastern Europe was, more than anything else, tied to the integration of these countries with Western Europe through the European Union. Indeed, from a global perspective, this has been the Unions real achievement, more than the gains to the Continents G.D.P. from integration. Nothing holds out the promise of a successful transition for the countries of the Arab Spring more than closer ties with a stable and prosperous European Union.
But Europe cannot be stable and prosperous if large parts of the Continent are in economic turmoil, with youth unemployment rates that rival those in the Middle East. Nor can it provide a model to which people in the region should, or will, aspire.
But, one may ask, where else can they turn?
The Nasserite socialist model has also failed, even worse than the neoliberal market model. It didnt even produce growth.
Unfortunately, there are those who are arguing for a different direction, pointing to the failures of the Western models. These include Islamic fundamentalists, nationalists and advocates of a variety of forms of populism. Of course, in large parts of Europe, the European social model has worked extraordinarily well, and not just in Germany. It provides a well-articulated alternative market model to neo-liberalism, one that is consistent with the values and aspirations espoused by the youth that led the Arab Spring.
But if Europe cannot show sufficient solidarity in helping the troubled countries on the northern coast of the Mediterranean, if those countries sink into prolonged recession with high unemployment, then the European model will become totally discredited. Without Europe setting a good economic example, the path to a peaceful Arab Spring transition will be much more difficult.
Globalization has meant that we have become more interdependent: What happens in one part of the world has repercussions elsewhere. Americas flawed economic policies may have caused the Great Recession, but now the euros troubles will come back to haunt the United States and the Middle East. The trouble in the European economy will not only hurt the chances of a successful Arab Spring, it will exacerbate migration pressures that will in turn put more pressure on Europe.
Saving the euro coming to the assistance of the countries of the Continents periphery is not just a matter of charity or solidarity. It is also a matter of self-interest.
Joseph Stiglitz is a Nobel laureate in economics and a professor at ColumbiaUniversity.
Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 5
Ondertussen kwamen in het weekblad Hier Dinaso! onmiskenbaar sympathieën voor nazi-Duitsland en anti-joodse uitspraken naar voren. Van Severen weigerde die tegen te spreken, hoewel hij persoonlijk van mening was dat het Verdinaso geen boodschap had aan buitenlandse fascistische en nationaal-socialistische stromingen. Vanaf 1935 haalde hij ook uit naar het communisme als de grote bedreiging van het Westen.[745] Op het hoogtepunt van de Tsjechoslowaakse crisis op 28 september 1938 stuurde Van Severen een telegram aan eerste minister Spaak waarin stond dat het Verdinaso "in volkomen loyaliteit en tucht achter koning Leopold, in de onvoorwaardelijke dienst van volk en land" stond.[746] In de jaren voordien had Van Severen contacten gelegd met personen uit het Belgische politieke establishment, onder ander met De Man. Na 28 september verhoogde Van Severen nog zijn steun aan de regering en aan de neutraliteitspolitiek. De internationale toestand heeft hem er ongetwijfeld toe gebracht een aantal doctrinaire scherpe kanten af te slijpen. Zelfs een toenadering tot de verkiezingen van 2 april 1939 zat erin. Maar tezelfdertijd bleek dat sinds 1936 vele vooraanstaande Dinaso's het moeilijk met hem eens konden zijn. Eigenlijk was hij als leider, na het wegvallen van Wies Moens, steeds meer vereenzaamd. De mobilisatie ontkrachtte verder het organisatiekader van de beweging.[747] Op 10 mei 1940 werd Van Severen door de Staatsveiligheid aangehouden. Interventies van onder meer senator Pierre Nothomb richtten niets uit. Op 15 mei werden Van Severen, Rijckoort en Léon Degrelle op transport geplaatst, vier dagen later arriveerden de gevangenen in Abbeville. Op 20 mei 1940 werd hij door Franse soldaten dood geschoten. De dood van Van Severen was meteen een fatale slag voor het Verdinaso. De beweging die sterk aan zijn persoon gebonden was geweest en steeds slingerde tussen een politieke vormingsformatie en een uitdagende militie, viel uiteen. Een deel van de volgelingen stapte in 1940-1941 de collaboratie binnen, een ander deel verkoos de kant van het verzet.[748] Van Severen en het Verdinaso worden door TeKoS zeer positief benaderd. Het Verdinaso wordt voorgesteld als een beweging die een constructieve strategie hanteerde in een decadente en verloederde periode. Het Verdinaso wilde niet profiteren van de decadentie van de parlementaire democratie om aan de macht te komen, zoals de rexisten hoopten en evenmin in blinde woede de Belgische staat vernietigen, zoals vele Vlaams-nationalisten. Het Verdinaso wilde de oorzaken van het verval bestrijden en een nieuwe staat opbouwen.[749] Net als Nieuw Rechts, wilde het Verdinaso een tegenproject uitbouwen dat een alternatief moest bieden voor de (gepercipieerde) decadentie van het eigen tijdperk. De afwijzing door Van Severen van het gedachtegoed van de Franse Revolutie is een ander aspect waarom hij op zo veel sympathie kan rekenen. TeKoS beschouwt Van Severen als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de conservatieve revolutie in het interbellum in Vlaanderen. Hij wordt omschreven als de meest uitgesproken jongconservatief in Vlaanderen.[750] Zijn nadruk op orde, elite en staat, zijn anticommunisme en zijn keuze voor het rijk zijn elementen die duidelijk overeenkomsten vertonen met de jongconservatieve stroming in Duitsland (zie hoofdstuk De conservatieve revolutie in de Weimarrepubliek). TeKoS benadrukt daarbij dat Van Severen een geheel eigen conservatief-revolutionaire beweging uitbouwde en zeker geen kopie nastreefde van de bewegingen van Hitler en Mussolini.[751] Hij wordt voorgesteld als een groot politiek denker: Wanneer politiek betekent macht veroveren dan dienen Joris Van Severen en Louis Gueuning gerangschikt te worden onder de grandioze mislukkingen. Wanneer met dit dubbelzinnig begrip de zorg om de polis bedoeld wordt en het zoeken naar wegen die leiden naar een menswaardig bestaan, waarbij persoon en gemeenschap naar hun ultieme bestemming worden geleid, dan behoort Joris van Severen, samen met Louis Gueuning tot de grote politici. Beide behoren zij tot de falanks die de strijd aanbonden tegen de ideeën van 1789. In denken en handelen ontwikkelden zij alternatieven voor een samenleving op maat van de mens en beantwoordend aan de hoge roeping van de mens. [752] Volgens Luc Pauwels was het Verdinaso vooral een vormingsbeweging en geen militie. De politieke methode van Van Severen steunde volgens hem op de voorbeeldfunctie en de veroveringskracht van de nieuwe elite die door het Verdinaso moesten worden belichaamd. Van Severen gaf zijn volgelingen een fiere ziel mee. De aristocratische elite waar Van Severen voor pleitte, moest een dienende elite zijn, een elite die offervaardigheid en discipline voorstond.[753] Volgens Nieuw Rechts is er vandaag de dag dringend nood aan een dergelijke elite. Er is nood aan een staatsdragende klasse, een door onbaatzuchtigheid en plichtsbesef gekenmerkte politieke elite die garant staan voor de rechtsstaat en bekwaam leiding kan geven.[754] Het ontbreekt ons de dag van vandaag aan fiere zielen, aan belangloze, soevereine persoonlijkheden zoals Van Severen.[755] Luc Pauwels stelt het in een artikel uit 1994 in TeKoS zo: De morele kwaliteiten van Joris van Severen, zijn aristocratisch non-konformisme, zijn beleefde waarachtigheid en zijn tot het eindpunt doorgezette stoische levenshouding blijven het voorbeeld van een werkzaam tegengif tegen de Zeitgeist van deze late twintigste eeuw.[756] 2.2.3.3 De vergoelijking van de collaboratieIn TeKoS zijn een vijftal artikels verschenen die specifiek aan de collaboratie gewijd zijn, daarnaast zijn er ook verschillende bijdragen gepubliceerd die handelen over individuele collaborateurs. Van die vijf artikels zijn er vier geschreven door Frans de Hoon, zelf een voormalig collaborateur. Frans de Hoon was tijdens de tweede wereldoorlog een overtuigd lid van de SS-DeVlag. Na de oorlog schreef hij voor verschillende tijdschriften van verenigingen van oud-collaborateurs (zie 2.1.3 De Vlaamsgezinde achtergrond van enkele redacteurs van TeKoS ). Frans de Hoon kan geplaatst worden in het milieu van Vlaams-nationalistische collaborateurs die zich na de oorlog verenigden en weigerden de oorlog stilzwijgend achter zich te laten. Binnen deze kringen werd de oorlog geïdealiseerd. De collaboratie werd voorgesteld als een tactische vergissing van een beweging die het goed meende met het Vlaamse volk. Het rechtse aspect werd weggegomd en de foutgelopen repressie werd scherp bekritiseerd. Het idee ontstond dat de Belgische staat de repressie had gebruikt om de Vlaamse Beweging te breken en dat de repressie hard en onrechtvaardig was. In zijn artikels over de collaboratie in TeKoS volgt Frans de Hoon in grote mate hetzelfde discours. Hij idealiseert de oorlog wel niet, maar de collaboratie wordt wel vergoelijkt. Volgens de Hoon kan niet ontkend worden dat de Vlaamse collaboratie in haar overgrote meerderheid ingegeven was door een Vlaamse motivering. De verwerping van het begrip België als un et indivisible is volgens hem de kern van de oorzaken en beweegredenen van de Vlaams-nationale collaboratie. Zij, deze Vlamingen hadden geen vaderland om te beminnen maar waren integendeel reeds lang op zoek naar een vaderland ( ) In 1914 trokken duizenden jonge bewuste Vlamingen vrijwillig ten strijde met het Belgische leger in de overtuiging en betrouwend op het woord van hun koning, een nieuwe slag der gulden sporen voor Vlaanderen te kunnen slaan. Voor zover zij niet als Vlaming moedwillig aan het front geofferd werden, keerden de meeste van hen terug: gegriefd, vernederd, verslagen en als vijanden van de staat! Frans de Hoon legt de nadruk op de tweederangspositie die Vlamingen in het België van voor de tweede wereldoorlog zouden hebben bekleed. Ze werden achteruitgesteld of geweigerd in de Belgische administratie, de Belgische magistratuur, de Belgische politiek en het Belgische leger alleen maar om hun bewust Vlaming zijn. Ze moesten de wortels van hun cultuur gaan zoeken in het buitenland omdat zij als Vlamingen geen perspectieven en geen waardering vonden in het Belgische establishment.[757] De Hoon wijst ook met een beschuldigende vinger in de richting van koning Albert I. Had de koning zijn belofte gehouden omtrent gelijkheid in recht en feit voor de Vlamingen dan was het waarschijnlijk anders gelopen.[758] Een ander beweegreden is volgens de Hoon te vinden in het feit dat de toenmalige zogenaamde democratische regimes, in hoofdzaak door eigen schuld, niet meer opgewassen waren tegen de toenemende moeilijkheden.[759] De Hoon stelt dat de Westerse democratieën tijdens het interbellum overspoeld werden door een golf van schandalen en corruptie en dat ze met het begrip democratie enkel nog de term gemeenschappelijk hadden. Het is volgens hem dan ook niet verwonderlijk dat velen hoopvol in de richting van Duitsland keken en hoopten op dezelfde vergaande en ingrijpende hervormingen die het recht en de orde in eigen land zouden herstellen.[760] Een derde en laatste historische omstandigheid die men volgens de Hoon in rekening moet brengen om de collaboratie te begrijpen, is het anti-bolsjewisme die toen een belangrijke rol speelde. De Hoon benadrukt dat het marxistisch bolsjewisme toen de publieke vijand nummer één was.[761] De antichrist was toen het Bolsjewisme, het gevaar voor Europa het kommunisme.. In Duitsland ging het volgens hem niet meer over de vraag of dit land al dan niet democratisch zou zijn, maar wel of het communistisch of nationaal-socialistisch zou zijn.[762] Op het verwijt dat ex-collaborateurs niet moeten doen alsof zij gans Vlaanderen vertegenwoordigden, repliceert hij dat doorheen heel de geschiedenis het steeds beperkte minderheden zijn geweest die de revolutie en de evolutie mogelijk hebben gemaakt, de massa volgde gewoon. De massa is steeds niet meer dan de bij uitstek manipuleerbare openbare mening (...) Bij een Duitse overwinning zou deze openbare mening op minder dan geen tijd achter de nieuwe orde zijn gaan staan zoals zij nu na de bevrijding, in grote massa aan weerstand is gaan doen.[763] De Hoon stelt de repressie voor als hard en onrechtvaardig. Ook het idee dat de Belgische staat de repressie heeft aangewend om de Vlaamse Beweging klein te krijgen, klinkt door in zijn betoog: Wie zich in de repressieperiode en in de eerstvolgende jaren daarna durfde te beroepen op Vlaams-nationale motieven voor zijn kollaboratie, mocht er zeker van zijn dat dit hem als ekstra bezwarende omstandigheid zou aangerekend worden.. De Hoon stelt dat de repressie in België voor een groot gedeelte doorgevoerd werd op basis van retroactieve wetgeving en voor uitzonderingsrechtbanken, maar hij klaagt vooral het feit aan dat de repressie doorgevoerd zou zijn louter op basis van haat en wraakgevoelens. In 1981 heeft de Hoon het over 600.000 repressiedossiers (in een later artikel uit 1997 citeert hij Luc Huyse die het heeft over 405.067 collaboratiedossiers). Samen met de onrechtstreeks betrokkenen (de familie) komt de Hoon tot een aantal dat schommelt tussen het anderhalf en twee miljoen betrokkenen bij de collaboratie Volgens de Hoon zou men de vraag moeten stellen waarom zoveel mensen in dit land zich niet meer met de staat konden vereenzelvigen.[764] In een later artikel haalt hij Paul Struye aan van wie we weten dat onmiddellijk na de capitulatie op 28 mei 1940 80% van de bevolking bereid was om met de Duitsers samen te werken. Ook hier stelt de Hoon dat men zich de vraag moet stellen waarom zoveel mensen in dit land bereid waren om met de vijand samen te werken.[765] De Hoon pleit dus voor begrip voor de collaboratie. Zoals gezegd was die volgens de Hoon ingegeven door een combinatie van bekommernis om de Vlaamse belangen, afkeer voor de decadente democratie en een oprecht anticommunisme. Het rechtse aspect van de beweging wordt weggegomd, evenals de misdaden die sommige collaborateurs op hun geweten hadden. Dit pleidooi voor begrip voor de collaboratie echoot ook door in de afwijzing van TeKoS van de stelling van professor Bruno de Wever dat het VNV vanaf het begin een fascistische partij was. Luc Pauwels onderstreept met klem dat het VNV niet fascistische was. Het geschilpunt betreft niet het historisch werk of het bronnenonderzoek, maar de ideologische interpretatie die er aan wordt gegeven. In feite stelt Pauwels dat het beeld dat professor Bruno De Wever schetst van het VNV juist is, maar dat de term fascistisch zou moeten vervangen worden door conservatief-revolutionair. Het etiket fascistisch stigmatiseert volgens Pauwels ten onrechte het VNV en staat een coherent en onbevooroordeeld beeld in de weg. Het VNV was een coalitie van verschillende gezindheden, bijna alle varianten van het Vlaams-nationalisme waren er in terug te vinden, maar fascisten waren er niet bij. Pauwels stelt dat het VNV vooral bijeengehouden werd door het antibelgicisme. Ondanks veel verbale aandacht voor het solidarisme, een organische volksstaat e.d. heerste er bij een groot deel van de leden een relatieve onverschilligheid tegenover dit soort intellectuele maatschappijvisies. Het emotionele antibelgicisme verdrong alle andere ideologische componenten naar een tweede plaats. De kracht van dit antibelgicisme, deze mythische emotionele prioriteit, verklaart waarom het VNV in de jaren 30 qua maatschappijvisie zo ver naar rechts kon opschuiven, zonder een noemenswaardig aantal leden of kaders te verliezen, zelfs bij die fracties die het er duidelijk niet mee eens waren. Dit antibelgicisme was een belangrijke collaboratiemotief en deze attitude werd bevestigd door de willekeurige aanhouding en de wegvoering van een aantal prominente Vlaams-nationalisten in mei 1940 én het gedrag van de Belgische regering. Hiernaast waren vooral opportunisme en het beeld dat leefde bij Vlaams-nationalisten van het idealistische en integere activisme belangrijke collaboratiemotieven. Pauwels erkent wel dat dit natuurlijk niet de rechtvaardiging van de collaboratie inhoudt, maar het maakt ze wel meer begrijpbaar. De collaboratie was fout, maar [766] 2.2.4 De visie op de Vlaamse beweging na de tweede wereldoorlog en nu In TeKoS wordt de dominantie van het katholiek traditionalisme sinds 1945 in de Vlaamse beweging aangeklaagd. Volgens Luc Pauwels stemmen de waarden en het ideologisch klimaat van de hele Vlaamse beweging duidelijk overeen met de karakteristieken van het confessionele flamingantisme kleinburgerlijk, statisch, toch altijd weer wat hypocriet, Romehorig, vrij fanatiek in de eigen Vlaamse rangen en vrij toegeeflijk in het onderhandelen met de tegenstrever, eenzijdig taalgericht.