De sportzomer van 2024, wie herinnert hem zich niet? Het EK voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen: een drietrapsraket zoals die maar zelden voorkomt. Daarbij dient wel aangestipt dat de term 'zelden' in de loop der jaren wat van zijn pluimen verloren heeft. In een maatschappij waar alles altijd, overal en meteen beschikbaar is, is 'zelden' al snel het uitverkoren bijwoord om een vierjaarlijks fenomeen te duiden. In een gemiddeld mensenleven komt het een twintigtal keer voor. Valt nog wel mee.
Verzachtende omstandigheid: vanuit Belgisch perspectief stonden de sterren gunstiger dan ooit. De Gouden Generatie lijkt al een eeuwigheid te stuiptrekken, maar ooit zou dat toch eens en stoemelings tot tornooiwinst kunnen leiden? Om over Remco Evenepoel nog maar te zwijgen, die eindelijk op het allergrootste podium zou laten zien dat hij en niemand anders de enige echte opvolger van Eddy Merckx is. En jawel, in tegenstelling tot onze Rode Duivels loste Remco effectief de verwachtingen in. Daarbij corrigeerde hij fijntjes mijn initiële insteek: de Tour de France allemaal goed en wel, maar in een olympisch jaar is er maar één sportevenement dat er werkelijk toe doet. Hoe kan ik dat verduidelijken? Ter inspiratie even grasduinen in mijn blogarchief, al enige tijd veel betrouwbaarder dan het lichaamseigen geheugen. In het ook al olympische jaar 2016 is een verwoording terug te vinden die er niet al te ver naast zit:
"De Olympische Spelen verrassen me elke vier jaar weer. Waar zo'n sportzomer het op papier telkens opnieuw vooral moet hebben van het E- of WK-voetbal, blijkt niet voor het eerst dat het de Olympische Spelen zijn die voor de eigenlijke catharsis zorgen.
Gelukkig voor jullie heb ik daar een theorie over. Een voetbaltornooi leeft bij uitstek van de hoop. De hoop dat België wereldkampioen wordt, of als het echt niet anders kan Europees kampioen. Lang voor het tornooi is de gelukspiek zo al bereikt. De droom is gedroomd, er staan enkel nog wat wetten en praktische bezwaren in de weg. Het speelschema wordt van voor tot achter uitgeplozen. Mogelijke tegenstanders in de achtste, kwart- en halve finale worden op hun merites beoordeeld. Vanaf de bekendmaking van de selectie neemt de negativiteit het vervolgens over, alsook de angst om te verliezen. Kleine ergernissen zetten krassen op het moreel, tot de onvermijdelijke uitschakeling volgt.
Wat een verschil met de Olympische Spelen. Het ene moment blijkt dat rondjes paraderen met een paard daadwerkelijk een olympische sport is, het volgende bevind je je in de halve finale hockey tegen Holland. We vertrekken met nul medailles en alles wat erbij komt is bonus."
Meer moet dat niet zijn. De Olympische Spelen ordenen een mensenleven, elke vier jaar een nieuwe update voor een ouder wordende man. De eerste opwinding van live sport in 1992; het fantastische nachtelijke Atlanta in 1996; bij een (zeer tijdelijk) ex-lief in 2008, met een vijftal vriendinnen kettingrokend op de grond naar een dressuurwedstrijd kijkend; in 2016 een gouden Thiam tijdens de uitlopers van een dronken nacht. Meest recente ijkpunt: Remco met zijn dubbel goud in 2024. In één klap in de galerij der groten, het pantheon van de sport en een nooit verdwijnend deeltje van mijn geheugen.
De 38e editie van de Antwerp 10 Miles was er eentje voor de geschiedenisboeken. Er deed namelijk meer volk dan ooit mee én ikzelf deed meer dan ooit mee. Aan redenen om niet deel te nemen nochtans geen gebrek: een niet te beteugelen slaaptekort, een trouwfeest de dag voor de wedstrijd en last but not least mijn al eerder vermelde knieproblemen. De trainingen bleven daardoor noodzakelijkerwijs beperkt tot een combinatie van wandelen met lichte looppas, om toch maar geen van beide knieën tegen het hoofd te stoten. Ook het iets verder teruggaan in de geschiedenis stemde me niet direct optimistischer. Sinds de eerste zeurende kniepijn zich vier jaar geleden manifesteerde, had ik nooit nog meer dan acht kilometer gelopen. Dat gegeven voelde niet echt lekker, in de wetenschap dat acht kilometer niet alleen minder is dan tien kilometer, maar tevens minder dan tien mijl.
Onderschat echter nooit de kracht van een sluimerende midlifecrisis, die kruipt waar hij niet gaan kan en zich niet laat intimideren door een handvol onbenullige obstakels. Met een voor mijn doen atypische verbetenheid moest en zou mijn eerste 10 Miles binnen het anderhalf uur bedwongen worden. Jammer genoeg bleek het al snel geen goed idee om helemaal achteraan Wave 4 van start te gaan. Een kilometerslange file was mijn deel, zoals wel vaker in Antwerpen. Bijkomend ongemak in de file: een volle blaas. Ook het niet plassen voor aanvang bleek dus niet de aangewezen tactiek. Driftig laverend tussen hordes zondagslopers zag ik de achterstand op het schema van anderhalf uur hand over hand toenemen. Veel sneller dan mijn benen ging het eraan toe in mijn hoofd. Kilometer na kilometer herrekende ik de te halen snelheid, telkens de nieuwste informatie onmiddellijk in kaart brengend.
Na een plaspauze voor het ingaan van de Kennedytunnel lieten mijn berekeningen nog weinig ruimte voor interpretatie: de gashendel moest opengedraaid worden in het tweede deel van het traject. Alle hoop op kilometers 9 tot 16, al zolang onbekend terrein voor mijn lichaam. Gestuwd door het uitzinnige publiek (ik weet wel, ze waren daar niet alleen voor mij, maar wat een fantastische ervaring!) ging zowel mijn loop- als rekentempo crescendo. In de laatste rechte lijn bleef enkel het lopen over; ik was uitgeteld maar eigenlijk niet zo moe. 1 uur, 29 minuten en 23 seconden: de opdracht was volbracht.
