All-in in Tallinn (en omstreken, maar dat rijmt niet op Tallinn)
Er is nog een Estland-trip te beschrijven. Ik zou het ook gewoon niet kunnen doen, maar van de andere kant: wie gaat er ooit naar Estland?Antwoord: niemand, nooit. Zonder veel risico zou ik het hier kunnen voorstellen als dé onontgonnen parel van Europa, want de kans dat iemand mijn ongelijk wil gaan bewijzen is ook al nihil. Toch houdt me dat niet tegen. Het Ministerie van Toerisme in Estland bestaat niet uit de meest bevlogen werkers, aangezien het land zich in feite zelf verkoopt.
Wij verbleven de eerste dagen in het Lahemaa Park, op een ecologische kampplaats opgetrokken volgens de hippieprincipes. Dat wil zeggen: geen elektriciteit, zelf warm gestookt water en een vuile keuken. De vrouw des huizes hield zich samen met enkele vrijwilligsters bezig met bepaalde noodzakelijke klusjes, zoals zaagsel van tussen de planken vloer schrapen of onkruid uittrekken aan de rand van het bos. Ondertussen werkte slechts één van de vier wc's, bood geen enkele (geïmproviseerde) tafel de mogelijkheid om er met vier man aan te zitten en was er nergens een enigszins propere vork te bespeuren. Toch hadden ze stuk voor stuk een onwrikbaar geloof in 'Het Project'. Nog enkele weken en alles zou in orde komen, we hadden gewoon de pech de eerste gasten van het seizoen te zijn. Ons oordeel: 'Het Project' is naar goede linkse traditie een eeuwig 'streven naar'. Over enkele weken zal het niet af zijn, over vijf jaar niet en over tien jaar ook niet. Dat is zelfs niet erg, zolang er maar mee te lachen valt.
Hoe dan ook hebben we volop kunnen genieten van de natuurpracht. Kilometerslange groene bossen, een staalblauw meer, indrukwekkende rotsformaties en vooral: géén toeristen. Estland lijkt zelfs door de Hollanders nog niet ontdekt. Ook in hoofdstad Tallinn is er trouwens plaats voor natuurschoon, maar dan van een andere orde. Wie een voorkeur heeft voor onveranderlijk blonde, slanke, goed opgemaakte Slavische schoonheden, wordt hier op zijn wenken bediend. Wij, op één iemand na niet-vrijgezel, waren daar echter met andere motieven. Estland 2017 kaderde namelijk in 'Het Project', het behalen van de wereldtitel door onze Rode Duivels! Dit project gaat wel slagen hoor, we voelen het, het is nog slechts een kwestie van tijd. De simpele overwinning in de lange Estse midzomernacht reikte ons op symbolisch vlak alvast nog wat welgekomen munitie aan: de donkere dagen zijn definitief voorbij, de Rode Duivels zitten op het Lichtend Pad, het juiste spoor.
Onze eerste conversatie speelde zich een jaar of 15 geleden af in de pissijnen van de legendarische fakbar 'Pavlov'. Hij verliep als volgt:
Tom: "Ela, nie naar mijne piet kijken hé!"
Ik: "Maar ik zie dat gewoon graag, pieten.."
Tom: "Echt? Zelf ben ik meer ne pedofiel eigenlijk."
De dagen waren in die tijd een noodzakelijk kwaad om de overgang van de ene nacht naar de andere te maken. De glazen waren doorgaans halfvol. Eventuele gesprekken een dag later alweer vergeten, en 15 jaar later al helemaal. Behalve dus bovenstaande conversatie. Door een speling van het lot heb ik hem van de vergetelheid kunnen redden, een van de weinige keren dat het geheugen doet waarvoor het is uitgevonden.
De historische waarde ervan is aanzienlijk. Niet alleen wist ik meteen dat ik kleine kinderen best uit Tom zijn buurt houd, ook werd daar de basis gelegd voor duizenden gelijkaardige gesprekken. Of identieke - met dat geheugen weet je maar nooit. Enige jaren later verwerd ik definitief een voetnoot in Toms leven door hem zijn eerste vaste lief te bezorgen. Een eerste lief vergeet je nooit, ook niet als het de vrouw van je leven blijkt. Nele kwam, zag en bleef. De voetnoot vaarde er wel bij.
Twee jaar geleden kregen ze samen de schattige dochter Hanne, hierna 'de kladversie' genoemd. Het beste moest dan nog komen. Met Lenn ziet nu niet alleen hun eerste zoon, maar in één moeite door ook mijn eerste petekind het levenslicht. Geheel naar het beeld van Tom wel een stuk later dan voorzien, waardoor Lenn tegen alle afspraken in op 20 juli ter wereld kwam, dezelfde dag als Alesso. Aan de andere kant: de kans dat ik ooit zijn verjaardag vergeet is zo wel een stuk kleiner geworden. Alle begin is alvast makkelijk.
Soms onderschat ik hoe relevant mijn blog nog steeds is. Eén slechte recensie over het optreden van Linkin Park, en zanger Chester Bennington houdt de eer aan zichzelf. Dan heb ik eens een bekende fan en dan gebeurt er dit. Als dat zo doorgaat, schrijf ik nooit nog een slechte recensie. Het is al dat gedoe gewoon niet waard.
Liever wil ik het hier hebben over mijn periode tussen de twee vorige blogs. Daarover is immers weinig bekend. Zowel mijn Leven als mijn Werken zijn gedurende twee maanden maar matig gedocumenteerd. Ik zou evengoed Griekenland en Estland bezocht kunnen hebben zonder dat jullie ook maar een vermoeden hadden, integendeel het leven van alledag leidend alsof ik niet naar Griekenland en Estland ben geweest. Dat leven stopt hier. Ik heb namelijk zowel Griekenland als Estland bezocht in tussentijd, gelieve daar terdege rekening mee te houden.
Voor beide landen was het de eerste keer dat ze mij mochten ontvangen. Ik begin met Griekenland, omdat ik zonet de woordspeling 'Grintro' heb bedacht (het moet niet altijd 'Grexit' zijn) én omdat het chronologisch nu eenmaal eerst kwam. Samen met het gezin inclusief schoonmoeder gingen we een week verpozen in het mooie dorpje Matala. Matala is een van oudsher bekend hippieoord. Onder andere Joni Mitchell, Georg Danzer en een schare onbekend werkschuw tuig verbleef jarenlang in de talloze grotten van het kustdorp. Die vibe zou nog tot op vandaag aanwezig zijn en dat kan kloppen, want ik heb daar geen enkele dag gewerkt of zelfs maar de aandrang daartoe gevoeld. Dankzij de aanwezigheid van de schoonmoeder konden we bovendien een drieslagstelsel hanteren voor de zorg van Alesso, wat de ouderlijke taken al snel met 16,66% verminderde.