[767] Peter Logghe heeft het over de primitivisering van de Vlaamse beweging.[768] In TeKoS wordt de stelling verdedigd dat de Vlaamse numerieke meerderheid moet worden omgezet in een politieke meerderheid, dit wil zeggen de staat veroveren door het laten gelden van het democratisch beginsel.[769] Deze stelling sluit aan bij het programma van de Vlaamsche Volkspartij van Lode Claes. Ook daarin stond de valorisatie van de Vlaamse meerderheid al centraal.[770] Zoals gezegd heeft Nieuw Rechts weinig op met de sterke taaloriëntering van de traditionele Vlaamse beweging. Om de eentaligheid van Vlaanderen te bereiken zijn er veel te vergaande concessies gedaan. De Vlamingen hebben een federale staatsinrichting aanvaard die formeel op een 50/50 machtsverdeling stoelt. Het feitelijk federalisme met drie brengt het Vlaamse machtsaandeel ruim beneden de vijftig procent. Dat wil zeggen dat Vlaanderen zijn enige politieke machtsinstrument uit handen gaf waarover het beschikte, namelijk zijn demografische meerderheid. De Vlaamse meerderheid zit nu opgesloten in een pariteit.[771 ] Nieuw Rechts laat echter de moed niet zakken. Volgens haar valt het langzaam, maar versneld uiteenvallen van de Belgische staatsconstructie niet te ontkennen. De splitsing van de geesten is voltrokken en het bestaan van een dynamiek naar een onafhankelijk Vlaanderen is onmiskenbaar. Het separatisme verliest zijn taboe, niet als gevolg van een separatistisch propagandaoffensief, maar louter als gevolg van de Waalse arrogantie.[772] Hier wordt instemmend Mark Grammens geciteerd die het heeft over de Waalse arrogantie die het federalisme beschouwt als een middel om de francofone heerschappij in België te bestendigen en om Vlaanderen te doen betalen voor de Waalse onmacht een leefbaar gewest tot stand te brengen.[773] Met de onafhankelijkheid in zicht moet de Vlaamse beweging zijn strategie aanpassen. Het moet streven naar de bescherming en de ontwikkeling van de identiteit van ons Nederlands deelvolk, naar het verwerven van de onafhankelijkheid op korte termijn en naar de opleiding van een eigen Vlaamse elite die die onafhankelijkheid kan invullen.[774] Vlaanderen moet er zich ook mentaal op voorbereiden dat het aan zijn zuidgrens in de toekomst twee kleine staten zal vinden: Wallonië (beperkt tot de huidige provincies Henegouwen, Namen en het grootste deel van Luik) en Luxemburg (het Groothertogdom, met de provincie Luxemburg en het Duitstalig gebied dat nu in de provincie Luik ligt). Het is daarbij niet in het belang van Vlaanderen dat aan zijn zuidgrens een verarmd Wallonië vegeteert als haard van economisch verval, permanente sociale onrust en politieke instabiliteit. Een nieuw Benelux samenwerkingsverband zal nodig zijn, met een strikt respect voor elkaars zelfstandigheid en met Vlaanderen als natuurlijk centrum
Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 4
Bij anderen leidde dit tot een uitgesproken linkse koers, een Vlaams getint socialisme of zelfs communisme. Boudewijn Maes wordt door Pauwels genoemd als voorbeeld van een nationaal-revolutionair.[705] Boudewijn Maes was een overtuigd vrijzinnige flamingant. Bij de Duitse inval was hij van oordeel dat de Vlamingen de Duitsers moesten bestrijden en dat ze daarvoor na de oorlog zouden worden beloond. Tijdens de bezetting verzette hij zich openlijk tegen het activisme. In de nadagen van de oorlog bracht hij er echter begrip voor op, al bleef hij zich onthouden van openlijk engagement. Hij verloor in ieder geval zijn vertrouwen in België en hoopte dat revolutionair geweld vanwege Fronters en activisten de 'Belgische' macht in Vlaanderen zou breken. Maes leidde na 1919 het Gentse Vlaamsche Front en werd voor die partij tot volksvertegenwoordiger gekozen. Hij was een aanhanger van de Groot-Nederlandse strekking van het weekblad Vlaanderen (1922-1933). Als overtuigd vrijzinnige kwam hij in botsing met de katholieke en groeiende rechtse krachten binnen het Vlaams-nationalisme. In 1926 stichtte hij daarom de Vlaamsch-Nationale Partij. In 1929 en 1932 kwam die met een dissidente lijst op, maar de partij behaalde slechts een onbeduidend aantal stemmen. Maes verafschuwde het Duitse nationaal-socialisme, de toenemende ideologische verwantschap met de hoofdstroom van het Vlaams-nationalisme en het feit dat vele Vlaams-nationalisten rekenden op deze Duitse bondgenoot. Hij trad terug uit het Vlaams-nationalisme en evolueerde naar een vaag communisme.[706] Volgens Luc Pauwels vertegenwoordigde hij een niet te overtreffen zuiver radicalisme, waarmee hij socialisten en kommunisten links wilde voorbijsteken.[707] 4) De BündischenVolgens Luc Pauwels kunnen de Vlaamse jeugdbewegingen Rodenbach, het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (AKVS) en het Diets Jeugdverbond, ideologisch niet vergeleken worden met de Bündischen. Het grootste deel van deze jeugdbewegingen maakte volgens hem deel uit van de völkische groep, terwijl anderen aansluiting vonden bij de christen-democratie.[708] In een ander artikel wijst Luc Pauwels er wel op dat er een duidelijke gelijkenis bestaat tussen de Duitse Wandervögelbeweging (zie hoofdstuk De conservatieve revolutie in de Weimarrepubliek), de voorloper van de Bündischen, en de Vlaamse Blauwvoeterij,[709] de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1875-1880) en de inspiratiebron voor latere heelnederlandse jeugdbewegingen. Deze Blauwvoeterij werd gekenmerkt door de cultus van de gewesttaal, kritiek op de classicistische opvoeding en op het gezag en een gering vertrouwen in staat en politiek.[710] Zowel de Blauwvoeterij als de Wandervögel werden volgens Pauwels gekenmerkt door een autonoom jeugdbewegingkarakter, een romantische basis, het positief beleven en uitbouwen van een generatiekloof enz.[711] 5) De LandvolkbewegungDeze beweging was zoals gezegd een boerenopstand in Sleeswijk-Holstein en heeft dus niets te maken met Vlaanderen. 2.2.3.2 De bewondering voor Joris Van SeverenTeKoS telt verschillende bewonderaars van Joris Van Severen onder zijn redacteurs. Hildegonde de Bois, de voormalige echtgenote van Luc Pauwels, is afkomstig uit een Dinaso-familie.[712] Hoofdredacteur Luc Pauwels schreef zijn licentiaatsverhandeling over Van Severen, evenals Jan Creve. Beiden zijn ook actieve medewerkers van het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen, evenals de redacteurs Kurt Ravyts en Pieter Jan Verstraete. Tot begin 2001 werden er in TeKoS een tiental artikels gepubliceerd die uitsluitend gewijd waren aan Van Severen en zijn ideeën. Vooral zijn aristocratische stijl en zijn pleidooi voor een dienende elite kunnen bij Nieuw Rechts op veel goedkeuring rekenen (zie verder). Omwille van de positieve houding van TeKoS tegenover Van Severen wordt hier dieper ingegaan op zijn persoon en zijn ideeën. Joris Van Severen werd op 19 juli 1894 geboren als oudste zoon in een notarisgezin. Hij groeide op in een tweetalig burgergezin op het platteland, waar de Vlaamsvoelendheid een onderdeel van het katholicisme vormde. Na zijn schoolopleiding aan het Sint-Barbaracollege te Gent, schreef hij zich in 1912 in aan de Gentse universiteit in de kandidatuur wijsbegeerte en letteren als voorbereiding op de rechten. Aan de universiteit werd hij voorzitter van de Rodenbachs Vrienden, de katholieke flamingantische studentenkring.[713] Begin augustus 1914 viel Duitsland België binnen, zes weken later, op 24 september 1914, werd Van Severen opgeroepen. Hij ging voor een kaderopleiding naar Frankrijk en in maart 1915 kwam hij als sergeant aan het IJzerfront. In januari 1917 werd hij bevorderd tot onderluitenant.[714] Hildegonde de Bois schrijft over deze periode in TeKoS: In januari 1917 wordt Joris van Severen onderluitenant, een uitzondering Vlaamse officieren zijn schaars in het Belgische leger, dat nochtans voor bijna 80% uit Vlamingen bestaat. Als officier wordt hij gewaardeerd door zijn oversten én door zijn soldaten, wegens zijn dapperheid en onverstoorbare koelbloedigheid: zijn sektie heeft bijzonder weinig verliezen te betreuren, alhoewel ze aanhoudend in de vuurlinie staat. ( ) Hij eet, slaapt, vecht en lijdt samen met zijn manschappen; hij doet ook alles om hun leven te sparen ( ).[715] De Bois schetst hier een heel lovend portret van Van Severen, die wordt voorgesteld als een ware leider en held. Van Severen onderhield aan het front goede contacten met Cyriel Verschaeve. Hij maakte ook deel uit van een groep Vlaamsgezinde studenten en intellectuelen, die zich tussen mei en september 1916 verenigden met de bedoeling om via de pers en studiekringen een Vlaamsgezinde werking onder de soldaten te organiseren. Het blad Ons Vaderland werd de dagelijkse spreekbuis van deze radicale flaminganten.[716] De groepering steunde de vraag naar een belofte van de regering voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit na de oorlog. Toen de regering in oktober 1916 dit publiekelijk weigerde te beloven, radicaliseerde deze groep en ging ze een geheime werking uitbouwen, de Frontbeweging.[717] Volgens Vanlandschoot was Van Severen niet actief betrokken bij deze Frontbeweging. Toch zou hij in 1917 tweemaal te maken hebben met repressieve maatregelen omwille van zijn Vlaamsgezindheid.[718] Volgens Lode Wils nam Van Severen weliswaar deel aan de Frontbeweging, maar na 1916 speelde hij daarin geen rol van betekenis.[719] Deze visie wordt tegengesproken in TeKoS. De Bois benadrukt dat Van Severen actief deelnam aan de Frontbeweging en dat hij daardoor twee keer in een militair strafkamp belandde. Twee keer wordt hij eruit gehaald omdat men een officier van zijn kwaliteit maar al te graag in de vuurlinie heeft.[720] Ook Jan Creve onderstreept dat Van Severen wel actief was in de Frontbeweging. Hij verwijst hiervoor naar de maatregelen die in 1917 tegen Van Severen genomen zijn, de taal die hij in zijn brieven hanteerde en de getuigenissen van Theo Hoste en Vital Haesaert.[721] Jan Creve gaat er dus blijkbaar van uit dat hij voor een publiek schrijft die in grote mate vertrouwd is met de geschiedenis van Van Severen. De verstrooiing van de frontsoldaten na 11 november 1918 veroorzaakte een diepe depressie bij Van Severen, die wenste dat de Frontbeweging op haar elan van 1917 zou doorgaan in de strijd tegen de oorlog en tegen de vaderlandsliefde die oorlogen veroorzaakt. Op 6 februari 1919 keerde hij naar de Gentse universiteit terug en werd hij voorzitter van de afdeling van het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond. Hij zou zijn studies echter nooit afmaken. Na de demobilisatie slingerde hij tussen het internationalisme en de volksnationalistische meetings van de Fronters. De toon en de inhoud van zijn toespraken uit de jaren 1919 en 1920 verraden dat Van Severen de algemene opinie van de Frontpartij vertolkte. Hij behoorde niet tot de groep rond priester Robrecht de Smet die de activistische verzuchtingen wilde doordrukken en liet zich ook niet in met de eerste naoorlogse verkiezingen van 16 november 1919. Mede gesteund door Verschaeve, richtte Van Severen in januari 1921 een tijdschrift op onder de titel Ter Waarheid.[722] In de woorden van Hildegonde de Bois Een prachtig kultureel maandblad ( ) Het blad blinkt uit door zijn hoog niveau en zijn verzorging. Want ook hier toont Joris van Severen stijl.[723] Op 20 november 1921, werd Van Severen in het arrondissement Roeselare-Tielt tot volksvertegenwoordiger gekozen. Hij verwaarloosde echter zijn parlementaire werk en beperkte zich in 1922 en 1923 tot een vijftal redevoeringen in de Kamer.[724] Volgens de Bois was dit omdat het parlementaire spel hem niet lag: te veel voze verbaliteit, te veel schijnvertoning.[725] In Ter Waarheid bepleitte Van Severen aanvankelijk een radicaal democratisch gedachtegoed en een volstrekt antimilitarisme. Vanaf het midden van 1922 oriënteerde hij zich naar een meer uitgesproken katholieke koers en in januari 1923 meldde de redactie dat ze de rooms-katholieke levensleer als de enige en absoluut ware beschouwde. In maart 1923 vroeg hij om de opheffing van de Godsvrede, de zogenaamde neutraliteitsafspraak binnen Het Vlaamsche Front, hierin vagelijk gesteund door zijn West-Vlaamse achterban. Daarmee zette hij het proces in gang van omvorming van de nationalistische partijformatie. Dit leidde tot een ideologische en organisatorische verwarring die jaren zou aanslepen en uiteindelijk uitmondde in de stichting van het Verdinaso. Het nationalisme kreeg bij Van Severen niet alleen een katholiek karakter, maar ook een conservatief-integralistische overtuiging. In verscheidene artikels uit 1923-1924 zette hij daaromtrent zijn theoretische beschouwingen uiteen. Die moesten volgens Van Severen klaarheid scheppen in de Vlaams-nationale organisatie voor de aanstaande verkiezingen van april 1925. Dit opzet mislukte. In de Vlaams-nationalistische kringen heerste verdeeldheid en Van Severen kreeg steeds meer kritiek te verduren omwille van zijn eigengereid denken, zijn aristocratische handelwijze en zijn reactionaire, antidemocratische gezindheid. Dit belette niet dat hij in 1925 voor het tot Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (KVNV) omgedoopte Vlaamsch Front werd herkozen tot volksvertegenwoordiger.[726] Van Severen evolueerde steeds verder weg van de nationalistische partijorganisatie. De electorale perikelen van 1925 en de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1926 deden hem het geloof in de democratische ordening geheel verliezen. Meer en meer verkondigde hij een autoritaire staats- en maatschappijopvatting.[727] Ook Lode Wils gaat ervan uit dat de radicalisering van het anti-Belgische en antidemocratische denken van Van Severen in verband stond met het echec van de Frontpartij in de verkiezingen. Ook de weigering om de gelijkheid van de landstalen te erkennen, de verwerping van de vernederlandsing van de Gentse universiteit en de afwijzing van Nederlandstalige legereenheden door de regering zouden tot deze radicalisering hebben bijgedragen.[728] In TeKoS wijst Jan Creve er echter op dat Van Severen reeds veel eerder bedenkingen had bij de democratie, een stelling die ook door de Bois wordt gevolgd.[729] Ook Luc Pauwels verwerpt de redenering dat Van Severen een radicaal tegenstander van de democratie geworden is doorheen alle electorale perikelen en zijn ervaringen als volksvertegenwoordiger. Volgens hem was Van Severen reeds jaren een radicaal tegenstander van de democratie. Hij was in zijn periode als volksvertegenwoordiger een pragmatisch democraat, maar één met een revolutionaire agenda die op een onverholen dictatuur was gericht en toen nog van linkse signatuur was.