Een kniesoor met kniesores. Zo luidde het nogal elitaire woordgrapje waarmee ik recentelijk het Anderlecht-forum verblijdde naar aanleiding van de nieuwe knieblessure van Thibaut Courtois. Nogal elitair, want niemand is zo hautain om in het dagelijkse leven het woord 'kniesoor' te bezigen - en zij die het wel zijn mankeren doorgaans het benodigde vocabularium. Thibaut Courtois is een zagevent met knieproblemen en daarmee basta. Met het gangbare basismateriaal is het echter moeilijk woorspelingen smeden, dus er zat voor mijn gehoor niets anders op dan mee te gaan in het verhaal en de vrucht van mijn harde werk, 'een kniesoor met kniesores', naar believen te savoureren.
Veel later pas viel het me ineens te binnen: deze trouvaille zou zomaar tegen mij gebruikt kunnen worden, als ik niet oppaste. Binnen gezinskringen word ik weleens voor zagevent (toegegeven: nooit voor kniesoor) versleten, en het toeval wil nu toch wel dat ook ik knieproblemen tors zeker. Ik vroeg aan de sportarts of dat karma was, maar hij gewaagde eerder van een ontstoken patellapees. Mijn hamstrings zijn te kort waardoor de patella moet compenseren, wat leidt tot pijn aan beide knieën. Oorzaken van de te korte hamstrings: het niet trainen van deze spieren (schuldig) en de ouderdom (schuldig). Bij gebrek aan een adequate verjongingstherapie gedekt door de mutualiteit, wachtten er dus 18 sessies bij de kinesist op mij.
Ondanks een remgeldtarief van 17 euro per sessie was de kinesiste in kwestie niet direct geneigd om mij te behagen. De stand van zaken werd heerlijk cassant en blatant, op zijn Antwerps, geduid: "[...] En kleermakerszit, dat kunt ge ook niet zeker?" Er zit niks anders op: ik moet de hand aan de ploeg slaan, met een dagelijks repertoire rekoefeningen per strekkende meter. Na veertig jaar woonachtig te zijn in mijn lichaam, worden precies wel veel spieren ineens voor de allereerste keer geactiveerd. Ook mijn kinesiste moest toegeven dat de progressiemarge enorm is. Het kan dus niet anders of Tsigalko 2.0 zal monden doen openvallen. Een kwantiteitsvolle voetbaltoekomst gloort aan de horizon, geen kniesoor die het zal logenstraffen.
Verkneukelen. Zelden was een werkwoord zo op zijn plaats als vorig weekend. Er zou een daad gesteld worden waarbij een slachtoffer ging vallen. Ik, de steller van de daad en dus de facto de dader, zou afrekenen met een demon uit het verleden die zijn schaduw in één moeite door over het heden en de toekomst wierp. De voorbereidingen hadden moed en inspanningen gevergd, maar alles was nu in gereedheid voor de finale klap. Nog een laatste calvarietocht misschien, waarna onze wegen voorgoed zouden scheiden.
Mezelf verkneukelend toets ik het nummer van Proximus in op mijn gsm. De wetenschap dat ik ongetwijfeld haast eeuwig in wachtstand gezet zal worden onder het aanhoren van omstandige felicitaties vanwege mijn geduld, kan de voorpret nauwelijks drukken. Dit keer ben ik bereid alles door de vingers te zien. Proximus slaagde erin om ons bij onze verhuis een week lang zonder internet te zetten op het oude én het nieuwe adres, begon zonder communicatie onze stoep open te breken, factureerde naar hartenlust voor diensten die ze niet leverde, was aldoor onbereikbaar voor commentaar en als klap op de vuurpijl bleek het bureaucratisch kluwen zo gesofisticeerd dat zelfs een klacht indienen onbegonnen werk was. Zouden ze er ooit spijt van krijgen? Het antwoord is ja. Nu.
Slechts een paar jaar van weifelen ging vooraf aan mijn besluit. We gaan ons leven verder leiden zonder digitale tv, de kabel wordt gecut en ik verheug me erop. Om de schok te dempen heb ik ter voorbereiding alvast een abonnement bij TV Vlaanderen genomen. Het blijkt veel goedkoper, gebruiksvriendelijker en sneller. Voeg daar gratis toegang tot Belgisch voetbal aan toe en tel uit je winst. Voor het gemak zal ik het hier doen: 25 euro per maand én dus gratis toegang tot Belgisch voetbal erbovenop.
Ik ben nu helemaal klaar om van wal te steken, dat Proximus mag oprotten zal ik zo eloquent mogelijk aan Proximus himself duidelijk maken. Na enkele seconden(!) al hoor ik een mensenstem aan de andere kant van de lijn. Een übervriendelijke Nederlander staat me te woord, drukt zijn spijt uit over mijn voornemen, brengt alles onmiddellijk in orde en zorgt voor een creditnota. Waarom ik niet langer van de Proximus-diensten gebruik wil maken? Ik hoor mezelf stamelen dat het met de streamingkanalen te maken heeft. Uit lafheid duid ik Netflix als de grote boosdoener aan. Mijn gesprekspartner heeft er nog begrip voor ook. Mijn in woede gedrenkt leedvermaak weet niet waarheen, de uitlaatklep is vakkundig afgesloten. Van euforie is geen sprake meer. De laatste smerige Proximus-truc is een feit.
2023 was het jaar waarin RSC Anderlecht de rug rechtte. Dat volstaat zo ongeveer qua positiviteit, want de rest van de wereldse gebeurtenissen noopte nu niet direct tot het dansen van de horlepiep. Een schrijnend onrechtvaardige oorlog trof na Oekraïne ook Gaza, niemand lijkt nog wakker te liggen van de nochtans niet bepaald anoniem acterende klimaatverandering, intelligentie wordt steeds meer artificieel, en Eden Hazard hing zijn voetbalschoenen veel te vroeg aan de haak. Op persoonlijk vlak bleven jammer genoeg een aantal blogs ongeschreven. Er gebeurden vast zowel goede als slechte dingen, maar de hoeveelheid neergeschreven woorden was in 2023 niet representatief genoeg om tot een eindoordeel te komen. Misschien moet ik ook maar eens opnieuw werk maken van mijn kortetermijngeheugen. In tussentijd: het lijstje graag!