Zon, zee, strand en Griekse hartelijkheid waren ons deel. Wat betreft dat laatste heb ik altijd enige scepsis gehad. Voor niks gaat de zon, de zee en het strand niet op, etcetera. Eerlijk waar: mijn aangeboren wantrouwen was onterecht. De vriendelijkheid en gulheid is oprecht en onvoorwaardelijk. Op een gratis raki meer of minder wordt niet gekeken, een land kan per slot van rekening maar één keer failliet gaan. De hele setting was dermate relaxerend, dat het halen van de terugvlucht opeens een ruw ontwaken bleek. Geheel tegen de natuur van An in hadden we de afstand verkeerd ingeschat, waardoor er een dollemansrit (dit is gelukkig wel in lijn met haar natuur) en een kofferslalom op de luchthaven nodig was om uiteindelijk op het nippertje het vliegtuig te bereiken. Eind goed, al goed*.
*Behalve dan misschien voor dat oude besje dat in alle drukte een beuk kreeg van mijn koffer van 25 kilo, maar je kan natuurlijk nooit voor iederéén goed doen.
Van Eurosong naar Werchter. In onze algemeen aanvaarde tijdrekening zit daar algauw twee maanden tussen, maar voor wie mijn blog overschouwt lijkt het alsof beider muziekfestijnen naadloos in elkaar overvloeien. Ik laat in het midden of dat een verdienste is. Maar laten we voor het gemak maar verder borduren op de blogchronologie. Portugal had dus nauwelijks het Eurovisiesongfestival naar zijn hand gezet, of daar was Werchter 2017 al. (Terzijde: Portugal is dus momenteel én regerend Europees kampioen voetbal én Eurovisiesongfestivalwinnaar. Het land kan nu echt wel met een gerust gemoed failliet gaan.)
De voortekenen van deze Werchter-editie waren niet per definitie gunstig. Herman Schuermans had het muzikale luik (toch algauw de belangrijkste bijzaak, na het pinten drinken) bepaald karig bedeeld - om niet te zeggen voorzien van de zwakste affiche in jaren. Frank Deboosere van zijn kant had vier dagen lang grijs, regenachtig weer besteld. Gelukkig ging op zijn minst dat laatste snode plannetje niet door. Er was iets minder regen en iets meer zon dan voorzien, waardoor we eigenlijk in prima omstandigheden hebben kunnen genieten van matige muziek.
Het allerbeste was waarschijnlijk nog Radiohead, dat helaas een halfuur vroeger dan voorzien stopte. Het allerslechtste was zeker en vast Linkin Park, dat helaas geen anderhalf uur vroeger dan voorzien stopte. Als dít ons had moeten terugbrengen naar onze jeugd, laat die hele jeugd dan maar voor wat ze is. Het Eurovisiesongfestival leek ook in de reguliere tijdrekening opeens weer heel dichtbij tijdens hun set, met rocksongs die klonken als de grootste gemene deler van wat pakweg Montenegro, Moldavië of Roemenië elk jaar inzendt. Zonder ooit de halve finale te overleven weliswaar.
Dat Werchter ook deze keer ondanks alles de transitie zal maken richting mooie herinnering, is voor een groot stuk te danken aan Geert en Evelien. Zij haalden niet alleen vol overtuiging de 'Kiss Cam' en bier, maar hun jaarlijkse vierdaagse aanwezigheid is ook meer en meer een houvast, een stuk kreupelhout in een zee van verandering. En geef toe, een mooier compliment dan kreupelhout bestaat er toch niet.
Het is weer die tijd van het jaar. Die week van de maand. Bijna die dagen van de week. Het Eurovisiesongfestival is weer in het land. Of toch in een land. Sinds de geniale ingreep om halve finales in te voeren, betekent dat liefst drie dagen van dans en zang op het allerhoogste niveau. Als het aan mij lag waren er allang poules, achtste finales en kwartfinales ingevoerd, zodat we ons wel 35 dagen konden laven aan deze bron van schoonheid en puurheid. Maar dit is al bij al een goed begin.
Wat doorgaans helpt om mijn enthousiasme enigszins te temperen, is onze Belgische inzending. Vooral het Vlaamse landsgedeelte draait zich er de hand niet voor om de zintuigen van miljoenen Europeanen te teisteren met absolute bagger. Geheel volgens de wetten van de logica was de laatste of voorlaatste plaats in de halve finales vervolgens ons deel, waarna de man in de (Vlaamse) straat kon fulmineren over het oneerlijke puntensysteem waarbij buurlanden elkaar steeds bevoordelen. De laatste jaren blijkt ons aantal buurlanden gelukkig exponentieel toegenomen (een verschuiving van tektonische platen waar we niet van weten?), want bij de recentste vier edities werd drie keer de finale gehaald.
En dan moet het beste nog komen. Zoals een wielerploeg zijn topsprinter met een 'treintje' naar de overwinning in een massaspurt loodst, zo lijken de voorbije Belgische inzendingen vooral bedoeld om de rode loper uit te rollen voor de Waalse Blanche. Met een vierde en een tiende plaats in de laatste twee jaar werd België weer op de Eurosong-kaart gezet. Nu is het aan Blanche om, met in mijn oren de beste Belgische inzending ooit, de kroon op het werk te zetten. Om een lang verhaal kort te maken: mijn enthousiasme is deze keer dus niet bepaald getemperd. Het krijgt daarentegen nog een hele week lang helemaal carte blanche, net als mijn zin voor flauwe woordspelingen.
Eén plus één is drie, zo luidt het gezegde. De wiskunde laat er daarentegen geen twijfel over bestaan dat de som van één en één zich beperkt tot twee. In sommige gevallen kan 1 + 1 echter ook gewoon 1 zijn, is mijn ondervinding. De basis voor deze theorie werd gevormd door de grote fusie in het voetballandschap aan het begin van het intussen afgelopen seizoen. Nu ja, voetballandschap is misschien veel gezegd, eerder cafévoetballandschap. Regio Mechelen - Kempen, afdeling 4. Dat voetballandschap om precies te zijn. Forza Mechelen A smolt toen samen met Forza Mechelen B, teneinde een zowel kwalitatief als kwantitatief sterker geheel te bekomen.