[730] Van Severen ging steeds meer zijn eigen weg. Zijn heelnederlandse bekommernis kwam meer op de voorgrond. Het ging hem ook niet meer in de eerste plaats om de oplossing van een Vlaams of Belgisch probleem, maar om de vestiging van een nieuwe orde in het door oorlog en revolutie verscheurde Europa.[731] Op het Groot-Nederlands Studentencongres te Gent op 29 maart 1926, kondigde hij zijn nieuwe doelstellingen aan: politiek Groot-Nederland, de corporatieve staatsordening en de verovering van de macht door de vorming van milities. Zijn politiek voorbeeld was het Italiaanse fascisme. Van Severen manoeuvreerde zich steeds meer in een uitzonderlijke positie. Hij deed de pogingen tot unificatie van de Vlaams-nationalistische groepen steeds verder van een oplossing afdrijven. Bij hem ging het steeds meer over een fundamentele herinrichting van staat en maatschappij, waarbij zijn integralistische uitgangspunten van 1923 nu in versneld tempo opschoven naar een rechts radicalisme. De reorganisatie van het feitelijk bestaande Vlaams-nationalisme, de aanpassing van de partijstructuren lieten hem omzeggens koud.[732] In 1928 kwam het lang nagestreefde Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond (AVNV) op papier tot stand, met Van Severen als een van de vijf leden van het directorium. Dit AVNV heeft echter op geen enkel ogenblik gefunctioneerd. Het mislukte in eerste instantie omdat het door Van Severen doelbewust werd gekelderd. Hij hanteerde een integraal Grootneerlandisme om een radicaliseringproces op gang te brengen. In een rede in de kamer in november 1928 stelde hij dat het doel van het Vlaams-nationalisme het herstel van de Nederlandse nationale eenheid was. Hij bracht hulde aan het activisme en de sublieme deserteurs.[733] Na de verkiezingen van mei 1929 viel Van Severen uit de boot bij de zeteltoewijzing. Deze verkiezingen waren voor de nationalisten succesrijk, maar leken weinig indruk op Van Severen te maken. In de zomermaanden dacht hij reeds hardop aan een eigen militie. Op 3 mei 1930 nam hij ontslag uit het KVNV, dat hij in 1925 had helpen stichten. Ook buiten West-Vlaanderen werden de scheidingslijnen duidelijker. Alle voormannen stonden eind 1930 voor de keuze: voor Van Severen of voor de meer gematigden die door hem smalend de "neobelgicistische advocaten" werden genoemd. De ontknoping viel in het voorjaar 1931. Van Severen werd in het AVNV-directorium in de minderheid gesteld. Toen hij in september de oprichting aankondigde van een nieuwe organisatie werd hij uitgesloten. Op 6 oktober maakte hij officieel de stichting van een Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) bekend: Moens, Thiers, Antoon Samyn, Pol van Herzeele, De Clercq, Jef François, Jef Missoorten en Leo Poppe volgden hem. Ook Cyriel Verschaeve betuigde ostentatief zijn sympathie voor de nieuwe beweging. Hier Dinaso! werd het blad van de beweging.[734] Het Verdinaso combineerde de heelnederlandse gedachte met een solidaristische maatschappijvisie. Met het Italiaans fascisme als voorbeeld werd gepleit voor een corporatistische nieuwe orde in een autoritaire Dietse staat. Volgens professor Bruno De Wever werd het Verdinaso gesticht als een zuiver fascistische groepering. Een bewijs daarvoor is terug te vinden in het programma dat door Wies Moens op de eerste landdag op 10 juli 1932 in Roeselare werd afgekondigd en dat door Pol le Roy een jaar later in brochurevorm werd uitgegeven. Het Verdinaso was antiliberalistisch, antimarxistisch en anticonservatief. Het was tegen de democratie en tegen het partijenstelsel. Het had een pannationaal doel en ijverde voor een nieuwe staat met een totale transformatie van de sociale relaties: het nationaal-solidarisme (in feite een corporatieve staat). De vreemden waren per definitie vijanden van de staat. De stijl van het Verdinaso beantwoordde volledig aan die van een fascistische partij. Militarisme was er de hoofdtrek van. De geweldfactor ontbrak niet.[735] De stelling dat het Verdinaso fascistisch zou zijn wordt met klem verworpen door TeKoS. Hildegonde de Bois schrijft bijvoorbeeld ( ) bij alle aversie die hij (Van Severen) zal ontwikkelen voor het partijenregime, wordt hij geen fascist in de gemeenzame betekenis van dit woord. Hij zal dit aan Degrelle en enkele andere overlaten, voor wie hij nooit anders dan diep misprijzen zal betonen.[736] Ook Jan Creve benadrukt dat Van Severen geen fascist was.[737] Luc Pauwels stelt dat het Verdinaso weliswaar duidelijk antidemocratisch was, maar eerder in de traditionalistische variant en niet in de fascistische laat staan de nationaal-socialistische. Verder schrijft hij: In 1937, op een openbare redevoering te Antwerpen neemt Van Severen afstand van fascisme en nationaal-socialisme met de woorden Geen Duitsche orde, geen Italiaansche Orde ( ) Neen: de Dietsche Orde: een orde aangepast aan ons wezen en aan dezen tijd. Men kan zich een krachtiger distantiëring voorstellen, maar goed.[738] De ideologische evolutie van Van Severen en tactische bekommernissen leidden tot een radicale ommezwaai in 1934. Van Severen zag duidelijk in dat de Belgische regering maatregelen tegen het Verdinaso zou nemen die de groei van zijn beweging fel zouden kunnen hinderen. Bovendien werd hij meer en meer gesterkt in zijn overtuiging dat de politieke machtsverwerving over een Belgische weg moest gaan. Deze inzichten leidden tot de zogenaamde 'nieuwe marsrichting' die Van Severen openlijk proclameerde in augustus 1934.[739] Het ging daarbij om twee koerscorrecties. Ten eerste een tactische: Van Severen wilde de staat niet langer omverwerpen, maar veroveren met vreedzame middelen. De tweede correctie was een inhoudelijke: Dietsland moest niet samenvallen met het Nederlands taalgebied. De Walen mochten zich afscheiden als ze dat wilden of ze mochten binnen het Dietse rijk blijven met een autonoom statuut. Hetzelfde gold mutadis mutandis voor de Friezen en de Luxemburgers.[740] Vanaf 1936 liet Van Severen ook de term Dietsland vallen, voortaan sprak hij achtereenvolgens meer en meer over het Dietse Rijk, De Lage Landen, de Nederlanden, het Dietsche Rijk der Nederlanden en ten slotte vanaf 1938 over de Zeventien Provinciën. Het taalcriterium werd nu geheel verlaten, naast geopolitieke argumenten kwam het gemeenschappelijk verleden van de Nederlanden in de plaats. De eeuwenoude lotsverbonden gemeenschap van Dietsers, Friezen, Walen en Luxemburgers moest worden hersteld door staatkundige eenmaking in een rijksgemeenschap onder Dietse hegemonie. Niet veel later verklaarde Van Severen de Walen op basis van afstamming en bloed tot geromaniseerde Dietsers. De historische gemeenschap der Nederlanden werd nu eveneens een volwaardige volksgemeenschap. De weg naar de Dietse natiestaat lag nu over de staatkundige hereniging van België, Nederland en Luxemburg. In dit feitelijk hersteld Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zou de verscheidenheid van de Dietsers worden beschermd via provinciaal federalisme, een restauratie van de zeventien provinciën.[741] De nieuwe marsrichting betekende het einde van het antibelgicisme waarvan het Verdinaso de radicale voorvechter was geweest. De nieuwe koers leidde tot het vertrek van een aantal medestanders waaronder Wies Moens.[742] Door de 'nieuwe marsrichting' raakte het Verdinaso ook steeds meer in een geïsoleerde positie in de Vlaamse beweging. Door de afwijzing van het Vlaams-nationalisme was de Dietse oriëntering de enige band met de Vlaamse beweging die overbleef.[743] Van Severen pleitte voor een vernieuwde staat België in een Diets rijk, een autoritaire Dietse staat gebaseerd op het corporatisme en de vernietiging van de erfenis van de Franse Revolutie.[744] Zijn ideeën voerden hem naar een haast naïeve verering van koning Leopold III wiens neutraliteitspolitiek hij volledig onderschreef. In een antidemocratisch en autoritair versterkt koninklijk regime zag hij een bevestiging van de staatsorganisatie zoals hij die voor ogen had.
Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 3
De Franse Nouvelle Droite speelde een centrale rol in deze vernieuwing van de rechtse ideologie. De culturele vereniging GRECE (Groupement de Recherche et d'Etudes pour la Civilisation Européenne), met als belangrijkste ideoloog Alain de Benoist, was en is er de belangrijkste vertegenwoordiger van. GRECE werd in de tweede helft van de jaren 60 opgericht met als taak een coherente en onderbouwde rechtse ideologie te ontwikkelen, de dominante linkse cultuur te ondermijnen en een rechtse maatschappijvisie algemeen ingang te doen vinden via een metapolitieke strategie.[612] Het wil deze metapolitieke strijd onder meer voeren door de uitgave van boeken en tijdschriften (waarvan Nouvelle Ecole en Eléments de belangrijkste zijn) en het organiseren van colloquia.[613] De doctrine van deze Franse Nouvelle Droite inspireerde ook een aantal rechts-radicale groepen in België. Een direct gevolg ervan was de lancering van het Nouvel Europe Magazine. La voix de la majorité silencieuse (NEM) in 1971. Rond het blad werden NEM-clubs gevormd in heel het land die uitgroeiden tot een indrukwekkend netwerk met vertakkingen aan de Franstalige universiteiten. Ook de voormalige militant van Jeune Europe, Jean Thiriart, sloot er zich bij aan. De ideologische herleving van radicaalrechts drong op het einde van de jaren 60 ook in Vlaanderen door via de groep rond het Aktiecentrum Delta, de verspreiding van Nouvelle Ecole door Luc Pauwels en de bijdragen van Roeland Raes in Dietsland Europa. De Nouvelle Droite ideeën waren ook gemakkelijk te versmelten met de doctrine die de Van Severen aanhangers propageerden.[614] Het lag voor de hand dat de Nouvelle Droite ideeën ook veel weerklank zouden vinden bij de sterk door de Van Severen verering getekende Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen, waarvan het in het begin van de jaren '60 ontstane Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ) de belangrijkste was geworden.[615] Dit VNJ sloot volgens Bart De Wever evenwel steeds meer aan bij de traditionele stroming binnen het Vlaams-nationalisme. Dietsland in zijn taalnationalistische betekenis, was voor het VNJ wel het utopisch einddoel, maar de facto bleef het een anti-Belgische stijlfiguur.[616] Dit neemt niet weg dat de Nouvelle Droite ideeën via de Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen bij de jongere generatie radicaalrechtse Vlaams-nationalisten verspreid zouden raken en ingang zouden vinden.[617] Aan de Vlaamse universiteiten vonden de ideeën van de Nouvelle Droite gemakkelijk gehoor bij een radicale studentenminderheid die de Vlaams-nationalistische traditie nieuw leven inbliezen. Dat gebeurde aanvankelijk nog in de oude studentenvereniging Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, maar in 1976 ontstond een afscheuring naar aanleiding van onenigheid binnen het toenmalige presidium tussen een radicaalrechtse, in Were Di-richting georiënteerde groep enerzijds en een meer pluralistisch nationalistische strekking anderzijds. De eerste groep stichtte de Nationalistische Studentenvereniging (NSV). Het NSV combineert radicale Vlaams-nationalistische doelstellingen met Nieuw Rechtse ideologische thema's. Inhoudelijk leunt het sterk aan bij Were Di en Dietsland Europa. Dit tijdschrift wordt overigens door de NSV-leiding beschouwd als de ideologische basis voor de eigen activiteiten.[618] Het NSV slaagde erin zich te consolideren en in 1981 een eigen scholierenvereniging op te richten, het Nationalistisch Jongstudentenverbond of NJSV. Het werd een verzamelpunt voor de jonge Nieuw Rechtse intelligentsia en een vormingscentrum voor een nieuwe generatie rechts-radicale Vlaams-nationalisten.[619] Verschillende redactieleden van TeKoS van de jongere generatie zijn in het NSV actief geweest, onder meer Eric Arckens, Peter Logghe en Jan Creve. Koenraad Logghe was in zijn jeugd lid van het NJSV.[620] Halfweg de jaren 70 ontstonden er in Were Di wrijvingen tussen enerzijds op actie gerichte 'militanten' en ideologische 'intellectuelen' en anderzijds tussen 'rigoristen' en 'toleranten' inzake persoonlijke morele standaarden.[621] Dit leidde in 1976 tot de oprichting van Voorpost door een aantal leden van Were Di die op zoek waren naar een manier om meer actiegericht te kunnen werken. Stichter was Roeland Raes. Voorpost werd een extreemrechtse radicale Vlaams-nationale actiegroep met vooral jonge militanten. Qua programma bleef er een grote overeenstemming bestaan met Were Di en Dietsland Europa.[622] Voorpost wordt door Patrick Rentmeesters beschouwd als een duidelijke vertegenwoordiger van Nieuw Rechts binnen de Vlaamse beweging. De Nieuw Rechtse thematiek is volgens hem in nagenoeg elk nummer van Revolte, het blad van Voorpost, aanwezig. Nieuw Rechtse themas zijn onder meer de aandacht voor metapolitiek, het anti-egalitarisme, de afwijzing van het christendom en het pleidooi voor het Indo-europese heidendom, het antikapitalisme, anti-Amerikanisme en anticommunisme en het pleidooi voor een organische maatschappij geleid door een elite. Verantwoordelijk voor deze nieuw Rechtse invulling zijn medewerkers als Peter Logghe en Roeland Raes en de artikels van Frank Goovaerts.[623] Namen die men later ook in TeKoS zal terugvinden. Spanningen binnen het VMO leidden in 1978 tot het vertrek van Xavier Buisseret, die toen samen met Raes en anderen 'Haro' begon uit te geven, een maandblad "voor de conservatieve revolutie".[624] Het blad beschouwde de Vlaamse strijd als inherent aan zijn streven, maar zag het niet als zijn taak hier verder op in te gaan. Het wenste zich vooral rechts en vrijzinnig-nationalistisch te profileren. Haro besteedde onder meer aandacht aan rechts-nationalistische groepen elders in Europa, het negationisme, het ideeëngoed van de conservatieve revolutie en Nieuw Rechts. Er werden ook heel wat artikels vertaald overgenomen uit Nouvelle Ecole. Het blad had nooit meer dan 200 abonnees. In 1980 werd het een louter contactblad en het jaar nadien verdween het.[625] Het Egmontpact zorgde ervoor dat in de radicale Vlaams-nationalistische kringen het ongenoegen over de oriëntering van de Volksunie (VU) zijn culminatiepunt bereikte. Die radicale kringen hadden al in 1973 en 1974 -nog voor het Egmontpact- op initiatief van Were Di Vlaams-nationale landdagen gehouden en een Vlaams-Nationale Raad opgericht onder voorzitterschap van Karel Dillen. Aanvankelijk moest die nog druk uitoefenen op de VU, maar na de ondertekening van het pact in 1977 schreef ze de VU af en begon ze te werken aan een alternatieve rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij. Ook de solidaristische groep Stichting Deltapers, met Pauwels als spilfiguur, was intussen al begonnen zijn positie daarover in te nemen. In 1977 was gestart met maandelijkse conferenties in kasteel Steytelinck te Wilrijk, waar thema's uit de Nouvelle Droite ideologie aan de orde kwamen en ook Alain de Benoist het woord voerde. Na de goedkeuring van het Egmontpact werden in 1977 twee nieuwe rechtse partijen opgericht: de Vlaams-Nationale Partij (VNP) van Dillen, die een exclusief volksnationalistische en separatistische anti-Belgische lijn volgde en de Vlaamse Volkspartij (VVP) van Lode Claes met Luc Pauwels als partijsecretaris, die een brede conservatieve partij wilde zijn en een Nieuw Rechtse maatschappelijke blauwdruk wilde ontwikkelen. In 1978 vormden deze partijen met het oog op de verkiezingen een kartel onder de naam Vlaams Blok. Toen enkel Dillen werd verkozen, werd het kartel verbroken en verdere samenwerking met het VNP werd door Claes afgewezen. Hierop liepen de voorstanders van samenwerking, onder meer Roeland Raes en Francis van den Eynde, over naar de partij van Dillen. Daarmee werd het verval van de VVP als partij ingeluid. De Nieuw Rechtse lijn bleef wel bestaan in het in '79 opgerichte tijdschrift 'Teksten, Kommentaren en Studies' van Pauwels. Dit tijdschrift zou de volgende twee decennia steeds meer de ideologische oriëntering van het rechts-radicalisme in Vlaanderen bepalen. Het werd sinds de jaren '80 zelfs belangrijker dan Dietsland Europa en sprak vooral de jongere radicaalrechtse generatie aan.