Beste film: The Banshees of Inisherin; Oppenheimer
Beste boek: Tom Lanoye - De draaischijf; Jonathan Franzen - Kruispunt
Beste song:
1. The Last Dinner Party - Nothing matters
2. The Beaches - Blame Brett
3. Lana Del Rey - Did you know there's a tunnel under Ocean's Boulevard
4. The Beatles - Now and then
5. The Haunted Youth - I feel like shit and I wanna die
6. Eliza Rose - B.O.T.A.
7. boygenius - not strong enough
8. Gorillaz - Silent running
9. Girl in red - October passed me by
10. Kenya Grace - Strangers
Beste tv: Succession; De Mol; Dopesick; Liebes Kind; The Last of Us; The White Lotus; Boris; The Bear
"Zonder!" Mijn antwoord kwam van recht uit het hart, om een seconde later recht in de Whatsappgroep 'Ibiza - The Reunion' zijn bestemming te vinden. De vraag van organisatrice Julie luidde: "Naar aanleiding van ons huwelijk vijf jaar geleden, zouden we graag met de beste vrienden een reünie houden in Ibiza. Doen we dat met of zonder kinderen?" Mijn razendsnelle respons zette de toon en zou een half jaartje later allesbepalend blijken voor de aard van het verlengde weekend onder de weldadige oktoberse najaarszon. De momenten dat we verteerd werden door heimwee naar onze thuisgebleven bloedjes, waren dus in niet geringe mate op mijn conto te schrijven. Gelukkig kwamen die maar weinig voor. We hadden het namelijk te druk met het hernieuwde ervaren van het concept 'vakantie'.
Het zijn de kleine dingen waaraan je snel kan merken of een vakantie leuk wordt of niet. Getrakteerd worden op een gin-tonic in het vliegtuig 's morgens. Twee halve liters drinken bij aankomst in het hotel 's middags. Vervolgens schipperen tussen hangen aan de bar en een verfrissende duik, na eerst de aartsmoeilijke keuze te hebben gemaakt tussen infinity pool en regulier zwembad (in het voordeel van de eerste optie). Geestrijk vocht is niet geheel afwezig in mijn opsomming, merk ik, al is dit allerminst een pleidooi voor alcoholisme. Net zoals mét kinderen zal het best mogelijk zijn om het geluk te vinden zónder alcohol, alleen lieten we deze keer maar liever niets aan het toeval over.
Uitslapen, lummelen, rustig eten en onrustig drinken vloeide zelfs tweemaal over in een heus discotheekbezoek, wat gezondheidstechnisch dan wel het voordeel had dat de alcoholconsumptie om budgettaire redenen een duik nam. Tenminste, dat dacht ik toen toch, in al mijn naïviteit. Enkele weken na de trip zou ik een volledige medische check-up ondergaan naar aanleiding van mijn veertigste verjaardag. Conclusie: kerngezond, en geenszins afwijkende leverwaarden. Het gezondheidstechnische voordeel was dus simpelweg overbodig, ik had gerust zonder gekund. Gezien dit voortschrijdend wetenschappelijk inzicht is het vanaf nu des te harder uitkijken naar Ibiza - The Reunion - The Reunion.
Ik had het zelf niet meer verwacht, maar 2023 is het jaar geworden waarin de Literatuur (let op de hoofdletter) opnieuw een plekje kreeg in mijn tijdsbesteding. Wars van huilende kinderen, lonkende streamingdiensten en eindeloze huishoudelijke verplichtingen neem ik al eens het betere boek ter hand. Uit noodzaak in feite: bij gebrek aan inspiratie voor de ogenschijnlijk steeds snellere opeenvolging van feest- en verjaardagen, duwt eenieder me liefst van al een bon van Standaard Boekhandel in handen. Ofwel heb ik dus iets van een intellectueel aura, ofwel wordt het me door de buitenwereld aangemeten om niet te lang over een cadeau te hoeven nadenken. Teneinde voor mezelf toch de eerste optie open te houden, houd ik eraan de verkregen bonnen om te zetten in boeken, waarna ik ze daadwerkelijk op de geijkte manier consumeer.
Onbetwistbaar hoogtepunt: de 572 pagina's waarin Jonathan Franzen de lezer richting een voorstad van Chicago voert, op 23 december 1971 om precies te zijn. In 'Kruispunt' vertrekt Franzen opnieuw van een doordeweekse familie, om uiteindelijk uit te komen bij een onvergetelijk portret van het naoorlogse Amerika. Een verdienstelijke tweede in rang houdt de vinger dichter bij de eigen pols: 'De draaischijf' van Tom Lanoye verkent de Vlaamsche volksgeest op het moment dat die zich het best openbaart - in tijden van nood. Een verfrissende kijk op collaboratie, verzet en alles daartussen.
Het derde boek dat hier enige ruimte mag inpalmen staat niet in mijn top-3. 'Friends, Lovers en het Grote Verschrikkelijke Ding' van Matthew Perry werd in tempore non suspecto aangeschaft. Matthew Perry leefde nog, het was gewoon de zoveelste Hollywood-ster op de dool. Zal wel meevallen. Zijn autobiografie blijkt jammer genoeg een sof. De vlotte leesbaarheid is vooral te danken aan het beperkte schrijftalent van de auteur; de talloze ontboezemingen zijn niet zelden gekleurd door eigenwaan. Matthew Perry wil zich van zijn kwetsbare kant tonen, maar komt desondanks over als een snoeshaan die zichzelf geweldig knap, slim en grappig vindt. Onder ons gezegd en gezwegen: over dat laatste heeft hij uiteraard gelijk. De komische timing waarmee Chandler de scherpste oneliners debiteert is ongeëvenaard en meteen één van de voornaamste redenen dat 'Friends' ook twintig jaar na datum telkens weer een nieuw publiek weet aan boren. Ter zijner ere blijf ik op restaurant 'a cup of chino' verkiezen boven een cappuccino. Als kleine hommage aan een grote komische held.