Mijn stelling van zojuist licht al een tipje van de sluier over de afloop. Het voorbije seizoen was alles welbeschouwd meer van hetzelfde. Soms gewonnen, soms verloren, soms genoeg spelers, soms schrapen om aan voldoende manschappen te geraken. Een anonieme zesde plaats in het klassement is in feite de perfecte samenvatting van 24 matchen strijden op het laagste niveau. Gaan we nu over naar mijn persoonlijke evaluatie, uitgevoerd door een onafhankelijk orgaan bestaande uit mezelf. In, ruw geschat, 17 matchen tekende ik voor vijf goals en vijf assists. Die vijf goals waren allemaal voorbehouden voor de heenronde en getuigden eigenlijk stuk voor stuk van een schoonheid die mijn schrijvende alter ego voor problemen stelt: in dit geval zijn noch zelfspot, noch hyperbolen aanwendbaar. Het waren gewoon propere doelpunten, elk op zijn manier.
Net toen ik dacht dat ik nooit meer ging stoppen met scoren en dat de eerste 25 jaar van mijn voetbalcarrière louter op toevallige tegenslag berustte, kwam in 2017 de kentering. Eerst sluimerend (één match niet scoren), dan stilaan zorgelijk (drie matchen niet scoren), om vervolgens tot de onloochenbare constatatie te komen dat de natuurlijke orde zich weer hersteld had. Van een zwak moment in die natuurlijke orde had ik even weten te profiteren om me onrechtmatig wat torinstinct toe te eigenen, maar uiteindelijk blijft alles toch bij het oude. Ook 1 + 5 = 1.
Over Tom Boonen is al veel gezegd en geschreven. Qua kwantiteit zit het dus goed, qua kwaliteit na dit stuk ook. Meer nog dan het einde van een absolute topatleet, vormt het afscheid van Boonen nog maar eens een confrontatie met de eigen sterfelijkheid. Mijn belangstelling voor sport begon zo rond het tiende levensjaar. Helden gingen, nieuwe helden kwamen. Sporters van boven de dertig waren sowieso stokoud in mijn jonge ogen. Als iemand dan toch wonderwel die haast onvatbare leeftijd wist te bereiken, was het hoog tijd om de fakkel door te geven. Jonge talenten hadden de toekomst, en die toekomst zou eeuwig duren. Quod non. Gilles De Bilde was waarschijnlijk de eerste ster waarbij ik zowel de op- als ondergang vanop de eerste rij meemaakte. Hij bleek geen rariteit maar integendeel de voorloper van hele hordes. Het volledige sportersarsenaal werd geruisloos ververst, jaar na jaar. Ik stond erbij, keek ernaar en het enige wat me te doen stond was ouder worden.
Ook Tom Boonen zelf leed aan overschatting van de jeugdigheid - niet te verwarren met jeugdige overschatting. Na op 21-jarige leeftijd een majestueuze intrede gedaan te hebben in het profpeloton, zag hij mogelijkheden zover het oog reikt. Een lege tijdsas die zich uitstrekt, divergerend naar het oneindige. No way dat hij ooit als oude knar zou eindigen. Al vlug verklaarde Boonen rond zijn dertigste te willen stoppen met wielrennen. Negen lange jaren nog te gaan, als dat al niet volstond? Dat volstond niet. Het ene jaar werd er gewonnen, het andere was er een valpartij, dan nog eens een haperende vorm en het volgende moment is de dertigste verjaardag daar met in zijn zog een toch een tikkeltje onbevredigende erelijst. Boonen deed vervolgens wat wij allemaal doen: de tijd bij zijn slippers nemen en zich eraan vastklampen. Eventueel de illusie van jeugdigheid hooghouden door een snuifje cocaïne, wat wij niet allemaal doen.
Hoe dan ook mocht het niet baten. Tom Boonen eindigde vorige week als oude knar, een 36-jarige die de jeugd en de haren definitief achter zich heeft gelaten. In tussentijd is hij er wel in geslaagd dromen om te zetten in daden, iets wat niet iedereen gegeven is. Plus, als ultieme troost: in de herinnering van velen zal hij nooit ouder dan 36 jaar worden. Dat in tegenstelling tot ons gewone stervelingen, die een alsmaar confronterender heden niet kunnen wegsteken achter een glorieus verleden.
Hoe zou het nog zijn met de mensen die ik het vaakst zie? In een ideale wereld spreken we dan over familie, vrienden of geliefden; in het westerse kapitalistische systeem houden we het bij collega's. Vier jaar geleden schreef ik een veelgeprezen blog over hen, maar in tussentijd is er natuurlijk veel veranderd. Ik zit nu bijvoorbeeld meer dan negen jaar op mijn stoel, tegenover iets meer dan vijf jaar toen. Het werkleven is één lange emotionele rollercoaster. Omdat ik daar dan toch zat, heb ik verder van de nood een deugd gemaakt. Collega An kreeg een upgrade en mag zich mijn vriendin noemen, als iemand toevallig ernaar vraagt. Die kwalificatie draagt ze al tien heuglijke maanden lang, goed voor mijn persoonlijke besttijd. Tinder moet het dus duidelijk afleggen tegen de werkvloer, ook al swipet die laatste dan iets minder lekker.
Daarnaast was het een komen en gaan bij collega's waar het zaadje der vriendschap is geplant. Voor dat komen én gaan, weliswaar in een andere volgorde, zorgde Sander, een levende stormram met ook een gevoelige kant, namelijk zijn slechte enkels. Na een kortstondige zijstap naar een concurrent die hetzelfde doet maar dan anders (of ook hetzelfde, weet ik het), keerde hij terug naar de stal. Rina, die met gepaste trots de bijnamen Queen G, Goofy, Ons Madam, Krullie, RiRi en Rina G torst, zocht haar heil dan weer in een interne mutatie. Dat wil zeggen bij dezelfde werkgever blijven maar liefst met andere collega's. Misschien moeten we maar eens overwegen om haar een bijnaam af te pakken en aan de arme kindjes in Afrika te geven.
Zijn altijd trouw op post gebleven: Kristof aka den Bikkel en Lev aka Lev - zijn naam is op zichzelf al speciaal genoeg. Kristof maakt meer en meer van zijn hobby zijn beroep. Aangezien hij toch steeds in de wandelgangen vertoeft (niet per se op weg naar ergens, wel per se weg van zijn bureau), heeft hij zich in één moeite door tot 'Keizer van de Wandelgangen' opgewerkt. Dat is weliswaar een officieuze titel maar wel een waardevolle. Opererend in de schaduwen van de macht vergaart hij kennis, die vervolgens wordt aangewend om zijn eigen mannetjes op sleutelposities te plaatsen. Zo geraakt onze organisatie alsmaar meer in zijn greep, en is het nog een kwestie van tijd vooraleer hij zelf dan wel één van zijn stromannen de nieuwe CEO wordt. Lev aka Lev laat het niet aan zijn hart komen. Hij tatert op het moment dat ik dit schrijf waarschijnlijk lustig in het rond en doet vermoedelijk hetzelfde op het moment dat wie dan ook dit leest. Volgens een oude legende zou hij zich ooit minutenlang in stilte hebben gehuld, maar we weten allemaal hoe dat gaat met oude legendes.