[626] 2.1.3 De inbedding in de Vlaamse beweging: de Vlaamsgezinde achtergrond van enkele redacteurs van TeKoS Deze band met de rechts-radicale traditie in de Vlaamse beweging weerspiegelt zich ook in de achtergrond van sommige redacteurs van TeKoS. Het volgende overzicht steunt onder meer voor een deel op gegevens uit de thesis van Patrick Commers die zijn informatie haalde uit een vragenlijst die verschillende redactieleden van TeKoS op zijn verzoek hebben ingevuld. In een interview met Patrick Commers uit 1997 zegt Luc Pauwels dat zijn Nieuw Rechtse levensbeschouwing doorheen de jaren gegroeid is vanuit de Katholieke Actie en de traditionele Vlaamse beweging. In zijn jeugd was hij actief in verschillende katholieke en Vlaamsgezinde bewegingen, onder andere de Eucharistische Kruistocht en Pro Apostolis, Europakring, het Algemeen Diets Jongeren Verbond en de Katholieke Studentenactie-Jong Vlaanderen.[627] Later trad hij toe tot de Vlaamse Volksbeweging, een Vlaams-nationale drukkingsgroep opgericht in 1952, en werd hij lid van de Volksunie. Daarnaast was hij ook lid van Jong Europa en later Europafront. In 1965 werd Pauwels stichter en voorzitter van de Stichting Deltapers, die vormingsavonden en colloquia organiseert en sinds 1979 ook Teksten, Kommentaren en Studies (TeKoS) uitgeeft.[628] Hij werkte verder mee aan het tijdschrift De Anderen van het Aktiecentrum Delta en hij is ten slotte ook lid van de Beweging voor de Verenigde Staten van Europa van Walter Kunnen.[629] Uit onvrede met de ondertekening van het Egmontpact verliet hij de VU in 1977. Zijn grootste verwijt aan Hugo Schiltz was dat regeringsdeelname het streefdoel was geworden. Samen met Lode Claes richtte hij de Vlaamse Volks Partij op, waarvan hij algemeen secretaris was. Sinds de ondergang van het VVP beschouwt Pauwels zich als politiek dakloos. [630] Op latere leeftijd studeerde hij geschiedenis aan de KU Leuven. Zijn licentiaatsverhandeling handelde over de ideologie van Van Severen, deze verscheen in 1999 in boekvorm en werd uitgegeven door het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen. Luc Pauwels behoort ook tot de kernredactie van deze vzw.[631] Verschillende artikels van zijn hand in TeKoS gaan over de Vlaamse beweging en Van Severen. Frans de Hoon maakte vanaf de oprichting van TeKoS deel uit van de kernredactie van het tijdschrift. Hij kan duidelijk geplaatst worden binnen het radicaalrechtse milieu in de Vlaamse beweging. Hij was tijdens de tweede wereldoorlog een overtuigd lid van de SS-DeVlag. Na de oorlog schreef hij voor Periodiek Contact, het tijdschrift van Hertog Jan Van Brabant, een vereniging die oud-Oostfronters groepeert.[632] Hij schreef ook voor verschillende tijdschriften van oud-collaborateurs zoals Wachtpost. Daarnaast was hij ook gastschrijver voor het blad Branding, het maandblad van het NSV. Frans de Hoon was tevens lid van de Beweging voor de Verenigde Staten van Europa en de VVP van Lode Claes waar hij in contact kwam met Luc Pauwels.[633] Hij wordt door Bart De Wever omschreven als een gewezen jong-Dinaso en onverbeterlijke nationaal-socialist. Dit zou ook de reden zijn waarom hij uit de BVSE stapte.[634] Hij publiceerde in TeKoS verschillende artikels over de collaboratie. Hij overleed in 1999.[635] Guy de Maertelaere wordt door Patrick Commers omschreven als het buitenbeentje van TeKoS. Hij werd in 1985 actief medewerker van TeKoS en publiceerde voornamelijk artikels over spiritualiteit en ecologie. In zijn studententijd was hij een Belgische patriot en jongerenvoorzitter van het Nationaal Aktiekomitee voor de eenheid van het land en de taalvrijheid. De reden waarom hij hier toch wordt vermeld, is het feit dat hij medewerker was van Mjollnir en de Vrijbuiter.[636] Mjollnir was het tijdschrift van de vzw Orde der Eeuwige Wederkeer dat eind 1983 opgericht werd door Koenraad Logghe en Peter Devaere. Beiden waren afkomstig uit het Brugse Nationalistisch Jong Studenten Verbond. Het was een vereniging waarin een volksgerichte wereldbeschouwing, het heidendom en de Indo-europese eigenheid en erfgoed centraal stonden. Roeland Raes leverde enkele bijdragen en in Revolte, het blad van Voorpost, en in TeKoS werden enkele advertenties opgenomen.[637] De organisatie en haar blad verdwenen in 1986. De Vrijbuiter ontstond als tijdschrift in 1982 in het Waasland. Oorspronkelijk ging het om het tijdschrift van het plaatselijke Nationalistisch Jong Studentenverbond. In oktober 1986 hervormde deze afdeling zich tot de onafhankelijke jeugdwerking De Vrijbuiter. Onder meer Jan Creve en Koenraad Logghe behoorden tot de medewerkers. Ook verschillenden van hun collegas maakten deel uit van het Vlaams nationalistische milieu. Dirk Leen en Patrick Molle bijvoorbeeld zijn beide actief geweest in het Brusselse NSV. De vereniging kenmerkt zich door zijn sterke volkse inslag, zijn aandacht voor de conservatieve revolutie en zijn Nieuw Rechtse standpunten zoals het heidendom en het antiliberalisme. Vrijbuiter reageert ook tegen de verburgerlijkte rechtse Vlaamse beweging en het opduikend populisme. Zo werd het Vlaams Blok een aantal keren zwaar op de korrel genomen.[638] Koenraad Logghe vervoegde de redactie van TeKoS in 1989. Hij was in zijn jeugd lid van het Nationalistisch Jong Studentenverbond. In 1983 richtte hij samen met Peter Devaers de Orde der Eeuwige Wederkeer op. Hij was ook hoofdredacteur van Mjollnir. Nadat deze vereniging ophield te bestaan, stapte hij over naar De Vrijbuiter.[639] In 1993 richtte hij de vzw Traditie op waarvan hij de voorzitter werd.[640] Deze vzw wordt op haar website omschreven als een werkgroep ( ) een overkoepeld orgaan voor families die de Weg van het Noorden volgen, in vakjargon Asatrú ( ).[641] In het linkse tijdschrift De Fabel van de Illegaal wordt Logghe een belangrijke schakel genoemd tussen radicaalrechtse organisaties en Asatrú-bewegingen.[642] Ook Jan de Zutter schrijft rechts-radicale sympathieën toe aan Logghe. Hij zou onder meer goede relaties onderhouden met de Vlaams Blok senator en heiden Wim Verreycken. Traditie publiceert in het gelijknamige tijdschrift voornamelijk onschuldige artikels over Asatrú, maar bijvoorbeeld ook bijdragen van de Friese oud-SSer Hans Klinkenberg die na de oorlog actief was in verschillende rechts-radicale groeperingen.[643] Koenraad Logghe wordt in het nummer 100 (2001) van TekoS niet meer vermeld als redacteur. Erik Arckens is redactielid van TeKoS van 1989 tot 1999. Tijdens zijn studententijd was hij actief in het NSV te Leuven waarvan hij praeses was in het academiejaar 1982-1983. Hij schreef zijn licentiaatsverhandeling over de Nouvelle Droite.[644] Na zijn studies werd hij lid van de studiedienst van het Vlaams Blok.[645] Tegenwoordig is hij afgevaardigde van het Vlaams Blok in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.[646] Peter Logghe schreef zijn eerste artikel voor TeKoS in 1990. In zijn studententijd was hij bestuurslid van de Vlaams Nationale studentenunie (VNSU), praeses van het NSV en Voorpost militant. In 1989 werd hij hoofdredacteur van Revolte het tijdschrift van Voorpost. Hij is ook lid van het Davidsfonds en bestuurslid van de Vlaamse Volksbeweging.[647] Pieter Jan Verstraete publiceerde verschillende artikels over de Vlaamse beweging in TeKoS. In 1994 trad hij toe tot de redactie van het tijdschrift, maar zijn eerste artikel verscheen reeds in 1993. In zijn studentenperiode was hij actief in de Vlaams Nationale studenten Unie te Gent en in het anti-Egmontkomitee te Kortrijk. Later was hij hoofdredacteur (1989-1990) van het tijdschrift Nieuw Vlaanderen[648], een tweemaandelijks heelnederlands jongeren- en vormingstijdschrift (1967-1990).[649] Hij is tevens actief lid van het Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen.[650] Hij is nooit actief geweest binnen de partijpolitiek. Zijn publicaties getuigen van een interesse voor het radicaalrechtse segment binnen de Vlaamse beweging. Zo kreeg hij in 1990 de Dr. Snellaertprijs voor zijn werk Odiel Spruytte, een priesterleven in dienst van het vlaams-nationalisme. Hij is tevens de auteur van Karel Dillen. Portret van een rebel, coauteur van het gedenkboek Joris Van Severen en van een boek over Tollenaere.[651] Ook zijn artikels in TeKoS getuigen van deze interesse. Jan Creve trad toe tot de redactie van TeKoS in 1995. Hij was verschillende jaren lid van de KSA. In zijn studententijd was hij actief in het NSV en het VMO.[652] Hij studeerde geschiedenis en schreef zijn licentiaatsverhandeling over het Verdinaso (Recht en trouw. De geschiedenis van het Verdinaso en zijn milities). Hij is ook actief in De Vrijbuiter en de milieugroep Polders in Nood die ageert tegen de uitbreiding van het Verrebroeckdok.[653] Zijn artikels getuigen van zijn Vlaams-nationalistische sympathieën. Creve wordt niet meer vermeld als redactielid vanaf het nummer 99 (2000). Koenraad Elst trad in 1992 toe tot de redactie van TeKoS, hij stapte er echter in 1995 al uit.[654] In 2002 maakte hij deel uit van het redactieteam van Punt een Vlaams conservatief tijdschrift dat echter geen lang leven beschoren bleek.[655] In dat zelfde jaar werd het al opgedoekt. Hij is oriëntalist en in die hoedanigheid heeft hij voordrachten over de Islam gegeven voor het Vlaams Blok en het Vormingsinstituut Wies Moens.[656] Op het Vlaams Blok colloquium Immigratie: het westen voor de keuze trad hij op als gastspreker. De titel van zijn voordracht luidde De dreiging van de Islam.[657] In 1993 heeft hij voor het Vormingsinstituut Wies Moens in het kader van een vormingscyclus een lezing Islam zonder sluier gegeven.[658] Jan Sergooris werd in 2000 redacteur van TeKoS. Hij verliet echter de redactie reeds het jaar daarop. Hij studeerde geschiedenis in Gent. In 2002 maakte hij deel uit van de redactie van het Vlaams conservatief tijdschrift Punt.[659] Kurt Ravyts ten slotte werd in 1994 opgenomen in de redactie. Hij is fractievoorzitter van het Vlaams Blok in de provincie West-Vlaanderen.[660] Ook sommige auteurs waarvan slechts sporadisch artikels verschijnen in TeKoS kan men situeren in het Vlaams-nationale en rechts-radicale milieu. Van de hand van Maurits Caillieau verschenen tot begin 2001 drie artikels in TeKoS. Caillieau was actief in diverse heelnederlandse jeugdverenigingen. Hij was lid van het ADJV en kwam in 1958 in de verbondsleiding van het tot Blauwvoetjeugdverbond omgedoopte ADJV terecht.[661] Na de ontbinding van dit verbond in 1961 was hij medeoprichter van het Algemeen Diets Jongerenverbond (ADJoV). Dit nieuwe verbond stond net als het vroegere ADJV op een heelnederlands standpunt. Het had als voornaamste doel de bestaande jeugdgroepen ideologisch op de neo-Dinasolijn te krijgen.[662] Cailliau bleef actief in het ADJoV en zijn opvolger het Algemeen Nederlands Jongerenverbond (ANJV) tot de groep in 1973 verdween. In 1964 kwam hij ook in de redactie van Dietsland Europa terecht waar hij redactielid bleef tot 1983.[663] In 1970 werd Cailliau bestuurslid van de Zannekin-vereniging, in 1971 secretaris en in 1990 eindredacteur van het Jaarboek Zannekin.[664] Hij was ook stichtend lid en is secretaris van de vzw Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen.[665] Marc Grammens werd in Knack omschreven als de senior van de radicale Vlaamse beweging.[666] Tot begin 2001 verscheen slechts één artikel in TeKoS van zijn hand: Integratie van migranten is een ideologie. De polarisatie-ijver van pater Leman.[667] Grammens publiceert op regelmatige tijdstippen in het Vlaams-nationalistische satirische weekblad t Pallieterke en zijn eigen eenmansblad Journaal.[668] Dit tweewekelijks opinieblad werd overigens uitgedeeld op het zevende colloquium van TeKoS (11 november 2001) Globalisering of lot in eigen handen. Er verschenen ook reeds vier artikels van de hand van Roeland Raes in TeKoS. Hij was en is actief in tal van extreemrechtse organisaties. In zijn studententijd aan de RUG werd Raes secretaris van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Nog als student sloot hij zich aan bij de Volksunie (VU). Een jaar later, in 1958, richtte hij aan de RUG de Volksunie-studenten op. Tussen 1968 en 1971 was Raes VU-provincieraadslid voor Oost-Vlaanderen en tussen 1970 en 1977 voorzitter van de VU-afdeling Gent. Van meet af aan stond hij in de rechtervleugel van de VU en ageerde hij tegen elke verlinksing, onder meer via het in 1967 mee door hem opgerichte Aktiecentrum Delta, dat het nationaal-revolutionaire tijdschrift De Anderen uitgaf. Tussen 1962 en 1964 was hij medewerker van Ter Waarheid, hij stapte in 1964 samen met de andere redactieleden over naar Dietsland Europa. In 1970 werd hij ondervoorzitter van Were Di en in juli 1975 voorzitter. In maart 1976 stapte Raes op bij Were Di (hij bleef wel meewerken aan Dietsland Europa) om samen met enkele andere voormalige leden van Were Di de heelnederlandse organisatie Voorpost op te richten. Raes was tot 1980 voorzitter van Voorpost en tot 1989 hoofdredacteur van haar vormingsblad Revolte. Tussen 1977 en 1980 was hij tevens redactielid van Haro. Raes onderhield ook nauwe contacten met gelijkgezinde buitenlandse groepen. Na het Egmontpact in 1977 stapte Raes uit de VU en sloot hij zich aan bij de Vlaamse Volkspartij (VVP). De kartelgesprekken met de Vlaams-Nationale Partij (VNP) leidden tot de oprichting van het Vlaams Blok. Na de verbreking van het kartel door Claes stapte hij over naar de partij van Dillen. Raes werd ondervoorzitter van deze partij en in 1988 voorzitter van het partijbestuur. In november 1991 werd Raes verkozen tot senator; in mei 1995 werd hij herkozen. Raes heeft ook zitting in diverse nevenorganisaties van het Vlaams Blok als secretaris van de vzws Vlaamse Concentratie en het Frank Goovaerts Fonds en van de Nationalistische Omroepstichting.[669] Hij fungeert nog steeds als een belangrijke verbindingsman tussen het Vlaams Blok en bevriende radicaalrechtse verenigingen.[670] Jos Vinks (eigenlijk Adriaan Jozef) publiceerde een drietal artikels in TeKoS. Voor de oorlog was Vinks betrokken in de Vlaams- nationalistische jeugdbeweging. Later werd hij lid van het VNV. Hij was actief op gewestelijk niveau in de vormingsdienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij deel uit van de Vlaamsche Wachtbrigade. Na de oorlog werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens collaboratie. Na zijn vrijlating publiceerde hij talloze bijdragen gaande van literaire kritieken tot hagiografische studies en portretten van vooral bekende Vlaams-nationalisten in onder meer t Pallieterke. Tot 1977 was hij redacteur van het Volksunie-weekblad Wij en werkte hij mee aan Dietsland Europa waarvan hij in 1976 hoofdredacteur werd. Daarnaast was Vinks onder meer hoofdredacteur van Wachtpost en losse medewerker van Gazet van Antwerpen, Alternatief[671] en t Pallieterke. Hij stichtte de Vereniging van Vlaams-Nationale Auteurs waarvan hij penningmeester en voorzitter werd en was erelid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. Vinks publiceerde ook gedichten.[672] Marc Joris schreef tot begin 2001 drie artikels voor TeKoS. Ook hij kan gesitueerd worden in het Vlaams-nationalistische radicaalrechtse milieu. Dit blijkt vooral uit zijn engagement in het Vlaams Blok. Op de website van de Vlaams Blok Jongeren wordt hij omschreven als de huiscolumnist van de VBJ.[673] Hij was een medewerker van het Vlaams Blok en sinds mei 1995 zetelt hij voor deze partij in de provincieraad van Oost-Vlaanderen.