Gestaag werk ik de voor mij uitgestippelde tijdlijn af. Sinds vorig weekend vertoef ik al veertig jaar op deze planeet, en nog laat ik geen gelegenheid onbenut om wat mij rest aan toekomst om te zetten in verleden, met slechts een kleine tussenstap in het heden. Naarmate dat verleden uitdijt, dreigt het trouwens meer en meer een onoverzienbare brij te worden. In retrospect begin ik te begrijpen dat de slogan van de Studio Brussel-fuiven uit mijn studententijd, 'Was het nu 70, 80 of 90?', niet louter retorisch was. Voor de 18-jarige ik waren de jaren '90 vrij recent, de jaren '80 lang geleden en de jaren '70 de oertijd. Het verschil was zo klaar als pompwater. Intussen weet ik beter. Met het verglijden van de tijd haken de afgelegde decennia in mekaar om finaal met elkaar te versmelten. Het enige wat me nog houvast biedt, zijn grote sportevenementen, die fungeren als verdwaalpalen op een eindeloos zandstrand. De Olympische Spelen, het WK en het EK voetbal vormen de kapstokken om op zijn minst een aantal herinneringen van een (niet al te nauwkeurige) tijdsindicatie te voorzien.
Ik zit in de zetel bij mijn tante en kijk de openingsmatch van het EK '96 in Engeland. Football is coming home, onder leiding van Paul 'Gazza' Gascoigne maken de Engelsen komaf met Schotland. Eveneens in mijn geheugen gegrift: de ochtendjournaals over de Olympische Spelen in Atlanta. Een maand lang zonder problemen op tijd uit bed, om nog voor de school begon alle actualiteit heet van de naald te absorberen. Of toch zeker lauw van de naald, want niemand vermoedde toen dat het internet en de smartphone het medium televisie meedogenloos voorbij zouden snellen. 1996, het jaar waarin mijn vader veertig jaar werd. Met behulp van mijn kapstokken kan ik accuraat tot leven wekken hoe ik toen over hem dacht: het is een oude man. Bedankt hoor, dertienjarige etter.
Hoe dan ook, de overgang van nieuw naar oud moest toch gevierd worden. Bij gebrek aan grootse geplande activiteiten liep een burendrink uit op een nachtelijke slemppartij op het stadsfestival vlakbij. Bien étonnés de se retrouver ensemble, maar vanaf een bepaalde leeftijd moet je niet meer te kieskeurig zijn en de glazen ledigen die je nog voor je krijgt. Pakken wat ge kunt krijgen: een nieuw levensmotto lijkt zich al te openbaren.
Het wonder is geschied: het jaar 2023 is ook op deze webpagina van start gegaan. Er moet vast iets héél speciaals gebeurd zijn om de alweer maandenlange impasse te doorbreken, hoor ik jullie denken. De volgende zin zal wel weer een anticlimax vormen, de typische contrastwerking vanuit komisch oogpunt, hoor ik jullie aansluitend veronderstellen. Quod non! Er is effectief iets héél speciaals gebeurd. Vitória Diabolix, mijn geesteskind sinds 2012, boende namelijk zijn elfde jaargang op met de eerste kampioenstitel ooit. Dat is ten eerste straf omdat onze hoogste positie tot nog toe een schamele zesde plaats was, en ten tweede omdat de ploeg werd opgericht rond de tijd dat onze mannenlichamen zich fysiek ongeveer op hun hoogtepunt bevonden, waar knieën, gewrichten en vitale organen nu eerder lijken te gewagen van een fysieke top die een jaar of elf van ons verwijderd is.
Uiteraard zijn er kanttekeningen te maken bij bovenstaand betoog. Ja, onze speelstad verhuisde van Leuven naar Mechelen. En ja, we profiteerden van de gelegenheid om in één klap ook een niveau te zakken, zodat we comfortabel op de ondergrens konden bivakkeren. Maar geschiedschrijving is nu eenmaal het voorrecht van de winnaars. Die beker (14,5 euro in de Decathlon, inclusief inscriptie) pakken ze ons alvast niet meer af. Net als voor het overgrote deel van de ploegmaats ging het om mijn eerste trofee ooit. In de dagen voor de titelmatch doemden alsnog spookbeelden uit het verleden op, maar ik verplichtte mezelf om ze snel weer te verdringen en ze pas weer toe te laten wanneer ik als gearriveerd man, met een titel op zak, onder een heldere hemel op mijn tuinterras zou zitten om alles nog eens te overschouwen. Dit lijkt me een goed moment.
We schrijven het seizoen 1998-1999 - ja, misschien word ik echt wel oud. De scholieren van JB Eigenbilzen hebben aan een punt in de laatste wedstrijd tegen concurrent Cercle Maasmechelen genoeg om kampioen te worden. De fans gaan in overdrive. Auto's worden voorzien van ballonnen in de clubkleuren, sjaals worden speciaal voor de gelegenheid gebreid, de tapkraan staat al lang voor het matchbegin open zoals tapkranen enkel in de vorige eeuw openstonden. Onze illustere succescoach José Bokondo, een ex-Congolees international die later nog de jeugd van Standard onder zijn hoede zou hebben, heeft speciaal voor de gelegenheid een plan uitgedokterd 'dat niet kan mislukken'. Twee van onze beste spelers vormen het spitsenduo, onze andere twee toppers komen centraal op het middenveld terecht en, la surprise du chef, ondergetekende Tsigalko vormt de verbinding tussen de twee.
Voor de ogen van familie, vrienden, kennissen en gelukkig ook wel wat onbekenden loop ik negentig minuten lang verloren op het veld. We verliezen uiteindelijk met 0-4 en druipen diep ontgoocheld af. Het enige waar we ons aan optrekken, is het feit dat we jong zijn en dat er nog kansen genoeg zullen volgen. En dat klopt ook.
2022 was een jaar van weinig blogs en veel oorlog. Van galopperende energieprijzen en dito inflatie. Van een klimaat op drift en Rode Duivels in het slop. Het was globaal genomen niet het beste jaar sinds de start van de jaartelling. Maar is de nacht niet het donkerst vlak voor de dageraad aanbreekt? Of is dat een uiterst naïeve gedachte en staan we nog maar net aan het begin van de ellende? Meer daarover in 2023, maar onderstaand lijstje moet en zal eerst gepubliceerd worden.