Als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel. Zo luidt althans het gezegde, ik verzin dit heus niet ter plekke. Londen wordt wijselijk uit de vergelijking gehouden. Het regent daar immers altíjd, dus wat betreft taalkundig precisiewerk ben je er weinig mee. Mocht ik van het vooruitziende type zijn, ik had vorige week dan ook mijn valies van een K-way, een paraplu en een paar waterdichte schoenen voorzien voor het driedaagse bezoek aan de hoofdstad van de Brexit. Maar type mensen verander je niet, in tegenstelling blijkbaar tot weertypes. Een op een lentezonnetje geklede Belg werd zo drie dagen lang getrakteerd op een lentezonnetje. Mooi.
Mijn vorige bezoek aan Londen dateert van het jaar 2000. The Blair Witch Project was net in de zalen, Euro 2000 stond voor de deur, ik had nog geen gsm maar wel puistjes en de bijhorende maagdelijkheid. Zeventien jaar geleden en het lijkt alsof het gisteren was - en nee, niet per se omdat ik de twee Londen-trips aan het verwarren ben. Dat 2017 min 2000 gelijk is aan 17 en 2000 min 1983 óók, klopt misschien puur wiskundig wel maar zeker niet gevoelsmatig. Net als onze valuta lijkt ook de tijd vanaf de eeuwwisseling door 40,3399 te zijn gedeeld. Je kan er dan maar beter in hoog tempo het beste van maken, bijvoorbeeld door naar Londen te gaan.
De meest frappante activiteit aldaar vond plaats op de ochtend van dag 2. Twee woorden in voorgaande zin geven al weg dat het hier om iets buitengewoons gaat, namelijk 'activiteit' en 'ochtend'. In mijn citytripgeschiedenis is er voor beide nooit veel plaats geweest. Citytrips met vrienden leken zich vooral 's avonds af te spelen, met het café als epicentrum. "Dat kunt ge toch overal doen, dingen bezichtigen..", om de kernachtige verwoording van vaste reisgenoot Geert nog eens boven te halen (zie ook: 'Graag Praag', 29-07-2012). Met An verliet ik daarentegen om 7 uur 's ochtends in jogging ons hotel voor een goed 9 kilometer lange loop door het immense Hyde Park (het had net zo goed 'Hide Park' kunnen heten, verstoppertje spelen is echt wel mogelijk, nvdr). Een verkwikkende douche later hadden we nog tijd te over om in het hotel een rijkelijk English breakfast te verorberen, alvorens aan de dag te beginnen.
Twee maanden ver in 2017 en 0 blogs geproduceerd. Omgerekend komt dat neer op een gemiddelde van 0 per maand. Hoe kan de auteur ooit nog op een geloofwaardige, niet-geforceerde manier de draad oppikken? Het gemakkelijkste zou natuurlijk zijn om excuses aan te halen voor dat verval. Laten we dat dan maar doen. Ook in 2017 blijft het credo immers 'Waarom moeilijk als het ook makkelijk kan?' (nipt gevolgd door: 'Waarom bloggen als je ook niet kan bloggen?'). Ik lijst hieronder de vier voornaamste oorzaken op.
1. Stranger Things (Netflix)
Oftewel ET meets The X-files. Series met voornamelijk kindacteurs hebben een niet zo voor de hand liggende achilleshiel, namelijk kindacteurs. Vaker wel dan niet zit je als kijker te hopen dat die prepuberale etters een welgemikte opvoedkundige tik tegen de slaap krijgen. Niet zo bij Stranger Things. De hele reeks is doordrongen van een jaren '80-magie die zelfs in de jaren '80 niet in de vrije natuur voorkwam. Nostalgie creëren naar een tijd die je zelf niet (bewust) beleefd hebt: dat is de kracht van ware kunst.
2. House of Cards (Netflix)
Gek hoe zo'n geraffineerde, intelligent in elkaar geknutselde serie zo snel gedateerd kan zijn. House of Cards stamt immers van vier jaar geleden, een tijdperk waarin we nog dachten dat er sluwe manipulatie en slinks gemanoeuvreer nodig was om president van de US of A te worden. Sinds een paar maanden weten we wel beter: openlijke leugens, boertigheid en lelijk haar zijn de sleutels tot succes. Had Frank Underwood dat maar geweten!
3. Narcos (Netflix)
Iedereen kent Pablo Escobar, de meest iconische schurk sinds Karel De Gucht. Narcos volgt respectievelijk 's mans reilen, zeilen en zwanenzang. Volgens Forbes was de man met de forse embonpoint en dito snor op een bepaald moment de 8e rijkste persoon op aarde. Zijn officiële inkomstenbron was een taxibedrijf bestaande uit drie taxi's. Dit doet het vermoeden rijzen dat Pablo Escobar schaamteloos cumuleerde en zijn inkomsten aandikte met vetbetaalde postjes in beheerraden van intercommunales. Meer daarover in 'Narcos'.
4. Stadion, Extra Time, Match of the Day, Champions League, Europa League...
Al die voetbal, moet dat nu echt? Het antwoord is blijkbaar ja. Mijn volledige maandagavond gaat op aan voetbalsamenvattingen van het weekend. Plus de analyses natuurlijk, met het onovertroffen 'Stadion' op kop. De immer dwaze kwinkslagen tussen jongemannen-op-leeftijd Tom Coninx en Johan Boskamp; het Orakel-dat-altijd-ongelijk-heeft Aad De Mos, door Coninx subtiel op een piëdestal geplaatst; en ten slotte Herman Brusselmans voor de serieuze analyses: ik kan er blijven naar kijken.
2016 kondigde zich aan als een jaar om rustig achterover te leunen en de boel zijn gang te laten gaan. Hoe overhoop het persoonlijke leven ook zou liggen, er was altijd het EK voetbal en de Olympische Spelen om voor afleiding en vertier te zorgen. Dat liep even anders. 2016 werd het jaar van de responsabilisering. Mijn persoonlijke leven moest zowaar redding brengen in een mondiale poel van ellende. Het klimaat sloeg verder op hol; IS trof nu ook Brussel; met David Bowie, Muhammad Ali en Johan Cruijff ontvielen ons ten minste drie Helden en tot overmaat van ramp is er het trio Poetin - Erdogan - Trump, die op een zeldzame manier kwaadaardigheid met domheid weten te combineren. En dan heb ik het nog niet gehad over de deconfiture van de Belgen op bovengenoemd EK of de volledig onterechte Eurosongfestival-laureaat!