[674] 2.2 De visie van TeKoS op de Vlaamse beweging 2.2.1 De aandacht voor de Vlaamse beweging TeKoS publiceerde tot begin 2001 een vijftigtal artikels over de Vlaamse beweging en haar vertegenwoordigers. Wat daarbij opvalt is het feit dat de overgrote meerderheid van die artikels gepubliceerd zijn in de jaren 90. Vóór 1989 zijn er maar vijf artikels verschenen die te maken hadden met dit onderwerp. Ongeveer de helft van alle artikels over de Vlaamse beweging handelt over individuele vertegenwoordigers. Meestal blijft de inhoud daarvan beperkt tot een schets van de levensloop van de persoon en worden zijn/haar ideeën maar kort aangeduid. Volgens Georgi Verbeeck vertoonden de standpunten van TeKoS aanvankelijk weinig raakvlakken met de klassieke thema's uit de Vlaamse beweging. Hij stelt dat de belangstelling voor het Vlaams-nationalisme toenam naarmate overeenkomsten werden ontdekt met 'conservatief-revolutionaire' stromingen in het buitenland.[675] Deze stelling moet worden gecorrigeerd. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangetoond, kan TeKoS worden ingepast in de radicaalrechtse traditie binnen de Vlaamse beweging: verschillende themas die in TeKoS worden behandeld, leefden reeds in het radicaalrechtse Vlaams-nationalistische milieu. Luc Pauwels erkende in 1981 in TeKoS al dat Nieuw Rechts een duidelijke relatie heeft met de Vlaamse beweging (hij onderstreepte daarbij wel dat het daarin een eigen geluid laat horen).[676] Het jaar daarvoor verschenen overigens al twee artikels die de conservatieve revolutie in Vlaanderen behandelden.[677] De toename van de artikels over de Vlaamse beweging is voor een groot deel toe te schrijven aan de toetreding van enkele nieuwe auteurs tot de redactie van TeKoS. Pieter Jan Verstraete, die in 1994 in de redactie werd opgenomen, publiceerde reeds tien artikels over figuren uit de Vlaamse beweging. Ook van de hand van Koenraad Logghe, Kurt Ravyts en Jan Creve, respectievelijk toegetreden tot de redactie in 1991, 1994 en 1995, verschenen verschillende artikels over de Vlaamse beweging.[678] 2.2.2 De Vlaamse beweging volgens Nieuw Rechts: volksgericht en heelnederlands Nieuw Rechts verwerpt de enge taaloriëntering van de Vlaamse beweging. De taal is gans het volk is volgens haar een volkomen fout uitgangspunt. Ze erkent wel dat de eigen taal een belangrijk deel uitmaakt van de cultuur van een volk. Nieuw Rechts pleit er dan ook voor dat de eigen taal met alle macht verdedigd wordt, maar wijst er tegelijk op dat volk veel meer betekent. Volk is een gemeenschappelijke afkomst en cultuur bezitten en vooral een samenhorigheidsgevoel voor de toekomst, geworteld in het bewustzijn van een gemeenschappelijk verleden.[679] De stelling van Marc Reynebeau dat de Vlaamse identiteit een mythe is die gecreëerd is in de laatromantische stroming van de 19de eeuw,[680] wordt dan ook scherp bekritiseerd. Peter Logghe ziet daarin een zoveelste poging van de heersende intelligentsia om komaf te maken met nationalistische concepten.[681] Volgens Nieuw Rechts moet de Vlaamse beweging streven naar het herstel van het eigen Vlaamse wezen, het eigen normbesef, het eigen gemeenschapsbesef en naar de herintegratie van het eigen heelnederlandse verleden. We moeten onze eigenheid terug tot de spil maken van ons voelen en denken.[682] Nieuw Rechts maakt deel uit van de heelnederlandse strekking in de Vlaamse beweging. Vlamingen en Nederlanders behoren volgens haar tot hetzelfde volk. In TeKoS wordt er van uitgegaan dat het bewustzijn van de generaliteit van de Nederlanden de scheiding van de zeventiende eeuw heeft overleefd. Dit bewustzijn heeft zich ook telkens opnieuw geuit doorheen de geschiedenis. Deze generaliteitsgedachte zou ook aan de grondslag liggen van de Vlaamse beweging, die in haar oorsprong geenszins een anti-Belgische, in de zin van separatistische, beweging was, omdat ze gans het zuiden, met inbegrip van de Romaanse provincies, als integraal deel van de Nederlanden bleef zien.[683] Verschillende artikels in TeKoS weerspiegelen deze heelnederlandse en volksgerichte (i.p.v. taalgerichte) visie op de Vlaamse beweging. Het zijn vooral personen, tijdschriften en verenigingen die een zelfde standpunt vertolk(t)en die aandacht krijgen. Een voorbeeld hiervan is het artikel van Koenraad Logghe over Jan Frans Willems. In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging wordt hij omschreven als de "vader van de Vlaamse beweging" wiens visie de Vlaamse beweging voor lange tijd tot een hoofdzakelijk cultureel georiënteerde beweging maakte.[684] Zijn heelnederlandse oriëntering en zijn gerichtheid op het culturele, in plaats van enkel op de taal, kunnen logischerwijs op veel sympathie rekenen van Nieuw Rechts. Jan Frans Willems wordt in TeKoS voorgesteld als de strategisch en tactisch begaafde historische vader van de Vlaamse beweging die de jonge beweging een metapolitieke impuls gaf die vele decennia zou doorwerken. Hij wordt omschreven als een markant strijder die na zijn literaire en maatschappelijke doorbraak te Antwerpen tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, in 1931 werd verbannen naar Eeklo tijdens de eerste jaren van de kunstmatige staat België omwille van zijn orangistische sympathieën. Na zijn rehabilitatie als ambtenaar in 1835 zou hij in Gent de Vlaamse beweging oprichten. Zijn pleidooi voor de bevestiging van de Vlaamse volksaard, voor de erkenning en heropleving van de Nederlandse taal en voor de toenadering van Noord- en Zuid-Nederland worden in TeKoS geprezen.[685] Aan de Nederlander Gerardus Bolland wijdde TeKoS reeds twee artikels. Daarin gaat de aandacht niet naar zijn filosofie, maar wel naar zijn beperkte vooroorlogse rol in de Vlaamse beweging, toen die volop in de strijd verwikkeld was voor een Nederlandstalige universiteit in Gent. De artikels focussen op de voordrachtreeks Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes die Bolland eind 1911, begin 1912 in verschillende Belgische steden heeft gegeven. Bolland legde daarin sterk de nadruk op de geschiktheid van het Nederlands als taal voor de filosofie. Frans was volgens hem goed genoeg voor gebruik in de opera, boulevardkranten en de roman. Hij maande de Vlamingen aan om het Frans te verloochenen en hij geselde de Vlaamsche laksheid. Zijn heelnederlandse gezindheid en volksgerichtheid moeten onder meer ook blijken uit het feit dat hij zijn redevoering begon met geliefde stamgenoten.[686] Een laatste voorbeeld ten slotte is de beschrijving van het ANV in TeKoS naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van deze vereniging. Het Algemeen Nederlands Verbond werd in 1895 door Hippoliet Meert te Brussel opgericht en had aanvankelijk de belangen van de Nederlandse taal als strijddoel, maar later ook die van de zogenaamde 'Nederlandse stam'.[687] Het idealisme en de militante heelnederlandse overtuiging van de initiatiefnemers worden in TeKoS geloofd. De kloof die vanaf de eerste wereldoorlog ontstond tussen de Nederlandse en Vlaamse afdeling van het verbond, als gevolg van de kleinnederlandse houding in Nederland -een nette herenclub, voortdurend bezorgd om de staatssubsidies- en de Vlaams-nationalistische tendensen, wordt aangeklaagd. Ook de hiermee samenhangende verschaling van de werking na de eerste wereldoorlog en de dominantie van de politieke correctheid in Neerlandia, het blad van het verbond, worden bekritiseerd.[688] 2.2.3 De visie op het rechts-radicalisme in de Vlaamse beweging tijdens het interbellum en de tweede wereldoorlog 2.2.3.1 De conservatieve revolutie als kaderIn TeKoS wordt zeer veel aandacht besteed aan de zogenaamde conservatief-revolutionairen binnen de Vlaamse beweging. Het model van de conservatieve revolutie van Mohler wordt in TeKoS getransponeerd naar Vlaanderen, hoewel wordt erkend dat de overdraagbaarheid van zijn indeling naar andere landen moeilijk is. De meeste personen en verenigingen die in TeKoS tot de conservatieve revolutie worden gerekend, maakten deel uit van de rechts-radicale strekking in de Vlaamse beweging en velen stapten tijdens de oorlog in de collaboratie. Zij worden in TeKoS consequent aangeduid als conservatief-revolutionairen. Het etiket fascisme wordt met klem afgewezen. 1) De VölkischenHoewel gans de Vlaamse beweging in feite rond taal en volk draait, de twee centrale notities bij de Völkischen, kan volgens Nieuw Rechts slechts een kleine fractie als völkisch worden beschouwd, met name een deel van de heelnederlandse strekking die expliciet het organisch volksbeginsel of volksnationaal beginsel boven iedere andere politiek-filosofische overweging stelde. Volgens TeKoS sluit Cyriel Verschave volledig bij deze stroming aan.[689] Deze Vlaams-nationalistische priester legde sterk de nadruk op de cultuurpolitieke eenheid van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika. Aan deze opvatting koppelde hij een uitgesproken anti-Belgische houding. Tijdens de eerste oorlog behoorde hij niet formeel tot de Frontbeweging, maar dankzij veelvuldige contacten en geschriften verwierf hij er een grote invloed. Verschaeve radicaliseerde tijdens het interbellum verder in anti-Belgische en antidemocratische zin en raakte sterk onder de invloed van het Duitse nationaal-socialisme. De Duitse bezetting betekende voor hem de kans voor de instelling van Vlaams zelfbestuur. Hij stapte overtuigd in de collaboratie. Verschaeve was ook sterk anticommunistisch en steunde onvoorwaardelijk de oostfrontstrijders. Na de oorlog werd hij bij verstek ter dood veroordeeld. Hij vond onderdak te Solbad Hall in Oostenrijk, waar hij op 8 november 1949 overleed.[690] In de TeKoS-reeks verscheen de brochure Verschaeves visioen van een Germaans beleefd christendom en van een Germaans Rijk (Wijnegem, Deltapers, 1995, 132p.) van de hand van Kurt Ravyts. Ook het tijdschrift Dietbrand van Wies Moens behoorde volgens Pauwels tot de völkische strekking.[691] Dietbrand, "Tijdschrift van het Dietsche Geslacht", werd in oktober 1932 op initiatief van Wies Moens opgericht en hield na december 1939 op te verschijnen. De toon van het blad was in hoofdzaak heelnederlands. De solidaristische opvattingen van de redactie gaven onvermijdelijk aanleiding tot pro-Duitse en pro-Italiaanse sympathieën. In het tijdschrift klonken ook vrij regelmatig antisemitische geluiden en nogal wat medewerkers uit Noord en Zuid kozen uiteindelijk voor het nationaal-socialisme en de collaboratie.[692] De Jong Nederlandse gemeenschap van Robrecht de Smet kan volgens Pauwels eveneens gerekend worden tot de völkische stroming.[693] Deze Jong Nederlandsche Gemeenschap werd in 1931 opgericht en fungeerde de facto als een jongerenorganisatie, met nogal wat jeugdbewegingskenmerken. Het ideaal dat de vereniging nastreefde was de vorming van een Groot-Nederlandse autoritaire staat. De Smet wilde daartoe een elite vormen en niet de massa veroveren. Als gevolg van interen strubbelingen werd het verbond al in 1935 ontbonden.[694] Kurt Ravyts noemde deze Jong Nederlandse gemeenschap ongetwijfeld een uniek experiment van directe samenwerking tussen katholieke Vlamingen en calvinistische Nederlanders met betrekking tot de realisatie van een Heelnederlands ideaal. [695] Volgens hem is de beweging er echter nooit in geslaagd boven haar wat romantische en mystieke inslag uit te groeien.[696] Naast deze personen en verenigingen van een duidelijk rechts-radicale signatuur, vermeldt Pauwels ook de antropoloog Gustaaf Schamelhout bij de völkische stroming.[697] Schamelhout was van opleiding arts. In Brussel raakte hij actief betrokken bij de Vlaamse studentenbeweging. Hij zette zich onder meer in voor de vernederlandsing van de wetenschapsbeoefening. Als antropoloog poogde hij het etnische onderscheid tussen Vlamingen en Walen wetenschappelijk aan te tonen. Hij weerlegde vooral de thesis van de Brusselse antropoloog Emile Houzé als zouden de Vlamingen tot een inferieur ras behoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Schamelhout buiten de collaboratie. Als overtuigd nationalist, vrijzinnig humanist en pacifist stond hij in oppositie tegenover elke vorm van totalitarisme of vreemde overheersing.[698] In TeKoS wordt sterk de nadruk gelegd op het feit dat Schamelhout én Vlaming én Europeaan was. Hij wordt geloofd omwille van zijn antropologisch en etnologisch werk. Met zijn boek Herkomst en etnische samenstelling van het Vlaamse volk heeft hij volgens Frank Goovaerts een belangrijke bijdrage geleverd aan de Vlaamse ontvoogding op het gebied van antropologie en de etnologie.[699] Het is mij niet volledig duidelijk waarom Schamelhout door Pauwels wordt ingedeeld bij de conservatieve revolutie. Schamelhout had weliswaar een grote belangstelling voor volk en etnie, maar hij kantte zich niet tegen de idealen van de Franse Revolutie 2) De JongconservatievenDe twee grote namen die door Luc Pauwels tot de jongconservatieven in Vlaanderen worden gerekend zijn Odiel Spruytte en Joris van Severen.[700] Odiel Spruytte wordt in TeKoS omschreven als een van de voornaamste conservatief-revolutionaire theoretici in Vlaanderen tussen de twee wereldoorlogen.[701] Odiel Spruytte, een Vlaamsgezinde priester en aanhanger van de heelnederlandse gedachte, wilde in het begin van de jaren 20 een nieuwe volksbeweging opbouwen die zowel op sociaal als op Vlaams gebied voldeed aan de moderne maatschappijopvattingen en geïnspireerd was op een soort katholiek nationalisme. Zijn poging om tot een volksbeweging te komen mislukte echter. Vanaf dan ging hij steeds meer de weg op van het radicaal Vlaams-nationalisme en antibelgicisme. Hij zocht een rechtvaardiging van het Vlaams-nationalisme in het thomistisch natuurrecht en was een van de eersten om in Vlaanderen de corporatistische gedachte van Othmar Spann te propageren. Spruytte ontwikkelde zich tot een uitgesproken tegenstander van de parlementaire democratie en opteerde voor een elitair, katholiek en nationaal-solidaristisch gedachtegoed. Na de stichting van het VNV werd Spruytte in het midden van de jaren 30 de geestelijke raadsman van Staf de Clercq. Hij was de belangrijkste 'denktank' van de rechts-radicale, anti- parlementaire en Dietse fractie binnen het VNV. Hij overleed in 1940.[702] In TeKoS wordt een lovend portret van hem geschetst. Er wordt opnieuw benadrukt dat Spruytte een conservatief-revolutionair is en zeker geen fascist. Frank Goovaerts verwoordt het zo: Van Odiel Spruytte kan met zekerheid worden vastgesteld dat hij tot de konservatief-revolutionaire strekking binnen de Vlaamse beweging behoorde. En met een even grote zekerheid dat hij zowel intuïtief als intellectueel het fascisme en het nationaal-socialisme heeft verworpen. Hij heeft er nooit de potentiële realisatie van zijn denkrichting in gezien. Daarvoor had hij een te lucide, afstandelijke benadering van het tijdsgebeuren, gepaard aan een grote onverschilligheid t.o.v. uiterlijkheden en openbaar vertoon.[703] Een ander voorbeeld van het positieve beeld dat van hem geschetst wordt is de omschrijving van zijn antiparlementarisme: Spruytte stond bekend als een scherp en intelligent tegenstander van het als demokratie geserveerde parlementaire treurspel der dertiger jaren maar hij heeft vanuit zijn positie als theoreticus niets nagelaten om de demokratie in gezondere banen te leiden. Voor hem betekende demokratie: volksmedezeggenschap in de ruimste zin van het woord.[704] Het artikel over Odiel Spruytte is overigens één van de weinigen waarin dieper wordt ingegaan op de ideeën van de persoon. Aan Joris Van Severen wijdde TeKoS verschillende artikels waaruit duidelijk een zekere bewondering blijkt. Daarom wordt daar in het volgende deel wat dieper op ingegaan. 3) De nationaal-revolutionairenDeze groep is volgens Pauwels een typisch product van de Duitse frontgeneratie en daardoor voor Vlaanderen moeilijk toepasbaar. Dit nationaal-revolutionaire type was in Vlaanderen wel aanwezig, maar het was zelden of nooit meer dan een doorgangsfase. Een aantal extreme flaminganten hebben een eigen synthese gezocht van Vlaams-nationale inzet en sociaalrevolutionair streven. Na korte of lange aarzeling is dat bij de enen geëvolueerd naar nationaal-socialisme (in de etymologische betekenis van het woord).
Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 2
Naast de Vlaamse neo-Dinasobeweging ontstond er ook een Belgische neo-Dinasostrekking. Zij verdedigde op nationalistisch en maatschappelijk vlak hetzelfde project als de Vlaamse strekking, maar ze onderscheidde zich ervan doordat ze de Vlaamse beweging vooral als een tegenstander zag. De belangrijkste vertegenwoordiger hiervan was Louis Gueuning, voormalige leider van de provinces romanes van het Verdinaso.[585] Hij werd in 1947 de uitgever van het toen al twee jaar bestaande tijdschrift L'Actualité Politique. Daarin verdedigde hij Leopold III en pleitte hij voor Benelux en Europese samenwerking. De dag dat Leopold abdiceerde stichtte hij een Comité d'action pour la Liberté et L'ordre/ Actiecomité voor Vrijheid en Orde, dat onder meer de tijdschriften Hier Dinaso! en De Uitweg (later Politiek Nu) uitgaf, waarin het parlementarisme werd verworpen en werd gepleit voor een sterke staat in een aristocratisch Benelux/Groot-Nederland.[586] De stijl van het Verdinaso was ook inspirerend voor meer op de daad gerichte militanten die in 1950 een extreemrechtse Vlaams-nationalistische militie vormden met als naam Vlaamse Militanten Orde (VMO). Dit VMO werd opgericht als een propaganda- en actiegroep ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Ze evolueerde doorheen de jaren 70 geleidelijk van "vooral Vlaams-nationalistisch" naar een "uiterst rechtse militie en knokploeg (in 1983 werd de organisatie ontbonden na een gerechtelijke veroordeling als privé-militie). Het VMO onderhield een gespannen relatie met de leiding van de in 1954 nieuw opgerichte VU, waarvan het zichzelf als een soort voorhoede presenteerde. [587] Een discussieforum dat oud- en neo-Dinaso's en 'zuivere' Vlaams-nationalisten bij mekaar bracht en op die manier het meest invloedrijke vehikel werd langs waar de ideologische herbewapening van het rechts-radicale Vlaams-nationalisme werd gerealiseerd, was het in 1956 door Karel Dillen opgerichte solidaristische tijdschrift Dietsland Europa, dat deel uitmaakte van een breder Europees netwerk. Dietsland Europa werd vooral in de jaren 60 belangrijk toen het uitgroeide tot het orgaan van het in 1965 opgerichte Were Di.[588] 2.1.2.2 De directe voorlopers van TeKoS in de Vlaamse beweging In de jaren 60 zagen nieuwe rechts-radicale groepen in België het licht. Sommige waren voorlopers van de Nouvelle Droite in de jaren 70, andere bleven verwijzen naar Nieuwe Orde-formaties uit het verleden. Twee ontwikkelingen speelden een centrale rol in deze opleving: enerzijds het snelle dekolonisatieproces van Afrika met de onafhankelijkheid van Belgisch-Congo in 1960, anderzijds de toenemende communautaire spanningen die leidden tot een nieuwe doorbraak van het Vlaams-nationalisme bij een jongere generatie.[589] De onafhankelijkheid van Belgisch Congo in juni 1960 leidde tot het ontstaan van enkele rechts-radicale groepen die misnoegd waren over deze onafhankelijkheid. Louis Gueuning richtte in 1960 de CABDA (Comité d' Action et de Défense des Belges en Afrique) op en in 1961 de OSP/AOW (Organisation du Salut Publique/Organisatie voor Algemeen Welzijn). Deze organisaties keerden zich af van het parlementarisme en pleitten voor een sterk gezag. Gueuning wilde een regering 'van algemeen welzijn' gevormd zien, los van de politieke partijen en onder leiding en gezag van de koning, die een nieuwe staat van meer autoritaire signatuur zou creëren. Een andere rechts-radicale formatie was de Mouvement d' Action Civique (MAC ) met Jean Thiriart, die snel evolueerde van Belgisch nationalistisch naar een rechts-radicale 'westerse' ideologie van fascistische inspiratie.[590] Deze vereniging werd in 1962 de Belgische tak van het Franse Jeune Europe (JE). Al een jaar eerder was Jeune Europe erin geslaagd in het Nederlandse taalgebied een afdeling op te richten onder de naam Jong Europa, die zowel Nederlanders als Vlamingen groepeerde.[591] In deze vereniging waren onder meer Karl van Marcke, Paul Hendrik Leenaards en Luc Pauwels actief, die allen deel zullen uitmaken van de kernredactie van TeKoS vanaf haar oprichting.[592] In 1963 kwam het tot een rebellie tegen Thiriart die zelf een aantal leden uit Jong Europa stootte, formeel wegens de te sterke Germaanse oriëntering van het blad van de vereniging (Jeugdbrief) en de te uitgesproken neonnazi-sympathieën van enkele leden.[593] Verhoeyen noemt in dit verband Karl van Marcke die neonazistische sympathieën zou hebben en lid zou geweest zijn van de Teutoonse Orde.[594] De Belgische en Nederlandse opposanten van Thiriart, onder wie Luc Pauwels, de redacteur van 'Jeugdbrief', en Paul Hendrik Leenaards, stichtten daarop de vereniging Europafront. Hun gelijknamig tijdschrift ijverde voor de eenheid van de Nederlanden, voor de verdediging van het blanke ras en een nieuwe Europese orde en kantte zich tegen het belgicisme, het communisme, de politieke corruptie en de afhankelijkheid van de Verenigde Staten. Europafront verdween in 1965.[595] De Europese focus en het anticommunisme en anti-Amerikanisme zijn thema's die later ook in TeKoS duidelijk aan bod zullen komen. De meeste Vlaamse leden van Europafront vonden elkaar terug in het Aktiecentrum Delta, dat volgens Louis Vos beschouwd kan worden als een van de meest authentieke vertegenwoordigers van radicaalrechts in Vlaanderen in die periode.[596] Deze vereniging groepeerde vooral de rechtervleugel van de VU die zich kantte tegen de verruimingspolitiek die de partij voerde vanaf de jaren 60.[597] Aan het tijdschrift van de groep, De Anderen, werkten onder meer Roeland Raes, Pauwels en Leenaards mee, met als correspondent voor Frankrijk de Nouvelle Droite ideoloog Alain de Benoist.[598] Allemaal mensen die later in TeKoS zullen publiceren. Het blad verdedigde traditionele thema's zoals de herstructurering van België op federale basis, het bewaren van de integriteit van het Nederlands, de hereniging van de Nederlanden door actualisering van de Benelux en een uitgesproken anticommunisme. Ook nieuwe themas kwamen aan bod zoals het pleidooi voor het handhaven van het etnisch karakter van Vlaanderen, de eenmaking van Europa op een zo breed mogelijke basis en onafhankelijk van de grootmachten, het behoud van een blank Europa en solidariteit met het blanke ras in andere continenten.[599] Het besteedde ook veel aandacht aan het zoeken naar 'wetenschappelijke' bewijzen voor de ongelijkheid van de mensen en werkte aan een blauwdruk voor een sociale orde waarin de positie van het individu bepaald zou worden door zijn dienstbaarheid aan de gemeenschap.[600] Elementen die duidelijk terug te vinden zijn in het gedachtegoed van TeKoS. Het belang van het aktiecentrum Delta lag volgens Rentmeesters vooral in het geven van een vernieuwende input aan het rechtse Vlaams-nationalistische gedachtegoed door te wijzen op de noodzakelijkheid van een wetenschappelijke ondersteuning van de ideologie.[601] Een idee dat ook door TeKoS wordt uitgedragen. Vanaf 1967 verscheen De Anderen veel onregelmatiger. Twee jaar later kreeg het zware financiële moeilijkheden en werd het stopgezet. Pas in 1972 kreeg het zeer kortstondig een nieuwe adem vanuit de toen pas in Antwerpen opgerichte Nouvelle Europe Magazine-clubs (zie verder).[602] In deze periode kwam ook het politieke Vlaams-nationalisme terug meer op de voorgrond. Door het schoolpact van 1958 kwam er ruimte vrij om 'de taalkwestie' op te lossen, wat de regering via een aantal maatregelen in het begin van de jaren 60 ook probeerde. Intussen groeide de electorale aanhang van de Volksunie, een Vlaams-nationalistische partij die zich als democratisch profileerde, maar ook solidair was met de 'slachtoffers van de repressie', pleidooien hield voor amnestie en de collaboratie vergoelijkte door het beeld van de 'Vlaamse underdog', die door de Belgische staat onrechtvaardig was behandeld, te verdedigen. Op die manier hielp de VU de rechts-radicale traditie in het Vlaams-nationalisme te continueren. Anti-Belgische propaganda in allerlei Vlaams-nationale verenigingen brachten ondertussen de oude radicaalrechtse ideologische concepten terug op de voorgrond. De völkische rechtervleugel van het Vlaams-nationalisme ging zich steeds sterker manifesteren als gevolg van de ontwikkeling van een democratisch en progressief Vlaams-nationalisme in en buiten de VU in de jaren 60.[603]. Als reactie op de ontwikkeling van dit linkse Vlaams-nationalisme richtten Bert van Boghout en Karel Dillen in 1964 de Vlaams-nationalistische vormings- en drukkingsgroep Were Di op, waarvan Dietsland Europa de spreekbuis werd. Volgens Patrick Rentmeesters kan men in Were Di -evenals in de latere afscheuring Voorpost- een duidelijke Nieuw Rechtse lijn onderscheiden. In het ideeëngoed van Were Di (zoals verkondigd in de brochure Onze Grondslagen van 1975) kan men drie centrale elementen onderscheiden: het streven naar de vernietiging van de Belgische staat en het herstel van de heelnederlandse gemeenschap, het pleidooi voor het Europa der volkeren en het solidarisme.[604] Het ideeëngoed van Were Di was dus in de eerste plaats gestoeld op de heelnederlandse gedachte. Vanuit deze opvatting was Were Di voorstander van een hertekening van de Europese kaart op basis van het etnische nationalisme. Op socio-economisch vlak kunnen haar ideeën omschreven worden als conservatief-revolutionair met een solidaristische inslag. Were Di kantte zich tegen kapitalisme, communisme en technocratie. Het wilde een volksgemeenschap opbouwen die gebaseerd was op de solidaire samenwerking van alle leden van de gemeenschap en die geleid werd door een dienende elite.[605] Het afwijzen van het egalitarisme, het communisme, het kapitalistisch liberalisme en het multiculturalisme en het pleidooi voor een Europees perspectief en een organische gemeenschap gebaseerd op het volk en geleid door een elite zijn themas die later ook centraal zullen staan in het gedachtegoed van TeKoS. Volgens Louis Vos werd Were Di een van de belangrijkste ideologische waakhonden van het Vlaams-nationalisme, dat sterk geïnspireerd was door het vooroorlogse Vlaams-nationalisme en dus ook veel aandacht besteedde aan de oude rechts-radicale thema's. Tegelijk was een aantal van haar voormannen ook erg geïnteresseerd in de Franse Nouvelle Droite ideeën. Roeland Raes bijvoorbeeld stelde in 'Dietsland Europa' regelmatig de opvattingen van Alain de Benoist aan de orde.[606] De Nouvelle Droite werd echter binnen Were Di bekritiseerd voor haar strijd tegen het egalitaire christendom en omdat ze te veel belang zou hechten aan het staatse in plaats van aan het volkse.[607] Het traditionele christelijk geïnspireerde en volkse rechts-radicalisme was in Were Di dus nog duidelijk aanwezig. In TeKoS zal de nadruk op het volk (als basis voor de staat) blijven bestaan, maar wordt het christendom radicaal afgewezen. Een andere heelnederlandse solidaristische vereniging was het Verbond Recht en Orde (VRO), in 1961 ontstaan uit de Berchemse afdeling van het Blauwvoetjeugdverbond. De groep stelde zich onder leiding van Louis Gueuning en telde verschillende oud-Dinaso's in zijn rangen. In 1964 kwam het tot een breuk met de groep Gueuning waardoor de werking van het Verbond verschrompelde. In 1966 hervatte het VRO zijn werking en vanaf 1967 werd gestart met het tijdschrift Samen dat in 1969 werd opgevolgd door Vrij Dietsland. In 1969 leidden interne moeilijkheden tot de ontbinding van het groepje. In de plaats daarvan werd de Diets Solidaristische Beweging (DSB) opgericht dat erin slaagde de meeste voormalige VRO-leden aan te trekken. Het VRO volgde de leer van Joris Van Severen en streefde naar de eenheid der Nederlanden in de geest. Het kantte zich tegen het bestaande politieke regime, was sterk anticommunistisch en pleitte voor een nieuwe solidaristische sociale orde, een gefedereerd Europa en solidariteit met de blanke volksgroepen in Zuid-Afrika. Er werd tevens gestreefd naar de creatie van een nationaal front dat de rechtse nationale oppositie zou bundelen. Daartoe zocht men contact met de Franstalige nationalistische studenten van Révolution Européenne en met het Actiecentrum Delta.[608] Veel van de radicaalrechtse initiatieven in de jaren 60 stonden in de traditie van een heelnederlandse samenwerking en het solidarisme. Deze ideeën beïnvloedden sterk de rechts-radicalen in Vlaanderen, vooral de bewonderaars van Joris Van Severen. Vanaf het begin van de jaren '60 werden die figuur en zijn ideeën opnieuw voorgesteld in grotere publicaties voor het bredere publiek. Van Severens nadruk op zelfvorming en zijn beklemtoning van een aristocratische levensstijl bleven de leden van de Vlaams-nationalistische jeugdbeweging fascineren. In deze jaren groeide de aandacht voor Van Severen ook in de katholieke jeugdbewegingen, waar in de jaren '50 de Vlaamsgezindheid opnieuw een vast bestanddeel was geworden van de werking.[609] Bart De Wever wijst er echter op dat de neo-Dinasos met de nieuwe doorbraak van het Vlaams-nationalisme in de loop van de jaren 60 steeds meer invloed verloren in de Vlaams-nationalistische beweging. Pogingen tot beïnvloeding door infiltratie liepen op niets uit. Allianties van nationalistisch rechts lagen nochtans voor de hand gezien het insijpelen van linkse invloeden in het Vlaams-nationalisme. De kloof tussen taalnationalisme en Dietse rijksgedachte zou echter steeds te groot blijken.[610] Het radicaalrechtse gedachtegoed kreeg een belangrijke impuls door de verlinksing van eerst de studentenbewegingen en later de traditioneel rechtse katholieke jeugdbewegingen en scholen. De studentenrevolte in Leuven in 1963 was voor vele studentactivisten het begin van een antiautoritaire oriëntering, die zich in de tweede revolte om 'Leuven Vlaams' in 68 zou doorzetten tot een globale linkse maatschappijkritiek. Sinds 1968 maakte de studentenbeweging -op een traditionalistische restant na- zich los van het Vlaams-nationalisme en koos het voor universele en linkse waarden. Vanaf 1968 kwam er dan ook een einde aan de traditionele voorhoederol van de Vlaamse studentenbeweging in de Vlaamse beweging zoals die al meer dan een eeuw had bestaan. Deze ideologische ommezwaai naar links in studentenkringen veroorzaakte een antioffensief in behoudende, traditioneel Vlaams-nationalistische en rechts-radicale kringen. In de jaren 70 werd de politiek bovendien beheerst door communautaire tegenstellingen die door de eerste staatshervorming van 1970 eerder werden aangewakkerd dan afgezwakt. Vanaf 1973 versmolten de communautaire problemen bovendien met de economische crisis. De verschillende economische snelheden in Vlaanderen en Wallonië werd nu een belangrijk thema van het communautaire debat. Daarnaast zorgde de groeiende werkloosheid en de toename van allochtonen in bepaalde stadswijken voor een sterker wordende onvrede bij bepaalde bevolkingsgroepen in Vlaanderen. Radicale Vlaams-nationalisten gingen daarop inspelen door de allochtonen verantwoordelijk te stellen voor de economische crisis en de criminaliteit en dat te verbinden met een radicaalrechts nationalisme. Tegen deze achtergrond kreeg een nieuw rechts-radicalisme vorm. Deze nieuwe radicaalrechtse golf hield zich niet bezig met een nostalgisch terugkijken naar het verleden, maar werkte aan een bruikbaar concept voor de toekomst. In deze nieuwe radicaalrechtse doctrine stond de ongelijkheid tussen mensen en volkeren centraal.[611]
Tekos en Verdinaso +vele leuke vlaamse vrienden deel 1
Om des te beter te begrijpen waarover het gaat als we het hier hebben over het door de KUL gelauwerde tijdschrift Tekos en zijn oprichter Luc Pauwels vonden we voor onze nieuwsgierige lezertjes een zeer gedegen en goed onderbouwde bijdrage over Nieuw rechts en de Vlaamse beweging op
We publiceren dat in verschillende delen wegens te lang maar het bewijst dat de beweringen van de nieuwe hoofdredacteur over de band tussen Verdinaso en TEKOS toch iets beter mogen uitgelegd worden dan wat in een interview wordt beweerd
·
'); //-->
'); //-->
'); //-->
Nieuw Rechts en de band met de radicaalrechtse traditie in de Vlaamse beweging