Beste film: Don't look up
Beste song:
1. Lana Del Rey - Watercolor Eyes
2. Wet Leg - Ur Mum
3. Fontaines D.C. - Jackie Down The Line
4. S10 - De Diepte
5. Billie Eilish - TV
6. Bluai - One Night
7. Glints - Roma
8. Big Thief - No Reason
9. Oliver Tree feat. Robin Schulz - Miss you
10. Sylvie Kreusch - Walk Walk
Beste tv: 25 jaar Canvas; The White Lotus; Euphoria; Ozark; Archive 81; Banshee; Winning Time: the Rise of the Lakers Dynasty; Kampioenenjaar; MidMid Mondial; House of the Dragon
Met dunkelflaute wordt een periode aangeduid waarin weinig tot geen energie kan worden opgewekt door middel van wind en zonlicht, wegens gelijktijdig optredende duisternis en windstilte. Pal in zo'n periode werd ver van hier België door Kroatië uitgeschakeld op het WK voetbal. Op die manier accordeerde mijn gevoel mooi met de heersende meteorologische omstandigheden. Mijn humeur in de dagen die volgden kon gemakkelijk onder één noemer geschaard worden: dunkelflaute. Duisternis en een gebrek aan energie regeerden mijn gemoed. Deze uitschakeling droeg dan ook alles in zich om een forse depressie te rechtvaardigen:
1. De wetenschap dat de 'Gouden Generatie' nu echt wel zijn tijd gehad heeft. Behoudens een mirakel is de 'beste nationale ploeg'-periode in ons leven voorbij.
2. Hadden de eerste twee wedstrijden voor een soort fatalistische berusting gezorgd, dan laaide de hoop ongenadig op tegen de Kroaten. Hoog genoeg om uiteindelijk heel diep weer weg te vallen.
3. Achteraf bleken we in de poule van ellende te zitten. Zowel Marokko als Kroatië haalden de halve finales. Wat als..?
Maar we moeten verder, het is niet anders. Het EK 2024 is niet meer zo ver weg, er staat alweer een nieuwe pijnlijke uitschakeling op ons te wachten. Tenzij natuurlijk het ongelooflijke alsnog gebeurt: België Europees kampioen! We zullen dan minutenlang heel hard juichen, nog even daarna geforceerd blij doen en vervolgens uit onwennigheid extra veel bier drinken. Ik heb het namelijk al eens eerder meegemaakt, weliswaar op Pro Evolution Soccer. Om maar te zeggen dat het zo altijd wel iets is. Maar nog eens een opstoot van dunkelflaute, nee, dat is ten koste van alles te vermijden.
"Niet doen, Jan!" We schrijven begin september, de geruchtenmolen linkt Jan Vertonghen, één van mijn favoriete voetballers, steeds overtuigder aan RSC Anderlecht, mijn enige favoriete club. Mijn hart zou een sprongetje moeten maken en ik zou onverwijld een éénpersoonspolonaise op gang moeten trekken bij het horen van dit nieuws. Ook devotie heeft immers zijn plichtplegingen. Maar het tegendeel is waar: mijn empathie zit me dwars. Het gezin-Vertonghen trekt aan mijn geestesoog voorbij. De ene dag onder de Portugese zon, de andere dag gelegerd in een druilerige voorstad van Brussel. Jan krijgt uiteraard ook geen leven meer geblazen in de palliatieve patiënt RSC Anderlecht, net als Kompany, Chadli en talloze anderen gaat hij roemloos mee ten onder. Het hoongelach dat opstijgt vanuit provincieclubs aan de rand van de beschaving maakt de vernedering helemaal compleet. Ik schreeuw geluidloos mijn goede raad naar het computerscherm, maar het mag niet meer baten.
Jan Vertonghen: 141 caps voor België, uitgeroepen tot beste voetballer van Nederland, finale Champions League gespeeld, jarenlang één van de beste verdedigers in Engeland, mooi haar... Zijn verdiensten kunnen nauwelijks overschat worden. Een carrière die staat als een huis, ongeacht wat zijn laatste club ook wordt. Tenzij.. tenzij hij de club heeft gekozen die hij heeft gekozen natuurlijk. Het Instituut, op industriële schaal reputaties verdelgend sinds vele jaren. Iedereen op en rond Anderlecht wordt ongelukkig, dat is een vaststaand feit. Bij Jan Vertonghen duurde het ongeveer een week. Hij heeft de allerslechtst mogelijke keuze gemaakt en ergst van al: hij beseft het ten volle. De sierlijke, fiere verdediger is intussen verschrompeld tot een hoopje ellende. Kleine troost voor de echte fan: het is wel ónze ellende.
Van de goeie ouwe coronatijden herinneren we ons dat cultuur en horeca steevast de eerste dominosteentjes zijn die vallen. Als de nood echt hoog wordt, kan een mens gerust zonder deze uitspattingen, die levensnoodzakelijk zijn noch enig direct nut hebben. Ik wil op deze plaats liefst niet een dodelijk virus vergelijken met mijn eigen kind, maar de metafoor vormt zich helaas zelf. Covid-19 en Sienna-21 zijn van hetzelfde laken een broek. Met elke huilavond die zij aan haar palmares toevoegde, werd er weer een blog niet geschreven en bleven etablissementen met bier van mijn aanwezigheid verstoken. Geen cultuur en horeca voor deze jongen, uitgeteld akte nemen van een (halve) aflevering van een matige televisieserie was het hoogst haalbare.
Uiteraard riepen deze babymaatregelen zeker in het begin de nodige weerstand op. Ik pruttelde tegen wanneer ik kon, mezelf wijsmakend dat er niet gezwicht mocht worden voor de luidste roepers. De vredige uren waren dan misschien niet talrijk, ze konden heus wel gespendeerd worden aan een pintje en een boek, of aan twee pintjes en geen boek. Maar helaas werd ik ingehaald door de werkelijkheid. De enige optie bleek om te plooien voor de decibels, zolang de voorraad strekt. De vraag of ik mijn leven zou geven voor mijn kind was bij deze dus al beantwoord. Ja, klaarblijkelijk wel.