Over tot plan-B dan maar: zelf iets van mijn leven maken. Een mens moet wat, tegenwoordig. Met An & Alesso wist ik overtuigend de wereldproblemen te counteren, In één klap vrouw én kind, daar is geen Trump tegen bestand. De verkiezing van die laatste werd ogenblikkelijk doorgespoeld met een reis naar Kaapverdië, terwijl het mislukte EK zowel in Frankrijk zelf als op Werchter tot zijn juiste proporties werd teruggebracht ("Dit is de grootste ramp ooit in de geschiedenis van de mensheid, maar whatever."). Voor het overige was er het afscheid van het ouderlijke huis en de verwelkoming van een bevredigende fysiek: nooit draafde ik zo soepel over velden en wegen als in 2016. Een gevolg van ijzeren discipline, genadige ziektekiemen en niet elke dag frieten eten. Geluk schuilt soms in de meest onverwachte hoeken.
Maar nu genoeg geleuterd, er moet een lijstje volgen!
Beste film: te weinig films gezien dit jaar.
Beste song:
1. Rihanna - Work
2. Flume - Never be like you
3. Mura Masa - Love$ick ft. A$AP Rocky
4. Calvin Harris feat. Rihanna - This is what you came for
5. Red Hot Chili Peppers - Dark Necessities
6. First Aid Kit - My Silver Lining
7. Kiiara - Gold
8. Gnash feat. Olivia O' Brien - I hate u, I love u
9. Martin Garrix feat. Bebe Rexha - In the name of love
10. Kungs - This girl
Beste cd: te weinig cd's geluisterd dit jaar.
Beste tv: De Ideale Wereld; De 16; Aad, Tom en Herman in Stadion; Olympische Spelen; Wat Als?; De Mol; Making a Murderer; House of Cards.
Wat wens ik mezelf toe in 2017?
Een antwoord in de rubrieken 'Beste film' en 'Beste cd'. De lat kan niet altijd hoog liggen.
September 2001. Onthoud die datum. Nauwelijks hadden twee vliegtuigen zich in de WTC-torens geboord, of ik trok symbolisch de deur van het ouderlijke huis achter me dicht. Het platteland van Hees moest baan ruimen voor de roerige studentenstad Leuven. In het beste geval voor vier jaar, in het slechtste geval zou ik na hooguit een jaar terug deel uitmaken van de vertrouwde alledaagse landerigheid. Nu, meer dan 15 jaar later, kan besloten worden dat mijn afscheid toentertijd definitief was. Hees bestaat immers niet meer. Het ouderlijke huis kreeg vandaag nieuwe eigenaars, de laatste strohalm die toegang gaf naar een vorig leven is daarmee verdwenen.
Vijftien jaar geleden zou het me niks gedaan hebben, 10 jaar geleden zeker niet en zelfs 5 jaar geleden ook niet veel, maar als je maar lang genoeg wacht doet de nostalgie vanzelf zijn intrede. Nooit meer in de living, nooit meer in mijn slaapkamer en, vooral, nooit meer in die fantastische tuin. Als oefening werkelijk kunst baart, dan had ik intussen zoveel geld met voetbal moeten verdienen dat de ouderlijke tuin allang een openluchtmuseum was. Duizenden uren werd er gevoetbald met vriendjes of desnoods helemaal alleen, dribbelend tussen de planten met de chronometer binnen handbereik. (Een kosten-batenanalyse van mijn voetbalinspanningen zou mogelijk vernietigend zijn, nvdr.)
Mijn gedachten dwalen ook af naar de eerbare honden die onze tuin in de loop der jaren hebben bevolkt. Scruffy, Rakker, Toby en Kira draafden er rond en deden met grote regelmaat kaka, die ik dan mocht oprapen. Dat was eigenlijk helemaal niet leuk, geen idee dus wat het in dit eerbetoon doet. De naamloze treurwilg daarentegen verdient wel zijn plaats. Een dikke 20 jaar geleden werd onze tuin zijn voedingsbodem, en voorlopig wijst alles erop dat hij ieder van ons zal overleven. Zijn statigheid maakte al snel indruk, met zijn forse stam en takken die reikten tot aan de grond (het blijft uiteindelijk een treurwilg). Hij deed bovendien nooit kaka.
Tot slot is een relativering op zijn plaats. Van alle in memoriams is de materiële variant veruit de meest geprefereerde. Het is tenslotte een huis voor kinderen en niet voor oudere mensen. Er moet in gedroomd worden over voetbalsuccessen, muzikale carrières en kalverliefdes. Het huis verdient dat zijn straatnaam eer wordt aangedaan.
Je zal het altijd zien: dan schrijf je eens een blog vlak voor de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen bekend is, en dan wordt Donald Trump de nieuwe president. Het causaal verband is nog niet direct bewezen, maar in de toekomst zal ik dat risico alvast niet meer nemen. De output blijft vanaf nu beperkt tot verkiezingsvrije nachten. Eens om de vier jaar zal er dus zeker géén blog verschijnen, een beperking die zich vooral zal laten gevoelen in combinatie met de 350 dagen per jaar waarin het me aan goesting ontbreekt. In dit verband wens ik trouwens mijn excuses aan te bieden aan degenen die voor hun informatiegaring uitsluitend een beroep doen op mijn blog. Bijna een maand in spanning wachten moet niet leuk zijn geweest, om nog maar te zwijgen van de anticlimax bij het vernemen van Trump als winnaar.
Gelukkig kan de wereldbevolking zich optrekken aan mijn reis naar Kaapverdië. De voortekenen oogden goed en werden een week lang feestelijk bewaarheid. Het geniale aan de all-in-formule zit 'm erin dat alles inclusief is, zo heb ik uitgedokterd. Rijkelijke buffetten, een zwembad, een zon... alles is aanwezig om een week actief passief te gaan doen. Zolang de reis maar lang genoeg op voorhand betaald is, heb je bovendien de indruk dat alles effectief gratis is. Het enige addertje onder het gras leek een zeker post-koloniaal schaamtegevoel te zijn, maar ook dat ebde snel weer weg. Na een dag was het al de normaalste zaak van de wereld dat zwarte medemensen zich uit de naad werken voor exclusief blanke westerlingen. Alsof dat nu eenmaal het logische gevolg was van de Amerikaanse verkiezingsuitslag.