Nieuw Rechts en de band met de radicaalrechtse traditie in de Vlaamse beweging 2.1.1 Is Nieuw Rechts radicaalrechts? De rechts-radicale traditie binnen de Vlaamse beweging heeft, net als de conservatieve revolutie, haar wortels in de rechtse conservatieve gedachtestroming die zich ontwikkelde in de loop van de negentiende eeuw. Dit rechtse gedachtegoed kantte zich tegen het Verlichtingsdenken en vooral tegen het maatschappijmodel van de Franse Revolutie die deze ideeën in praktijk bracht. Deze contrarevolutionaire stroming ontstond bijna tegelijk met de Franse Revolutie en zou vanaf het einde van de achttiende eeuw tot op de dag van vandaag haar eigen woordvoerders hebben. Tegenover het optimistisch vooruitgangsgeloof en het geloof in de maakbaarheid van de mens en de maatschappij verdedigden ze een meer sceptische kijk op de mogelijkheden tot fundamentele verandering van de wereld. De ophemeling van de rede werd bekritiseerd en principes als vrijheid en gelijkheid werden niet zo maar geaccepteerd. Deze opvattingen waren in sommige periodes wijdverspreid, in andere slechts beperkt aanwezig, maar bleven steeds doorleven.[566] Volgens Jan Sizoo wordt de rechtse gedachtewereld gekenmerkt door een vijftal elementen. Ten eerste een onveranderlijke transcendentale norm die onafhankelijk van tijd en plaats het maatschappelijk leven beheerst. Ten tweede de overtuiging dat de rechten en plichten van de mensen historisch bepaald zijn en dus ongelijk zijn. Een derde kenmerk is de verdediging van godsdienst, christelijke moraal en geestelijke waarden. Ten vierde wordt de samenleving niet gezien als een samenleving die bestaat uit individuen of elkaar bestrijdende klassen, maar uit historisch gegroeide, geografisch en biologisch bepaalde gemeenschappen. Het vijfde kenmerk ten slotte is de opvatting dat de politieke leiding over die gemeenschappen toekomt aan een elite. Dit rechtse ideeëngoed staat in contrast met de verdergaande individualisering, secularisering en democratisering van de Westerse wereld. Rechts heeft deze ontwikkelingen niet kunnen tegenhouden en heeft zich meestal aangepast. De rechtse ambities werden beperkt tot het haalbare, namelijk zoveel mogelijk elementen van het rechtse ideeëngoed verdedigen en in stand houden in een maatschappij gestoeld op de linkse idealen van de Franse Revolutie.[567] Het rechts-radicalisme is ingebed in dit rechtse ideeëngoed, maar legt zich niet neer bij de dominantie van de linkse ideeën. Het verwerpt op radicale wijze de filosofische basis van de Verlichting en de Franse Revolutie. Radicaalrechts wil een maatschappij creëren waarin de basiswaarden van het rechtse ideeëngoed integraal gelden. Dit kan enkel via een rechtse revolutie die geleid moet worden door een elite.[568] Men kan globaal genomen vijf samenhangende componenten onderscheiden in dit radicaalrechtse gedachtegoed. Ten eerste een biologisch racisme dat gelooft in erfelijke superioriteitsverschillen tussen rassen en volkeren. Ten tweede een extreme vorm van volksnationalisme dat de klemtoon legt op de natie in plaats van op de staat. De doelstelling van een sterk, verenigd volk staat daarbij centraal. Een derde aspect is de sterke nadruk op het leidersprincipe. Dit hangt samen met het vierde element, namelijk de verwerping van de parlementaire democratie. Een democratisch gekozen parlement wordt beschouwd als een te zwak en te inefficiënt bestuurssysteem om de maatschappelijke problemen op te lossen. Ten vijfde wordt alles wat links is verworpen. Naast een uitgesproken anticommunisme en antisocialisme impliceert dit tevens het geloof dat onze samenleving misleid en ondermijnd wordt door links georiënteerde organisaties, zoals de vakbeweging, progressieve leerkrachten en linkse journalisten. Deze vijf componenten verwijzen naar dezelfde basiswaarde: het geloof in de fundamentele ongelijkheid van individuen, groepen en volkeren. Radicaalrechts verwerpt principieel de gedachte dat mensen gelijk zijn en dus ook het linkse ideeëngoed die deze gelijkheidsgedachte propageert.[569] De vraag luidt nu of Nieuw Rechts tot deze radicaalrechtse traditie kan gerekend worden.[570] Het is in ieder geval duidelijk dat Nieuw Rechts zich niet neerlegt bij de huidige dominantie van het ideeëngoed van de Franse Revolutie. Nieuw Rechts verdedigt een eigen rechts tegenproject, maar wil die NIET realiseren via een revolutie van rechts, die in de gegeven omstandigheden overigens geen kans op slagen heeft. Ze wil haar project realiseren via een metapolitieke strategie. Nieuw Rechts vertrekt van het principe dat het verwerven van de politieke macht slechts mogelijk is na het verwerven van de culturele macht. Deze laatste wordt de dag van vandaag gemonopoliseerd door links. Nieuw Rechts streeft daarom een contre-pouvoir culturel na en engageert zich in een strijd op het culturele niveau tegen de hegemonie van links. Het Nieuw Rechtse tegenproject steunt op het radicaalrechtse basisprincipe, met name het anti-egalitarisme. De gedachte dat mensen gelijk zijn wordt principieel verworpen. Wat betreft de vijf deelaspecten moet men nuanceren. Het biologisch racisme, gedefinieerd als uitingen van vijandigheid van het ene ras jegens het ander voortkomend uit een gevoel van meerwaarde, vindt men NIET in dergelijke vorm terug bij Nieuw Rechts. Nieuw Rechts verdedigt le droit à la différence en pleit voor het behoud van de culturele eigenheid van elk volk. Daarbij wordt voortdurend benadrukt dat geen enkel ras of cultuur superieur is. Het gevaar van het opduiken van wat Taguieff noemt differentieel racisme is hier echter reëel.[571] Het bestaan van superieure rassen of culturen wordt weliswaar verworpen, maar in plaats daarvan wordt de afstand tussen de verschillende culturele gemeenschappen benadrukt en verabsoluteerd. Dit leidt tot een differentieel racisme gekenmerkt door de vaste wil om de verschillen tussen culturen tegen elke prijs te bewaren en de angst voor hun vernietiging door rassen- of culturele vermenging. Dit neoracisme wordt dan vaak gepresenteerd als een authentiek antiracisme dat ijvert voor de aanvaarding van de ander met zijn specifieke eigenheid, maar tegelijk wordt het multiculturalisme afgewezen en een terugkeerbeleid voor migranten bepleit uit respect voor hun culturele identiteit. De migrant zou immers zijn eigenheid verliezen in de Westerse wereld die niet de zijne is en deze ontworteling werkt criminaliteit in de hand. De multiraciale maatschappij vormt bovendien ook een groot gevaar voor de Europese beschaving omdat het de etnische en culturele homogeniteit van de inwoners van Europa zou vernietigen waarop de Europese identiteit en samenhorigheidsgevoel berusten. Nieuw Rechts verdedigt dan wel niet de superioriteit van de blanke Europese cultuur, maar heeft wel blijk van onverdraagzaamheid ten opzichte van niet-Europese migranten. Het tweede kenmerk van het radicaalrechtse gedachtegoed, een volksnationalisme dat de klemtoon legt op de natie in plaats van op de staat, is aanwezig in het Nieuw Rechtse gedachtegoed. Bij Nieuw Rechts is het volk de onherleidbare eenheid waartoe elk individu behoort. De natie moet berusten op het organisch karakter van de samenleving en de collectieve identiteit van een volk. Behoren tot een land is volgens Nieuw Rechts in de eerste plaats behoren tot een geschiedenis, een erfenis, een taal, een origine. De staat berust op de natie en niet omgekeerd. De sterke nadruk op het leidersprincipe vindt men bij Nieuw Rechts terug in het pleidooi voor een nieuwe elite. Nieuw Rechts stelt dat een elite een noodzakelijkheid is voor elke maatschappij die een beetje georganiseerd is. Er zijn bovendien bekwame leiders nodig die de Westerse beschaving kunnen redden van de decadentie en de cultuurcrisis. Er is volgens Nieuw Rechts immers sprake van een slecht gebruik van de goede moderne middelen. Een goed gebruik zou slechts een kwestie zijn van een goede leiding door een bekwame elite. Er moet daarom een einde gesteld worden aan de verheerlijking van de mediocriteit en de negatieve houding tegenover autoriteit die door het egalitarisme wordt uitgedragen. De verwerping van de parlementaire democratie ligt complexer. Nieuw Rechts verwerpt de parlementaire democratie als dusdanig niet. Ze is voorstander van een zogenaamde participatiedemocratie, met directe participatie van de burger onder meer via referenda. Tegelijk worden politici voorgesteld als geldgeil en corrupt en wordt de noodzaak aan bekwame staatsmannen benadrukt. Er is met andere woorden nood aan een politieke elite die de verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenschap in zijn totaliteit. Deze elite is in feite de incarnatie van de volksziel. Het autoritaire idee dat de staatsmacht afkomstig is uit de volkswil, kunnen we hierin terugvinden: de politieke elite voelt op een mystiek-rechtstreekse manier aan wat het volk wil.[572] De verwerping van het linkse gedachtegoed vinden we ook bij Nieuw Rechts terug. Zowel het egalitarisme, het liberalisme, het communisme als het multiculturalisme worden door Nieuw Rechts afgewezen. Nieuw Rechts gaat er ook van uit dat de culturele macht vandaag de dag gemonopoliseerd wordt door links. Het geloof dat onze samenleving gedomineerd wordt door links georiënteerde organisaties, zoals de vakbeweging, progressieve leerkrachten en linkse journalisten is ook bij Nieuw Rechts aanwezig. Samenvattend kan men stellen dat Nieuw Rechts een genuanceerd rechts-radicaal gedachtegoed verdedigt dat uitgebreid wordt onderbouwd in talrijke artikels in TeKoS. Het is ook de expliciete bedoeling van Nieuw Rechts om het rechtse gedachtegoed een nieuwe ideologische basis te verstrekken. 2.1.2 De inbedding in de Vlaamse beweging: de voorgeschiedenis van TeKoS De directe voorlopers van TeKoS vindt men terug in het rechts-radicale en Vlaams-nationalistische milieu van de jaren 60 en 70. Volgens Patrick Rentmeesters, en Patrick Commers volgt hem hierin, begint de voorgeschiedenis van Nieuw Rechts in 1960 met de oprichting van CABDA (Comité d' Action et de Défense des Belges en Afrique).[573] In het overzicht dat in deze thesis wordt gegeven, wordt ook kort aandacht besteed aan de jaren 50. Deze periode is van cruciaal belang geweest voor het doorleven van de rechts-radicale Vlaams-nationalistische traditie na de tweede wereldoorlog. Men kan stellen dat de wortels van radicaalrechts in Vlaanderen vandaag, zowel ideologisch als organisatorisch, voor een groot deel liggen in het nostalgisch en revanchistisch Vlaams-nationalistisch biotoop van na de tweede wereldoorlog. Voor TeKoS is ook het doorleven van het gedachtegoed van Van Severen direct na de oorlog van groot belang geweest. Ook het in 1956 opgericht tijdschrift Dietsland Europa speelde een belangrijke rol in de wegbereiding van de Nieuw Rechtse ideeën. Op die manier kunnen de jaren 50 beschouwd worden als een essentieel onderdeel van de voorgeschiedenis van Nieuw Rechts. De beschrijving van de voorgeschiedenis van TeKoS vanaf de jaren '60 is ook veel uitgebreider dan het overzicht van de wordingsgeschiedenis van het tijdschrift dat wordt gegeven in de thesissen van Commers en Rentmeesters omdat dit overzicht vooral wil aantonen dat TeKoS deel uitmaakt van de radicaalrechtse traditie die na de tweede wereldoorlog in de Vlaamse beweging doorleefde. 2.1.2.1 Het doorleven van het rechts-radicalisme in de Vlaamse beweging De collaboratie van een deel van de Vlaamse beweging bracht de beweging als geheel in diskrediet. De repressie die er op volgde, speelde echter een belangrijke rol in het doorleven van het rechts-radicale Vlaams-nationalisme. De felheid waarmee niet-katholieke dagbladen en partijen de voornamelijk katholieke collaborateurs aanklaagden, leidde tot de verspreiding in brede katholieke kring van het idee dat het ging om een bewuste aanval tegen het Vlaams-katholieke idealisme. Daar kwam bij dat tijdens de oorlog de katholieke zuil en de kerk een accommodatiepolitiek hadden gevoerd die door het linkse verzet nu als collaboratie werd gebrandmerkt. Het gevolg hiervan was dat de Vlaams-katholieke solidariteit werd versterkt en de reïntegratie van de 'zwarte' flaminganten in de Vlaamse beweging werd vergemakkelijkt. Deze tendens werd nog versterkt door de koningskwestie die de Belgische publieke opinie polariseerde. Rechts -zowel katholiek rechts als extreemrechts- stond lijnrecht tegenover links. Dit alles zorgde ervoor dat de rechts-radicale traditie, die zich in het interbellum stevig in het Vlaams-nationalisme had genesteld, kon blijven doorleven. De 'door de repressie getroffenen' verbreidden het beeld van de 'Vlaamse underdog' die door de Belgische staat (niet het Belgische vaderland) onrechtvaardig was behandeld. De collaboratie werd voorgesteld als een tactische vergissing van een beweging die het goed meende met het Vlaamse volk. Het rechtse aspect werd weggegomd en de nadruk kwam te liggen op de 'foutgelopen' repressie. Het idee ontstond dat de Belgische staat de repressie had gebruikt om de Vlaamse beweging te breken en dat de repressie hard en onrechtvaardig was. Via deze beeldvorming werd de sympathie verkregen van de doorsnee Vlaamsgezinde katholiek die niet gecollaboreerd had. Dit beeld versterkte overigens ook het nieuwe wantrouwen tegenover de Belgische staat en zijn politieke elite. Een harde kern van Vlaams-nationalisten verenigde zich na de oorlog en weigerde de oorlog stilzwijgend achter zich te laten. Allerlei Vlaams-nationalistische verenigingen en blaadjes werden opgericht. De belangrijkste van dergelijke bladen was het Antwerpse weekblad t Pallieterke.[574] Er werden ook een aantal 'zelfhulpnetwerken' opgericht die de 'slachtoffers van de repressie' materieel konden helpen en er werden gelegenheden en verenigingen gecreëerd waarop gelijkgezinden konden samenkomen. Een van die zelfhulpgroepen was het Sint-Maartensfonds die vanaf 1953 oud-oostfronters van alle strekkingen groepeerde.[575] Terwijl de voormalige collaborateurs zich na de bevrijding in een positie van zelfverdediging bevonden, was dat niet het geval voor de oud-leden van het Verdinaso die niet in de collaboratie waren gestapt. Na de oorlog werden verscheidene neo-Dinasogroepen opgericht en periodieken uitgegeven die de persoon van Van Severen en zijn solidaristische ideeëngoed opnieuw onder de aandacht moesten brengen.[576] De verschillende groepen van neo-Dinasostrekking kwamen echter zelden of nooit tot een betekenisvolle eenheid en bleven versplinterd.[577] In hun publicaties werd sterk de nadruk gelegd op de ideologische verschillen tussen Van Severen en het nazisme of de völkische Nieuwe Orde. Ze plaatsten Van Severen niet bij de Völkischen, maar bij de Jungkonservativen die de moderniteit en de technisch-industriële ontwikkeling aanvaardden, maar die probeerden in te passen in een nieuwe politieke orde die geïnspireerd was op de als christelijk beschouwde middeleeuwse rijksgedachte (zie hoofdstuk De conservatieve revolutie).[578] De inhoudelijke constanten binnen deze neo-Dinasogroepen waren een negatieve houding tegenover de Franse Revolutie, een afwijzen van het liberale kapitalisme, een virulent anticommunisme, een verwerping van de parlementaire democratie en het meerpartijenstelsel en een pleidooi voor een organische samenleving, meestal gebaseerd op het solidarisme-corporatisme dat men voorstelde als een echte democratie. In deze groepen was ook een sterke idealisering van Van Severen, de Leider, aanwezig.[579] De 'traditie' van het bekritiseren van de democratie werd na de oorlog in de neo-Dinasogroepen verder gezet. Deze kritiek op de instabiele parlementaire democratie kon op het einde van de jaren 40 gemakkelijk inpikken op de koningskwestie. Er werd gepleit voor een sterke staat, ontdaan van de 'particratie' en gebaseerd op een hiërarchische politieke en sociale orde, waarvan de dynastie de hoeksteen zou zijn. Die ideeën vonden gemakkelijker ingang omdat tegen de achtergrond van de koude oorlog het anticommunisme in brede kringen toenam. Toen Leopold III aftrad, versterkte dat bij degenen die nog droomden van een 'autoritaire democratie', de vaste wil om het bestaande politieke systeem te vervangen door een ander dat zou gebaseerd zijn op rechts-radicale uitgangspunten.[580] Tussen deze neo-Dinasos en de radicale rechterzijde van het Vlaams-nationalisme bestonden er nauwe contacten. De neo-Dinasos oefenden in het bijzonder een grote invloed uit in de Vlaamsgezinde jeugdbewegingen.[581] Er werden daartoe vormingsbladen gelanceerd die zich richtten tot de herlevende Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen, in het bijzonder het Jeugdverbond der Lage Landen (met onder meer Staf Vermeire), dat na een crisis in 1949 werd omgevormd tot Algemeen Diets Jeugdverbond (ADJV).[582] Het Bourgondisch nationalisme van het ADJV en aanverwanten kwam tot uiting in de tijdschriften van de bewegingen. Men kan zich echter de vraag stellen in hoeverre de basis van de jeugdbewegingen van de neo-Dinaso-ideeën doordrongen was. Rekruteringsdomein bij uitstek waren immers de kinderen van zwarten en dit waren overwegend Vlaams-nationalisten. Voor hen waren op de eerste plaats het antibelgicisme en het Vlaams-nationalisme aantrekkingspolen van de jeugdbeweging. Diets-nationalisme was geen bezwaar, maar voor de meeste bleef dit allicht refereren aan een taalnationalistische vereniging van Vlaanderen en Nederland. Doorheen deze bewegingen bleef dus een scheidingslijn lopen tussen enerzijds een traditioneel katholiek völkisch nationalisme en aan de andere kant een neo-Dinasostrekking die de rijksgedachte vooropstelde en heelnederlands was.[583] Het is in ieder geval wel duidelijk dat van dergelijke Vlaams-nationalistische jeugdgroepen een grote invloed uitging omdat ze enerzijds een 'kweekschool' waren voor een nieuwe generatie rechts-radicalen, die op zijn minst vertrouwd waren met de solidaristische en heelnederlandse ideeën van Van Severen, en anderzijds oefende hun propaganda ook invloed uit op niet-leden. Met name jeugdleiders uit de katholieke jeugdbewegingen, in het bijzonder de Katholieke Studentenactie (KSA), maakten op die manier kennis met het gedachtegoed van Van Severen.[584
De grote denkers rond TEKOS Van Windekens en Luc Pauwels
In afwachting van de ongetwijfeld constructieve bijdragen van onze Tanguy Veys, zullen we onze lezertjes verder verblijden met halve leugens en hele onwaarheden. We zullen echter zo veel mogelijk de betrokkenen zelf aan het woord laten zodat het leugengehalte integraal op hun eigen rugje kan geschoven worden. Vandaag stellen we jullie de huidige hoofdredacteur van Tekos even voor en dit via een interview dat we vonden op de leuke uiterst rechtse website met mystieke naam :
Interview Peter Van Windekens, redacteur bij TeKoS
Kunt U zich even voorstellen?