Intussen is alles beter. Eigenlijk al een paar maanden lang, om heel eerlijk te zijn. Gebruik ik de baby als excuus voor mijn eigen luiheid, ben ik nu al in die fase beland? Soms begin ik zelf te twijfelen. Dan zie ik Sienna bezig, guitig lachend en spelend, met haar allerhelderste ogen die de nieuwe wereld afspeuren. Een engeltje. Vervolgens trekt ze met veel aplomb het tutje uit haar mond, zoals Marco Pantani zijn bandana wegsmeet, klaar om aan te zetten. Het gehuil lijkt letterlijk door merg en been te gaan, ik zou de uitdrukking uitgevonden hebben als ie nog niet bestond. Ik forceer een monkellach: mijn excuus is wel degelijk legitiem.
Een nieuw huis, een nieuw kind, een nieuwe auto. Op persoonlijk vlak had 2021 qua Grote Stappen meer in petto dan alle jaren tussen 1983 en 2020 samen. Dat dit alles gebeurde tegen de achtergrond van alweer een jaar coronastilstand maakt het des te opvallender. Misschien is het helemaal geen toeval en heb ik het onbewust gedaan om de verveling te verdrijven, wie zal het zeggen. Desondanks wens ik mezelf in 2022 alvast geen nieuw huis, geen nieuw kind en geen nieuwe auto toe. Meer van minder mag wel, maar voor het zover is dient er een jaarlijks lijstje dat niemand leest gepubliceerd te worden.
Beste film: No time to die; Nomadland
Beste song:
1. The Anxiety feat. Willow - Meet me at our spot
2. Lana Del Rey - Chemtrails over the country club
3. The Weeknd - Save your tears
4. Celeste - I can see the change
5. Powfu - Death bed (coffee for your head)
6. Chromatics - Shadow
7. Mooneye - Fix the heater
8. Billie Eilish - NDA
9. The War on Drugs - Living proof
10. Jungle - All of the time
Beste tv: De Mol; How to sell drugs online (fast)?; Exit; Barry; Het Scheldepeloton; Als je ons kan horen; WK Wielrennen; Pretend it's a city; F*** you very, very much
To sleep like a baby. Een mens denkt er niet zo bij na zolang er geen slapende baby in de buurt is, maar intussen weet ik het wel zeker: de betekenis die aan deze uitdrukking gegeven wordt, bevat misleidende informatie. Officieel staat het voor 'heel vredig slapen'. Als praktiserende prille ouder moet ik echter maar naar de slapende Sienna kijken om tot geheel andere onderzoeksresultaten te komen. De zogenaamd vredige slaap moet het doorlopend afleggen tegen onaangekondigde paniekaanvallen. De armpjes schieten omhoog en wapperen hulpeloos in het luchtledige, begeleid door omineus gepreutel dat moeiteloos overgaat in een huilbui. Ongetwijfeld een reminiscentie van de bevalling, toen zij na negen maanden sereniteit opeens hardhandig via het geboortekanaal de wijde wereld in gekatapulteerd werd*.
Wanneer haar rust voor een keer gevrijwaard blijft van traumatische ervaringen uit het nochtans niet zo uitgebreide verleden, zijn dagelijkse beslommeringen nooit ver weg. Een keer onverhoeds hikken, niezen of kakken is meestal voldoende om de staat van vredigheid te laten voor wat het is. De ogen gaan open, waarna haar mond en onze oren snel volgen. Het procedé van het in slaap sussen van de baby kan aldus weer van voren af aan beginnen. Ik begrijp nu beter waarom iemand ooit ten einde raad zijn heil heeft gezocht in liedjes componeren over schapen met witte voetjes, die hun melk toch zo zoetjes drinken. Blaat het niet, dan schaadt het niet.
Zelf ben ik meer van het bouncen-op-de-springbal-principe, een milde schoktherapie die bijna altijd op Sienna's goedkeuring kan rekenen. Het voordeel ervan is dat het perfect te combineren valt met tv-kijken, waardoor ik nog meer streamwateren kan bevaren. Het nadeel bestaat erin dat het urenlange op en neer huppen een aanslag vormt op lijf en leden. Nek, schouder en knie (x 2) laten zich meer dan goed is gevoelen, deze oude man kraakt intussen in ongeveer al zijn voegen. Maar alles voor de goede zaak: get the baby to sleep like a baby.
*Voor de credibiliteit van deze blog dient vermeld dat deze bewering niet wetenschappelijk onderbouwd is. An gewaagt zelfs ronduit van zever, en meldt verder dat 'reminiscentie' woordgebruik is voor mensen die zich interessanter willen voordoen dan ze zijn.
Deze blog geeft en neemt. Waar in deze periode vorig jaar een droge eigennaam als titel onveranderlijk de voorbode was van verlies en verdriet, staat het nu voor nieuw leven en vreugde. Op 9 november vervoegde Sienna ons gezin alsmede de overbevolkingsproblematiek. Ineens was ze daar. Hoewel ik het proces van de bloemetjes en de bijtjes op een theoretisch niveau al even beheers, bleek de praktijkervaring van een ander kaliber. Een mens die ter wereld komt blijkt tegelijk van het gruwelijkste en het schoonste dat er is. Urenlang overheerste bij mij het eerste gevoel, gezien de zenuwslopende spanning en nadien het duwen, trekken, sleuren en knippen aan An in de hoop er een levend wezen uit tevoorschijn te toveren.
Met de minuut nam de twijfel toe: gaan we dit slagveld echt heelhuids kunnen verlaten, laat staan met méér manschappen dan bij aanvang van de schermutselingen? Is zoiets werkelijk al ooit eerder gelukt? Ze zeggen altijd van wel, maar nu sta je er zelf en je gelooft er niks van. Helpen waar mogelijk dan maar. Helaas bedenk ik ter plekke het meest accurate adjectief voor mijn gedrag: schutterig. Telkens een vroedvrouw enige actie onderneemt, sta ik een halve meter verder soortgelijke handelingen uit te voeren in het luchtledige, zonder heel veel tastbaar resultaat. Mijn verbale steun beperkt zich intussen tot varianten op "goed bezig, nog effe!", een idioom dat is blijven hangen na de wielercarrière van mijn broer.