Over Kaapverdië valt dan weinig te klagen, over het traject Brussel - Kaapverdië des te meer. Dat lag niet noodzakelijk aan dat traject zelf, eerder was het de 15 maanden oude baby van An die geen fan is van 6 uur durende trajecten in benepen ruimtes. Want op het vliegtuig zitten mag dan soms vermoeiend zijn, het is in niets te vergelijken met een vliegreis in het gezelschap van een baby. Volgens mijn berekeningen staat 1 vlieguur met baby gelijk aan 12 vlieguren alleen. Eens de bestemming bereikt, hadden An en ik dus het equivalent van 72 uur oftewel 3 volle dagen er opzitten. Besluit: de tijd vliegt duidelijk alleen maar op momenten dat wij niet toevallig hetzelfde aan het doen zijn. Een nieuwe natuurwet is geboren.
Ik schrijf dit een 3-tal uur voor de bekendmaking van de nieuwe Amerikaanse president, een 20-tal uur voor de bekendmaking van de uitslag van Nederland - België en, dat wordt meestal vergeten in de opsomming, een 30-tal uur voor mijn vlucht naar Kaapverdië. De term vlucht klinkt trouwens escapistischer dan het is. Het is niet zo dat ik tijd voor mezelf nodig heb of me per se definitief uit de dagelijkse sleur wil onttrekken, noch zit de KGB mij op de hielen. Integendeel, 'vlucht naar Kaapverdië' moet hier eerder geïnterpreteerd worden als 'vliegreis richting een week all-in-vakantie'. Voor de allereerste keer in de geschiedenis van mijn leven zal ik mijn verlof aanwenden waarvoor het indertijd door de sossen is uitgevonden: onbeperkt schransen en slempen in de zon.
Die evolutie is ingegeven door een vriendin te schaken die een goeie 15 maanden geleden een zoontje op de wereld zette. Met de rugzak rondtrekken is dan moeilijk en sowieso, een combo van rugzak en buggy ziet er gewoon belachelijk uit. Een zonovergoten resort met cocktailovergoten glazen biedt in dat geval een welgekomen uitweg. Morele bezwaren zijn niet te bespeuren, want we zitten met een baby. Zelfs de anders verplichte uitstap naar de naburige stadjes kunnen we zonder wroeging feestelijk aan ons laten voorbijgaan. Hoe de lokale bevolking precies leeft zal dus mogelijk helaas voor altijd een raadsel blijven (gokje: relatieve armoe maar wel allemaal een gsm, en iedereen probeert brol te verkopen aan de toevallige (babyloze) toeristen).
Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik het zie zitten. Luieren op het werk is zo ongeveer mijn grootste doordeweekse genot, dus waarom de lijn niet doortrekken in de vrije tijd? De conclusie is duidelijk: mijn first resort mag dan wel, gezien het reisgezelschap, een last resort zijn, de voortekenen ogen alvast goed.
Het zijn weer die weken van het jaar. Die weken waarin het academiejaar net gestart is en de examens slechts verre toekomstmuziek zijn. Een uitgelaten meute banjert zorgeloos door Leuven-centrum, een spoor van slapeloze omwonenden doorheen de stad trekkend. De hedendaagse jeugd mag dan meer communicatiemiddelen dan ooit te zijner beschikking hebben, roepen en tieren blijkt nog altijd de absolute voorkeur te genieten. Van een beetje nachtlawaai ligt niemand wakker - of toch zeker de producenten niet. Het politieverslag van een gemiddelde avond is om duimen en vingers van af te likken. Voor de ogen van de lezer ontrolt zich aan een waanzinnig tempo een aaneenschakeling van dronken taferelen. Met vermelding van leeftijd en woonplaats wordt in geuren en kleuren het va-et-vient van de protagonisten geschetst.
Ik citeer lukraak uit het verslag van afgelopen nacht. Een 25-jarige man uit Ellezelles lag brakend in de Zeelstraat; een 21-jarige student uit Merchtem slapend in een portaal in de Drinkwaterstraat; een 22-jarige studente uit Gent was zo dronken na een fles jenever (sic) dat ze met de ziekenwagen naar de spoeddienst werd gebracht; een 21-jarige uit Aalst werd betrapt toen hij aan een verkeersbord aan het sleuren was; een 35-jarige man uit Houthalen hinderde met zijn gezwalp de bussen. Zo gaat het nog een tijdje door, verschillende verhaallijnen worden met veel oog voor detail in elkaar geweven om ooit, over 5, 10 of misschien wel 20 politieverslagen, samengebracht te worden tot een zinderende climax.
Zoals zo vaak is dit alles maar het topje van de ijsberg. Een plekje aan het slaapkamerraam met zicht op straat en een blocnote, meer heb ik niet nodig om op een uurtje een gelijkaardig verslag te pennen, zij het dan iets minder gedetailleerd. Om een idee te krijgen strekt het tot aanbeveling een aflevering van 'Oh Oh Cherso' op snelheid x6 af te spelen op de betere digicorder. Afgaand op het geluid, worden er op een nachtje Naamsestraat Leuven bovendien meer meisjes verkracht dan in Duitsland in '44-'45, ten tijde van de Russische raid naar Berlijn. Maar gelukkig laat het stadsbestuur niet betijen. Enkele dagen geleden kregen de buurtbewoners een brief in de bus, waarin met enige fierheid wordt gemeld dat de tijd van harde actie is aangebroken. Bij die brief ook meteen het wapen in deze strijd: een poster, die gebeurlijk schorriemorrie vriendelijk verzoekt om vandalenstreken, kabaal en wildplassen in de mate van het mogelijke achterwege te laten.
Dat de antiterrorismecel dáár nog niet aan gedacht heeft!
Flashback naar dag op dag een jaar geleden. Ik zit op de trein van Yogyakarta naar Surabaya. De rit duurt een uur of vijf, de vertraging bedraagt 0 minuten omdat de NMBS er voor niks tussenzit. Tegenover me zit een sympathieke Indonesiër die me uitvraagt over de jeugdscholen van RC Genk en Standard en me en passant over zijn leven vertelt. Zijn grootste droom: Parijs bezoeken. Ik reageer met een begrijpende hoofdknik en vertel hem dat ook RSC Anderlecht aardig wat talenten heeft opgeleid. Het heeft weinig zin uit te leggen dat ik al 32 jaar (we bevinden ons nog steeds in een flashback, remember) op 350 kilometer van zijn droom woon maar er nog steeds niet geweest ben. In de plaats daarvan zit ik 12.000 kilometer verder, op een trein tussen twee Indonesische industriesteden.
