Als ik iets wil dan ga ik er ook volledig voor. Alzo geschiedde het dat ik enkele maanden geleden omstreeks elf uur werd wakker gebeld door mijn collega Rina. Na de obligate hallo-uitwisseling verliep het gesprek ongeveer als volgt:
R: "Zeg, ik ben binnen hé! Moet gij tickets hebben?"
T: "Huh waar binnen? Welke tickets?"
R: "Awel, Tomorrowland! Gij wou toch een dag gaan dit jaar!?"
T: "Aaah.. Euuuuuhm.. Ja oké, doe maar drie tickets voor de eerste vrijdag dan.."
En zo was de toegang tot het populairste festival ter wereld dus een feit, dankzij mijn niet-aflatende ijver.
De vrees dat ik mijn resterende twee tickets aan de straatstenen niet kwijt zou geraken, bleek al gauw ongegrond. Dat klinkt logisch, gezien volk uit Nieuw-Zeeland, Japan of Jakkamakka op een vliegtuig hopt om drie dagen op een provinciaal domein in Boom te slijten. Maar het was niet die logica die ik hanteerde tijdens mijn ticketqueeste maanden geleden. Ik dacht toen vooral aan de vreemde invulling van het Not In My Back Yard-syndroom die mijn vrienden-rockfans tegenwoordig hanteren: het grootste rockfestival van deze tijd vindt bijna letterlijk in onze achtertuin plaats, maar geen hond die nog te porren valt om daar een dag of vier door te brengen.
Nadat er zelfs een toss aan te pas kwam om het derde ticket aan een eigenaar te koppelen, kon de madness beginnen. Voor de goede orde: hoewel ik hier 'madness' schrijf, bedoel ik wel degelijk 'madnezzzz'! Zonder z aan het eind kan je namelijk evengoed niet gaan. De bus die ons erheen bracht deed de z nochtans niet veel eer aan. Heel wat meer madnezzzz (en ook wat meer bier) was te vinden in de bus die mezelf en De Torenvrienden twee maanden geleden naar de Westhoek leidde, ter vergelijking. Op het terrein werd dat gelukkig ruimschoots goedgemaakt door 11 feeërieke podia, dreunende bassen en een zon hoog aan de hemel die naast een aantal nadelen ook een plejade bikinimeisjes met zich meebracht. Vooral wat dat laatste betreft kunnen De Torenvrienden nog veel, heel veel, progressie maken.
|