Maar ineens was ze daar dus. Op een moment dat ik de hoop al half had opgeborgen, vond een gezond kraakvers mensje de armen van haar mama. Waar de Belgische 9/11 tot dan in mijn gevoelswereld veel weg had van de Amerikaanse 9/11 van twintig jaar geleden, veranderde als bij toverslag alles. De twee torens stonden weer recht, kantoorklerken keken uit het raam zonder er een nooduitgang in te bevroeden, en in de staalblauwe lucht boven New York viel slechts een minieme rimpeling te bespeuren. Een wolk van een baby. Welkom, Sienna!
Het feit dat ik nog nauwelijks naar de schrijftafel te bewegen ben heeft zo zijn repercussies. Belangrijke gebeurtenissen dreigen in de analoge vergetelheid te geraken, terwijl ik voorheen ook trouw een plekje in de digitale vergetelheid voorzag. Nu is het moment aangebroken om alsnog te redden wat er te redden valt. Want een misdaad oplossen, om maar iets te noemen, was me voorheen nog maar zelden gelukt en mag dus ook om met enige vertraging wel extra belicht te worden.
Zoals het een goeie thriller betaamt, was er in eerste instantie geen vuiltje aan de lucht. Zowel An als ik werkten van thuis: An in de bureauruimte, ik aan de keukentafel. In de vroege namiddag kwam een fotograaf van Steen Vastgoed langs met de vraag of hij vanuit onze tuin wat foto's mocht nemen van het bouwproject. Vriendelijke man, Kaukasisch uiterlijk. We payrolden rustig verder, een gezapige werkdag onder een aangenaam nazomergesternte. Een zwaard van Damocles viel met de beste wil van de wereld niet te bespeuren.
Het omslagpunt vond plaats in de late namiddag, toen ik met een zakje aardappelschillen in de hand de deur buiten stapte - meteen ook de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid dat een omslagpunt er zo uitzag trouwens. Werktuigelijk wilde ik de inhoud van het zakje (aardappelschillen dus, voor de goeie verstaander) in de gft-bak deponeren, die in onze voortuin tegen de gevel van het huis rustte. Of beter: zou moeten rusten, want waar eens een pronte gft-bak had gestaan, bevond zich nu slechts een kale plek in het gras, als herinnering aan een pronte gft-bak. Ik voelde me terstond als de boer die wakker werd en graancirkels in zijn veld aantrof. Dit kon niet anders dan het werk zijn van buitenaardse wezens! Die graancirkels bedoel ik, niet de verdwijning van mijn gft-bak.
Nee, dergelijke paranoia was niets voor mij. Mijn vermoedens gingen eerder in de richting van de gft-bakmaffia, die aan de drugsmaffia waarschijnlijk een welgekomen bliksemafleider had waardoor ze in Antwerpen onder de radar kon opereren. Wie dacht dat ik me daardoor liet afschrikken, heeft het goed mis. Ik had namelijk al eerder in dit soort situaties gezeten. Talrijke fietsdiefstallen in Leuven in combinatie met te veel misdaadseries hebben mijn draaiboek vormgegeven: veldonderzoek, een perimeter instellen, de buurt uitkammen, deep search online op tweedehandssites... Nooit een fiets teruggevonden helaas.
Maar deze keer zou het anders zijn. Dankzij een alerte buur kreeg ik mijn tijdslijn op punt: de bak in kwestie was diezelfde ochtend om acht uur nog op zijn vaste plaats gesignaleerd. De onrustwekkende verdwijning moest dus in de loop van diezelfde dag hebben plaatsgevonden. Hiermee kon ik aan de slag. Na twee weken van tobben en vastlopen op dwaalsporen haalde ik mijn laatste troefkaart boven. Een schroomvallige mail naar Steen Vastgoed, teneinde de piste van de fotograaf ook te kunnen sluiten. Omwille van vakantie en spanningsopbouw volgde hun antwoord pas een week later: de fotograaf had de gft-bak bij de overburen gezet en was hem nadien vergeten terug te zetten. Ik zat middenin een misdaadonderzoek en dat antwoord klonk wel erg alsof het een fait divers betrof. In tegenstelling tot wat ik dacht bleek later, tijdens het verhoor van de overbuur, bovendien dat er nog geen adres op onze bak gemarkeerd stond. De classificatie 'misdaad' is mogelijk dus misleidend. Maar een misverstand uitgeklaard, die verdienste nemen ze me nooit meer af.
Oh ja, ik word eveneens heel binnenkort vader, ook dat is het boekstaven waard.
1 september. Als de zomer nog niet officieel ten einde is, dan toch zeker officieus. Hoewel, kan er een einde zijn zonder een begin? Wat voor de zomer moest doorgaan, kwakkelde als nooit tevoren. Zelfs bij benadering gaat het hier niet om een overdrijving. De zomers in mijn jonge jaren speelden zich af onder de stralende hemel van de nostalgie, terwijl vanaf de eeuwwisseling de opwarming van de aarde meer en meer zijn duit in het zakje begon te doen. In 2021 lijken jeugdigheid en wetenschap echter van het toneel verdwenen. Er was regen, er was wind, er was geklaag over regen en wind.
Vooruitblikken dan maar. Of nee, dat is ook wat drastisch. In weerwil (no pun intended, maar het staat er toch maar) van bovenstaande alinea, beschikt de steller dezes over een mooi getaande huid en een voorraad vitamine D om een decennium in de schuilkelder mee door te komen. Dit alles dankzij het concept 'reizen', dat opnieuw flink in opgang is sinds twee welgemikte inentingen volstaan om ons terug in 2019 te wanen - reizen voor een prikje is helemaal out, dezer dagen draait alles om reizen na een prikje. Ik geraakte er alvast mee in Italië, dat dankzij de combo Eurosong - EK elke hypothetische verkiezing van 'Land van het jaar' met de vingers in de neus zou winnen.