Gelukkig voor zowel de relevantie als het feelgoodgehalte van deze blog is bovenstaande historische scheeftrekking intussen verholpen. Ik heb Parijs bezocht, en hoe. Met de auto. Na een rit van een 4-tal uur arriveerden mijn vriendin An en ik afgelopen zaterdag in de lichtstad. We reden de stad binnen aan de kant van de Moulin Rouge, langs een brug waaronder honderden daklozen samentroepen, vermoedelijk gelukszoekers die op een steenworp van hun doel gestrand zijn. Nauwelijks een paar minuten in Parijs en al meteen talloze habitués voorbijgestoken in de hiërarchie. Dat is dan het lot van de gegoede westerling.
Die gegoede westerling ging door op dat elan, door als eerste verkenning voor een boottocht te opteren. Langs de oevers van de Seine herrijzen vervolgens onder andere het Louvre, de Notre-Dame, de Jardin des Tuileries en last but not least: de Eiffeltoren. Vreemd hoe zelfs in een stad vol monumenten één enkel monument zo overheersend is. De gids, die in vijf talen uit de boxen schalt, heeft allang de aandacht weer verlegd naar een bezienswaardigheid op stuurboord, maar alle hoofden blijven koppig (no pun intended) naar de grote metalen constructie gericht. Wij zullen het later die dag ook nog eens in al zijn glorie vanop Arc de Triomphe bekijken, een triomfboog die dus letterlijk als opstapje dient voor de almachtige Eiffeltoren.
Het nadeel van een weekendje weg is dat een weekend slechts twee dagen duurt. Zondag is alweer de dag van de terugreis, en terugreisdagen zijn altijd anders. In de regel worden ze gekenmerkt door kleinschaligheid en slecht weer (oké, dat laatste verzin ik hier ter plekke, bij een regenachtige zuiderse vakantie zal je net altijd zien dat de terugreisdag de mooiste van de hele hoop is). Maar kleinschaligheid is wél wetenschappelijk bewezen. Ook voor die behoefte bedient Parijs de toerist op zijn wenken. Het idyllische Montmartre lijkt immers de bakermat van de kleinschaligheid, de plaats waar het concept op punt werd gesteld. Tussen het filmische decor door wemelt het van de getalenteerde portretschilders en de vermoedelijk minder getalenteerde verkopers-van-buizen-om-portretten-in-te-steken. Kleine smet: we slaagden er niet in Café des Deux Moulins te vinden, de staminee waar het mooie 'Le fabuleux destin d'Amélie Poulain' (in mijn top-10 van de nillies, zie de blog van 23-01-2010 (!)) werd opgenomen.
Zelfs voor een gegoede westerling blijkt het ideaalbeeld dus weleens een brug te ver.
Op tv volgen is belangrijker dan deelnemen is belangrijker dan winnen
De sportzomer 2016 zit er alweer op, net op het moment dat ook de festivalzomer het voor bekeken houdt. Dit kan geen toeval zijn. En inderdaad, enige onderzoeksjournalistiek leert dat de reden moet gezocht worden bij het alles overkoepelend geheel, de zomer an sich, die ten einde loopt. Maar het mag gezegd: er werd op zijn minst geëindigd in schoonheid. De Olympische Spelen verrassen me elke vier jaar weer. Waar zo'n sportzomer het op papier telkens opnieuw vooral moet hebben van het E- of WK-voetbal, blijkt niet voor het eerst dat het de Olympische Spelen zijn die voor de eigenlijke catharsis zorgen.
Gelukkig voor jullie heb ik daar een theorie over. Een voetbaltornooi leeft bij uitstek van de hoop. De hoop dat België wereldkampioen wordt, of als het echt niet anders kan Europees kampioen. Lang voor het tornooi is de gelukspiek zo al bereikt. De droom is gedroomd, er staan enkel nog wat wetten en praktische bezwaren in de weg. Het speelschema wordt van voor tot achter uitgeplozen. Mogelijke tegenstanders in de achtste, kwart- en halve finale worden op hun merites beoordeeld. Vanaf de bekendmaking van de selectie neemt de negativiteit het vervolgens over, alsook de angst om te verliezen. Kleine ergernissen zetten krassen op het moreel, tot de onvermijdelijke uitschakeling volgt.
Wat een verschil met de Olympische Spelen. Het ene moment blijkt dat rondjes paraderen met een paard daadwerkelijk een olympische sport is, het volgende bevind je je in de halve finale hockey tegen Holland. We vertrekken met nul medailles en alles wat erbij komt is bonus. Door de tijdsverschillen met Rio leek er ook op elk ogenblik van de dag iets te kunnen gebeuren. Ik ben er nog altijd niet helemaal achter hoeveel uren ze daar nu precies voor of achter lopen, maar stond in elk geval steeds paraat. Enkel Pieter Timmers wist me te verrassen door tijdens mijn slaap naar zilver te zwemmen. Beetje laf eigenlijk. Maar anderzijds, dat is topsport: elk klein foutje wordt afgestraft.
Ik begin dit stuk een klein uur voor mijn 32e levensjaar ten einde is. Wanneer het af is, zal ik 33 jaar zijn. Tenzij ik nu stop, dan ben ik nog een klein uur 32. Het belooft alweer een vermoeiende blog te worden. En toch, en toch. Wanhopen is nergens voor nodig. Ik heb namelijk wel degelijk iets te melden op deze dag. Met het ouder worden ben ik immers letterlijk mijn wilde haren verloren. De aard van dit gebeuren is echter minder passief dan voorgaande zin doet uitschijnen. Daarstraks, tussen het thuiswerk en het thuispauzeren door, ben ik zelf op mijn fiets gesprongen en richting Kapsalon Etienne gebold. Aangezien de tand des tijds het laat afweten, heb ik meteen de beste man op de zaak gezet om mijn haar te temmen: Etienne, zo befaamd dat er zelfs een kapsalon naar hem vernoemd is.
De aanleiding van mijn demarche is duidelijk. Na een jaar of 15 met exact dezelfde coupe rondgelopen te hebben (sleutelwoorden: warrig; omhoog; veel gel), leek mijn zoveelste verdere infiltratie in het volwassendom een goeie gelegenheid om het over een andere boeg te gooien. Ik bedoel: Jezus Christus stierf op zijn 33e, na een florissante carrière. Dan kan ik toch moeilijk met warrig haar rondlopen. Zo gezegd, zo gedaan. Etienne begreep gelukkig de urgentie van de situatie. Ik was nog niet goed binnen of ik mocht al op een stoel zitten wachten met een Dag Allemaal of Story naar keuze. In eerste instantie reageerde hij terughoudend op mijn plan om mijn haar niet 'hetzelfde als anders' te doen. Begrijpelijk. Ik ben die kerel die jarenlang elke dag een grijs gesneden brood komt halen, om dan plotsklaps om koffiekoeken met pudding te vragen.