Ik ben Peter Van Windekens (° 8 april 1955), hoofdredacteur van TeKoS (=Teksten, Commentaren, Studies). Ik ben oriëntalist en historicus van eerste vorming (beide KU.Leuven). Daarna behaalde ik een aantal speciale licenties in de Bibliotheek, - Documentatie- en Informatiewetenschappen (UIA) en de Archiefwetenschap (VUB). Beroepshalve werk ik sinds 1996 voor de Vlaamse overheid in een zogeheten Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA), meerbepaald bij de communicatiedienst. Tevoren was ik actief in de wereld van de KMOs en nog vroeger vertoefde ik in Italië (Milaan) als bursaal. Ik ben tevens publicist en heb ondertussen al drie boeken achter de rug waarvan één bekroond is met een KBC Cera-prijs. Heden ten dage ben ik bezig aan een studie die handelt over vader en zoon Piet Van Rossem die beiden samen net geen volle eeuw actief waren in de Vlaamse en de Heel-Nederlandse beweging. Naast de partijpolitiek (Vlaams Belang) bekleed ik ook nog functies in de Vlaamse Volksbeweging, het Verbond van Vlaams Overheidspersoneel en het Verbond van Vlaamse Academici.
Heeft de naam van de Deltastichting (organisatie die TeKoS uitgeeft nvdr.) dezelfde oorsprong als de deltadriehoek van het VNV, namelijk de drie hoofdrivieren van de Nederlanden en de eenheid ertussen? Zo ja, hoe ver ziet u de samenwerking met Nederland?
Ik heb het de oprichter van de Delta Stichting, Luc Pauwels, eigenlijk nooit expliciet gevraagd maar de oorsprong zal ongetwijfeld wel dezelfde zijn. Belangrijk om te vermelden is ook dat Pauwels steeds sympathie voor het Verdinaso heeft gekoesterd, en zeker voor het Verdinaso van de nieuwe marsrichting in 34.
Een hereniging met Nederland heb ik altijd gezien als een heel interessant en aantrekkelijk alternatief voor de Vlaamse onafhankelijkheid. Een confederatie tussen de Lage Landen mét Wallonië op confederale leest zou een heel wijze beslissing zijn naar analogie met het Bourgondisch wereldbeeld. De Europese Rijksgedachte heeft altijd sterk in mij geleefd. Ik geloof dat Duitsland nog altijd in staat is om in zulke constructie een leidende rol te spelen. Zij deed dat vroeger op zelfstandige basis (cfr. Zich afzetten tegen de grootmachten, de USSR en de VS) en zelfs vóór WOI met Bismarck toen het toenmalige keizerrijk in Europa klaar en duidelijk een leidende rol speelde zowel op economisch als op cultureel vlak. Mijn eerste keuze blijft echter de Vlaamse onafhankelijkheid, maar ik hou de alternatieven in mijn achterhoofd
De Delta Stichting organiseert een colloquium met als thema Homo Americanus. Kunt U even bijlichten wat dit moet voorstellen? In wat ziet u de tegenstelling tussen Europa en de VS. Biedt Amerikaans paleoconservatisme een soelaas?
Homo Americanus staat simpelweg voor de Amerikaanse mens of het Amerikaanse mensbeeld. Nieuw Rechts heeft het niet voor de VS, hun liberalisme, de illegale oorlogsvoering waar handel en massaconsumptie centraal staat en waar hun geopolitieke beleid naar toe is gericht. Materialisme en de maakbaarheid van de mens liggen hieraan ten grondslag. Het Amerikaanse systeem is even totalitair als het communisme, en het hangt bovendien samen met het godgezonden fundamentalisme: Amerika als uitverkoren staat. Met de illegale oorlog in Irak en de val van Saddam heeft men geprobeerd om greep te krijgen op de perceptie dat het moslimgevaar bestreden dient te worden en dan ook bestreden wordt. De facto is er geen verschil tussen democraten en republikeinen, zeker niet op het vlak van buitenlands beleid. De zionistisch gerichte Joseph Biden staat hiervoor garant als running mate van Obama. Maar zoiets komt ons, Europeanen slecht uit, want heel het anti-Westers gevoel in het Nabije Oosten is een gevolg van de onvoorwaardelijke Amerikaanse steun aan Israel. Het paleoconservatisme zou eventueel een soelaas kunnen bieden wanneer het aan invloed zou winnen (hetgeen helaas onwaarschijnlijk lijkt). Men zou zelfs kunnen zeggen dat de paleoconservatieven even anti-amerikanistisch (wat dan slaat op de Amerikaanse, liberale idealen) zijn als wij. De neoconservatieven zijn veeleer politieke agitators die eerder voor hun geld hebben gekozen, op economisch vlak liberaal zijn geworden maar even materialistisch zijn gebleven (Trotskistische achtergrond van de neoconservatieven). In tegenstelling tot hun links Viëtnam-protest in de jaren 60 zijn ze nu zelf geëvolueerd tot imperialisten. Ik noem hen opportunistische agitators in functie van geld en kapitaal.
Nieuw Rechts is ietwat ontstaan rond mei 68. Hoe ziet u de maatschappelijke invulling en functie van Nieuw Rechts vandaag?
We zijn inderdaad kinderen van 60, zij het een soort bastaardkinderen. De term Nieuw Rechts komt echter niet van ons maar in 79, na heel wat reacties in de pers, hebben we het begrip met veel plezier overgenomen om ons af te zetten tegen Oud Rechts dat opgegaan was in haar economisme collaboratie met de liberalen.
Vandaag zien wij onze maatschappelijke invulling als volgt: De maatschappij moet organisch opgebouwd worden volgens een functioneel model waarbij elk onderdeel de haar voorgeschreven taak het best vervult. Dit staat haaks op het communisme, het liberalisme, het nazisme, allemaal systemen waarin de mens herleid wordt tot een amorfe consument of in lethargie vervalt. Wanneer zulk systeem dan wel rendeert, is het de facto in zijn ideologisch verval (cfr. China).
Hoe ziet u Nieuw Rechts met het heidense karakter tegenover het Christelijk paleoconservatisme (Rerum Novarum, KVHV, ) staan. Zijn er wel wezenlijke tegenstellingen?
Zelf ben ik agnost, maar Nieuw Rechts vertrekt duidelijk vanuit een atheïstisch standpunt. Als je de Bijbel (of andere heilige boeken, zoals vooral de Koran ) leest bots je op dogmas en op een soort van totalitarisme voortkomend uit onverdraagzaamheid. De Kerk is nu in verval maar wanneer een dergelijke instantie - zoals voorheen trouwens - greep krijgt op de mens legt men er de zweep op. Het communisme vertoont ideologisch gezien nogal wat gemeenschappelijke trekjes met het Christendom. En dit komt nog sterker naar voor als men de vergelijking met de Islam (die overigens onderwerping betekent) maakt. Hoe dan ook bestaat er duidelijk een gemeenschappelijke vijand die tevens de meest perfide en gevaarlijke is, zijnde het liberalisme. Niettegenstaande de staatsdenker Fukuyama foutief is gebleken in zijn analyse dat na de val van het communisme nog enkel het liberalisme overbleef, is het wel zo dat dit liberalisme de meest soepele en meest volhardende opponent is gebleken. Wat het Heidendom betreft zijn vele aanhangers van Nieuw Recht geneigd om bij het polytheïsme aan te leunen, in casu het Germaanse Heidendom. Of dit van harte is, lijkt mij eerder onwaarschijnlijk, het is meer een pose, een geestesgesteldheid aan de oppervlakte. Paganisme evolueert dan meer tot een vorm van vrijzinnigheid, gebaseerd op allesbehalve universalistisch gerichte ethische en etnische principes. Het gaat eigenlijk vooral over een anti-religieuse ingesteldheid en.heeft bovendien ook wel iets te maken met de prioriteit die men schenkt aan het cyclisch denken (Grieks heidens) ten nadele van het lineaire denken (Christelijk). Het is ook geen toeval dat de Nieuw Rechtse denktank, GRECE heet.
Hoe is de toenadering tot de Vlaamse Beweging tot stand gekomen? Beschouwt Nieuw Rechts zich eigenlijk wel als een onderdeel van de Vlaamse Beweging?
TeKoS heeft zich altijd geïnteresseerd voor de Vlaamse Beweging. De artikels die erin gepubliceerd werden bewijzen dit. Maar wij overstijgen terzelfdertijd de beweging van vandaag. Sterker nog, vaak kaarten wij veeleer linkse onderwerpen aan zoals ecologie (cfr. de rubriek In de groene hoek, nvdr.) maar dan zonder mee te lopen met de hysterie rond Kyoto en de opwarming van de aarde. Men mag echter ook niet vergeten dat de Vlaamse Beweging vroeger de groene beweging heeft omarmd (van 1970 tot 1979). Ik heb ooit zelf nog een artikel geschreven getiteld Heeft de leeuw groene nagels? over het milieu-engagement van de Vlaamse Volksbeweging. Karel Dillen deed zelfs mee met de groene fietsers van pater Versteylen. Groen! zelf is echter allesbehalve ecologisch in haar fundamentele houding tegenover de mens, en dat reeds sinds Agalev, een nochtans van oorsprong links noch rechts gerichte formatie. Zo is de massa-immigratie die men voorstaat allesbehalve ecologisch verantwoord. De marxistische infiltratie met o.a. Vera Dua, Mieke Vogels, heeft de politieke denkrichting van de groenen wel degelijk veranderd.
Heeft U nog een laatste opmerking?
Wel, graag had ik nog even vermeld dat het colloquium Homo Americanus op 29 november eerstkomend doorgaat te Izegem in het auditorium in de Kruisstraat. Sprekers zijn Ivan Van Den Berghe, Claude Polin en Tomislav Sunic.
Ok, bedankt!
We vermoeden dus dat Tanguy Veys volgens de analyse van deze grote vlaamse inetllectuelen behoort tot wat zij hier in dit verhelderende interview Christelijke Paleoconservatieven noemen. We kunnen echter dwalen want met ons muizenverstandje komen we er niet echt uit wat de link is tussen Amerikaanse neo-conservatieven en trotskysten bijvoorbeeld en dat is maar één voorbeeldje want er is meer dat ons wat wazig lijkt. We moeten echter ruiterlijk toegeven dat we helemaal niet opgewassen zijn tegen het magistrale denkwerk van deze vlaemsche filosofen... Als onze vriend Van Windekens in dit interview doodleuk verklaart dat zijn voorganger Luc Pauwels sympathie koestert voor het Verdinaso dan is dit toch ook slechts een lichte onderschatting van de sympathie van Pauwels tegenover "de grote leider" ook bekend als "le beau Georges". We snorden even een aantal werken van Pauwels op over Verdinaso en onze lezeryjes zullen meteen kunnen merken dat hij toch minstens als "kenner" mag beschouwd worden van "le beau Georges" ...
PAUWELS Luc, De ideologische evolutie van Joris van Severen, Ieper, Studie- en Coördinatiecentrum Joris van Severen, 1999, 272p.
en in Tekos vinden we nog andere bijdragen over "de grote leider":
CREVE Jan, Joris van Severen. Bij een honderdste verjaardag, Tekos, XVI, 1995, 76, pp.40-48
CAILLIAU Maurits, De krachtlijnen in het politieke denken van Joris van Severen en Louis Gueuning, Tekos, XV, 1994, 75, pp.10-17
DE BOIS Hildegonde, Joris van Severen of wat de Nederlanden ontbreekt, Tekos, XI, 1990, 59, pp.16-24
We kunnen dus toch wel een zeker vermoeden koesteren dat de stichter Luc Pauwels enige "affiniteiten" koesterde voor het Verdinaso zoals Van Windekens het hier ook verklaarde...maar daarover zullen we het volgende week hebben...
Kijk kijk, beste lezertjes we kregen een reactie binnen op onze bescheiden bijdrage "wie zijn de leiders" vanwege enen Tanguy Veys. Elke reactie is natuurlijk mee dan welkom en daarom een welgemeend dankwoordje aan Tanguy. Volgens Tanguy staat onze bijdrage vol fouten en moeten we dat best eens allemaal nakijken. We willen er wel op wijzen dat onze eigen bijdrage zich meestal heeft beperkt tot de tussenzinnetjes en voor de reste haalden we de mosterd elders. We horen natuurlijk graag stevige tegenargumenten vanwege Tanguy. Misschien kan onze beste Tanguy al meteen beginnen met ons uit te leggen wat er allemaal fout is aan de info die er over hem staat te lezen op Wikipedia. Hij lijkt ons hiervoor de geknipte man. In elk geval lijkt hij een ijzersterke reputatie te hebben wat betreft reageren via internet/ Dus beste Tanguy, wij wachten ongeduldig!
Tanguy Veys (Gent, 28 maart1972) is een Vlaams politicus uit Gent. Hij is sinds 2010 volksvertegenwoordiger in de Kamer voor het Vlaams Belang.
Inhoud
[
Politieke carrière
Begin 1996 werd hij OCMW-raadslid in Gent en nog datzelfde jaar volgde hij Pascal De Coene op in de Gentse gemeenteraad. Als OCMW-raadslid zetelde hij ook in de algemene vergadering van het OCMW-ziekenhuis De Bijloke, het latere AZ Jan Palfijn. Eind 2000 legde hij de eed af als Oost-Vlaams provincieraadslid. Hij heeft ook in de raad van bestuur van de Mercatorhogeschool gezeten tot de fusie met de Hogeschool Gent.
Veys zetelde in de provincieraad in de commissies Algemeen beleid, Welzijn en Onderwijs en volgt de dossiers jeugdbeleid, ontwikkelingssamenwerking, begroting en vreemdelingen. Hij is ondervoorzitter van de Vlaams Belang-fractie in de Oost-Vlaamse provincieraad. Hij is ook regionaal voorzitter van Vlaams Belang Jongeren Gent-Eeklo.
Bij de vervroegde federale verkiezingen op 13 juni2010 veroverde hij een zetel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Vanop de 3e plaats op de lijst behaalde hij 1010 voorkeurstemmen.
Veys is een praktiserend katholiek en samen met zijn vrouw, Goedele, actief binnen de Gentse afdeling van Pro Vita.
Twijfelachtige acties
Op 15 februari 2000 vocht Veys, toen secretaris van de VB-jongeren, met een student in de uitgaansbuurt van de Overpoortstraat. Hij werd veroordeeld tot twee maanden effectieve celstraf voor opzettelijke slagen en verwondingen. Hij ging in beroep en kreeg opschorting van straf. [1]
Volgens de blog Asfaltkonijn.be had Veys medio 2006 de gewoonte om ongevraagd binnen te breken in blogs en te voorzien van persoonlijke aanvallen. Daartegen ontstond een algemene blog banner actie. [2]
Veys riep in oktober 2006 iedereen op om de fora en de e-mailadressen van de artiesten die de actie 0110 steunden, te bestoken met mails en publiceerde op zijn eigen website de juiste links. "Het is belangrijk dat ze inzien dat ze misbruikt worden in een politieke manifestatie tegen het VB en u kunt hen daarbij helpen", aldus Veys. [3]
Veys kwam in maart 2007 in het nieuws door het bewust wederrechtelijk gebruik van fotomateriaal van bekende Vlaamse politici. Desgevraagde verklaarde hij: "We hebben heel bewust de auteursrechten overtreden, omdat dit beeld in Gent symbool staat voor paars. Wij wilden terugslaan met hetzelfde beeld, met de boodschap dat de goed-nieuwsshow over is."[4]
Veys profileert zich zeer sterk op zijn verleden in de scoutsbeweging.