De kennismaking was zowel uitgebreid als grondig. Pisa, Firenze, Siena, San Gimignano,... noem het op en ik heb het gezien. Wel liefst niet Rome of Milaan opnoemen, want dat heb ik niet gezien. Waar al eerder op werd gealludeerd is trouwens niks overdreven: de zon scheen blaren boven de Laars. Een recordtemperatuur van 42,5 graden (Celsius) deed ons terugvallen op ons oerinstinct, namelijk de gave van de Mens om zich aan alle omstandigheden te kunnen aanpassen. In ons geval hadden we daar doorgaans slechts een koel zwembad voor nodig. Zo moeilijk is het uiteindelijk ook allemaal niet.
The chase is better than the catch. Vrij vertaald: het 'verlangen naar' is leuker dan het 'bezitten van'. In die optiek is het des te spijtiger dat mijn blog de afgelopen maanden niet meer op expansie te betrappen viel. Reikhalzend uitkijken naar een voetbaltornooi is zelden een overbodige luxe, wetende dat er aan het eind van het verhaal slechts één winnaar kan zijn - beduidend minder dan in de aanloop naar het gebeuren. Nu, op het moment van het schrijven, weten we nog altijd niet wie die winnaar is, maar wel dat het geen flikker meer uitmaakt: ook deze keer bijt onze Gouden Generatie in het zand.
Was onze uitschakeling in de kwartfinale te wijten aan het ondermaats presteren van de Rode Duivels? Sommigen zullen zeggen van wel. Toch wil ik hier een bescheiden mea culpa plaatsen. Onze vroegtijdige exit is mogelijk ten dele (of, wie weet, voor de volle 100%) mijn schuld. Dat zit zo. Nadat België zich slaapwandelend door de groepsfase richting de moeilijkst denkbare tabelhelft heeft gemanoeuvreerd (niet voor de eerste keer), settel ik me bloednerveus op een Antwerps terras voor de kraker tegen Portugal. Er is nog een kleine vier uur te gaan tot de match en ik begin na te denken. Enkel drank gaat mij, en per uitbreiding ons, Rode Duivels, niet redden deze keer. Gaandeweg vormt zich een oplossing, een veilige corridor die ons toelaat de volgende ronde te bereiken. Had Bikkel geen geluksnoot, die na België - Wales in 2016 prompt aan flarden werd getrapt door zijn beste vriend? Ja. Staat in dit café een onbewaakte doos met limoenen? Ja. Is een limoen beter dan een noot? Ja. Zo geschiedde. Portugal werd met meer geluk dan kunde verslagen, al school er toch best veel kunde in dat geluk, zoals hierboven aangetoond.
Tegen die zwakke Italianen kon het dus niet mislopen. En dan, beste vrienden, loopt het natuurlijk net mis. Echt voetballen kunnen die Italianen dan wel niet, parasiteren op nonchalance des te meer. Halfweg mijn fietstocht richting kwartfinale, richting Antwerpen, ging het als een flits door me heen: fuck, ik heb onze lucky lemon* niet mee! Meteen daarna: ach, tegen Italië lukt het ook wel zonder. Niet dus. Het ontbrak me aan scherpte die avond, en dat moesten we bekopen met een zure nederlaag.
Het enige wat me rechthoudt in deze tijden, is de andere helft van mijn openingszin. The chase is tenslotte better than the catch. Een dikke tien jaar geleden hebben Tom en ik ontelbare keren Pro Evolution Soccer 2008 gespeeld, samen in de ploeg, trachtend om het toen nog zwakke België op niveau 'Wereldklasse' richting wereldtitel te leiden. De weinige keren dat het effectief lukte, juichten we enige seconden, staarden vervolgens wat om ons heen, om dan bij gebrek aan beker en beter pro forma een fles of glas in de lucht te steken, alvorens weer over te gaan tot de orde van de dag. "Pintje?"
*zoals An niet geheel onterecht opmerkte, is de vertaling van limoen 'lime' en niet 'lemon'. Wat de vertaling van betweter is, weet ik overigens ook niet.
Dag op dag dertig jaar geleden - of toch zeker jaar op jaar dertig jaar geleden - hangt mijn moeder aan de lijn met Mariëlle, een goede vriendin van haar en tevens moeder van mijn beste vriend Jeroen. Plots richt ze zich tot de jonge Tsigalko, die op de mat in de living driftig de bruine tegen de groene soldaatjes laat vechten. Het was 1991 en de kinderlijke fantasie had geen boodschap aan glasnost en perestrojka: dood aan die vuile communisten!
"Tsigalko!" Lap, eerst Gorbatsjov, nu mijn moeder die de pret komt verstoren. "Mariëlle vraagt of ge ook mee wilt gaan voetballen bij Vroenhoven. Jeroen gaat ook."
Ik antwoord ja om ervan af te zijn en verleg mijn focus opnieuw naar het strijdtoneel, want met die Russen ben je nooit klaar. Later, toen ik hieraan terugdacht, bijvoorbeeld op 10 mei 2021, begon het me te dagen dat ik hiermee de ironie van ons bestaan heb gecapteerd: in het beste geval hangen we hier tientallen jaren rond, maar niet zelden worden de diepste voren in ons leven getrokken door schijnbaar willekeurige opwellingen, meer gedreven door onverschilligheid dan door wat anders, zonder dat er zelfs maar zoiets als buikgevoel aan te pas komt. Je zegt ja terwijl dit net zo goed nee had kunnen zijn, waarna de gevolgen van deze beslissing doorheen de rest van de levenswandel geweven worden.
Het stadium waar ik nu ben aanbeland is dat van de machtsoverdracht. Mijn voetbalschoenen hebben al meer kilometers afgelegd dan ze nog te gaan hebben, het is tijd om uit te kijken naar verse voeten om ze te vullen. Ik moet naar Mariëlle bellen, Alesso kwansuis de existentiële vraag stellen en hem vervolgens vastpinnen op zijn terloopse antwoord. Vertaald naar deze tijd: zijn beste vriendje Lasse als stichtend voorbeeld aanhalen en verder rekenen op de zich altijd maar weer herhalende geschiedenis. Zo gezegd, zo gedaan. Na op enkele trainingen bij FC Ekeren vooral zijn enthousiasme geëtaleerd te hebben, werd Alesso's aansluitingsformulier voor het komende seizoen vandaag in orde gebracht. De opvolging is dus verzekerd. En mocht er toch iets misgaan, dan is hij in elk geval verzekerd.