Eens van de eerste schok bekomen, nam hij toch de moeite om mijn voorbeeldfoto te bekijken. Ik kan eventueel als verzachtende omstandigheid inroepen dat het oorspronkelijke idee van mijn vriendin kwam, maar de feiten blijven de feiten; ik heb in een publieke ruimte met een foto van Justin Timberlake zitten zwaaien, met de bijhorende melding dat ik mijn haar zoals hem wilde. Typisch gedrag van een 32-jarige, noem het gerust een jeugdzonde. Vervolgens ging alles verrassend snel. Na een kwartiertje zag ik een andere persoon voor mij in de spiegel. Het betrof de enige andere klant, die klaar was en passeerde om af te rekenen. Mijn haar was op dat moment ook al goed gevorderd. Tot mijn verbazing mag het resultaat er zijn, alsof een kapsel met een model wel bij me past. Maar bij een nieuwe coupe komen uiteraard nieuwe verantwoordelijkheden. De toekomst stond me ineens helder voor de geest, ik wist wat me te doen stond: ik moest en zou een kam kopen.
Met voetbal valt niet te spotten. Steller dezes weet er alles van, na de stroom aan negatieve reacties op de vorige blog. Uiteraard zou ik dat makkelijk kunnen negeren, maar ik wil me nu een man tonen en de kwatongen trotseren. Of ik ben gewoon allang blij met wat aandacht natuurlijk, ongeacht of dat nu de positieve of de negatieve variant is. Twistappel is mijn bewering dat ik het verlies van België had zien aankomen. Ik zal het hier en nu maar toegeven: dat is niet waar. Daarentegen toeterde ik fervent rond dat de Rode Duivels Europees kampioen zouden worden, een stellingname die zich vormde na het verlies tegen Italië. Mijn kennersoog spotte in de nederlaag de kiemen van een groot succes. Bovendien liet ik vanaf de tweede match niks meer aan het toeval over, in die zin dat mijn lievelingsboxershort steeds trouw dienst deed. Niet dat ik bijgelovig ben. Maar anderzijds, je zal maar eens uit het EK vliegen omdat ik toevallig niet mijn juiste boxershort aanhad. Dat is toch pas echt belachelijk. Best geen risico nemen dus.
Zoals genoegzaam bekend mocht het allemaal niet baten. Intussen ligt het EK alweer bijna een maand achter ons, dus ik stel voor het er niet meer over te hebben. Dat het hier gaat om het meest vergeetbare evenement ooit of zo, is in deze mooi meegenomen. Nee, dan liever mijn eigen leven. Met een nieuw lief én een autoaccident gaat het hier namelijk hard. Over dat eerste misschien later meer, als het al niet minder is. Wat het autoaccident betreft, klinkt de term vanop afstand bekeken misschien wat overdreven. Want oké, technisch gezien ging het om een steentje tegen de voorruit. Maar de impact daarvan kan groot zijn. Dat was echter niet zo. Pas uren later kwam de barst tevoorschijn. Toen begon het me te dagen dat ik aan de dood was ontsnapt. Dat steentje had zomaar een meteoriet kunnen zijn. Of een Scud-raket, nog gevaarlijker.
Gelukkig is voor zulke situaties Carglass uitgevonden. Op kosten van mijn veel te dure verzekeraar (die waarschijnlijk opgelucht was om toch een deeltje van mijn exuberante polis moreel te kunnen rechtvaardigen) betrad ik het Carglass-gebouw te Leuven. Nu ja, dat betreden op zich is gratis. Het laten vervangen van de ruit plus de psychologische traumabegeleiding is het kostelijke gedeelte. Die traumabegeleiding is eerder passief, met een koffie en de krant. Ondertussen wordt de ruit in kwestie vervangen, de overige ruiten gewassen, de auto gestofzuigd, de bandenspanning gecontroleerd en het oliepeil nagekeken. En dat allemaal in de wetenschap dat de verzekeraar ervoor opdraait! Ik kan het dus iedereen aanraden, met zo'n steentje gooi je allerminst je eigen ruiten in.
Na verloop van tijd houden geluk en miserie elkaar in evenwicht. De vroegtijdige uitschakeling van de Rode Duivels kwam voor mij dus niet helemaal als een verrassing. Want oké, België heeft de laatste maanden af te rekenen gehad met aanslagen, stakende cipiers, stakende NMBS, stakende zon en overstromingen, maar er is natuurlijk ook wel een panda geboren, wat ervoor zorgt dat het nettoresultaat nog steeds uiterst positief is. Zoals ik hier al eerder gezegd heb, zijn panda's namelijk de beste dieren. De beslissing van toenmalig premier Elio Di Rupo om een pandakoppel naar België te loodsen mag dan ook visionair genoemd worden. Zoals het een groot staatsman betaamt, heeft hij gehandeld met het oog op de lange termijn. En toegegeven, Di Rupo had een beetje meeval, wetende dat panda's in gevangenschap zich maar 1 op de 8 miljoen keer voortplanten. Maar zijn gok werd terecht dubbel en dik beloond. Alle tegenspoed van 2016 verdween haast in het niets toen een raszuivere pandababy in ons land ter wereld kwam.
Helaas zoekt de kosmos altijd weer naar een evenwicht, waardoor de Rode Duivels het afgelopen weekend moesten ontgelden. Naast de pandababy was mogelijk ook de tactiek van bondscoach Marc Wilmots funest. Elf volwassen mannen wisten ternauwernood in welke richting ze moesten voetballen, maar daar hield de voorkennis wel zo ongeveer op. Die tactische onbeholpenheid gaf de nederlaag iets onafwendbaars, vanaf minuut 30 was het duidelijk dat ons EK erop zat - altijd handig wanneer het verwerkingsproces al een uurtje vroeger dan verwacht begint. Een verwerkingsproces trouwens dat deze keer plaatsvond op de wei van Werchter. Speciaal om op de nederlaag te anticiperen had de organisatie vier dagen van muziek en bier voorzien, want enkel voor zo'n match naar Werchter afzakken is nu ook niet de moeite natuurlijk.
Meer zelfs: ook de vorige tien jaar ben ik meerdere dagen naar Werchter geweest, zonder dat er zelfs een wedstrijd op het programma stond. Niet alleen anticipeert de organisatie dus op een nederlaag, zij anticiperen zelfs op de mogelijkheid dat er inderhaast een EK of WK wordt georganiseerd waarbij België een match verliest. Dat heet dan voorbereid zijn op alles. Marc W. kan er iets van leren. Samengevat werd Werchter 2016 gekenmerkt door modder, regen, kou, weinig muzikale hoogvliegers en dus de uitschakeling van de Belgen. De uiteindelijke conclusie is dan ook kort en bondig: Werchter 2016 was fantastisch.